7. De nieuwe tijd
De nieuwe leer in deze tijd
Datum:
10-02-1983
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Den Haag > Den Haag 1982-1983
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
Het is goed even samen te vatten wat de Nieuwe Leer eigenlijk is. Er is een leraar en ook een Meester geweest. Twee figuren die we geestelijk gezien een bepaalde belangrijkheid toekennen. Zij hebben op aarde een nieuwe versie gebracht van vale oude waarheden en wijsheden zoals het bij praktisch elke stichter van een nieuwe denkrichting het geval is. Zij hebben zich echter - en dat is belangrijker - onthouden van het stichten van een kerk of iets dergelijks. De leer komt hierop neer: Voor je naaste voelen, betekent ook respect hebben voor jezelf. Het is dwaas om de mogelijkheden en de middelen te verwerpen die je ter beschikking staan, maar je moet er altijd meester over blijven. Het is belangrijker in jezelf licht te vinden dan buiten jezelf de pretentie van verlichting te zoeken. Het zijn eigenlijk maar een paar korte artikelen. Als u daarover meer wilt horen, dan neem ik aan dat hier nog wel geschriften daaromtrent aanwezig zijn. Wij hebben het indertijd heel uitvoerig behandeld. Dan deze tijd. Wat is deze tijd eigenlijk? Volgens sommige mensen een akelige tijd, dan hebben ze niet eens helemaal ongelijk. Wat zijn de kenmerken van deze tijd? 1. Er zijn zeer veel situaties ontstaan die niet opgelost kunnen worden langs gangbare wegen. 2. Economische crises maar ook politieke spanningen zouden kunnen worden opgelost, als men grenzen en nationale gouvernementen op zijn minst genomen wat minder belangrijk zou maken. Waarom voelt men daar niet voor? Men wil meer zijn dan men is. 3. Men is op het ogenblik bezig met een soort blufpoker waarbij atoomwapens als kaarten dienen. Men wil dit dan ook nog christelijk goedkeuren door te zeggen dat het beter is je tegen het atheïsme te verdedigen met alle middelen. Dan kun je uit de bijbel natuurlijk alles bewijzen, want je kunt zoveel spreuken vinden dat er altijd wel één is die zegt: oog om oog, tand om tand, of de kleine Ben (jongste zoon van Joas) zal door God toch zegevieren in de figuur van Gideon. Maar wij hebben daar weinig aan, als we uitgaan van het of veel simpeler nog van medemenselijkheid, respect voor de naaste, en naastenliefde. Deze zo wederkerige bedreiging met steeds toenemende atoombewapening is feitelijk een poging tot afpersing van de tegenstander door te pretenderen dat men bezig is zelfmoord te plegen Dit zijn bij elkaar drie verwerpelijke punten. Er zijn over deze tijd natuurlijk nog veel meer dingen te zeggen, maar ik heb een paar van de meest essentiële punten aangestipt. Wat kunnen we nu verwachten van de Nieuwe Leer als we proberen van daaruit die problemen te benaderen? In de eerste plaats zegt de Nieuwe Leer: Je bent voor jezelf verantwoordelijk en uit jezelf voor je naaste voor zover je hem kunt begrijpen. Dat is duidelijk. Als we ieder van ons aan het werk zouden gaan en ieder van ons zou bereid zijn voor zijn medemens datgene te doen wat hij ook voor zichzelf heeft gedaan of wenselijk acht, dan denk ik dat heel veel van al die ingewikkelde regeringsstructuren overbodig zouden zijn. Ik denk ook dat er dan een andere manier van werken zou ontstaan. Een werken waarbij het niet in de eerste plaats gaat om de productiviteit en de winst, maar eerder om het maken van iets wat een ander nodig heeft en het vinden van voldoening in die taak. Dat ligt dus ook al heel anders. Als ik dan verder hoor hoe deze Leraar zegt (hij is ingenieur geweest en heeft ook nog een wetenschappelijke opleiding gehad). Je moet de middelen die je ter beschikking staan gebruiken. Het is een dwaas die gaat lopen, als er op hetzelfde traject een trein rijdt. Er zijn heel veel mogelijkheden op het ogenblik om te komen tot een redelijk goedkope productie, een tamelijk snel en aanvaardbaar vervoer enz.. Moeten wij die dingen afwijzen en wegdoen? Neen. Wij moeten zorgen dat wij ze alleen gebruiken, wanneer wij ze nodig hebben. Alweer een oplossing die eenvoudig genoeg is. 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD 1
Orde der Verdraagzamen Een van de grootste problemen die - meen ik - toch in deze leer een aanwijzing krijgen voor oplossing is wel het probleem van de grote onvrede onder de mensen. Men is ontevreden omdat men werken moet, omdat men niet voldoende steun krijgt, omdat men niet voldoende wordt gewaardeerd, omdat men niet voldoende vrij is. Laten we de litanie van alle heiligen hier maar stoppen. Ontevreden zijn heeft geen zin, als je uitgaat van het standpunt dat jij het bent die leeft, dat je je niet wilt laten leven en dat je volkomen bereid bent voor datgene wat je bent en voor dat wat je doet zelf de volledige verantwoordelijkheid te aanvaarden. Op het ogenblik dat je daaraan begint, ben je ineens bevrijd van al die denkbeelden als 'een ander moet het doen'. Ik weet het wel, uw maatschappij is nu eenmaal zo opgegroeid, zeker in Nederland. Nederland is een subsidiemaatschappij geworden. Zelfs een groot bedrijf kan niet functioneren zonder dat het wordt gesubsidieerd. U kunt uw huur niet betalen, als u niet wordt gesubsidieerd. Er komt geen kunst meer op tafel, als ze niet wordt gesubsidieerd. Kijk, dat is allemaal mooi en goed bedoeld, maar het neemt de werkelijke drijfveer om jezelf te zijn en waar te maken voor een groot gedeelte weg. Hoe kun je geestelijk rijper worden, als je voortdurend bezig bent om formulieren in twaalfvoud in te vullen? Hoe kun je gelukkiger worden, als je steeds bezig bent om te kijken of een ander niet meer krijgt dan jij? Hoe kun je wijzer worden, als je al je aandacht nodig hebt voor de besluiten die allerlei instanties van gemeenteraad, provincie tot de ministers toe nemen? Waarom zou je je druk maken? Waarom zou je bang zijn voor geweld? Geweld is iets wat maar een heel klein stukje van wat je nu als werkelijkheid beschouwt kan doorbreken, namelijk je uiterlijkheid. Je innerlijk blijft voortbestaan. Waarom zou je je dan druk maken, nietwaar? De Nieuwe Leer geeft dus in deze tijd wel degelijk een soort handleiding. Die handleiding helemaal ontleden, ach, daar zouden we veel tijd voor nodig hebben en zouden we heel veel moeten gaan citeren. Eén ding wil ik u echter niet onthouden. De Leraar merkte op een gegeven ogenblik op: "Waarom vraagt u mij te doen wat alleen uzelf kunt volbrengen?" Ik meen dat dat de slagzin is voor alle dingen in deze tijd. Iedereen wil dat anderen het doen. De regering heeft tekorten, dus moeten de burgers het opbrengen. Dat de regering daar zelf ook een paar veren zou kunnen laten is iets wat men slechts zeer aarzelend en onder voorbehoud pleegt te erkennen. De burger beweert dat hij niet aan zijn trekken komt, maar hij heeft wel degelijk de mogelijkheid om voor zichzelf andere wegen, andere methoden te zoeken. Als we eerlijk zijn, werkelijk eerlijk, dan moeten we toegeven dat we uitgaan van allerlei illusies van onwerkelijkheden. Bijvoorbeeld het denkbeeld dat de Staat het is die zal bepalen wat er aan geld is, dus aan koopkracht. De Staat kan wel meer geld produceren, maar dat betekent gelijktijdig dat de koopkracht van het geld afneemt. Zo is het ook bij u. U kunt zelf iets goeds naar voren brengen geestelijk of anderszins. Dat heeft betekenis. En dat moet u ook nog willen delen met anderen. U kunt niet zeggen: ik begin aan massaproductie. Op het ogenblik dat u dat doet, valt de betekenis van wat u bent zowel als van datgene wat u probeert te zijn voor anderen weg. Het is altijd weer gewoon terugvallen op jezelf, op je eigen kracht. Er zijn banden tussen elke mens en de kosmos. Ook daarover is het een en ander gezegd indertijd. Die banden worden heel vaak geïnterpreteerd als er is wel iemand die voor ons zorgt. Dat is natuurlijk onzin. Er is niet iemand die voor ons zorgt. Er is iets wat het ons mogelijk maakt om voor onszelf te zorgen. Dat 'iets' is de levenskracht, het leven, God of hoe u het noemen wilt. Als men dan een van de meesters confronteert met het christendom en zegt: Jezus heeft gezegd, in het huis mijns Vaders zijn vele woningen, dan haalt hij de schouders op en zegt: "ja, in welke straat staat dat huis”. Met andere woorden: jullie zitten nu wel te emmeren over zaken, maar je weet niet waar je het over hebt. Als ze hem dan verdere verklaringen vragen, dan zegt hij: "Al wat is, elke godsdienst en elke leer die er is, geeft je de mogelijkheid om in jezelf tot waarheid te komen. Waar de waarheid is, woont God. Als die waarheden onvolledig zijn, zullen ze alle van elkaar verschillen, maar ieder zal toch met God wonen in zijn gezochte waarheid.” Misschien is dat de moeite waard om eens na te gaan. Ik heb heel veel eigenaardigheden gezien. Ik mag hier wel een grap vermelden. Men vroeg de Meester eens waarom hij niet alle godsdiensten wilde afbreken.
2
290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
Hij zei: "Ach, een godsdienst is alleen een wegwijzer. Welke weg je wilt inslaan, moet je altijd nog zelf weten.” Het is jammer dat de meeste mensen denken dat de paal God is en dat ze door ernstig gedragen en gedegen te doen voldoen aan alle eisen die God kan stellen zonder gelijktijdig in zichzelf te zoeken naar de moed, de kracht en de vreugde die ze nodig hebben om voor anderen iets te zijn. Misschien is dat ook wel een opmerking die in deze tijd toepasselijk is. Verbeten drammend bijten zich de verschillende minder- en meerderheden dan een weg en roepen dat zij de enige waarheid en het enige recht bezitten. Welke waarheid, welk recht? Het recht om te zijn wie je bent? Dat heeft een ieder. Het recht om jezelf waar te maken zoals je bent? Dat bezit een ieder, mits hij anderen niet dwingt te beantwoorden aan zijn eisen. Het recht misschien om de wereld te veranderen? Je kunt geen wereld veranderen, als je zelf niet verandert. Wat dat betreft, was er een bijeenkomst in een land dat op het ogenblik helaas is getroffen door een islamitische revolutie. In dit land zei men tegen de Meester: "Als wat u zegt waarheid bevat, hoe kon Mohammed dan tot de zevende hemel gaan?" Zijn antwoord was: "Dat kan een ieder. Hij heeft er geen paard voor nodig, maar wel de moed en de bezieling om in zichzelf licht te vinden en uit zich licht te projecteren.'' Toen zei er een: "Maar hoe verklaart u dan, dat Mohammed zei dat er hemelen zijn?" Toen werd de Meester misschien een beetje giftig en zei: "Misschien kon hij nog niet verder tellen." Dat klinkt als een dooddoener of een hatelijkheid, maar dat is het niet. Het aantal werelden dat je je kunt voorstellen, zeker geestelijke werelden, is in de praktijk bijna oneindig. En als we dan verder gaan en we proberen dan van al die werelden een paar hoofdtrekken te vinden, dan blijft die oneindigheid nog steeds bestaan. Er is geen scherpe indeling te maken, die kun je alleen maken op grond van je bewustzijn. Mohammed's bewustzijn bracht hem tot het getal 7 dat overigens het getal van de planeten was in zijn tijd. Dus te zeggen: hij kon nog niet verder tellen, betekent eigenlijk, hij ging zo hoog als het hem mogelijk was. Ik denk, dat men met al die dingen steeds weer in conflict komt in deze dagen, tenzij men gaat begrijpen waar het om gaat. Er is geen wereld waarin alles bestemd en geregeld is. Zeker, u wordt geboren en u gaat ook dood. Dat komt alleen omdat uw stoffelijk voertuig het niet uithoudt. En dat is zeer waarschijnlijk te wijten aan het feit, dat u niet meer weet hoe u een stoffelijk voertuig onbeperkt in goede staat kunt houden. In het verleden zijn er, als we de bijbel kunnen geloven en bepaalde overleveringen en legenden, mensen geweest die wel duizend jaar oud werden. Niet dat ik u dat zou aanbevelen. Het lijkt mij een vervelende bedoening te worden en bovendien is het voor de Staat niet haalbaar om dan nog AOW uit te keren op 65-jarige leeftijd. De Meester zegt: "Er is niets zeker.” Dat wil zeggen: alles kan alleen in relatie worden uitgedrukt waarin het enige vaste punt het eigen "ik" is, maar dan ook: je kern van het eigen "ik". Men vroeg hem: "Kunt u mij inwijden?" Hij antwoordde: "Als u dat zelf niet kunt, kan ik het niet. Maar als u het zelf kunt, dan kan ik u misschien duidelijk maken wat u doet. Maar ik kan u niet datgene geven wat u zelf niet verwerft.” Ook dat is den typische benadering. Val terug op jezelf, mens. Werk vanuit jezelf. Als er dan wordt gezegd: Ja, maar hoe moet het dan? Moeten wij dan absoluut geweldloos zijn? Dan haalt die Leraar weer de schouders op en zegt: "Als die kracht in u zo sterk is als ze zou kunnen zijn, zal er geen geweld zijn dat u kan beroeren zonder dat u wenst dat het zo zal zijn." Hij maakt kennelijk een toespeling op alle krachten en werkelijkheden die er in een mens zijn. Er zijn altijd weer discussies geweest. De Meester heeft een keer heel duidelijk gezegd: "Jullie spreken van chakra's. Dat alles is wel aanvaardbaar, maar vergeet niet dat een schets geen schilderij is." Ze zeiden hem toen: “Wij hebben in de Veda's de ware gestalte teruggeven dan van wat we zijn.” Toen knikte de Meester heel welwillend en zei: "Voor u hoop ik dat niet, want wie wenst te gelijken op een karikatuur? Hij, die denkt dat het onzegbaars neergeschreven kan worden, is een dwaas. Hij, die denkt dat het onzegbare uitgedrukt kan worden, is een zot. Maar hij, die beseft dat het onuitdrukbare soms verwoord kan worden in aanwijzingen en gelijkenissen en daarom zichzelf zoekt terug te vinden in alle gelijkenissen en aanduidingen van anderen, hij zal in zich een waarheid vinden die noch de ander noch hijzelf ooit kon weergeven." 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD 3
Orde der Verdraagzamen Er ontstaat een beeld van een mens die steeds op zoek is. Het leven, zoals het in de Nieuwe Leer wordt gepredikt, is eigenlijk een voortdurend avontuur. Een avontuur van geestelijke oplevingen, van stoffelijke mogelijkheden, van onverwachte ontplooiingen, van gaven en van mogelijkheden die in je bestaan. Het is geen predikatie, geen belering waarmee je wordt gezegd: Mens, zo heb je te handelen. Geen geboden worden er gegeven. Er worden alleen mogelijkheden voorgelegd, aanwijzingen gegeven. Een aanwijzing is, zoals u weet, heel iets anders dan een voorschrift. Toen men aan de Leraar vroeg: kunt u ons zeggen hoe wij verder moeten leven? Antwoordde hij: "Datgene wat gij niet kunt doen, is datgene wat gij niet werkelijk moogt doen. Maar al wat ge zoudt kunnen doen, behoort tot de dingen die ge zoudt mogen doen. Wie ben ik dan om u een regel te geven die ingrijpt in hetgeen gij zoudt kunnen doen? Zoek in uzelf de waarheid en ge weet wat gij - ongeacht de mogelijkheden - wilt zijn en zelf wilt doen. Laat dat uw weg en uw gebod zijn." Toen keek hij een beetje schalks, want het waren moderne leraren en ze hadden ook wel enig gevoel voor humor, en zei: "Verwacht niet van mij dat ik u de moeite ontneem te beseffen wat gij zelf zijt." Daarin ligt ook voor deze tijd weer een bijna dwingende constatering. Niemand kan u afnemen de taak, de noodzaak om zelf te manifesteren wat u bent, om u waar te maken, om uw eigen krachten te manifesteren, om uw eigen mogelijkheden te ontplooien. Gij kunt niet verwachten dat iemand anders dat voor u doet. Het is niet redelijk te eisen dat men u erkent, als u niet zelf innerlijk en uiterlijk zo sterk en groot bent dat de erkenning onontkoombaar wordt. Je kunt niet de wereld maken tot een deel van je dromen. En als in je dromen probeert te beleven in de wereld, dan loopt het altijd weer spaak. Wat doen de mensen in deze tijd? Kijkt u maar naar de situatie zoals ze is gegroeid in uw eigen land. Ja, zeggen ze, maar ik heb toch recht op een redelijk prettig en zorgenvrij leven. Dat recht heb je niet. Je hebt het recht om voor jezelf te vechten, om voor jezelf te zorgen. Dat recht heb je, niet om te eisen dat een ander je dat geeft zonder dat je daar zelf moeite voor doet. Er zijn mensen die uitroepen: maar wij kunnen toch niet gewoon thuisblijven met de vakantie! Dan moet je toch de kans hebben om op z'n minst genomen maar naar de Ardennen te gaan. En dat zeggen ze dan met een gezicht alsof ze willen zeggen: nou ja, het is er het voorgeborchte van want de hemel ligt hij Ibiza. Als je dat wilt dan ga je, dan wandel je, dan loop je als je de middelen niet hebt om wat anders te doen. Als je werkelijk wilt, kun je wel gaan. Maar je wilt zonder moeite dit hebben. Je noemt dat een gerechte noodzaak. Je hebt het echter helemaal niet nodig. Kijk, dergelijke opvattingen zijn tegenwoordig zo algemeen verbreid dat er op een gegeven ogenblik eigenlijk geen beginnen meer aan is. Iedereen meent dat hij het recht heeft om een ander eisen te stellen. Maar zeer weinigen beseffen, dat het enige recht dat je hebt datgene is wat je in en vanuit jezelf waarmaakt. Niet door anderen te belasten, maar door zelf te zijn. Hiermee ben ik bang, dat ik voor sommigen althans de Nieuwe Leer een beetje in de VVD-hoek heb geplaatst. Dat is allesbehalve waar. De VVD-hoek is zeer vrijzinnig, beperkt democratisch. Maar dat is niet genoeg om vrijzinnig te zijn. Volgens de Nieuwe Leer moet je vanuit jezelf de ander helpen om zelf iets waar te maken. Het is niet: God zorgt voor iedereen en ik zorg wel voor mijzelf. Of, wat ik goed vind voor mijzelf is goed en de rest kijkt dan maar hoe het gaat. Het is wel degelijk: je bent verplicht door je innerlijk weten, door je innerlijke kracht, door je innerlijk vermogen jezelf waar te maken, maar ook een ander die mogelijkheid te geven voor zover je dit kunt zonder te eisen, zonder de richting te willen bepalen waarin die ander gaat. En dat betekent dat het "ik" een verantwoordelijkheid krijgt opgelegd die heel wat verder gaat dan in een zuiver sociaal of communaal, opzet denkbaar is. Je bent niet alleen verantwoordelijk tegenover het systeem of tegenover God. Je bent verantwoordelijk tegenover elke mens die je ontmoet. Je bent verantwoordelijk volgens datgene wat je hebt, wat je bent, wat er in je leeft. Maar als de mensen die verantwoordelijkheid nu eens zouden aanvaarden dat dan de dingen er heel anders zouden uitzien. Neem nu eens het onderwijs in Nederland. Ik kan begrepen dat de mensen zeggen: “We wensen dat onze kinderen worden opgevoed in onze denkwijzen.” Zolang die kinderen nog moeten leren wie moet daar bezwaar tegen maken? Maar dan zeggen ze: “Een ander moet dat 4 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
dan betalen.” Neen, dat moet je zelf betalen. “Wij eisen dat, dit en dat geschiedt. Waarom zegt de Paus dan niet dat het goed is?” Wat hebben we met de Paus te maken? Als u weet, dat het goed is, dan kunt u ernaar leven en het waarmaken: dan heeft u geen goedkeuring nodig. Als u alleen door die goedkeuring zoiets kunt beleven en waarmaken, dan hoeft dat niet, want dan leeft het niet voldoende in u. Tegenwoordig heeft men steeds meer verantwoordelijkheden afgeschoven naar anderen. Men heeft gezegd: “Dat is de sterke man die het moet doen. Dat zijn onze vertegenwoordigers en die moeten er dan maar even voor zorgen.” Men zegt zelfs: “Hoe de zaak gaat, dat moet de baas weten. Ik moet men loon hebben.” Maar het is anders dan bij de baas dan bij de werknemer. De baas moet volgens zijn beste weten en kunnen dat bedrijf leiden, denkend aan degenen die bij dat bedrijf betrokken zijn. Maar zij, die bij het bedrijf betrokken zijn, moeten wel degelijk ook steeds proberen te begrijpen wat de baas is, wat de baas wil en op grond daarvan hun eigen pogen en werken en zelfs hun eis van beloning instellen. Dan krijg je samenwerking, dan krijg je samenhang. Dat is heel iets anders dan de genormaliseerde maatschappij die velen voorstaan en waarin binnenkort de baby’s verplicht worden tot keuring waarna ze op de bil een din-stempel gedrukt kregen. De mens is een wezen dat zij het in kleinere zij het in grotere details anders is dan anderen. In die mens woont een geest. Die geest kan heel andere ontwikkelingen hebben doorgemaakt of een geheel ander doel hebben met zijn leven op aarde. Wie wil dan bepalen hoe een mens dient te zijn? Dat is iets wat de Nieuwe Leer in deze tijd probeert duidelijk te maken. Waar dat niet mogelijk is, zien wij dat van vele kanten, mede op basis van die Nieuwe Leer (sommigen noemen het geheime leringen, onderen beschouwen het meer dan een filosofie) een soort sektarisme is ontstaan. Bewegingen ontplooien zich in de wereld. De een wordt Bach, de ander meer Mendelsohn, maar ieder heeft op zijn eigen manier een streven, een weg ontwikkeld. Nu zijn er veel mensen die zeggen: die weg deugt niet. Zolang je echter op die weg jezelf moogt zijn, is elke weg goed. Dan is het de vraag niet, of je behoort tot een bepaald systeem, of je rood, geel of blauw draagt of mijnentwege oranje, want hier en daar is het nog oranje boven. Die kleuren doen er niets toe, en de leerstellingen waarvan uitgaat doen er ook weinig aan toe. Of je wordt geconfronteerd met gebeden en disciplines of met spreuken die je moet herhalen of met kleurbeelden die je moet beschouwen, dat maakt allemaal zo weinig uit. Het gaat erom dat je wordt geconfronteerd met jezelf, dat je durft zoeken naar jezelf, dat je probeert om eindelijk jezelf in zoverre te zijn dat je de moed hebt toe te geven wie en wat je bent. Dat wordt door de Nieuwe Leer aan alle kanten bevorderd waar dat maar mogelijk is. Toen Jezus zijn leer predikte, zag men in hem een gevaar voor kerk en staat: in deze nieuwe leringen zien velen eveneens een gevaar voor kerk en staat. Want als er iets is wat steeds weer een bedreiging schijnt in de ogen van hen die menen het te weten, dan is het wel vrijheid, dan is dat zelf zijn, dan is het beseffen dat de werkelijke macht en het werkelijke gezag alleen in jou kunnen berusten en vanuit jou nooit als heerschappij maar alleen als gave, als hulp, als dienst kunnen worden verbreid. Daarom wordt er ontzettend veel gedaan om al die dingen de wereld uit te helpen. Ik weet dat de Nieuwe Leer op het ogenblik ook bezig is, zij het ondergronds, om het denken van de mensen in vele landen te veranderen. De laatste tijd is het mij opgevallen dat er een betrekkelijk sterke invloed is in China. Mij is ook opgevallen een bijna revivalist-lijkende geestelijke stroming die van de westkust al is doorgedrongen tot het midden van de Ver. Staten, maar ook in Canada, in delen van Mexico, Uruguay zich laat gelden. Soms temidden van gewapende revolutionairen, soms temidden van gezapige burgers. De Nieuwe Leer begint de mensen de ogen te openen: zij gaan anders kijken. Ik zou zeggen, dat is meer dan voldoende. Je kunt in deze nieuwe tijd niet een oplossing verwachten die vanuit het geheel zonder meer plaatsvindt. Je kunt geen verandering verwachten die alles opeens tot ideaal maakt. Je kunt echter wel verwachten dat steeds meer mensen innerlijk bewust worden, vanuit zichzelf meer bewust leven, meer licht, meer kracht, meer vreugde gaan manifesteren. Wanneer dat gebeurt, verandert er iets in de wereld en dan zal heel misschien eens waar worden wat de Leraar heeft gezegd toen men hem vroeg: hoe zal de wereld worden? Hij zei: "De wereld zal eens zijn opgebouwd uit mensen die geheel vrij zijn en die vrijelijk elkaar dienen, omdat ze 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD 5
Orde der Verdraagzamen daarin hun getoetste vreugde vinden. Dan zal de wereld dansen en lachen, maar in haar zal God voortdurend sterker wonen. Ik weet het, dat is religieus vertaald. Het zijn vertalingen uit de aard der zaak. Maar daarin vind ik dan de essentie van al datgene wat wij kunnen verwachten. Wat er in deze tijd gebeurt is de aantasting van de geheiligde zekerheden van het georganiseerde bestel, van de traditionele macht en de rituele indeling. Dat dat gebeurt in deze dagen is al meer dan genoeg. Er zijn echter enkele vertegenwoordigers van de Nieuwe Leer die steeds meer van zich laten horen. Niet in de naam van een Nieuwe Leer, maar wel in de naam van de inhoud in de mens, de nieuwe mentaliteit ten aanzien van het menselijk bestaan. Ik hoop, dat ik u daarmee als inleiding enigszins heb duidelijk gemaakt wat er zich afspeelt in deze tijd en in welke mate de Nieuwe Leer daarbij betrokken kan zijn, dan wel op welke wijze de Nieuwe Leer probeert hierin oplossingen te bieden.
DISCUSSIE Komt de Nieuwe Leer voort uit het bewustzijn van de mensen zoals dat zich aan deze en aan gene zijde heeft ontwikkeld een soort logisch gevolg? Logica is menselijk denken. Te zeggen dat er een logische ontwikkeling is, lijkt mij iets te ver gegrepen. Er is sprake van een ontwikkeling naar waarheid, die zich afspeelt in het gebied van de geest. Deze waarheid manifesteert zich steeds weer door verschillende personen op aarde. De wijze waarop zij hun leer brengen en de manier waarop de leer zich verder ontwikkelt en wordt verbreid, wordt heel sterk bepaald door de mentaliteit van de mensen die op dat tijdstip leven en daarnaast ook door de plaats daarop die verkondiging is geschied. Dat is in dit geval voornamelijk in hel Verre en Nabije Oosten geweest, zodat u moet aannemen dat de invloed, die op het ogenblik in het Oosten nogal groot is, wel degelijk daaraan vorm gaat geven. Het zal waarschijnlijk een wat pseudo-oosterse denkwereld zijn waarmee men wordt geconfronteerd, maar het kan ook wel in zuiver westerse vormen optreden. Hoe zou een volk zich moeten opstellen dat door een ander volk wordt overweldigd en bezit? Toen de Chinezen door de Mantsjoes werden overvallen hebben zij dit lijdzaam gedragen, maar ze bleven wel zichzelf. De Mantsjoes waren op den duur meer fervente Chinezen dan de Chinezen zelf. Is dat ook niet afhankelijk van de hoeveelheid van de overweldigde bevolking? Dat heeft weinig te maken met aantallen, maar heel veel te maken met inhoud. Een zeer kleine groep met een zeer sterke innerlijke waarde, zelfs als die volkomen verkeerd wordt geuit, kan een zo grote invloed uitoefenen dat daardoor eigenlijk historie wordt bepaald. Het klinkt misschien wat vreemd om dat hier nu aan te halen, maar weet u dat het verdere lot van Rome voor een groot gedeelte is bepaald door de maníér waarop ze zijn gestorven? Niet omdát ze stierven, want dat was betrekkelijk maar omdat zij zozeer in zichzelf en in hun waarheid geloofden dat zij hun sterven alleen reeds anderen overtuigden, dat zij geen dwazen zonder meer waren. Daardoor maakten zij de kerstening van mogelijk en daaraan is het te denken dat Rome de hoofdstad is van althans nog een deel van het Christendom in deze dagen. Heeft de Nieuwe Leer iets universeels? Lijkt ze geldend voor mensen waar zich ook in de kosmos bevinden? De Nieuwe Leer, zoals de kern van alle leringen die door gezondenen zijn verkondigd, is kosmisch. Dat wil zeggen, dat ze niet alleen voor alle volkeren op aards geldend is, maar dat ze bovendien geldend is in tenminste een groot gedeelte van de geestelijke wereld. Is er levend volgens de Nieuwe Leer ook een universeel geestelijk contact mogelijk Op het ogenblik, dat een mens volledig zijn innerlijke waarheid beleeft, zal hij daardoor zich tevens verbonden weten met iets waarvoor hij misschien geen gezicht of stem weet te vinden, maar dat in hem voortdurend manifest is. Daardoor is hij dus verbonden met alle anderen die van zo'n gelijke instelling zijn, daarnaast met bepaalde geestelijke waarden en invloeden die op aarde niet door zo velen volledig worden erkend. 6 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
De moeilijkheid voor veel mensen is altijd de juiste overgang te vinden van het oude vertrouwde naar het nieuwe onbekende. Hoe kan deze het best verlopen? Als steeds meer mensen in zich de nieuwe weg vinden zal de betekenis van de oude weg, de oude gebruiken, steeds meer afnemen. Er zal dan een geleidelijke overgang zijn waardoor alleen degenen die aan het oude systeem een macht, een betekenis of een gevoel van uitverkiezing ontleenden, ongetwijfeld in verzet zullen komen zodat enige spasmen van de gemeenschap niet te vermijden zijn. De verandering op zichzelf zal zich echter van binnenuit en met een zekere mate van geleidelijkheid voltrekken, ook als historisch bezien later blijkt dat de omwenteling in, betrekkelijk korte tijd zeer veel oude waarden eenvoudig heeft verwijderd en daarvoor andere en nieuwe maatstaven in de plaats heeft gezet. Hebben de z.g. new-age stromingen met de Nieuwe Leer banden? Er zijn enige relaties, enige verbindingen denkbaar. Het schijnt echter volgens mijn zegslieden dat een vertekening van het systeem op grond van oude denkwijzen in dit new-age systeem soms dominant is. Met andere woorden: de verbinding bestaat wel, maar wordt in vele gevallen toch enigszins vertroebeld. Wat voor vertekeningen zijn dat vooral? Onder de vertekeningen vinden wij onder meer: 1. Herleidingen van een kosmische waarheid tot iets wat past binnen een bestaand systeem. 2. Er is een terzijde stellen of verwaarlozen van delen van de waarheid om daardoor geldende denkbeelden meer naar voren te kunnen schuiven en zo meer de aandacht te trekken. 3. In deze beweging zitten bepaalde oud-spiritistische invloeden die, ongeacht de betekenis van de boodschap, toch vertroebelend werken zowel t.a.v. de bron daarvan als ook t.a.v. de interpretaties die men daarvan pleegt te geven. Dit zijn de gegevens die mij op dit ogenblik ter beschikking worden gesteld worden. U zult mij vergeven dat ik de beweging zelf niet voldoende ken om een persoonlijk oordeel te geven. Is de z.g. witte Tantra in essentie ook niet een deel van Nieuwe Leer? Wat u bedoelt is dit: Ligt in de nieuwe benadering en de witte spreuken die kracht maar ook bewustzijn beogen niet iets wat kan passen bij de Nieuwe Leer? Als u dit 'kan passen' nadrukkelijk zegt, dan ben ik het met u eens. Dan is dit wel degelijk hiermee verbonden. Veel sjamanen, medicijnmensen (mannen en vrouwen) krijgen impulsen om hun visie en werkelijkheidsbesef uit te dragen. Bevordert deze visie bij veel mensen ook niet een transformatie? Een transformatie betekent eigenlijk een omkeer of omvorming. Of dit helemaal juist is, betwijfel ik. Maar een ieder, die in zich het licht ervaart en probeert uit de nieuw gevonden inzichten en waarheden daadwerkelijk ook buiten zich te manifesteren wat in hem of haar is gebeurd, zal hierdoor een invloed vormen voor anderen. Of men daarmee die anderen verandert is echter een vraag die niet zonder meer te beantwoorden is. Zouden de anderen hierdoor en alleen hierdoor veranderen, dan vraag ik mij af, of dit nog aanvaardbaar en goed, is. Omdat men innerlijk bewust moet worden en niet een schijn van bewustzijn aan anderen dient te ontlenen. U stelde dat de Nieuwe Leer, zij het ondergronds, in diverse gebieden (b.v. China en de Ver. Staten) meer invloed krijgt. Waarom treedt ze niet meer in de openbaarheid? Wanneer zal dat eventueel wel geschieden? De Nieuwe Leer wil uitdrukkelijk niet tot een godsdienst worden. Zodra een leer een godsdienst wordt, een instituut, wordt het gelijktijdig een bron van macht, van aanzien. De ervaring heeft geleerd dat die macht en dat aanzien dan bepalend zijn voor de mogelijkheden die er binnen zo'n leer of godsdienst verder nog bestaan. Daarom is het beter dat men a.h.w. als gist doordringt in alle poriën van maatschappelijk, economisch, religieus bestel en de verandering van binnenuit bewerkstelligt, zodat de geaardheid der dingen verandert zonder dat er een nieuwe structuur direct aan wordt toegevoegd. In de jaren 70 is gezegd dat we in de jaren 80 meer over de Nieuwe Leer zouden horen. Hoe en waar is dit het geval? 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD 7
Orde der Verdraagzamen U heeft in de laatste twee jaren al heel wat gehoord over nieuwe systemen van denken en van leven, althans als u zich daarvoor interesseert. Er zijn een aantal ontwikkelingen en gebeurtenissen geweest o.a. in Engeland, daarnaast ook in Griekenland, Italië, Irak, in delen van India, in Goa en in mindere mate in Hongkong. Daarbij zijn er ook nieuwe uitspraken, filosofieën en benaderingen die zelfs doorklinken in regeringskringen van Rood-China. Er zijn nieuwe denkwijzen ontstaan - zoals reeds is gezegd - voornamelijk in het westen en het midden van de Ver. Staten doorklinken. Wij zien dat bepaalde bewegingen zich eveneens voorbreiden in Canada. Een deel van deze vernieuwing blijkt eveneens te vinden op een heel ander niveau in landen als Mexico, Brazilië van verschillende kleine delen van Midden-Amerika, op het ogenblik zelfs vooral ook in de zuidelijke delen van Chili en een deel van Argentinië. Als ik dit zo opnoem, is de lijst niet volledig. Het is duidelijk dat u alleen door te kijken naar de boodschappen die u uit al deze delen van de wereld ontvangt steeds meer met één en dezelfde gedachtegang zult worden geconfronteerd. U zult vooral van belangrijke personen zoals uit de geestelijkheid, voormannen op economisch en ander terrein steeds weer dingen horen die vreemd genoeg passen in de Nieuwe Leer en kennelijk verschillen van de mening van deze personen of de groepen waartoe zij behoorden in het jaar 1975. U hoort er inderdaad meer van. Er zal langzamerhand overal - ik neem aan zelfs in Nederland - iets doorsijpelen van deze Nieuws Leer, van de Leraar, van de Meester en zelfs van een verwachting dat zich nog een nieuwe hoge kracht zal manifesteren. Maar dit is niet een vast systeem. Als u dus de verkondiging van deze Leer als een geheel verwacht, klopt dit niet. Als u echter een voortdurend sterkere nadruk op al die denkwijzen, die wij hebben voorgelegd als deel van de Nieuwe Leer, aantreft in steeds meer landen en op meer vlakken van sociale gemeenschappen, dan zult u het, met mij eens zijn dat u er inderdaad meer van hoort. Is er een bepaalde reden waarom bij de gewone mensen zo weinig bekend is van deze Nieuwe Leer? De reden daarvan is waarschijnlijk: De z.g. gewone mens is over het algemeen een gewoontedier. Dat wil zeggen, dat hij geneigd is om uit te gaan van vooropgestelde beelden, vooropgestelde leuzen en levenswaarden. Als je die wilt kun je dat niet doen door er iets nieuws tegenover te stellen. Wel, door voorzichtig de inhoud (dus de betekenis) te wijzigen. Dan kan een gewone man denken dat hij nog steeds hetzelfde gelooft, doet nastreeft in het verleden, omdat hij niet beseffend dat zijn gewoonte in doorbroken wordt, langzaam maar zeker zijn houding tegenover zijn werkelijkheid en in deze verandering ook zichzelf anders leert beschouwen. Kunt u vertellen waar de wereldleraar en de wereldmeester op aarde werkzaam zijn, waar hebben zij gewoond en gepredikt en waarom juist op die plaatsen. Wij hebben de daaromtrent voor zover die nog steeds toelaatbaar worden geacht, indertijd reeds gegeven. Als ik u erop mag wijzen dat de Leraar ingenieur is, dan maak ik u duidelijk dat het iemand is geweest met een moderne opvoeding. Hij heeft overigens voornamelijk gewerkt in het zuiden van Pakistan en heeft ook op het Arabisch schiereiland nogal wat invloed uitgeoefend. Wat betreft de Meester, deze komt meer uit het noordelijke deel van hetzelfde gebied. Zijn invloed heeft zich uitgestrekt tot achter in Egypte. Wij hebben hier dus te maken met gewone mensen, met een gemiddelde leeftijd van ongeveer tussen de 30 en 40 jaar voordat ze uit het gezicht verdwijnen. In beide gevallen hebben zij ook een beroep uitgeoefend. Zij hebben zich normaal gedragen, voor zichzelf gezorgd, maar ze hebben ook bepaalde tekenen gedaan. Wat meer is, ze hebben bepaalde denkwijzen overgebracht. Daardoor hebben zij in zeer vele opvattingen verandering gebracht. Zoals de Leraar op het ogenblik een sterke invloed heeft op een bepaalde ook vrijere denkrichting met mystieke boventonen die zich in de islam ontwikkelt. Dat is niet zo verwonderlijk, want in de islam zijn vele grote denkers en geestelijk groten geweest. Daarnaast blijkt dat de Meester een grote invloed heeft gehad op bepaalde delen van India en dat hierdoor o.m. een bepaalde manier van communaal werken aanmerkelijk is versterkt. Deze denkbeelden zijn ook doorgedrongen eerst in zuidelijk China en ook in een deel van Vietnam, maar daarover zult u voorlopig weinig horen. Op deze manier heeft het zich voornamelijk naar het noorden verspreid. De Egyptische invloed van de Meester heeft zich vooral gevestigd in nieuwe mystieke richtingen waarbij de voorbereidende werkzaamheden van de Leraar in de islam van betekenis waren. Dit is ongetwijfeld mede aanleiding geworden tot een verandering van denken en houding bij vele belangrijke personen in dit land en indirect daardoor een beïnvloeding van een groot gedeelte van Noord-Afrika. 8 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
Kenden de Wereldleraar en de Wereldmeester de "Bron"? Het is moeilijk te zeggen of je de "Bron" kent. Want telkenmale wanneer je het hoge Licht bereikt denk je: dit is de Bron. Maar het blijkt dan dat achter de Bron een andere meer omvattende Bron schuil gaat. Als wij het uitdrukken in onze termen, dan zijn Leraar en Meester afkomstig uit de sfeer die wij het "Witte Licht" plegen te noemen, de wereld dus waarin verschillen - zoals wij die plegen te hanteren - niet aanwezig zijn. Beiden hebben om te kunnen incarneren zich eerst een aantal voertuigen moeten opbouwen. Meer kan ik daarover werkelijk niet zeggen. Zijn er ook in ons land geschriften die expliciet ingaan op de Nieuwe Leer? Zo ja, onder welke benaming zijn ze verkrijgbaar? Er zijn geen geschriften waar dan ook ter wereld te vinden die expliciet alleen ingaan op de Nieuwe Leer. Dus ook niet in uw land. U vertelde dat de Nieuwe Leer aanwijzingen geeft tot de ontplooiing van geestelijke krachten en gaven. Kunt u hierop wat verder ingaan en ook wat betreft de vormen waarin deze aanwijzingen worden gegeven? U vraagt mij dus om nu een aantal miljard mogelijkheden op te sommen. Ik kan alleen een zeer algemeen antwoord geven. Het begint altijd met een strijd met jezelf. Want het zoeken naar hetgeen je werkelijk bent, brengt je een gevoel van eenzaamheid, beslotenheid. Wanneer je daarin terechtkomt en bezig bent met jezelf, dan ontdek je - en je verwondert je daarover maar zelden - dat je dingen gaat zien die anderen niet zien, dingen gaat horen die anderen niet horen, dat je alleen door iets te denken het vaak waar kunt maken. Zeker, als het gaat om het helpen van anderen. Je ontdekt, dat je zaken aanvoelt die je verstandelijk niet zoudt kunnen weten zodat je je wegen onbewust op de juiste wijze kiest. Maar evenzeer ook bij aankopen (ik geef nu maar een voorbeeld) dat je automatisch kiest voor het beste en niet voor hetgeen uiterlijk het meest aantrekkelijke of in prijs schijnbaar het voordeligste is. Je verandert dus a.h.w. de manier waarop je resoneert met de wereld en je wordt je van deze resonans min of meer bewust. Hierdoor ga je steeds meer dingen doen. Het blijkt dan, dat juist deze intuïtief gedane dingen, dit intuïtief volgen van een bepaalde lijn niet alleen voor u maar ook voor anderen bepaalde voordelen heeft. Gelijktijdig ontstaat er in je langzamerhand een beeld, een voorstelling een gestalte, (de mens denkt in beelden of in woorden) van hetgeen je ben, of zoudt moeten zijn. Hierdoor verandert je instelling tegenover de wereld. Dit heeft weer ten gevolge dat je anderen gaat helpen. Dit is geen zuivere vorm van empathie of telepathie, maar een aanvoelen van anderen. Je leert op deze manier ook waar je wel en waar je niet iemand kunt helpen, waar je wel of niet hinderlijk bent voor een ander en diens ontwikkeling. Dit zijn een paar gegevens die gewoonlijk naar voren komen. De volgorde waarin ze verschijnen is zeer verschillend. De intensiteit kan bij vele personen sterk afwijkend zijn zodat het lijkt, of ze één gave in het bijzonder ontwikkelen. Over het algemeen zal bij de erkenning van de innerlijke waarden en het innerlijke "ik" plus de juiste wijze van leven t.a.v. de wereld het hele pakket en nog wel iets meer in de persoon ontstaan. Waar men de nadruk legt op een enkele gave is de kans groot dat nu alles onder het mom van deze enkele gave wordt gemanifesteerd, totdat men begint te beseffen dat dit niet juist is. Maar dat is een langzaam ontwikkelingsproces. Het hele proces betekent meestal een aantal jaren van innerlijke omwenteling waarbij het eenzaam of verlaten zijn en zinloos streven een periode van één tot drie jaar gemiddeld schijnt te vergen. Verder kan ik u geen afdoende voorlichting geven zonder te breedvoerig te worden. Waarom dé Meester en dé Leraar? Omdat de wereld wemelt van leraren en meesters. Elk van hen denkt misschien wel voor zijn titel te mogen zeggen, maar in de praktijk zijn er maar enkele figuren die zozeer doordesemd zijn met de essentiële krachten, de essentiële waarheid, dat wij om hen in het bijzonder te kan merken het woord "de" ervoor hebben gevoegd, aangevend dat deze de Leraar der Leraren, de Meester der Meesters is. Dit zijn echt twee personen. In de stoffelijke uiting zeer zeker. Is het zo, dat het vastlopen van het menselijk kunnen, handelen, samenleven zijn oorzaak vindt in overbevolking, en de mensen niet rijp zijn voor andere samenlevingsvormen die van tevoren zijn bepaald. Hebben wij natuurrampen nodig? Volgens de geesten, denk een medemenselijkheid, is er geen andere weg. Of praten wij het op zo'n manier goed, geven wij er deze uitleg aan. Waarom kregen wij niet meer tijd? 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD 9
Orde der Verdraagzamen Wat dit laatste betreft, kennelijk vindt u 2000 jaar niet voldoende. Laten wij de zaak even nuchter beschouwen. Uw wereld leidt onder de gevolgen van een top van materialisme. Alles wordt vanuit de materie benaderd en bezien. Dat zult u met mij eens zijn. Dit betekent dat idealen, godsdienstige waarden worden geïnterpreteerd in zuiver materiele vormen en uitingen. Het is juist deze invloed die doorbroken moet worden. Er zijn inderdaad geen natuurrampen nodig, indien de mens bereid is om eindelijk eens voor zichzelf verantwoordelijk te zijn en gelijktijdig bereid is om vanuit zich volgens middelen en mogelijkheden een ieder te helpen zonder daaraan enig verplichtingsgevoel, dankgevoel of een andere verbondenheid te hechten. Maar u zult het met mij eens zijn dat dit niet goed mogelijk is. Daarom zijn rampen onvermijdelijk. Zij schudden namelijk de mens even los uit zijn gevoel de wereld in zijn macht te hebben. Juist daardoor wordt hij attent op de werkelijke noden van anderen. Hij vergeet even alleen materialistisch en rationalistisch te denken. Dus, nodig zijn ze misschien niet zonder meer, maar gezien de feitelijke toestand zijn ze wel noodzakelijk. Een ander punt. U spreekt over overbevolking. Deze wereld kan bij een juist gebruik van alle nu nog ter beschikking staande bronnen zelf het dubbele van het huidige bevolkingsaantal dragen, voeden en huisvesten op een redelijk manier, terwijl een gelukkig leven ook dan nog mogelijk is. Maar de mens moet wel leren dat zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van het nageslacht er een is die betrekkelijk groot is, zodat men niet willekeurig kan blijven voortbrengen. Dit betekent, dat hij ook in dit opzicht in de behoefte om zich in veelvoud in de wereld na te laten langzamerhand een zelfbeperking zal moeten kennen. Beseffend, dat de mensheid tot die zelfbeperking niet geneigd is, zelfs als de noodzaak daarvan hij wel inziet, is het van belang dwingende factoren in het spel te brengen waardoor het onvermijdelijk wordt deze zelfbeperking inde praktijk te brengen. Maar met die zelfbeperking grijpen ze dan toch in in het karma van komende incarnaties. Waarde vriend. Interesseert het u of wagen nr. 1011 of 1012 de tram is die u vervoert, mits u uw bestemming bereikt? Het voertuig is niet uniek voorbehouden aan een bepaalde incarnatie, aan een bepaalde geest. Dat wil zeggen, dat de geest die werkelijk moet incarneren die mogelijkheid, daartoe zeker zal vinden. Vooral omdat hij, gezien de andere manier van beleven en het tijdsverloop in de sferen, vele generaties de tijd heeft. In andere gevallen, een tussenbeleving van vergelijkbaar honderd jaar kan hij hebben binnen een tiental jaren van uw stoffelijk verloop. Er is dus geen dwingende noodzaak U grijpt niet in. Integendeel, u gaat uit van uw eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheid. En dat betekent heel eenvoudig, dat men niet meer kinderen moet voortbrengen den men in feite goed kan opvoeden en verzorgen. Helaas betekent dat in vele gevallen dat zelfs een kind al teveel is. Is er een relatie tussen de Nieuwe Leer en de leer van Krishnamurti? Als u de uitspraken en lezingen van Krishnamurti als een leer wilt beschouwen, dan vrees ik dat u vanuit zijn standpunt al tot een misvatting gekomen bent. Maar dit buiten beschouwing latend, Krishnamurti is een van degenen die de nieuwe geestelijke waarheid en vooral ook de praktische toepassing daarvan in vele opzichten al lange tijd predikt en wel vanaf het ogenblik, dat hij na zijn scheiding van de Besant-richting tot een innerlijke rijpheid en een nieuw inzicht was gekomen. NAREDE Als je zoekt naar een nieuwe leer, naar een nieuw systeem, dan zul je altijd weer bekocht uitkomen. Er is tenslotte maar één waarheid, ook als ze in vele vormen naar voren kan worden gebracht. Het nieuwe van de Leraar, van dé Meester brengt niet iets geheel nieuws. Ze brengen eerder een aloude, een reeds bestaande waarheid hernieuwd onder de aandacht van de mensen in een vorm die ontdaan is van alle aanslibbing van menselijke interpretatie. Er is niets dat Gods werkelijkheid zo onduidelijk maakt als een theoloog die haar verklaart. Er is niets dat rechtvaardigheid zozeer tot haar tegendeel dreigt te maken dan juist een codex en een rechtspraak die daarop is gebaseerd. Wij moeten begrijpen dat het oude, het eeuwig ware bij herhaling zich op aarde manifesteert, omdat u deel zijnde van die waarheid en omdat telkenmale weer delen behorend tot de mensheid en terugkerend uit een hoger besef tot die mensheid proberen die waarheid weer in de mens wakker te roepen. Als je zegt: de Nieuwe Leer, dan gaat het meer om vorm dan om wezen. Wat de Boeddha heeft geleerd, wat Jezus heeft geleerd, zelfs in zekere zin wat Mohammed heeft geleerd behoort tot diezelfde waarheid. Evenzeer kunnen we die terugvinden in de mysteriën van Osiris, in de oudste leren van India zoals in de Veda's is vastgelegd en in vele zienswijzen en 10 290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochures
leringen van de filosofen van China, maar ook van de grote denkers van de wereld der indianen. Er is één waarheid. Het nieuwe van een leer is, dat zij de structuur die men aan die waarheid heeft verbonden probeert weg te vagen. Zoals je een kostbaarheid, die lange tijd was begraven onder stof en spinrag probeert daarvan te ontdoen, opdat ze opnieuw tot schittering komt. In deze dagen begint de Nieuwe Leer langzaam maar zeker iets van de glans van het oude op te wekken. Er is nog zeer veel spinrag, er zijn nog vele wolken stof, er is nog veel vuil, maar iets daarvan verdwijnt. De fonkeling van de oude waarheid kan nieuw worden in deze dagen. Maar het is een waarheid die geen genoegen neemt met een lipbelijdenis. Het is niet alleen maar het kennen van die waarheid, het gaat om het leven ervan. Je naaste liefhebben kan nooit betekenen dat je die meer liefhebt dan jezelf. Je naaste liefhebben betekent, dat je de ander al datgene toekent wat je zelf hebt, hem de mogelijkheden biedt die ook jij hebt. God liefhebben boven alle dingen betekent niet dat je je wijdt aan een eredienst. Dit is immers dwaasheid, want God kent alle dingen en is in alle dingen. Het betekent dat je de goddelijke waarheid, het licht dat ook in jezelf woont, erkent als belangrijker dan alle uiterlijkheden waarmee je bent omgeven. Leven volgens de nieuwe innerlijke leer is leven volgens de oude kosmische waarheid. Wanneer figuren deze op aarde brengen, zijn zij minder belangrijk dan hetgeen wij brengen. Het is een nieuwe gave. Ik ben zo vrij geweest u erop te wijzen dat deze nieuwe benadering van het bestaan de oplossing kan zijn voor vele van uw problemen. De oplossing voor uw schijnbaar onmogelijke tegenstellingen. Gewoon vanuit jezelf waar zijn. Leef vanuit jezelf: je kunt niet verantwoordelijk zijn voor anderen. Je bent verantwoordelijk voor al datgene wat je een ander geeft of ontneemt. Je bent aansprakelijk voor jezelf. Aanvaard die verantwoordelijkheid. En als je twijfelt of wijfelt, zoek in jezelf naar kracht en naar licht. Dat is hetgeen de Nieuwe Leer u in feite zegt.
290 – DE NIEUWE LEER IN DEZE TIJD
11
De nieuwe tijd (1961)
Datum:
08-10-1961
Soort:
lezing
Reeks:
2. Zondagmorgenkring > Zondaggroep II > Zondaggroep (II) 1961-1962
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen Zondaggroep II - 8 Oktober 1961 Goeden morgen vrienden.
Zondagochtendkring
Er zijn op deze Zondagmorgen al heel wat lessen gegeven en een groot aantal van deze lessen heeft zich bezig gehouden met leerstellingen uit het verleden en alles wat daarmee samenhangt. De laatste tijd hebben we wat meer de nadruk gelegd op
DE NIEUWE TIJD
Ik zou dat ook heden in beperkte mate willen doen. Uitgaande van de huidige wereldsituatie, de beïnvloeding, die we op het ogenblik overal rond ons kunnen waarnemen, ook u, komen we tot de conclusie: Er is op dit ogenblik geen enkel houvast en geen enkele zekerheid. Er is op het ogenblik een voortdurend groeiende chaos en verwarring, waarbij steeds kleinere gemeenschappen en steeds kleinere groepen zich tegen het totaal van de wereld richten. Het is duidelijk, dat deze verdeeldheid op zichzelve voeren moet tot ondergang; want, was b,v. in de vroege Middeleeuwen het land eveneens verdeeld in zeer kleine gemeenschappen en zeer kleine groepen, die elkander, zoals het gebruikelijk is bij mensen, voortdurend ernstig bestreden, zo beschikte men niet over de wapenen, waarmee men als kleine groep het totaal der andere groepen kon schaden of vernietigen. In deze dagen is dat wel het geval. Wij moeten ons dus gaan afvragen of deze splijtzwam en deze tendens tot steeds kleinere groepsvorming, aanvaardbaar is; zo nee, waarom niet en verder en dat lijkt me het belangrijkste wat de bedoeling kan zijn van deze beïnvloeding. Dan wil ik allereerst beginnen met een uitspraak van onze nieuwe wereldleraar. Ik hoop, dat u me dat niet kwalijk neemt. Het is niet bedoeld als plagiaat of zo, het is alleen dat ik de wijsheid ervan nu eenmaal bewonder, ik hoop dat u dat ook doet. Hij stelt n.l. dit: “Een berg kun je niet verplaatsen, maar zodra ze uiteenvalt in stenen, kan men haar dragen daar waar men wil. Men kan er tempels van bouwen en huizen men kan er een zee mee dempen en een brug over een rivier slaan.” Ik geloof dat hij en dat dan gaat voren), maar ik gevormde, nooit hier duidelijk heeft willen maken, (uit de rest van zijn betoog, dat erbij hoort over de eenheid van Azië enz., enz., komt dat eigenlijk maar zijdelings naar geloof, dat hij duidelijk heeft willen maken, dat wij het grote, het te vast zullen kunnen vernietigen, verplaatsen of veranderen.
Wat op het ogenblik in de wereld bestaat, is het bouwmateriaal voor een nieuwe wereld. Er zijn zoveel vindingen, zoveel gedachtegangen, die goed zijn, die edel zijn, er zijn zoveel eigenschappen in de mens ontwaakt in de laatste tijd, die niet slechts humaan of humanistisch zijn, maar die wel degelijk iets verder gaan, dat je eigenlijk zoudt zeggen: Je zoudt van de wereld een tempel kunnen bouwen, waardig om de hoogste goddelijke kracht in zich te dragen. Maar helaas, al die onderdelen zitten op een verkeerde manier in elkaar. Het is niet een kwestie van de grondstoffen en de grondwaarden van de maatschappij, het is een kwestie van de samenstelling van de maatschappij. Zolang wij te maken krijgen met grote gesloten organisaties, met grote gesloten belangenketenen, enz., is een dergelijke hervorming. een dergelijke vernieuwing niet denkbaar, Misschien zullen sommige mensen zeggen, dat je op materialistische basis alleen dit voor elkaar kunt brengen. Er zijn mensen geweest die het geprobeerd hebben b.v. de Ooststaten. Maar ja, wat is daar gebeurd? Omdat men zich vasthoudt aan het materiele, blijft bezit, luxe, bereiking, eigenlijk de maatstaf en waar die een maatstaf blijft, daar loopt de mens weer vast, omdat hij dan vanzelf naar een starre maatschappij gaat, die een zo groot mogelijke zekerheid betekent voor hetgeen hij verworven heeft. Zijn bezit moet beschermd worden. Hoe sterker die bescherming is, hoe sterker zijn verwervingsmogelijkheid, hoe stoerder, hoe strakker die maatschappij. ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD 1
Orde der Verdraagzamen Voor mij wordt ook dit weer duidelijk gemaakt in een uitspraak van deze zelfde nieuwe Meester. Hij zegt n.l. dat één haar der materie een zwaardere keten is dan tienduizend banden in de geest. En daar heeft hij groot gelijk in, want neemt u me nu niet kwalijk, als u al veel geestelijke banden hebt, dan bent u daarin redelijk vrij, maar als u het idee hebt dat u één stoffelijke verplichting hebt of één stoffelijke gebondenheid, dan zit u daaraan vast en dan bent u net een hond voor zijn hokje, die aan de ketting ligt en wel blaffen mag, maar die niet kan gaan waar hij het eigenlijk noodzakelijk acht. Hier heeft u dan het begin van mijn betoog en het begin van het wereldbeeld. Verdeeldheid is dus noodzakelijk. Toenemende verdeeldheid, een zekere mate van chaos, moet wel bevorderd worden omdat alleen via die chaos een nieuwe opbouw mogelijk is. Nu zou het wel heel erg treurig zijn, wanneer die chaos niet alleen stoffelijk, dus zuiver materieel eigenlijk, maar ook geestelijk zou moeten ontstaan. Ik geloof echter, dat we juist, omdat we een geestelijk vaste maatstaf hebben, een geestelijke vaste en blijvende waarheid, een alomvattende mogelijkheid tot het verwerven van, een werken met geestelijke kracht, zelfs wanneer we in de stof zijn, hier eigenlijk het stabilisatiepunt ligt. Vanuit de geest naar de stof werken is de enige oplossing. Tenminste lijkt mij. U zult zeggen het valt ons een beetje zwaar, nietwaar, want per slot van rekening ik kan nu wel probéren vanuit die geest de stof te hoeden, maar het is zo beroerd, want dan kan ik de spruitjes niet betalen. Dat kan ik me zo voorstellen. Wat echter de waarheid is, de misschien voor vele mensen pijnlijke waarheid, ja, laat ik het met eigen woorden zeggen, ook al ontleen ik het voor een deel dus aan een ander, is dit : Alles wat geestelijk bestaat, bloeit direct voort uit bepaalde hoge waarden en nu spreken wij allen, dat weet u, van het goddelijk licht. Maar wist u wel, of weet u, dat men het demonisch principe ook de naam van het licht geeft? Zoals b.v. Lucifer. Beide principes die het menselijk leven begrenzen zijn licht. Eén verschijnsel en één kracht. Zolang als deze lichtende krachten niet worden gedeeld in het menselijk bewustzijn, wanneer de mens niet een bepaald deel daarvan voor zich als bezit vraagt, zolang de geest voor zich niet een bepaald deel als zijn recht opeist, daarbij al het andere verwerpende, dan is er een normale ontwikkeling en zijn wij in harmonie met de kosmos, met de eeuwigheid. Maar op het ogenblik, dat ik een bepaald deel van dit licht en van die waarheid verwerp, niet alleen dus zeg dat dit voor mijzelf geen betekenis heeft, want dat is mogelijk, maar werkelijk verwerp, zeg: Dit is duister, dit is slecht, dit is mooi, het ander bestaat niet zelfs, dan word ik door mijn eenzijdigheid dus gedreven naar een realisatie van iets dat feitelijk evenmin kan bestaan, Om het heel simpel te zeggen weer: Wanneer ik zeg dat God alleen in de hemel woont, dan ben ik geneigd bij wijze van spreken om stoffelijk een toren te bouwen, waardoor ik bij God op bezoek kan gaan. God leeft echter ook in de aarde. Door mijn eenzijdige bouw krijg ik dus een conflict tussen het goddelijke, zoals het zich onder mij demonstreert, en wat zich boven mij demonstreert. Resultaat? Eenvoudig, maar droef en waar, dat mijn toren ineenstort, dat ik mijn God niet kan bereiken, dat mijn doel onbereikbaar blijft. Het is praktisch onmogelijk en nu eiteer ik maar even woordelijk; één doel na te streven en te bereiken, dat eenzijdig is en een deel van de scheppende kracht, van de lichtende werkelijkheid, of zelfs maar van eigen wezen en bestaan ontkent, want de onevenwichtigheid betekent ondergang. Ze betekent strijd. Evenwichtige aanvaarding is een eerste noodzaak. Evenwichtige aanvaarding, dat klinkt zo gemakkelijk, maar die evenwichtige aanvaarding moet niet alleen maar uitgaan van het aanvaarden van het stoffelijke. Zij moet vanuit de geest komen. De mens ziet de geest, de goddelijke kracht en zo, via wat hij noemt zijn openbaring. Hij heeft zijn heilige boeken en misschien dat de één zich bezig houdt met de tenach en de ander met de Oepanishads en een derde misschien met de Koran, dat moet ieder voor zich weten. Maar als ik zeg: “Dit is de enige geopenbaarde waarheid.” Wanneer ik zeg “alleen hier is God te vinden.” dan bouw ik iets dat niet ovenwichtig is. Het is een groot verschil of ik zeg: “Langs deze weg kan ik God vinden” of wel dat ik ga stellen: “Er is geen andere weg en al het andere is demonisch en moet bestreden worden.” Zolang wij zitten, in de geest zelfs, want ook daar komt dat helaas nog voor, vooral in de lagere Zomerlandsferen zelfs, in duistere sferen natuurlijk helemaal, wanneer wij overgaan tot het bestrijden van een deel van de kosmos en een deel van de waarheid, dan vernietigen we niet datgene wat we bestrijden, we vernietigen onszelf. Die zelfvernietiging is dus gelegen in 2 ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
de godsdienstige verdeeldheid, niet door het bestaan der verschillende godsdiensten b.v., maar door het feit dat ze elkander niet willen erkennen als een mogelijke weg tot bewustzijn. Wij moeten aannemen, dat de mens een geestelijke band zal vinden met de kosmos, met het goddelijke, want bewustwording is ons aller doel, dat is ons ingeschapen. Dat kunnen wij dan alleen doen door een algemene aanvaarding, die niet beïnvloed wordt door de weg die wij persoonlijk kiezen, de kracht die wij persoonlijk kunnen ondervinden en de gaven eventueel waarover wij persoonlijk kunnen beschikken. Dat wat in ons is geopenbaard, kan nimmer het geheel weergeven, laat staan het geheel zijn. Ook materieel geldt precies hetzelfde. Je kunt misschien het voorbeeld heel eenvoudig stellen. Er zijn twee mensen die heel eenvoudig zijn. Die twee mensen hebben elkander lief, dat is heel mooi. Wanneer hun liefde gebaseerd is op een geven en niet op een eisen, dan groeit die liefde, dan omvat zij steeds meer, dan worden die mensen een bron van kracht, voor alles wat rond hen is. Maar nu draaien we het zaakje om. Die twee mensen hebben elkaar lief, maar zij gaan elkander aan banden leggen. Zij gaan t.o.v. elkaar steeds meer eisen stellen, zij stellen, zij willen die buitenwereld helemaal buiten sluiten. Het gaat zover, nietwaar, dat mannetje sluit het vrouwtje in een kooi en het vrouwtje doet het mannetje een halsband om en laat hen aan een ketting alleen zover uit, dat ze hem nog terug kan trekken wanneer dat nodig is. Wat is het resultaat? Gevangenschap, haat. Datgene wat goed en licht had kunnen zijn, krijgt een demonische inslag. Hier wordt het bezitslust, beperking a.h.w., gelijktijdig een uitwerpen van het goddelijke. En is dat stoffelijke beeld misschien erg overdreven gesteld, maar stel je dat nu eens voor, ook met meer geestelijke achtergrond. Hoeveel mensen zijn er niet die anderen geestelijk aan banden willen leggen. Alleen mijn systeem is goed, over een ander mag je niet denken. Mens, je leeft in een democratie, je mag niet eens erover denken om het Marxisme te bestuderen. Mens, je bent katholiek, waag het niet om je bezig te houden met de heilige boeken van een ander volk. Of: Je bent protestant, je mag nooit eens in een katholieke kerk gaan kijken, noem maar op, duizend en één van die dingen. Je legt elkaar aan banden, demonisch. Door de band, die als dwang wordt gelegd, ontstaat het chaotische, ontstaat de tegenstelling. Nu moeten we niet voorop gaan stellen, dat alle banden uit den boze zijn, begrijp dat wel. Er zijn heel veel banden, die op zich waardevol zijn, maar al die banden zijn niet gevlochten uit haat of uit eis. Wanneer een uitwisseling van krachten plaats vindt, tussen het hogere en het lagere, tussen mens en mens, en mens en God, dan is het is steeds weer een wederkerig geven, dat het tot een lichtende waarde maakt; Een mens, die een band heeft met zijn God en eist, hij is geketend aan God als een misdadiger, die aan de wand wordt geketend. Maar één mens, die zichzelve geeft aan God, zal ervaren dat God zich aan de mens geeft. In de vrijwillige gave, is er een eenwording waarin absoluut geen enkele, maar ook geen enkele dwingende factor optreedt. Laten we nu weer even naar die wereld teruggaan. Hoe is het op het ogenblik op die wereld? Ik heb gelijk, mijn weg is de enige. Ik wil wel in een landbouwschap, ik wil niet in een landbouwschap. Ik wil zus denken en ik wil zo denken en alle anderen deugen niet. Wij moeten deze politiek volger en geen andere. Alleen mijn geloof is goed. Jij bent van mij. Het zijn mijn kinderen en daar blijf jij af. Het is míjn bezit, het is míjn recht. Eisen, eisen. Als je zo blijft eisen wat doe je dan? Elke mens, die eisen in deze wereld, die niet begint net de wereld te geven zonder er iets voor terug te vragen onmiddellijk, wat krijgt die. Die legt zichzelve vast en hij probeert een deel van die wereld vast te leggen. Daar komt spanning uit. Wanneer twee mensen aan elkaar gebonden zijn met een touw en ze willen alle twee een andere kant uit, of desnoods dezelfde kant uit, maar worden in hun gaan belemmerd, wat proberen ze dan? De band te doen springen. Dat ligt niet aan die mensen, dat ligt aan de band. Wanneer twee staten dezelfde kant uit willen, maar ze voelen zich te zwaar aan elkaar gebonden, wat krijgen we? Verdragsbreuk, enz. ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD 3
Orde der Verdraagzamen Als je dit nu in het oog houdt dan kun je dus zeggen, dat de banden die in deze wereld worden geknoopt op het ogenblik, de banden die gelegd worden tussen staten, tussen mensen, tussen groepen van mensen, belangengemeenschappen, enz., in feite knellende banden zijn, zodat er in alle staten, mensen, krachten, enz., neiging is om die banden te breken. Dat is erg pijnlijk natuurlijk. We hebben het altijd zo goed gedaan samen met de elektricienbond, zeggen sommigen ineens, nu gaat het niet meer en nu gaan zij hun eigen weg en wij moeten de onze gaan. Waar moet dat naar toe? Kunnen wij arbeiders het onder elkaar nu nog niet eens eens blijven? En een eindje verder, daar zitten een paar heren die tot voor kort een prijsafspraak hadden en die zeggen: Ja, waar moet dat naar toe met de prijzen van onze televisieapparaten? We hadden het zo mooi, we hadden een redelijk winstpercentage berekend, we hadden de afzet verdeeld en nu ineens gaat Jansen verdorie tweehonderd gulden onder de prijs, waar moet dat naar toe? Ja, naar Jansen wil in leven blijven. De elektricienbond had zijn eigen inzichten en de rest van de lui andere. Je kunt niet blijvend mensen binden. Het resultaat ervan is, dat er dus een verdeeldheid ontstaat, een chaos. Maar nu komt er een ogenblik, dat die heren van de televisie of de arbeiders of wie dan ook, tóch elkaar nodig hebben. En wanneer dat “nodig hebben” ontstaat, dan ligt de zaak heel anders. Wanneer ze dan geen voorwaarden stellen, maar elkaar hulp geven, wanneer je zegt tegen die elektricienbond: “Nou ja, wij vinden eigenlijk wat jullie doen niet zuiver, maar dat jullie honger lijden terwijl je een staking houdt, die wij toch ook slechter vinden, we grijpen in de kas van onze bond en helpen jullie.” Geen verplichtingen en omgekeerd precies hetzelfde. Wat ontstaat dan? Een band in vrijheid. Schijnbaar chaos, in het begin moot er ruzie zijn, moet er strijd zijn. Die televisie heten, vandaag of morgen vindt er één iets nieuws uit, maar ja, als hij dat alleen gaat exploiteren komt hij niet verder. Het komt er niet in en er zijn aanpassingen misschien aan zenders nodig, dat weet hij nu nog niet, dus wat gaat hij doen? Hij gaat dat delen met de anderen, hij geeft het. Natuurlijk, hij dénkt wel dat hij er zelf ook beter van wordt, maar hij geeft het, hij stelt geen eisen. Dan zeggen de anderen:”Ja natuurlijk, hij staat nu wel buiten onze prijsafspraak, hij hoeft eigenlijk onze vroegere organisatie helemaal overhoop gegooid, maar eigenlijk is het toch een goede vent. Laten we hem maar een beetje helpen.” En dan gaan ze denken: “Wij hebben onderdelen genormaliseerd, dat wist jij nog nog niet, maar we geven je de tip, zodat je dat in je nieuwe productie nog gauw kunt veranderen, want anders zeggen alle mensen:”Ja, die apparaten zijn niet meer te repareren.” Vrij samenwerken, maar dan moet er eerst die splitsing en die strijd zijn en dan neem ik bestaande voorbeelden, maar u begrijpt dat die chaos nog veel erger wordt. Vandaag of morgen zegt een heel stel staten: Jongens wat moeten jullie nou met je Uno.” Neem Rusland. Rusland zegt op een gegeven moment tegen Amerika: ''Ja, ik zal daar gek zijn. Ik zal daar in de Uno blijven zitten, terwijl jij daar de mooie man speelt en ik met mijn staatjes eigenlijk niet aan het woord kan komen en als ik al eens aan het woord kom, gehoond word door de hele Westerse pers en niet au serieux genomen. Ik vertik het, ik ga eruit.” Dan zeggen de mensen: “O, mijn God, wat gaat er gebeuren?” Maar, omdat een band die toch niet gezond is, een dwang eigenlijk, gebroken is, kan Rusland nu eens veel eerlijker en daardoor duidelijker en oprechter en preciezer zeggen wat het eigenlijk bedoelt. En, omdat het geen Uno partner is, kunnen de Amerikanen het ook doen en dan kunnen ze tot een samenwerking komen, die in die gespannen verhoudingen niet mogelijk is. Om een voorbeeld te geven. De Nato precies hetzelfde. Op een gegeven moment zegt Frankrijk: “Ja, zijn jullie nu helemaal gek? Denk je dat ik mijn leger precies zo ga inrichten als jullie dat samen noodzakelijk vinden?” Nu ja, Nederland daar hoeven we niet over te praten. U weet het, als de wereld vergaat, dan gaan de wijze mensen naar Nederland, dan hebben ze nog vijftig jaar te leven. Maar, Duitsland? West Duitsland. Denkt u dat West Duitsland zo doorgaat als op een gegeven moment blijkt, dat Oost Duitsland er nooit bij zal komen. Dan zeggen ze ook: “Ja, maar waarom zouden wij dan met jullie meedoen? We zouden het misschien op een andere manier toch voordeliger kunnen doen. Ja, ze hebben voorlopig nog Adenauer, natuurlijk, maar op een gegeven ogenblik is die er ook af en dan staat misschien West Duitsland nog een tijdje in 4 ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
brand, maar als dat ook is afgelopen, dan kunt u erop rekenen dat die zeggen: ''Nato? Ik zal gek zijn.” En dat gaat met alle dingen precies hetzelfde. Die organisaties willen niet meer, het wringt, want ieder zoekt zichzelf, daarom voelt hij zich gebonden aan anderen. Het ontstaan van die chaos is noodzakelijk voor het ontstaan van het nieuwe beeld van de kosmos. Ik hoop dat u dat een klein beetje verzoent met al die onaangename verschijnselen in de wereld. Per slot van rekening vandaag is het een ruzie tussen staten, natuurlijk vervelend en je leest erover in de krant, maar morgen dan is er ruzie met een vrind of met een vriendin. Dat wordt veel pijnlijker, want dat betreft jezelf. Maar het is precies dezelfde tendens. Hoe kun je iets gezonds opbouwen, werkelijk iets gezonds opbouwen, terwijl het op een valse manier, op een verkeerde, manier aan elkaar zit gesmeed? Hou dat in de gaten, dan kun je de dingen makkelijker verwerken en beter begrijpen. Nu moet u me niet kwalijk nemen dat ik nog even probeer om dit weer terug te brengen naar het zuiver geestelijke, naar de lessen van deze tijd. Daar waar de mens eist, weigert God en waar de mens vraagt, wordt het antwoord reeds gegeven voor de vraag gesproken wordt. Daar waar de mens bidt en erkent wat hem gegeven is, daar is de schatkamer van het Al geheel tot zijn beschikking. Maar waar de mens van God eist als zijn recht, daar krijgt hij slechts dat wat hij werkelijk eist en dit is minder dan hij denkt. Hij is de gevangene van zijn eigen eisen. De mens die meent dat hij de waarheid bezit en uitroept: “Ik bezit de enige waarheid,” sluit zich voor het licht en de enkele lichtstraal, die hem blijft, doet het duister duidelijker en dreigender naar voren komen. Maar hij die zegt: “In mij leeft een deel van de waarheid, de wereld en God aanvaard ik.” Hij wordt gedragen door de lichtende kracht en hij zal de waarheid kennen, ook zover zij buiten zijn wezen bestaat. Er is verdeeldheid, maar verdeeldheid kan slechts bestaan, wanneer men voor zichzelve eist, wanneer men spreekt over zijn rechten. Die slechts spreekt over zijn plichten en geen eisen stelt, maar dat vervult wat het leven en de schepping van hem vraagt, deze kent slechts harmonie. Vrede is niet het niet strijden. Vrede is het innerlijk rustig zijn, waardoor niet slechts alle strijd, maar ook alle spanning en alle verschil verdwijnt, tot in de eenheid een perfecte harmonie ontstaat en de vrede wordt omgezet in een bewustzijn waarin de schepper zich openbaart. Kracht is niet de kracht tot vernietiging, want deze kracht is het zinloos resultaat van wetten der natuur en het speeltuig van onbewuste geesten, die, nog geen mens zijnde, gebonden in de elementen, een wreed en onbegrepen spel met mens en schepping soms spelen onder leiding van hogere krachten. Ware kracht is het licht in jezelf, waardoor je één bent met de dingen, want wie één is handelt door al. Wie door al handelt, handelt door God in alle dingen, direct en onmiddellijk, en dit is kracht. Doch wie in zich kracht denkt te vinden in het gebruiken tegen al rond hem, hij is zwak, want hij is slechts zichzelve en tegenover hem staat de eenheid van de schepping en de God die daarin leeft. Ik geloof dat ik met deze lessen, vrienden, u weer een beetje verder heb geholpen bij het overzien van de huidige condities en omstandigheden. U mag het natuurlijk allemaal op uw eigen manier bezien en ik ben ervan overtuigd dat velen van u het toch niet helemaal zullen kunnen verwerken, voorlopig wat er allemaal gebeurt, maar u weet dat het zin heeft. Het is niet een wreed noodlot, of een willekeurig spel van enkelingen. Het is een kosmische en niet te vermijden tendens. Dat in de eerste plaats zou je misschien al een klein beetje rust kunnen geven en in de tweede plaats, deze tendens is noodzakelijk. Vergeet één ding niet: Uit de chaos wordt het Al gebouwd. Het gevormde kan slechts misvormd worden, maar het vormloze laat zich vormen tot het evenbeeld Gods. Daarom dienen wij terug te keren tot het vormloze, want de vormen die bestaan, kunnen God niet uitbeelden, Daarmee, vrienden, wens ik u allemaal een prettige Zondag en geef ik het woord over aan een volgende spreker. o-o-o-o-o Goeden morgen , vrienden. Wanneer wij horen hoe de voorgaande spreker de nieuwe principiën uitlegt, zo zullen wij ons ongetwijfeld enigszins verward gevoelen. Is dan al wat goed en heilig is, plotseling waardeloos geworden? Hier vormt zich het vreemde begrip, dat in de mens en in velen in de geest leeft. ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD 5
Orde der Verdraagzamen Indien ik de waarheid zie, is zij voor mij vaak dodelijk, want ik kan het niet dragen. Maar zolang ik een deel van de waarheid zie alleen en zonder meer, kan zij mij een leugen zijn. En hier ligt voor mij, persoonlijk, vanuit mijn beschouwing van wereld en mensheid, het werkelijke probleem in de wereld. Niet dat daar al deze bindingen zijn. Niet dat al een voortdurend verval, een ontbinding, een verandering van verhoudingen en relatie voortdurend plaats vindt, maar het feit dat men zich daar zo moeilijk bij aanpast. Een kosmische wet en kosmische verandering kunnen wij niet tegenhouden. Wanneer ik in mijn handelen een offergave draag, is dat een veranderen van mijn God. Wanneer de stormwind komt en bomen breekt en de golven geselt, is dat mijn wil of ben ik het slachtoffer ervan? Maar aanvaard ik het, het gevaar van de golven, het breken misschien van de bomen die ik met zorg geplant had, zij worden voor mij een pijnlijk verlies. Ik onderga en ik moet ondergaan, ik kan niet weerstaan, maar dan bid ik tot de goden. Ik bid tot de goden dat zij doen, niet wat goed is, maar wat mijn wens is. Ik vraag aan mijn goddelijke schepper om zijn pijlen te richten op mijn vijanden. Ik vraag aan hem die danst, aan de fluitspeler, om zijn vreugde te laten horen in mijn binnenhof. Ik vraag de wijze olifant om te komen en mij met zijn wijsheid te verzadigen, opdat ik de meerdere moge zijn van alle anderen. Maar vraag ik ooit om deel te mogen zijn van de storm, ik vrees de storm, ik zou mij als een vogel willen verheffen, maar dan als meester van de storm. En als ik dat niet kan, dan vraag ik de goden om hun gaven uit te stellen en dan wil ik als een vlinder rondgaan. Ik wil zoeken overal waar ik de honing kan puren die ik begeer. Laat dan de wereld maar vergaan. Zo lijkt mij het probleem steeds. En dan, dan komt de grote vraag: Kunnen wij aannemen, dat mensen veranderen? Kunt u uzelf veranderen, u? Kunt u het verwerken, kunt u het begrijpen? Ik weet het, het is theorie, Het klinkt schoon en het is aanvaardbaar, maar, al is het buiten je nog zo aanvaardbaar als je hart uiteen wordt gescheurd, wat doe je dan? Kun je zeggen: “Heer, maak mijn woorden hard, mijn leven, hier als een offergave?” Ik geloof dat je allemaal probeert om het zorgvuldig op te pleisteren en op te lappen, te voorkomen, dat iemand eraan zou komen. Je zoudt desnoods Naga willen halen, opdat hij als een giftige slang beschermend staat boven al wat jou zou kunnen bedreigen. Doodt, doodt alles wat mij bedreigt. Is het niet zo, vrienden? En roept men de scharen van Mara, de bittere, Mara, de demonische liever dan toe te geven dat men bewogen wordt door kosmische krachten. Het probleem ligt niet alleen in de wereld. Het ligt in de mens. Het ligt in de geest. Wij hebben onze opvattingen, oude gebruiken, wij weten, wij hebben altijd geheerst, zouden wij nu plotseling, wij, die gezegend hebben gezeten, kennend alle dingen, snikkend moeten bidden om licht? Dat kunnen wij niet aanvaarden. Wij, die menen een beeld van goden te zijn en ons voortdurend in haar rimpelloze waterspiegel hebben gezien vol voldoening, moeten wij de wind aanvaarden, die ons beeld plotseling belachelijk en wat demonisch maakt? De mens kan het niet aanvaarden. Het is niet voldoende, dat wij gevangen zijn in de storm van een vernieuwing, van een nieuwe tijd. Het is niet voldoende, dat in en rond u voortdurend de verandering aangrijpt, dat zij u aanvalt misschien als een tijger, bespringend u onverwacht, of, een giftige pijl komt gefloten uit het duister, dat is niet voldoende. Het is niet voldoende t dat de zon schijnt en dat de regen valt. Het is niet voldoende, dat gij gevangen zijt in het grotere. Gij wilt zijn, gij zelf. Ach, mij lijkt het, dat de ketenen waarover uw vriend sprak, de ketenen zijn waarmee de mens zichzelve vastklinkt aan zijn waan. Gij hebt uw beeld van goed, van aanvaardbaar, van zondig en van redelijk, van bestaande krachten en niet bestaande krachten, uw beeld, en ge zijt geketend, een gevangene, doordat gij uw beelden stelt als beslissend en niet slechts ziet als een klein deel van eigen leven. De mensheid, te verscheurd in kleine eenheden, het is de grote krachten gegeven. Zij kunnen dat volbrengen zonder meer, maar een mens los te maken van zijn waan, van zijn recht, van zijn oordeel, hem te maken tot de nederige brenger van een groet in plaats van een heerser, die aanvaardt, dat is moeilijk. Voor míj ligt de strijd in de mens en wie dit begrijpt: De strijd ligt in de mens zelve, die zal, al beseft hij ook al wat rond hem is, zich in de eerste plaats bewogen gevoelen door dat wat in hem leeft. Hij zal zijn bloed voelen ruisen en kloppen als hij in de stof leeft, zijn geest zal gevangen zijn in de verwarrende wisseling van kleuren, want hij moet zichzelve vinden. Waarlijk gelukkig is hij, die zichzelve vindt, gaande zonder begeerte en zonder angst langs de 6 ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
paden der wijsheid, de gulden paden der onthechting, want slechts wie zich onthecht en toch niet ontkent een enkel deel zelfs maar van alle wereld, vindt wijsheid, vindt waarheid en eerst deze kan bewust deel hebben aan een nieuwe tijd, die komt opzetten als het getijde dat wast uit de oceaan en grote delen van rots bedekt die zo even nog als een veld vol gesteente en gestalten woelde. Misschien wordt ge eronder bedolven, wie zal het zeggen, maar zeker is het vrienden, dat alleen wie de waarheid in zich beseft, alleen wie zich kan onthechten, wie zonder vrees en zonder begeren de wereld kan beleven en ondergaan, de waarheid vindt. Het is niet mijn taak om veel met u te spreken, vanmorgen, Het is mijn taak, om mijn visie te geven op het probleem dat is aangesneden. Ik zeg u, onze kracht komt van boven, zoals ge kracht straalt uit uzelve, zo komt er waarheid van boven en om het kenbaar te maken zult ge waarheid moeten zijn vanuit uzelve. Wanneer gij, vrienden, beseft dat uw wezen en niet wat een ander beleeft of denkt, uw aanvaarding en niet wat een ander misschien aanvaardt, beslissend is voor deze tijden, wanneer gij persoonlijk het licht zoekt, vindt en draagt, dan is de tijd van licht reeds gekomen. Maar wie wacht tot hem zijn eigen wereld gegeven zal worden volgens zijn wet en wil en op zijn tijd, die leeft in duister, die gaat onder. Ik wens u allen een goede Zondag. o-o-o-o-o Goeden morgen vrienden. Ja, dan krijg ik dus op het ogenblik de taak om te sluiten en ik hoop dat u het niet erg vindt dat ik ter wille van de eenheid bij voorkeur zelf het onderwerp kies. Heb ik uw welwillende toestemming? Er is een oceaan der eeuwigheid, waaruit de golven rijzen en teruggaan tot het niet. Het ik, gevangen in het spel der golven, ziet de krachten niet die het al bewegen. Het ziet in golfslag vloek of zegen, naarmate zij en ik verheft of in de trog doet dalen. Wie weet waar wel de kusten zijn van 's levens oceaan? Wie kent het strand waar het bestaan vanuit bewegen wordt tot vaste kracht en macht der beweging verstart tot een weten, dat alle bewegen omvat en toch zichzelve steeds blijft? Wie weet wat de oceaan van de tijd op de strande der eeuwigheid schrijft? Je leeft in de wereld, gelooft in je God, je gaat door de sferen, gebonden aan het lot, totdat je uiteindelijk jezelve ook hebt geschapen. Je noemt geestelijke kracht een wetenschap, je wapen of een zegen. Je streeft het lichte tegen en ziet het licht vergaan. Je meent het bestaan te zien als moeizame gang door alle tijd. Maar het is slechts het spel van de golven, waarmee je het ik weerkaatst op de oceaan van de eeuwigheid. Gij zijt tot volmaaktheid geschapen, gij zijt zonder wetten, zonder geboden, gij zijt wezen van waarheid en macht. Zo zijt gij in het eerste moment van het zijn door de Schepper tot aanzijn gebracht. Zo werd u uw plaats gegeven en dronk van het licht als levende wijn. Volmaakt zijt gij ondanks uw onbesef. Groot zijt gij, één met Al, al lijkt ge klein in eigen ogen. Gij, die uzelf niet kent, gij wordt door het getijdenspel bewogen en vreest de ban van 's levenskracht. Maar zoekt gij in uzelve licht, ontslaat gij uzelve van taak en plicht, die niet in hetzelfde wordt weerkaatst, in het ikbestaan, ja gaat gij zelfs ten laatst zover, dat gij alleen aanvaardt het licht dat in uzelf leeft, diens ster die groeit totdat zij bloeit als licht een bloem van d’eeuwigheid, totdat God zich openbaart in het ik. Hoe kunt gij zijn dan nog gevangene door d’oceaan van tijd misleid, wanneer ge werkelijkheid beseft, wanneer de inwijding in het ik u in de tempel van waarheid doet ingaan. Zij die nog leven in het spel van tijd, zij noemen u een dwaas en noemen waan en misdaad en krankzinnigheid al wat gij in uzelve ziet als band met God, als eeuwigheid uitgedrukt in en door u zonder lot, uit wet en wil.
ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD
7
Orde der Verdraagzamen Laat dan de wereld zijn, wees stil en durf in het eigen ik, daar in de diepst verborgen grens uw licht achter het bewust bestaan, het lichte te zoeken, te aanvaarden, opdat gij door het lichte eens moogt ondergaan de macht van Hem, die regelt de oceaan van tijd, bepaalt haar heersers en getijden. Zo, in het erkennen geven we u, beheersing van het lijden, beheersing van de vreugd en kracht, die als een eeuwige jeugd u één doet zijn met licht en lichtend zelf, doet wekken dat wat sluimert nog tot nieuw en groots verblijden, Ik meende, dat deze verwijzing naar het spel der krachten rond u een waardig slot zou zijn van deze bijeenkomst. Hij, die dit beseft, zal het niet gemakkelijk hebben, maar hij zal wel degelijk op den duur in zich de kracht vinden, die nodig is om de laatste stap te zetten en zo al datgene te bereiken waarover mijn beide voorgangers in deze tijd hebben gesproken van de noodzaak. Ik wens u toe dat u de kracht vindt en ook de bereiking. Een goede zondag verder.
8
ZII 611008 – DE NIEUWE TIJD
De nieuwe tijd (1962)
Datum:
11-03-1962
Soort:
Lezing
Reeks:
2. Zondagmorgenkring > Zondaggroep II > Zondaggroep (II) 1961-1962
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
1. De nieuwe tijd
2. Harmonie
3. Aanvaarden
4. De glimlach
Inwijding in verband met de nieuwe tijd
Datum:
15-05-1962
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Antwerpen > Antwerpen 1961-1962
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen Goeden avond vrienden,
Brochure België
INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD.
Elke keer wanneer de mensheid op een kruispunt komt in haar historie, wanneer een belangrijke keuzemogelijkheid ontstaat, vinden er groepsincarnaties plaats. D.w.z. dat mensen die in de stof geleefd hebben in een bepaalde periode dan praktisch allemaal gezamenlijk in dezelfde tijd, maar lang niet altijd in hetzelfde deel van de wereld, weer in de stof leven. Zo heeft u op het ogenblik een groot aantal groepsincarnaties en deze drukken wel zeer merkbaar hun stempel op alles wat er gaat gebeuren. Wanneer wij nl. gaan spreken over inwijding begrijpt u wel dat inwijding geen proces is waarvoor een standaard procedure bestaat. U kunt niet zeggen voor inwijding: men neme zoveel bewustwording, beproeving, offer, inzicht en u bent ingewijde. Het is een persoonlijke kwestie. Maar deze persoonlijke kwestie is en blijft altijd gebonden aan datgene wat u bent. Uw wezen op het ogenblik is het produkt van een verleden dat in uw eigen wereld, of andere werelden ligt. Hetwelk tezamen uw eigen bewustzijn heeft gevormd. Wanneer een groepsincarnatie nu plaats vindt dan zijn er mensen die bv. behoren tot een Egyptische cyclus, Indische cyclus enz. dan betekent dit dat zij hun eerste geestelijke ontwikkeling en bewustwording hebben opgedaan binnen een bepaalde reeks van ritten, bepaald geloof, binnen bepaalde wijze van werken. En wanneer zo'n groep incarneert op aarde dan brengt zij die oude kennis (al is ze zich daar niet van bewust) meestal met zich. Zo zijn er dus op het ogenblik op aarde heel veel mensen die onbewust heel goed weten (ze willen het alleen voor zichzelf niet realiseren) wat eigenlijk de meest juiste weg zou zijn, om bv. geestelijk werk te doen, die gevoel hebben voor wat magie is, anderen hebben de meer filosofische aanleg en vinden de dichterlijke begaafdheid, anderen gaan weer uit van de mathematica zoals eens in de tijd van de Pitagoreën. Hier ligt dus wel een zeer belangrijk punt. De achtergrond die u heeft uit een vorig leven is bepalend voor alles wat u nu kunt bereiken. Maar in deze wereld wordt u weer gekonfronteerd met een eigen geloof . U wordt gekonfronteerd met een wereld die haar eigen beperkingen heeft. En die beperkingen die maken het voor u moeilijk (zoal niet onmogelijk) om nu maar eenvoudig het oude voort te zetten. Dus mag worden gesteld dat een inwijding in uw dagen altijd een variant is van het oude. Volgende punt. Een inwijding betekent het vinden van een rechte weg naar God. Wat die God is, dat weet u niet precies maar u hebt er bepaalde eigenschappen van ervaren, Nu kunnen wij echter die God nooit direkt benaderen. We benaderen God altijd via een reeks. Dergelijke reeks vaak harmonische reeks genoemd bestaat dus uit een soort hiërarchie. Bv. Hier is God. We delen God in in kleuren, of in aardsengelen. We zeggen we dat deze God in elk van deze krachten een facet van zijn wezen openbaart. Binnen dat facet kunnen wij leven. Maar boven ons staan anderen. Die zijn verder gestegen, behoren tot een andere golf van ontwikkeling, zijn misschien lid van een oud ras en hebben toch anderzijds weer hun verband met de materie. Nu kan ik niet God gaan bereiken via een weg die voor mij niet bestemd is. Eenvoudig. Wanneer u hier in de stad zit en u kunt niet door de tunnel gaan en u wilt de richting uit van Gent, dan zult u een weg moeten zoeken waarbij u de Schelde op een andere manier kunt overgaan. Stel nu dat andere voertuigen wel door die tunnel gaan, doch u met uw voertuig moet omgaan. U kunt alleen de weg volgen die voor u bestemd is, die deel is van de harmonische groep waar u toe behoort. Nu ik dit gesteld heb, blijft ons het probleem over, tot welke groep behoor ik. Maar er bestaan middelen om daar achter te komen en degene die zich met een cursus bezig houden vinden over het algemeen wel dat hun dat tijdig gezegd wordt. Hoofdzaak is dat u weet dat u behoort tot een bepaalde harmonische groep. U leeft in de stof in een tijd van vernieuwing. In deze tijd van vernieuwing herleven oude invloeden, maar moeten worden aangepast aan de nieuwe tijd. A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD 1
Orde der Verdraagzamen Dan gaan wij ons afvragen wat vanuit het menselijke standpunt, het standpunt van heden, noodzakelijk is voor inwijding. Allereerst komen we tot de conclusie dat kennis alleen nooit voldoende is. Beperkte kennis is noodzakelijk, maar daarnaast is vooral een mogelijkheid tot beleving tot Innerlijk ervaren belangrijk. Wanneer je dus die innerlijke beleving hebt, zou je daar uit verder kunnen gaan. Maar, ik moet nog die beleving identificeren met God. Met het Hogere. Zo ontstaat een inwijdingsweg in deze dagen die opgebouwd is uit: het verwerven van kennis of theorie, van beleving of praktijk, van offer dus het erkennen met een binding met het Hogere waardoor het ik onbelangrijk wordt. Uit het offer ontstaat wijsheid. Wijsheid doet eigen deel van de kosmos begrijpen, eigen weg en eigen harmonische reeks en van daaruit maakt het een begrip en benadering van de verdere kosmos mogelijk. Nu lopen we op een gegeven ogenblik al wel eens met de kop tegen de muur, we kunnen niet verder. En we vragen ons af, hoe zit dat in elkaar? We kennen karma (noodlot) het zit in het heden verweven, maar we kennen ook een karma of noodlotswetmatigheid die uw eigen wereld regeert. Op het ogenblik is uw eigen wereld gekanaliseerd. En uw eigen plaats binnen die wereld is ook weer bepaald. Er zijn onder u die zeggen; ik zou best de zon eens willen gaan opzoeken ergens in ltalië. maar lang niet iedereen kan het zich permiteren. De een heeft geen geld, de ander geen tijd enz. Zo bent u dus niet werkelijk en volledig vrij. De reeks van uw eigen mogelijkheden is beperkt. Stellen we dit voor als 2 grenslijnen. Er zijn voor ons mogelijkheden. Die mogelijkheden zijn (dus 2 lijnen) een soort gang. Ik kan in die gang elke plaats innemen die ik wil, ik kan weg gaan zoals ik wil, maar ik kan niet naar links of rechts uitwijken zonder onmiddellijk op mijn eigen pad teruggegooid te worden. Iemand die inwijding zoekt heeft dus ook nog te maken met zijn eigen levensweg. Nu zien we in die levensweg iets eigenaardigs. U heeft misschien wel eens gehoord over de waaiervormige mogelijkheden van de toekomst? Nou als ik hier sta, dan wordt ik begrensd door de wanden, maar ik kan verschillende richtingen uitgaan. Wanneer nu die noodlotsbaan, begrenzing van je eigen mogelijkheden wordt gezien als een weg die voor jezelf toch weer recht naar het Goddelijke voert dan is altijd de rechte weg de meest juiste. M.a.w. We hebben heel veel mogelijkheden, maar elke mogelijkheid buiten de ene, de lijn die recht in 't midden, evenwichtig als het pad van het gouden midden, voortgaat naar het Goddelijke toe, lopen we op een gegeven ogenblik vast tegen een muur. Dan moeten wij toch weer onze baan wijzigen en dan is de mogelijkheid aanwezig dat onze oriëntatie, onze mogelijkheid om onze eigen plaats in de kosmos te herkennen wat verminderd is. We hebben immers zo lang die weg gelopen en dan kiezen we misschien verkeerd. Dus bij inwijding is het noodzakelijk dat we het pad van gouden middenweg leren herkennen. Het pad van het gouden midden houdt dit in: je mag nooit iets doen wat volgens je eigen innerlijk besef werkelijk kwaad is, binnen je mogelijkheden dus. Je mag ook nooit iets doen wat vanuit je eigen standpunt volledig goed is, zodra dit anderen betreft. Vb. Een oude heer ziet een baby liggen, en denkt melk moet goed zijn voor een kind. Haalt een grote fles melk, laat het kind drinken en nog eens drinken. Op het laatste is dat kind een soort levende melkhouder geworden. Nu komen de ouders. die hebben dat kind juist een klein beetje minder te drinken gegeven dan normaal, want ze moeten op reis. Resultaat het kind lekt de hele weg. Dit gebeurt precies hetzelfde wanneer ik denk dit is mijn weg naar God, dus moet iedereen die gaan. Dit is goed, wanneer u zegt het is goed, wanneer iemand zijn hele leven zekerheid heeft dat hij nooit zorgen heeft dan is dit vanuit uw standpunt wel goed, maar die ander verliest daarin de mogelijkheid tot strijd, tot bewust- wording, zijn begrip van verantwoordelijkheid. Er komt zelfs voor u nog kwaad uit, want hij wordt nog boos op u, omdat alles wat u hem gegeven hebt toch nog tot beperking leidt. We mogen nooit aan anderen iets doen wat wij werkelijk kwaad of volledig goed achten. Dit mogen wij alleen voor onszelf verwerkelijken en dan alleen wanneer we dit kunnen zien als direct voortkomend uit God. Nu ga ik dus die weg van het gouden midden. Ik vermijd elk extreem zijn, maar aan de andere kant verg ik voor mijzelf, gezien de weg waarop ik leef. alle vrijheid die noodzakelijk is om datgene wat ik zie als God, zo rechtlijnig mogelijk te benaderen. Nu heb ik de weg van het 2 A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochure België
gouden midden gevonden. maar wat geschiedt? Mijn bewustzijn kan niet vooruitlopen want die gang is eigenlijk ook de tijd. Maar ik kan van wand tot wand mijn tijd overzien. Ik zie wat er gebeurt op een bepaald ogenblik. Vanuit het gebeuren dat ik herken, mijn werkelijkheid van het ogenblik voeren voor mij 2 lijnen (het uiterst linkse en uiterst rechtse) tot God. Mijn herkennen van het Goddelijke is bijna een driehoek. En die weg van het gouden midden is op een gegeven ogenblik voor mij geworden een loodlijn. En hier komt de aardigheid. Wanneer ik mijn. wereld vol erken is God voor mij een enkel punt. Meer niet. Een punt waarop alle streven en de gehele wereld uiteindelijk uitlopen. Maar op het ogenblik dat ik mijzelf vernauw d.w.z. dat ik mijn wereld terzijde stel en mijzelve alleen realiseer in verband met God, dan krijgen we een omgekeerde driehoek, want nu wordt het Goddelijke voor mij meer kenbaar, maar ook weer binnen de beperking van die gang waarin ik mij bevindt. Maar we moeten verder gaan want de inwijding die ik zoek, zal moeten voortkomen uit mijn persoonlijke herkenning van God en dat kan ik alleen door het leven in het vlak heden. Nu stel ik. Wanneer ik God herken. Dan zal voor mij een even grote herkenning naar beneden toe als naar boven toe ontstaan. God wordt a.h.w. in de veelheid van zijn uiting door mij enigszins beperkt erkend, maar de kracht van het Goddelijke vloeit in mij samen. De lijnen echter kruisen zich ik krijg een X. Want ook naar beneden is er een trechter en die trechter die staat evenmin als mijn benadering van God in de tijd. Hij staat in de Groot-Orde van de bewustwording of ontwikkeling. Dan kan ik zeggen dat God in mij werkzaam wordt vanuit mij geopenbaard wordt, met al zijn gezag en zijn werking en Schepping, voor alle lager gelegen gebieden die op mijn eigen levenspad horen (begrenzingen daarbij vallen binnen de scala van de X), over het laagste heb ik absoluut gezag. Naarmate het bewustzijn stijgt, wordt mijn directe inwerking daarop minder. Nu hebben we hier een beeld van die gang van die X gemaakt. We hebben een begrip geprobeerd te geven van groepsincarnatie. en nu wordt het tijd dat we spijkers met koppen gaan slaan: Wanneer ik het principe van inwijding vooropstel. Zo is de inwijding zelve niet het verwerven van kracht, het is niet het verwerven van weten of kennis in menselijke zin. Het is een realisatie van eigen evenwicht in de wereld. Een erkenning van eigen beperkingen en het voortdurend geleid worden door het begrip van het juiste evenwicht, het juiste gemiddelde. De kracht die in mij werkzaam is, is de Goddelijke kracht. wanneer ik deze aanvaard kan ik God in mijzelf beleven. hoe beperkt dan ook. Datgene wat ik van God beleef kan ik in de wereld, die niet zover is gevorderd, beneden mij projecteren. Naarmate mijn bewustzijn hoger wordt, zal een groter gedeelte van de materie sterker onder mijn invloed komen. Is dat geestelijke bedoelt dat projecteren Broeder? Dat is niet alleen maar geestelijk bedoelt. Dat is volkomen uw hele eigen wezen. Want u bent Uzelve. U kunt niet zeggen ik ben of geest, of stof. U kunt alleen zeggen: zoals er voor mij goed en kwaad bestaan, bestaan voor mij de waarden geest en stof. Wanneer deze beiden tot een zo harmonisch mogelijk samenwerken komen tot een evenwicht, dan heb ik ook hier de weg van het gouden midden gevonden, Dan moet u proberen zich de zaak zo plastisch mogelijk voor te stellen. Wanneer Ik op dit punt sta, dit is mijn tijdsvlak, ik sta op de weg van het gouden midden, ik beleef God, dan is mijn bewustzijn niet alleen meer mijn onmiddellijk stoffelijk bewustzijn, mijn beleven in het brandpunt is materieel (als ik in de stof leef). Maar alle geestelijke krachten en voertuigen die in mij liggen worden op hun eigen vlak geactiveerd. Wanneer u dus zegt; ik heb een lichaam in een verstandswereld dan is ook dat actief. Op het ogenblik dat men (en dit geschiedt meestal door een bevestiging die mede stoffelijk is) zijn eigen wezen in het hoogste voertuig projecteerd, zal een groot gedeelte van de eigen wereld de tijd waarin men leeft mede onder de beheersing vallen. Ik sta op de weg van gouden midden, maar ik ga mijzelf a.h.w. verhogen, ik laat alle stoffelijke intenties en dingen achter. Ik ga naar boven toe. Dus nu ligt hier dat punt waarin die X ligt. Ik heb alleen werking op hetgeen beneden mij ligt en ik ontvang kracht uit het boven mij liggende. Wat gebeurt, hier ligt mijn kruispunt, ik krijg dit gedeelte binnen mijn eigen besef; en aangezien dat het heden is ( de tijd) ontstaat voor de ingewijde dus een A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD 3
Orde der Verdraagzamen beheersing op zijn eigen tijdselement. Maar hoe krijg ik die inwijding? Men stelt zich dit in de moderne tijd volkomen verkeerd voor. Men denkt dat een inwijding een mysterie is. In de oude tijd gingen aan de inwijding mysteriën vooraf. Maar de inwijding zelf was eenvoudig een beleven, een innerlijk erkennen. Men sprak over de inwijders, maar dat waren eigenlijk niet de mensen die je werkelijk inwijdde. Dat waren de mensen die je voorbereidde. Omdat je in staat zou zijn zelve de inwijding te bereiken en te ondergaan. Want alleen het IK kan zijn relatie met God uit eigen vrije wil aanvaarden en erkennen. Er is geen enkel wezen en geen enkele kracht die dit voor u plaatsvervangend kan doen. Ik moet dus van mijzelf uitgaan. Ik leef in een wereld vol van vernieuwing. Ik moet mij dus aanpassen aan de invloeden van mijn tijd. Ik spreek vanuit een stoffelijk standpunt op het ogenblik. Ik moet proberen datgene wat nu bestaat in mijzelf te verwerken. niet teruggrijpen naar een verleden, of vooruitlopen op iets wat komt. Neen, ik moet steeds vandaag zien, de mogelijkheid waarin voor mij het evenwicht tussen links en rechts bereikt wordt. De middelen daartoe zullen van dag tot de verschillen omdat met de tijd ook de waarden die we rond ons zo zich enigszins wijzigen. Maar we vinden voor onszelf toch algauw een vaste lijn. Wanneer U kunt zeggen; "Door deze wijze van gedrag schaad ik niemand dwing ik niemand (al was het ook ten goede) en ervaar ik voor mijzelf de juiste levens- vreugde, de juiste geestelijke kracht". dan heb ik in mijzelf een vrede die nog wel geen tevredenheid is, maar die mij toch de rust geeft en het innerlijk vertrouwen dat ik mijn doel zal bereiken, Op die manier bepaal je dus hoe je juist leeft. Ga daar nu eens van uit. Ik heb capaciteiten en krachten. Ik kan in verbinding komen met de geest, maar deze dingen zijn bijkomstig. De aandacht die ik erop richt niet, want het zijn delen van mij wezen, en ik moet mij het eigen ik realiseren ook met voertuigen die buiten de stof staan. Dat kan ik best doen door mijn aandacht te geven aan vele van de zogenaamde occulte krachten en verschijnselen. Ik kan misschien zelfs een contact krijgen met de geest en ik kan er een leiding uit aanvaarden. Dan is die leiding belangrijk alleen voor mij in zoverre ze mij helpt om dit innerlijk evenwicht, dit pad van het gouden midden te bereiken en daaruit verder te gaan. Vol vertrouwen a.h.w. een innig geloof dat alle weerstaat, is hetgeen wij bereiken door het juiste leven. Verder. Ik moet ongeacht de opvattingen, het geloof. de dingen waarmee ik uiterlijk verbonden ben en die dus mee hebben gewerkt aan de vorming van mijn stoffelijk denken, mijn verstand verder gaan en wel door in de eerste plaats de harmonie te zoeken. Ik zal ontdekken dat in sommige gevallen voor mij anderen hun wezen of hun. bereiking belangrijker is dan mijn eigen. Denk ik alleen aan mijzelf dan zal ik daarmee geen vrede hebben. Dan komt het ogenblik van het offer. Een offer is pas een offer wanneer het ongeacht de angst die je er misschien voor hebt, toch vreugdig gebracht wordt. Het mag niet iets zijn dat je doet, omdat het nu eenmaal moet gebeuren. Het moet iets zijn wat je ziet als een noodzakelijk deel van je bewustwording. Wanneer je dus op die manier een offer gaat brengen voor een ander of voor het Hogere, dan zal dat offer op zichzelf betekenen dat je je in feite losmaakt van de materie. Zelfs wanneer dit offer op zichzelf zo uitermate stoffelijk is, dat je bij wijze van spreken. een septic tank moet leegescheppen. Dan kan dat offer nog betekenen dat je. omdat je jezelf wegcijfert, vrij maakt van de stoffelijke beperkingen. Dit houdt in dat de geest en andere voertuigen een grotere mogelijkheid vinden tot het ontvangen van de juiste kracht, de juiste inspiratie. Maar ik moet steeds zorgen dat ik daarbij die weg van het gouden midden niet verlies. Voor mij is (zeker in het begin) niet belangrijk hoe ik mijn krachten uitdruk naar buiten toe. Dat kan die Goddelijke kracht door mij doen en wanneer men mij iets op mijn weg brengt om iets te doen dan zal ik dat verrichten, mits ik het evenwichtig en vreugdig kan doen. Belangrijk is echter wel dat ik in staat ben om die kracht inderdaad te aanvaarden. om die leiding te aanvaarden die inhoud die mij vanuit het lichtende zelf wordt geopenbaard. Nu zal mijn weg weer altijd kunnen verschillen van die van anderen. Want de een die kiest rood, een ander paars enz. dat is je eigen levenskleur, levensweg. Je zult dan nimmer kunnen verwachten dat die anderen gelijkelijk met je opgaan, gelijkelijk met je streven.. De erkenning van dezen mag nimmer word geprojecteerd in het onbereikbaar hogere. Het moet altijd 4 A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen worden, geprojecteerd in het kenbare materieel begrijpbare heden.
Brochure België
Ik mag dus niet gaan zeggen: "wij gaan op tot God, langs deze weg, zij moeten dus diezelfde weg volgen". Neen. Hun weg, voor ons onaanvaardbaar, gaat eigenlijk parallel met de onze. We zijn van elkaar gescheiden door dat wij tot een verschillende kracht behoren. Maar nu kan er nog iets gebeuren. Wij kunnen ontdekken dat de instelling van de mensen, gezien hun voorgeschiedenis, ook sterk verschilt, Wanneer we hetzelfde licht nemen. (l.o.z. het gouden licht) allemaal aanvaarden dat dit onze werkelijke weg is, de kracht waaruit we in de eerste plaats leven, dan nog: deze is in Indië begonnen met zijn inwijdingsgang en grijpt onwillekeurig terug cp de voor deze persoon juiste Indische tempelgebruiken. Hij grijpt terug op de oude Indische filosofie, Maar daar zit iemand en die hoort in Egypte thuis en die grijpt naar de Egyptische versie. Hij past ze evengoed aan aan het heden als diegenen die uit Indië komt. En hij weet zelf eigenlijk niet eens waarom hij zo geëmotioneerd wordt door een bepaald land, hoe bepaalde filosofieën hem zo sterk aanspreken en hoe hij misschien komt aan bepaalde inzichten, ten opzichte van het stoffelijke. Maar dat is ook bepalend. Daarom moet ik eveneens stellen dat, zelfs indien wij gezamenlijk eenzelfde doel dienen, dit doel voor mij of mijn wezen verwerkelijkt en bereikt moet worden en dat anderen die hetzelfde doel benaderen daarvoor geheel andere middelen kunnen en mogen gebruiken mits dit voor hen harmonisch en in overeenstemming met hun pad van gouden middenweg is. Wanneer we nu begrijpen dat er zeer snel veel verschillende benaderingen mogelijk zijn en wij deze aanvaarden kunnen van anderen. Wij aanvaarden verder in onszelf deze lichtende weg als de enige, dan ontstaat in ons allereerst de emotie. De emotie is het begin van elke inwijding, de kennis op zich kan deze nooit inhouden. De emotie nl. is de verbinding tussen uw eigen wereld en andere krachten en werelden. Het is een beleving die niet uit te drukken is in woorden. Het gevoel dat u hebt wanneer u denkt dat het buiten regent. U stapt naar buiten en er is een heldere zonneschijn. Dat kunt u niet in woorden omschrijven, dat kunt u niet in kennis vastleggen. U kunt het niet eens redelijk verklaren. Houdt u er aan dat, de beleving die in u ontstaat voor u de meest belangrijke richtlijn is. Ons zoeken naar kennis dient te worden gebaseerd op de behoefte, de beleving, voor ons zelf zo duidelijk mogelijk te realiseren en te omschrijven. Wanneer wij dit doen dan benaderen wij dus het kosmisch geheel. Wij zijn door ons streven en onze beleving in overeenstemming met de kosmische reeks waartoe wij behoren, en krijgen dus ook de steun van anderen die dichter bij de stof staan, dan alleen maar dat groot Goddelijke of die lichtende meester, dit facet van God dat ons uiteindelijk eerste doel is. Zo ontstaat wijsheid. Wijsheid betekent niet het vermogen om alles te verklaren. Wijsheid is eerder het vermogen om te begrijpen, om de samenhang tussen de gebeurtenissen, de eigen reakties, de reakties van anderen en de Goddelijke Wil in jezelf steeds sterker te realiseren. Wijsheid is de 2e. trap, want wijsheid geeft ons de sleutel der inwijding. In de wijsheid nl. wordt voor ons duidelijk wat de weg is die wij moeten gaan, daar ligt de taak , in het offer niet meer als iets wat van boven wordt opgelegd, maar als een erkenning van de noodzaak, dit moet zo gaan. Dan hebben we nog te maken met één vijand, en die vijand is meestal, menselijk opzicht. Maar ik kan toch niet geloven dat de geest zit te praten, dat is toch onzin zegt de een. En de ander, ik kan toch niet aanvaarden dat geestelijke werking geneest waar een Dr. het niet kan. Een 3e. maar ik kan toch niet iets accepteren van wat geheel ligt buiten de wet van mijn kerk. En zo hebben ze ieder hun eigen beletsel. De mens zoekt nl. in feite naar een opgenomen zijn, een aanvaard zijn in de massa van zijn wereld. Maar degeen die inwijding zoekt moet juist uit die massa vrij worden. Dus zal men moeten nagaan op welke wijze men zonder eigen innerlijk evenwicht te verstoren de beletselen uit de weg kan ruimen die uit vooropgezette meningen en denkwijzen voortkomen, die nu eenmaal deel uitmaken van uw eigen maatschappij. Zo ontstaat de inwijding in deze dagen. Want wanneer men de juiste weg van leven vindt en een reeks begrippen in zich voelt ontstaan zegt de wijsheid, het is niet noodzakelijk dat ik vraag waarom, het is noodzakelijk dat ik de kracht beleef. Het waarom dat is een van de meest ellendige woorden die er geschapen zijn wanneer wij te maken krijgen met het Goddelijke. U kunt niet verwachten dat een kind van 4 jaar begrijpt hoe een grote motor werkt. Al probeer je het 1.000 keer uit te leggen het zal het nooit kunnen begrijpen. Toch blijft het vragen waarom? Het kan leren. Maar wanneer wij gaan vragen naar de dingen die buiten de materie liggen dan vragen wij naar dingen die, menselijk en stoffelijk nooit te begrijpen zijn. Er komt A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD 5
Orde der Verdraagzamen een ogenblik dat het waarom terzijde moet worden gezet. Daarvoor komt in de plaats de aanvaarding. De aanvaarding van de kosmische kracht. De aanvaarding van hetgeen in ons juist is en daaruit een levensvreugde en veerkracht en ook zelfs een soort succes. Dit is het begin van het vertrouwen. Ik ben niet vrij om mijn eigen juiste weg te volgen, ik heb mijzelf overwonnen. Ik heb een zekere wijsheid verworven, ik heb een basis van kennis, er is een deel van mijn wereld en mijn weg voor mij nu volledig bruikbaar en door het aanvaarden (sleutelbegrip) kom ik tot het verhogen van eigen wezen. En als ik dat stoffelijk niet bewust doormaak, dan interesseert me dat niet, de werkingen ervan zullen kenbaar zijn. Die werkingen zijn het belangrijkste. Niet aan mij om te bepalen hoe het in de stof zal gaan natuurlijk. Maar ik weet, wanneer ik op dit ogenblik vanuit Goddelijke kracht zonder aan mijzelf te denken zeg: dit zal geschieden, dan geschiedt het. Nu zult u zeggen, is dat nu de hele inwijding. Eigenlijk wel, want wanneer ik aanvaard en niet meer aan mijn eigen kritisch denken en oordelen probeer te onderwerpen, alleen datgene dus wat God is en uit God komt, en ik mijn eigen wereld volkomen bewust blijf beleven, dan zal alles wat boven mij staat en behoort tot de harmonische reeks waarin ik leef, het facet van het Goddelijke, wat ook mijn onmiddellijke doel is, zich aan mij en in mij volledig kunnen uiten. Ik zal dus een zeer grote verrijking ondergaan die op den duur als een bezinksel uit de geestelijke werking een zekere mate van stoffelijke kennis en begrip geeft. Maar met die mate van stoffelijke kennis en begrip worden de samenhangen in de wereld, ook de natuurkundige en de wetenschappelijke totaal anders. Want er is één kracht die alles in stand houdt, er is maar één weg en één uitweg. En dat begrijpende vindt u dan de mogelijkheid om schijnbare geheel niet bij elkaar passende faktoren van het leven, passend te kombineren. U vindt de mogelijkheid om desnoods op 2 plaatsen tegelijk te zijn al is dat materieel niet mogelijk. Maar de geest kan dat. De geest is deel van uw wezen. U kunt op 2 plaatsen zijn. Wanneer een ander in nood is dan vergeet u uzelve. U wordt een ogenblik die ander. U lost in uzelve het probleem op, want uw kennis blijft en u geeft aan die ander de oplossing. U hebt hem genezen, geholpen, bevrijdt, verlost. Zo kun je eigenlijk door het leven langzaam maar zeker stijgen naar dat punt waarbij God voor ons een niet te omschrijven, maar voortdurende weer in ons te ondergane uiting, een manifestatie wordt. De weg die u moet volgen zult u altijd zelf vast moeten stellen. Er bestaat geen enkele wet, en geen enkel recht dat U kan dwingen. Onthoudt dat goed tot niet buiten het éne, LEVEN. Leven is de weg die u is opgelegd. Al probeert u duizend maal te sterven, leven zult u, maar het hoe het waar van uw bewustzijn, de wereld waarin u staat is uw eigen zaak. Leef zo goed als je kunt. Probeer daarin. niet alleen geestelijk te leven of alleen stoffelijk. Iemand die alleen geestelijk leeft, maakt zichzelf onevenwichtig. In deze onevenwichtigheid vernietigt hij zijn eigen mogelijkheid tot inwijding, kiest hij verkeerd en komt hij met zijn eigen wereld en zijn eigen tijd in konflikt. Komt in konflikt met waarden, van vroeger, die in zijn wezen liggen. Kortom hij kan het niet meer klaarspelen, hij bereikt niets meer. En de mens die het alleen materieel wil zien die heeft. precies dezelfde fout, want die loopt steeds vast op het onbegrepene van het geestelijke, waardoor hij steeds de verkeerde keuze doet. Het pad van het gouden midden kun je alleen volgen wanneer je uitgaat, van het evenwicht van geest en stof dat in jezelf vrede brengt, de mogelijkheid van aanvaarding van het leven en geluk. Laat u door niemand dwingen af te gaan van het pad. maar tracht ook nooit een extreem geestelijk pad te volgen Zoek een pad dat, voor u harmonie mogelijk maakt. Vrede kan in sommige gevallen, wanneer ze in u is bij andere een zekere wrok uitlokken. Die vrede kunt u alleen behouden door het daadloze in dit geval. Op het ogenblik dat wij gaan strijden om onze vrede te behouden is onze vrede reeds teloor gegaan. Op het ogenblik dat wij gaan vechten om ons evenwicht te behouden. nadat we het gevonden hebben verliezen wij het reeds. Daarom moeten w uitgaan van onze persoonliike mogelijkheden en eigenschappen. Wij moeten uitgaan van datgene wat wij zijn. En dat betekent ook de incarnatiegroep waartoe wij behoren. Dat betekent ook de harmonische reeks waarvan we deel uitmaken. Dat betekent ook de kosmische heerser die zijn werking op ons uitoefent. 6 A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD
© Orde der Verdraagzamen
Brochure België
Nu stel ik verder, in een tijd van vernieuwing is buiten de zogenaamde gekleurde lichten, de verschillende kosmische heersers het Goddelijke Scbeppingslicht zelf, het practisch kleurloze volkomen werkzaam licht op aarde sterk geopenbaart. D.w.z. dat wij een aanvulling kunnen verkrijgen voor onze inwijding uit dit schijnbare kleurloze, dit in zichzelve niet eens kenbare licht, dat als een voortdurende versterking van ons vermogen op ons neerkomt. Maar wanneer wij dit aanvaarden dan moeten we er ook op rekenen dat ons eigen wezen zich zal gaan heroriënteren; En die heroriëntatie die kan voor mensen in de stof zelfs betekenen dat er stoffelijke omzettingen plaats vinden, Dat hij in zijn eigen denken, in zijn vermogen tot herinneren, ja in eigen stemmingen wijzigingen gaat ontdekken. Dat kan spanningen met zich brengen wanneer je vastklampt aan wat je was. Maar nooit wanneer je aanvaardt wat je bent en vertrouwt dat je beter zult worden. Het kosmische licht, het kleurloze licht, dat in zijn geopenbaarde werking tijdens deze vernieuwing een redelijk sterke factor bij elke inwijding en bij sommigen een overweldigende sterke. leert ons echter nog iets anders. Het leert ons dat wij de vernieuwing in onszelf en in anderen ook tegen wil en dank zullen moeten gade slaan. D.w.z. dat er mee kwaaltjes op kunnen treden dan normaal. Dat er meer tegenslagen zijn dan normaal, dingen die u juist nu zo prettig en zo juist vond, juist niet gaan of mislukken. Want alles moet in evenwicht gebracht worden voor de nieuwe tijd, de nieuwe heerser. En dit is de grote gever, de grote schenker, WATERMAN. Deze grote schenker is overkoepelend, hij is kosmisch, Hij bevordert vooral de hoofdkleuren blauw, violet en zilver d.w.z. dat later wanneer hij volledig heerst, bepaalde typen de grootste inwijdingsmogelijkheden zullen hebben Maar het betekent ook dat op het ogenblik de periode van overgang praktisch elk mensentype, ongeacht zijn sterrebeeld, ongeacht zijn leeftijd of instelling een gelijke mogelijkheid heeft om in zeer korte tijd een zeer snelle bewustwording door te maken. Wij moeten ons aanpassen, ook aan wat komt. Dat kunnen wij alleen door de veranderingen die in, met en rond ons optreden niet te zien als een onrecht, als een kwetsing, als een verzwakking van ons wezen, een aanpassing van onze gezondheid, ons kapitaal, onze gemoedsrust, maar ze te zien als iets waaruit, indien wij maar evenwichtig en vredig kunnen blijven, het goede voort kan komen. De goede mogelijkheden worden juist in deze tijd uit de aanvaarding of wijzigingen die wijzelf niet in de hand hebben vaak bijzonder sterk geboren. Hoe sterker onze eigen aanvaarding wordt hoe groter de wijzigingen die zich in en rond ons afspelen. Maar ook indien we ze kunnen blijven aanvaarden hoe sterker onze mogelijkheden worden om licht en kracht te putten en daarmee beheersing te verkrijgen over onszelf. Maar ook het vermogen om te dienen in de wereld om te genezen, om inzicht te krijgen in kosmische waarheden, om nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen te doen, om de mensen te redden van zichzelf, om elementen af te weren waar schijnbaar geen redding mogelijk is als water en vuur. Die mogelijkheid ligt in elke mens in deze dagen. Maar hij moet om dit te kunnen bereiken zijn weg durven gaan, en deze houdt in, een zeker begrip, een zeker kennis, een tijdelijk eens vergeten van het eigen ik en daarmee dus ook lering, experimenten en bereiken van een zeker weten. Het betekent verinnerlijking. Het emotionele het in het gevoelsleven ondergaan van hogere krachten waar u kunt, betekent de stromen van krachten die overal bestaan ook in je eigen leven aanvaarden. Niet zeggende dat dit niet gepast is en dat niet hoort. De kracht die tot je komt in de naam van God is goed. Ten laatste en meest belangrijke: Dat elke school en elke lering die u gegeven wordt door krachten des lichts, gericht zal zijn op het bevorderen van uw persoonlijke ontwikkeling. Want juist nu zult ge ook van buiten eigen harmonische reeks en zelfs buiten eigen kleur liggende entiteiten en krachten hulp kunnen ontvangen. indien ook zij dat Goddelijke, dat kleurloze licht, wat achter alle openbaring ligt voor zich kunnen aanvaarden. Er is een sterkere bindende factor tussen geest en stof dan ooit tevoren. De wijze, van openbaring en uiting wijzigt voortdurend en de omstandigheden en kondities wijzigen zich. Maar dit blijft gelijk. Gij moet uw eigen weg gaan, de weg die u vrede geeft. Gij moet uw eigen weg kiezen, die het A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD 7
Orde der Verdraagzamen juiste evenwicht geeft tussen, materie en geest, maar ge kunt daarbij hulp verwachten van vele zijden, zolang ge niet verwacht dat een ander u zegt hoe te doen, en waar te gaan. Een ander zal u zeggen hoe de wegen zijn. Gij zult moeten kiezen wat uw weg is. Ik hoop dat door deze uitleg sommigen van u de weg zullen vinden om zelf licht en kracht te aanvaarden, sommigen van u opeens ontdekken waar voor hen de juiste weg ligt die geest en stof in evenwicht brengt, die vrede, innerlijke vreugde en harmonie geeft. U hebt gezegd, iemand kan u de weg wijzen; geldt dat ook voor de woorden van Jezus "ik ben u de weg, de waarheid en leven"? De weg kan u voeren. ze kan u niet wijzen. Eerst wanneer ge zelf de weg betreden hebt, zult gij het einddoel bereiken. Maar de weg is niet degeen die u voert in de zin van de weg wijst. Het is slechts het pad dat ge kunt gaan en u tot het doel brengt. En dat is een heel groot verschil. Wanneer Jezus zegt "ik ben u de weg en de waarheid", dan bedoelt hij dat hij de Goddelijke Werkelijkheid in zich beseft en herkent, dat in Hem de band met God zo volledig herkend is dat hij daar door voor eenieder representant is van de verbinding tussen stof en God zelf. De mens die dit beseft en ditzelfde pad gaat gaat de weg die Jezus is voor ons allen. Maar dat betekent nog niet dat Jezus u bij de hand voert als een kind, Dit is de dwaasheid waarin de mensen zich steeds weer verliezen, waaraan ze ten gronde dreigen te gaan. Het idee dat een ander het zo goed weet. Jezus heeft, het gezegd, de paus heeft het gezegd enz. Wat kan dit met uw eigen leven te maken hebben. U moet uw eigen verantwoordelijkheid dragen. U moet uw eigen leven leven. De weg is er voor eenieder volkomen duidelijk en kenbaar wanneer u ze durft gaan en aannemen. In uzelf is dat gemiddelde, die vrede, die gulden middenweg uitgedrukt, die toestand waarin de Goddelijke Liefdekracht, de Goddelijke openbaring in jezelf kunt beleven, aanvaarden. Maar als u wacht tot een ander die brengt, dan krijgt u ze nooit. Jezus heeft ook niet gezegd tegen zijn apostelen, gaan jullie maar hier zitten, ik zal wel uitgaan en onderwijzen en genezen. Hij heeft gezegd; "gaat in mijne Naam, in de naam des Vader, genees de zieken en drijft duivelen uit". Zo heeft Jezus het geleerd. Hij is de weg goed, dat ben ik in mijn functie als Christusdrager volledig met u eens. Waar God zich openbaart is de weg. Maar dat wil nog niet zeggen dat een ander die weg voor u gaat. Dat wil alleen zeggen dat de oude vastgeroeste denkgewoonten, de beperkte en bekrompen opvattingen, de vertekende beelden van God werd gebroken. Dat ervoor in de plaats kwam een nieuwe leer een nieuwe mogelijkheid , zo werd de weg gebaand. Jezus bevestigde deze met zijn wezen en zijn liefde. Hij bevestigde deze door God in zich te herkennen en te dragen en vanuit zich te openbaren, De weg ligt er, waar zijn de Christenen die hem gaan? Ik heb soms het idee wanneer Jezus hier op aarde zou wandelen al zoekende naar een Christen, en uiteindelijk Boedha zou tegenkomen (volgens aardse opvattingen een concurrent) hij zou zeggen "Ah eindelijk een Christen" Maar daar ligt het kenbaar voor iedereen. Christen zijn wil zeggen, God aanvaarden, God beleven, slechte leven voor God en voor niets anders maar dan ook door je juist te uiten, je juist te openbaren. Wanneer u zich beroept op Jezus als iemand die u per lift zal vervoeren naar de Hoogste Hemel, dan vrees ik dat de Christus geen liftbediende is. Dat zijn weg niet iets is wat hij, voor u gaat, maar iets wat hij voor u heeft gebaand, dat hij desnoods met u wil gaan, maar waarop gijzelve de schreden zult moeten zetten. Goeden avond beste vrienden.
8
A620115 – INWIJDING IN VERBAND MET DE NIEUWE TIJD
Oude tijd - Nieuwe tijd - Herrijzenis
Datum:
27-03-1953
Soort:
lezing
Reeks:
3. Stem van Gene Zijde > Stem van Gene Zijde II > Stem van Gene Zijde 1952-1953
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
OUDE TIJD – NIEUWE TIJD - HERIJZENIS
27 maart 1953. Goedenavond vrienden. Aan het begin van de bijeenkomst maak ik u erop attent dat wij niet zijn, mensen die geen fouten kunnen maken, of denken alles te weten. Wij zijn wezens die in de kern u gelijk zijn. U noemt ons geest d.w.z., dat wij misschien een pas verder zijn op het pad dat naar de eeuwigheid leidt, dan u, meer niet. Wij kunnen niet alles weten en wij kunnen ook niet zeggen, wij maken geen fouten. En juist omdat dit het geval is, moeten wij - wanneer wij gezamenlijk van gedachten wisselen, wanneer u ons aanhoort, wanneer wij uw vragen beantwoorden - wel degelijk zelf denken, dat is een noodzaak. Wanneer u niet denkt, dan is dit alles voor u waardeloos, dan zou het misschien beter zijn, als u deze avond op een meer aan uw eigen persoonlijkheid aangepaste wijze zou doorbrengen. Maar wanneer u denken wilt en u wilt trachten althans om ons te volgen, dan geloof ik dat - voor u zowel als voor ons - het resultaat van deze avond een dankbaar, een goed resultaat zal zijn. En nu moet u dat niet begrijpen in de zin van, als ik niet alles begrijp, dan kan ik wel weggaan. Wanneer u ongeveer een tiende van wat er op zo'n avond besproken wordt werkelijk goed in u hebt opgenomen, daarover doordenkt en daaromtrent tot een conclusie komt, dan achten wij van ons standpunt uit deze avond reeds zeer goed, zeer rendabel. En dat is alles wat ik u te zeggen heb vrienden. Ik zou nu over willen gaan tot de behandeling van een onderwerp van onze keuze. Ik heb daarvoor voor deze avond gekozen eigenlijk ook tevens weer als een kleine voorbereiding voor het Paasfeest dat u op aarde gaat herdenken: 'Oude tijd, Nieuwe tijd en Herrijzenis'. De oude tijd is een vreemde tijd geweest, een tijd die voor het grootste gedeelte verzonken ligt onder de duistere dekmantel van de historie die is weggespoeld door de wereldzeeën, verteerd door het vuur van de vulkanen of begraven ligt onder het ijs van de poolkap. Maar in die oude tijd zijn er mensen geweest, mensen zoals u op het ogenblik, misschien wat anders gevormd, met wat andere gebruiken, maar mensen, mensen die evenzeer als u een behoefte hadden aan God, die evenzeer als u gezocht hebben naar een pad dat hen nader tot die God zou leiden. U behoeft dit niet aan te nemen op mijn gezag, maar zelfs wanneer u alleen de moeite neemt om ongeveer een schatting te maken van de eerste dagen - de z.g. Paradijsperiode zoals deze volgens de Bijbelse berekening zou vallen - dan komt u al op een periode van ongeveer dertig duizend jaar geleden. Over deze tijden is u zeer weinig bekend, maar in die tijden moet toch reeds de bevrijdingsgedachte zeer sterk geleefd hebben, de gedachte van de herrijzenis. Er zijn oude volkeren geweest die lang en lang voordat er sprake was van een beschaving in Egypte, of er sprake was van een Romeins rijk of een Griekse beschaving, hun doden begroeven op een zonderlinge wijze. Zij ontdeden de geraamten van alle vlees, prepareerden dit zo goed mogelijk en schilderden dat in een vermiljoenrood, in de tint van het leven. Hiermee wilden zij dan aangeven dat zij erop vertrouwden dat dit gebeente eens zou herrijzen, er moest voor de ziel een woonplaats blijvend worden bereid. En deze blijvende woonplaats ligt natuurlijk niet in deze geraamten die voor een groot deel uiteindelijk toch weer vergaan zijn. Toch hebben de moderne archeologen er al verschillende teruggevonden. Dan - om nu nog even te blijven bij de herrijzenis gedachte in de oude tijd - zou ik nog aan willen stippen o.a. een oud volksgeloof, een volksgeloof dat wij vinden in verschillende landen in heel veel mythen en sagen, u kunt het vinden bij de Kelten, bij de Ieren, u kunt het vinden bij de Indianen, u leest het wanneer u de verhalen nagaat die handelen over de grote strijders uit het Walhalla, u leest het wanneer u de oude Indische mythologie nagaat. 1
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Altijd weer blijken er wonderlijke helden te zijn die verdeeld worden of die ontdaan worden van hun lichaam en dan blijven de gebeenten over en dan komt de tovermacht - de God - met een enkel gebaar doet Hij hen herrijzen. Elk volk heeft dat naar zijn aard uitgewerkt en zo zien wij bv. in Indië de held die uittrekt om iets te bevrijden, ver de zee in gaat, op een geheimzinnig eiland komt, overvallen wordt en daar geheel - zichzelf offerende overigens - ontdaan wordt van al wat vleselijk is. En dan begint de donder te rollen, de bliksem begint flitsen neer te schieten en ineens dan komen al die botten tezamen als in een spookverhaal, daar komt dan vlees omheen en daar staat de held. Dan is hij onoverwinnelijk en dan kan hij het doel bereiken, de verlossing van een prinses waartoe hij was uitgetogen. De Germanen hebben dat een klein beetje meer, laten wij zeggen op een culinaire wijze uitgewerkt. Waar het hier gaat over de bokken van een God die deze zorgvuldig stroopt en de botjes bewaart – deze dan natuurlijk eerst slacht, niet waar - en dat vlees gebraden lustig oppeuzelt met al degenen die bij hem zijn. En dan een enkel gebaar, een paar druppels dauw, en daar staan ze weer, dezelfde sterke bokken waarmee hij aangekomen is. Ik zou verder kunnen gaan want de legende en verhalen die over een dergelijke herrijzenis spreken, zijn vele en de meeste daarvan komen uit een zeer oude tijd tot u. Dan kennen we verder nog het verhaal van de mens die herrijst en dan verdwijnt. Dit komen wij in verschillende Indiaanse legenden tegen, we vinden dit bv. ook in verschillende Tolteekse oude legenden; hier herrijst de held niet alleen, maar hij verdwijnt en zijn lichaam of zijn gedachtenis - dat kan men dan tweeledig interpreteren - blijft als een ster staan aan de hemel. Kijk vrienden, zo dacht de oude tijd over een herrijzenis. Men nam dat als iets wat, nu ja, normaal was, men kon zich dat niet anders voorstellen. Zo'n geest zou natuurlijk toch wel een lichaam vinden, maar je moest zorgen dat het een eigen lichaam terugkreeg. De grafbergen, later de verschillende grote grafmonumenten - er zijn verschillende piramiden, de grote mausoleums, die in de bergen werden uitgehouwen, gevuld met mummies zonder tal - zijn ook al gebaseerd op datzelfde geloof. Daarom alleen gebeurde het, men dacht dat deze eens zouden herrijzen. En dan kunnen we de Bijbel nagaan en dan blijkt ook dat deze Bijbel spreekt - en zeker ook Johannes aan het einde daarvan, in de voorspellingen, de laatste profeet die officieel erkend wordt zou ik haast willen zeggen, door het Christendom - ook deze spreekt over de slag van Armageddon, ook die spreekt over het opengaan van de graven en het herrijzen van de doden. Ja, de oude en de moderne tijd, mijn vrienden, geloven nog steeds op enigerlei wijze aan een herrijzenis. Men kan zo materialistisch worden als men wil, men kan God opzij zetten als een afgedaan begrip en toch blijft er nog iets doorwerken dat die herrijzenis wil erkennen. En dan zoekt men het in de voortzetting van het geslacht, in de bekwaamheden van de vader voortgezet in de zonen, dan zoekt men het in de monumenten door de tijd gebouwd, die de tand des tijds weerstaan, de naam en de gedachten van de Schepper eeuwig maken; zoekt men het in het kunstwerk dat moet worden tot drager als het ware van de ziel van zijn vervaardiger. Maar een ieder verlangt ernaar om niet te sterven, een ieder verlangt ernaar om te herrijzen. En wanneer die gedachten zo geheel - door de gehele mensheid heen werkend - alle tijden schijnt te vervullen, dan mijn vrienden, dan moet er toch wel ergens iets van aan zijn. Wij kunnen toch niet aannemen dat de primitieve mens uit het verleden, zonder enige reden aan een heropstanding, aan een herrijzenis heeft geloofd. Natuurlijk zijn er vele psychologen die dat graag weg willen praten met een filosofisch, psychologisch geredeneer en zeggen, nu ja, de mens wil niet graag sterven en als hij dan toch moet sterven, wil hij de illusie hebben van een voortbestaan. Maar dan vraag ik mij af: hoe komt het, hoe komt het dan dat - ofschoon men in verschillende gebieden zoekt, de één zoekt het in de lucht, de ander onder de aarde, de één zoekt het in het Westen en de ander in het Oosten - dat men toch bij al die primitieve of zogenaamd primitieve volkeren van een vorige periode, terugvindt het onverwrikbaar en onverwoestbaar geloof aan een herrijzenis? Hoe komt het dan dat altijd weer en altijd weer diezelfde gedachte door druppelt en de mensheid tot een troost wordt? Het kan niet zijn omdat het alleen maar waan is, een waan van een bepaald volk, goed, dat zou ik aan willen nemen, de mode van een bepaalde tijd. Tot uw dienst. Maar niet een wereld met een mensheid die honderdduizend jaren lang steeds aan hetzelfde gelooft, al wordt het ook vermomd in de meest verschillende gedaanten en gedachten. Herrijzenis is niet alleen een mythe, een sage, het is niet alleen een belofte die nooit vervuld wordt, 2
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
of een wonder dat alleen verricht wordt wanneer bv. een Jezus uit Zijn graf opstaat. Die gedachte gaat verder. Pasen wordt zo dadelijk het feest van de herrijzenis en het is begrijpelijk dat we juist in die dagen de nadruk moeten gaan vestigen op het werkelijk gebeurde, op het drama van Jezus, op het drama van de mensheid, van een tijd die nu bijna twee duizend jaar achter u ligt. Maar voordat we daartoe overgaan mogen we dan toch wel even onze eigen plaats bepalen, uw plaats en onze plaats. Ook wij geloven in een herrijzenis, waarom wij mensen met of zonder lichaam, altijd weer deze gedachte in ons dragen, waarom deze wordt tot een basis van een geloof dat zelfs het meest verstokte materialisme niet geheel uit kan roeien. De mens weet iets, ofschoon hij het niet in woorden uit kan drukken, de geest voelt iets, ofschoon deze het niet in een beeld kan verwerkelijken, beiden dragen diep in zich de zekerheid van een herrijzenis, zij interpreteren dat ieder op hun eigen aard. De mens als herrijzer glorierijk stralend, bekleed met een nieuw lichaam, het zwaard in de hand misschien, of jubelend en rondgaande met schalmeien en luit, zingende over een nieuwe wereld. De geest droomt ervan in sommige gebieden als de reïncarnatie, het herboren worden in de mensheid op de meest volmaakte wijze, anderen dromen van het bereiken van dat licht dat nog zo ver schijnt en denken dat ze dáár zullen zijn, herboren, herrezen als het ware uit een waanleven. En nu moet ik een ogenblik aanstippen dat, wanneer ik waanleven zeg, dat ik daar niet mee bedoel de mayatheorieën die - uit het Oosten gekomen en verkeerd begrepen zo vaak geleid hebben tot de stelling dat dit alles maar schijn is. Wel zegt maya: alles is betovering, maar het zegt niet: er is niets. Dat iets wat ergens ligt, begraven onder onze eigen gedachten en voorstellingen. Er moet een eeuwige waarde zijn. En wanneer dit een eeuwige waarde is mijn vrienden, wanneer er werkelijk een God is - en wij kunnen ons geen leven zonder schepping, zonder een voortbrengende kracht, zonder een Schepper voorstellen - dan moet er ergens ook in ons liggen ingegraveerd a.h.w. in het diepst van ons wezen, de zekerheid van een herrijzenis, dan zullen wij, wij die zijn mens, wij die zijn wezens, levend op de aarde, dwalende door de sferen, opgaande of neerdalende naar gelang het pad ons leidt, zullen wij eens herrijzen. Maar nu moet ik dan ook uit de Oudheid een ogenblik weer een paar feiten naar voren brengen Is het u misschien, als u de oude geschiedenis bestudeerd hebt - ik weet niet hoeveel onder u dat zijn, enkelen zeker - hebt u wel eens er over nagedacht, dat al diegenen die herrijzen, blijken te zijn de offeraars? Dat Asir de vorst, wordt tot Osiris de herrezene, om er maar één te noemen, dat ook Prometheus eerst verheerlijkt wordt wanneer hij geleden heeft, geofferd heeft, ja dat velen afdalen in de onderwereld, in de Orcus, om daaruit terug te komen, herrezen, beter, meer vermogend en krachtiger dan ooit tevoren. Die herrijzenis is niet alleen de gedachte van het herleven zonder meer, daarachter schuilt een andere gedachte, die door de eeuwen heen zich in de meest verschillende vormen aftekent. Om te herrijzen moet men durven sterven. En daar bedoelen we niet mee dat nu degene die zich in de dood stort onmiddellijk herrijzen zal, maar het durven sterven dat betekent, alles in durven zetten, alles durven wagen om de mensheid, om uzelf nader te brengen tot God en Gods licht. Deze gedachte van herrijzenis maakt het onbelangrijk of er werelden vergaan, onbelangrijk of er geleden wordt, maakt het onbelangrijk of men sterft, terwijl men het goede tracht te doen, want daarachter ligt de zekerheid dat juist omwille van het lijden, omwille van dit zware offer, de herrijzenis zal komen. Christus herrijst nadat Hij geleden heeft onder het onrecht, om 't wille van de mensen. Zoals Balder elke zomer weer uit de onderwereld te voorschijn treedt, terwijl hij geslagen was door de kwaadaardige list van Loki zijn tegenstander, het kwaad, de onvruchtbaarheid en de dorheid. Zoals Osiris oprijst wanneer hij gedeeld en verslagen, omdat hij het goede, ja omdat hij God voor de mensheid wilde, tezamen wordt gevoegd door de liefhebbende moederhand. Zo kunnen we verder gaan. Als Skwa Skoutel (?) uiteindelijk - dank zij de macht van zijn vader die men noemde "het gevederde serpent" - herrijst, omdat hij zichzelf tot offer heeft gemaakt aan de goden. In Turenennik (?) liggen nu nog de getuigenissen hieraan begraven. Misschien is het wel daarom geweest dat - voor het heden zo'n onvoorstelbare wreedheid vroeger priesters en priesteressen zichzelf ten offer brachten. Misschien is het wel daarom geweest dat zo vaak het geheiligde offer werd gebracht in alle hallen. Degene die terugdenken aan het oude Atlantis zullen hetzelfde offer vinden als degene die vooruitdenken in de verre toekomst. De aard van het offer - dat geef ik toe - is veranderd. 3
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
De mensheid van vandaag sterft niet meer in een glorieus en heroïek filosofisch duel, wordt niet neergeslagen door de wereld, omdat ze een nieuwe visie op God hebben, dat ben ik met u eens. De offers van vandaag aan de dag bestaan vaak in jarenlange slavernij die het leven opvreet om anderen te genezen, bestaan vaak in het zichzelf offeren om te voorkomen dat er in de wereld een kwaad uit de mensen geboren, losbrandt. Dergelijke offers worden niet verheerlijkt in kerken, dergelijke gedachten verdwijnen al heel snel uit het geheugen van de mensheid en worden hoogstens verdraaid en versierd genomen jaren later, wanneer de historie behoefte heeft aan een paar helden voor een bepaald tijdperk, maar dat neemt niet weg dat ze er zijn, ze zijn er en ze mogen zich vergissen volgens uw gedachten, dat is mogelijk, maar ze offeren, ze durven te offeren, ze sterven als het ware om 't wille van God en Gods schepping, zij leven vooral ook voor God en Gods schepping. En geloof me, het zijn juist deze die zichzelf waardig maken in de herrijzenis. Misschien zult u ze niet zien en zelfs nu nog in deze dagen gaan stralende gestalten lichtvoetig en wazig over de aarde en schijnen op een ogenblik in een nevel als een schaduw slechts zich af te tekenen, maar hun handen zijn vol van gaven, hun ogen vol van liefde, ze zijn vol van kracht en zij geven, zij zijn het die herrezen zijn. Zij hebben het pad mogen betreden dat Christus is voorgegaan aan de mensheid van heden. Ze zijn er allen bij elkaar, de kleine prediker die dóór durfde te praten ondanks het geweld, omdat Gods woord en Gods kracht voor hem meer golden, en de soldaat - van het tegenovergestelde soort misschien - die alles vernietigde, maar die dacht met zijn vernietiging God te dienen en daarvoor zichzelf offerde, de verpleegster die gevallen is aan de ziekte van degene die ze verpleegd heeft, de staatsman die vóór zijn tijd verteerd werd door de zware zorgen, op zich genomen voor een volk, de bedelaar misschien die een lach en een beetje zon wist te brengen langs de wegen onder de ongelukkigen, de priester die het hoogste heeft aanschouwd in zijn gedachten en daarvoor als dank, door de mensheid vaak werd geminacht, ze zijn er allemaal, zij zijn herrezen. Nog kent de wereld niet hun vorm als een lichaam dat wordt verheerlijkt, nog is de aarde niet rijp daarvoor. Maar zij leven, leven in de meest intense vorm die u zich denken kunt, intenser dan wij nog. Zo intens dat deze zijn de dragers van Gods kracht, de werkelijk herrezenen, zij die het verlossingswerk voortzetten. En wanneer u in deze dagen dan zo vaak het woord van herrijzenis hoort, zo vaak de gedachte van het offer, vraag u dan eens af: zal ik als mens achterblijven? Zal ik falen? Ook ik zal eens herrijzen, lang misschien is de keten nog die mij bindt aan stof en begeerte, lang zal ik nog moeten gaan in het slavenjuk van eigen geschapen waan, maar eens zal ik herrijzen, dat is de troost en dan moet daarop volgen de belofte: ik zal werken, werken met al mijn kracht en al mijn denken en al mijn vermogen, omdat ook ik eens zal mogen zeggen: zie ik ben herrezen, bevestigde de waarheid die leeft in al wat uit God geschapen is, van de oudste tijden tot het ogenblik van heden. Ik dank u vrienden.
DE GESCHIEDENIS VAN TIBET
Goeden avond vrienden, U heeft geduldig aangehoord wat wij allemaal te vertellen hadden en nu is aan ons de beurt dan om te trachten uw begeerten en verlangens een beetje tegemoet te komen. Dus het is nu aan u om te zeggen waar ik over moet gaan praten voor u. Vraag: Ik zou u eens willen vragen - er is een bericht verschenen dat er een wereldleraar of een grote meester uit het verre Oosten op weg is naar het Westen toe zou u in verband hiermee voor ons willen behandelen de geschiedenis van Tibet, vooral de ontwikkeling van de laatste tijd? Antwoord: Ja, dat zou ik wel eens kunnen doen voor u, maar ik maak u er allereerst op attent dat ik natuurlijk niet in kan gaan op de werkelijke intenties en bedoelingen van diegenen die in de laatste tijd daar leidend optreden, dat gaat niet, dat zijn hun eigen geheimen en ze zullen die openbaren wanneer het tijd daarvoor is. Maar u vraagt de geschiedenis van Tibet, goed. 4
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Het is heel, heel lang geleden dat er op de aarde een grote ramp gebeurd is, in die tijd trok het water op en werden vele delen van de wereld - zoals men dat tegenwoordig noemt geïnundeerd en kort daarop, toen de nevelen waren weggetrokken - er zit ongeveer een vier duizend jaar tussen - toen werd het ontzettend warm, het was net of de zon een verdubbelde kracht kreeg, het was net of dat beneden het water kokend vol met stoom en damp, de wereld onder een dichte nevel wilde bedekken. En in die tijd leefden er volkeren in de laagvlakten van China maar ook van Indië, zelfs in gebieden die tegenwoordig woestijnen zijn. En zo is het dan gebeurd dat, toen dat allemaal zo aan de gang was, de mensen zijn gaan vluchten en ze zijn natuurlijk naar de bergen gevlucht, maar een deel van hen is verder getrokken. Deze mensen kwamen terecht in een land, over een paar vreemde passen - de Khaibarpas is daar bv. één van die passen geweest, die toen in die dagen reeds betreden werden - kwamen terecht in een hoogland, doorsneden met korte - ik zou haast zeggen venijnige ravijnen - waar ontzettend veel schaduw was, waar wat water was, al is het niet veel, en waar vóór alles wat zekerheid was. In de naam die vandaag aan de dag door sommige van de inwoners nog wordt gegeven aan Tibet, kunt u nagaan hoe het toen was, men noemt het buiten "het dak van de wereld" ook wel eens "de wieg van de wereld". En dan moet u bij "de wieg van de wereld" niet al teveel denken aan de wieg in de zin van geboorteplaats, maar dan moet u gaan denken in de zin van wiegen, wiegen - zoals dat vooral in de noordelijke gebieden van Mongolië nog wel gebeurt - door gewoon een soort hangmatje, waar het kind in ingevlochten is en in gedragen wordt, ook overdag op te hangen aan een tentstaak en dit zachtjes heen en weer te doen slingeren. Zo wiegde toen die hele grootse hoogvlakte en zo heeft de mensheid zich toen ook vaak teruggetrokken in verschillende holen in de bergen, maar een aantal daarvan is verder doorgegaan. Dat daarbij allerhande soorten mensen waren zult u begrijpen, daar zijn wat veeboeren bij geweest en wat handelslieden, er zijn wat priesters bij geweest en wat intellectuelen en wat regeerders. In dat land nu woonde reeds een volk dat het betrekkelijk ver had gebracht in bepaalde takken van magie en op de grond daarvan als het ware werden toen al deze andere gebruiken geënt, vandaar dat u - wanneer u over Tibet spreekt - over het algemeen niet allereerst denkt aan Boeddhisten, ofschoon het werkelijk een Boeddhistisch land is. Men denkt aan magie door Boeddhistische monniken bedreven. De grootste scholen ter wereld van zuiver magische en vaak van zeer zwart-magische inslag bestaan op het ogenblik daar nog. Deze scholen zijn opgebouwd juist door die mensen die toen gekomen zijn. Samenwerkende met de oorspronkelijke tovenaars zijn ze gekomen tot een eigenaardige serie rituelen, waarbij de Indische Yoga-mystiek evenzeer inwerkte als de veel primitievere vorm van geesten oproepen van de Sjamanen van het Noorden, daar werd de ietwat filosofische en dienende magie van de Chinees evenzeer in inbegrepen als de wraakzuchtige magie van sommige Deltabewoners die vooral geesten gebruikten om vijanden te doden. Dit alles bij elkaar heeft geleid tot een beschaving die zeer oppervlakkig was en meer en meer verruwde, zich vereenvoudigde bij de gewone bevolking, terwijl daarentegen in de hogere regionen vooral de tovenarij, de magie en het priesterdom sterk de overhand kregen. Het is in dit land geweest dat later de Boeddhistische eerste openbaring een zeer sterke invloed kreeg, waardoor een tweede sekte, naast de oorspronkelijke tovenaars - die alleen vereerders van natuurkrachten waren - invloed begon te krijgen. Dit is de ondergrond waarop de laatste Boeddha voortgebouwd heeft en waaruit zijn voortgesproten een groot aantal zuiver wijsgerige systemen waarbij de magie vaak als neventoon nog even meeklinkt, maar de werkelijke gedachte toch meer wordt gericht op de verlossing en de bevrijding van de mens. Hier heeft u dan een korte schets van Tibet, een land dat droog is, veel woestijngebieden kent, woestijngebieden waar in sommige jaargetijden het gras welig tiert maar dat het grootste gedeelte van het jaar - dat gras - is gestorven en dan zien we daar sneeuwstormen van ontzettend geweld, de mensen vaak dwingen om terug te keren. In het heetste jaargetijden zien we er zandstormen en haast altijd jaagt er een stevige wind door. Daardoor werd dit land langzaam maar zeker afgesloten van de buitenwereld. En nu gaan we het grootste wonder zien. In deze eenzaamheid in deze rust, kunnen wijsgeren, kunnen esoterisch geschoolden zich op een opvallende wijze verbergen, zonder daarvoor zich te moeten overgeven aan, laten we 5
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
zeggen, de nieuwsgierigheid van de mensheid die hen vaak inperkt en omringt met allerhande niet geheel gewaardeerde zorgen en begeerten. Zo zien we dan reeds dat ongeveer een drie duizend jaar voor Christus, twee duizend jaar voor Christus, - dus dat is de periode van de Chinese Hang-dynastie o.a. ook reeds, niet waar en de Ming-dynastie - zien wij een voortdurende trek van zoekers, juist naar dit gebied. Het is te begrijpen dat er zich op die afgelegen plekken dan ook scholen vormen, waarbij de sensatiezoeker en degene die persoonlijke bevrediging zoekt meer en meer uitgeschakeld wordt, die gaan naar de grote kloosters toe waar men, toch nog altijd - laten we zeggen - zo'n 50 tot 60 minimaal bijeenbrengt, maar in vele gevallen steden heeft die vele kloosters zijn eigenlijk en die 1500, 1600, 2000, 3000 mensen omvatten. Deze kloosters nu blijken dan, vooral de grote kloosters die zorgen voor een bepaalde ritueel en daar zien we dan ook steeds nog de demonendienst een sterke overhand hebben, dat gebeurt vandaag aan de dag nog. Doordat echter in het verleden, bij deze vlucht naar het hooggebergte, vele schatten zijn meegenomen en men later nog getracht heeft vele van deze schatten van een oude wetenschap weer mee te nemen, vinden wij een zeer groot assortiment van oude wijsgerige geschriften, inscripties en dergelijke, ja ook beeldende voorstellingen die - wanneer zij aan de dag werden gebracht - waarschijnlijk wel een zeer grote verwondering zouden wekken bij degenen die zich tot op heden achten te zijn werkelijke experts op het gebied van de historische ontwikkeling. Wij vinden daar bv. - ik mag wel een paar van die schatten even aanhalen, het is misschien wel aardig - allereerst verschillende tafels van brons gegoten en ingelegd met goud en verschillende gesteenten, het zijn niet alleen edelstenen, maar daar zien wij bv. ook een inleg met een afwisseling van een marmersoort en een soort basalt, dat is zeer klein bewerkt en de bewerking die doet denken aan een zeer vroege vuursteenbewerking die hier ook bv. in Iberië - het Spaanse Schiereiland dus - nog gevonden werd en daar aan de oerbevolking wordt toegeschreven. Dan vinden wij daar verder - uit been gesneden - buitengewoon fraaie paarden- en ossenkoppen bv. sommigen voorzien van inscripties in een soort beeldschrift, een schrift dus dat enige verwantschap heeft met het Chinese, doordat elk teken op zichzelf staat voor een geheel woord of zelfs voor een aantal woorden. Dan vinden wij er verder een groot aantal geschriften gegraveerd in platen van verschillende metalen, we vinden er zelfs zorgvuldig gekopieerde geschriften op hout, wij vinden geschriften met inkt, met gravures, kortom alles wat er maar enigszins denkbaar is aan geschriften, dat vinden we daar. Door de geschiedenis heen is daar steeds weer zeer veel van het wijsgerige materiaal van de wereld naartoe gegaan. Het is begrijpelijk dat met deze schatten, voor degenen die er waren, een hoger peil konden bereiken, juist in een rustige omgeving, dan elders het geval zou zijn geweest. En het is dan ook niet te verwonderen dat juist deze rustige omgeving van waaruit een sterke geestelijke intensiteit uit kan gaan, gekozen werd door een aantal personen die de geheimen van het normale leven reeds geheel overwonnen had. Ze waren er dus zover overheen, ze konden veel langer leven dan u, ze hadden een veel geringere voeding nodig, er zijn erbij die jarenlang alleen op wat zonnekracht en wat lucht konden leven, dat is een heel gewoon verschijnsel overigens, dat kunt u in Indië en dat kunt u in Tibet en zelfs in het Zuiden van China hier en daar nog wel vinden, dus dat is nu niet zo geheel geheimzinnig. Maar zij kenden daar nog andere geheimen bij en één daarvan was wel speciaal het uitzenden van gedachten, gerichte gedachten. En zo komt het dat bv. - om even wat aan te stippen - uw theosofen de wijsheid van het Oosten zoeken. Die wijsheid heeft vroeger al een hele lange weg afgelegd voordat die daar kwam en een deel van die wijsheid komt zeer zeker uit het Westen, maar deze is nu op dit ogenblik daar. En nu maken we een hele sprong in de geschiedenis en nu gaan wij in de nabije geschiedenis een ogenblik kijken wat er gaande is. We vinden dan daar, plus in het Karakorumgebied ongeveer een 50-tal kleine nederzettingen, waarin te allen tijde personen wonen die een hoger geestelijk bewustzijn bereikt hebben dan normaal mogelijk is, ze zijn dus als het ware een groep waaruit selectief steeds weer het beste kan worden genomen en kan worden ingewijd. Dit zijn de leerlingen. Tussen hen leven figuren die, hetzij incarnaties zijn van of de personen zelf - dat wil ik in twijfel laten, omdat dat voor de verschillende figuren n.l. nogal heel veel verschilt - maar van bekende godsdienstleraren etc. uit het verleden. Al deze dingen tezamen hebben ertoe meegewerkt dat van hier uit de eerste activiteit naar het teveel gemate6
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
rialiseerde Westen is uitgegaan en vandaar dat wij dan spreken over de meesters van Tibet. Dit zijn over het algemeen geen Tibetanen vrienden. Het zijn maar heel weinig Tibetanen die deze meestertitel – als we al een meestertitel toekennen - verdienen. Het is een vaak vreemde samenstelling, waarbij we evenzeer de Europeaan vertegenwoordigd zien als de neger en de rode rassen of de gemengde rassen die elders op de wereld verblijf houden. En hieruit zien we dan een aantal groepen ontstaan die een zeer sterke geestelijke activiteit uitoefenen. Er bestaan grote centra en één daarvan heeft een aantal personen bij elkaar gebracht die regelmatig op een geestelijke wijze ingrijpen in het wereldgebeuren, zij behoren tot de z.g. witte broederschap en zijn niet Boeddhist, ze zijn er wel mee verwant maar ze hebben zich daarvan vrij gemaakt. Aan de andere kant zien wij een onderwijzende organisatie die wij noemen de gele broederschap en beide organisaties staan in verbinding met - wat ik zou willen noemen - onze sferen. Ze zijn dus in staat om te komen tot een uitwisseling van verschillende berichten en waarnemingen. U moet zich niet vergissen en denken dat wij hier dus spreken over die magiërs die bv. een 120 mijl van Tibet afgelegen in N.0. richting, pardon N.W. richting, natuurlijk ja, daar een klooster hebben waar ze eens per jaar een paar doden opwekken, dat is uiteindelijk een magisch gebeuren en die doden worden niet opgewekt, alleen wordt een pas gestorven lichaam tijdelijk door een andere geest bezield en gebruikt onder ontzettende krachtsinspanning. Dus dergelijke dingen, laat u daardoor niet imponeren, die hebben niets te zeggen voor de werkelijke geschiedenis van Tibet. Dan zien wij hoe in de jaren van - nou laten we zeggen - 1900 niet waar, 1850 tot ongeveer 1910 de invloed van het Westen zo groot wordt dat ook Tibet meer en meer daarmee te maken krijgt. De strijd tegen de westerling en de westerling gaat ook daar invloed uitoefenen en zo zien we vanzelf dat op een gegeven ogenblik, vrienden, de rust en de eenzaamheid voor een deel verdwenen zijn, vandaar dat vanaf dat ogenblik op verschillende gebieden in de wereld nederzettingen worden gesticht waarbij de afstammelingen van deze oorspronkelijke dorpen, de bewoners uitmaken. In elk van deze groepen vinden wij dan een aantal mensen het zijn over het algemeen tenminste zeven, meestal meer - die ingewijd zijn in alle geheimen dus volgens uw idee wel als meesters zouden kunnen fungeren. Hun taak is een zekere voorlichting. En toen in het jaar 1928/29 - tijdens een zeer intense crisis - in deze wereld de behoefte aan geestelijke wijsheid groter begon te worden, heeft men meer dan normaal zendelingen de wereld ingestuurd. Deze zendelingen zijn geen predikers, maar ze zijn mensen die zoeken naar personen die voldoende rijp zijn voor inwijding om hen door telepathisch contact verder te ontwikkelen. Deze personen zijn over het algemeen incarnaties van wezens die vroeger gefaald hebben en die daardoor zekere eigenschappen hebben behouden, eigenschappen die nu dan erg nuttig zijn en misschien kunnen dienen om dit leven nu eens een beetje gezelliger te maken, een beetje beter, in geestelijk opzicht. Zo is het dan dat vanaf die tijd meer dan normaal de reizen worden gemaakt, we zien bv. reeds twee jaarlijkse reizen van enkele ingewijden door Europa in het jaar 1930, wij zien dat zeer sterk zelfs in het jaar 1912, wanneer tegelijkertijd een viertal zendelingen of gezondenen zich bevinden in Duitsland, in Polen, in Nederland en in Frankrijk. Dus dat is wel zeer opvallend dat daar zo'n intense werking op het ogenblik gebeurt, waarbij men naar medewerkers zoekt, dus begrijpelijk dat sedertdien de gebeurtenissen niet hebben meegewerkt tot een verdere intensivering van dit verkeer, integendeel het aantal gezondenen is lange tijd teruggelopen dat is ook begrijpelijk - omdat er voor deze mensen op dit ogenblik, in een wereld die nog teveel van - laten we zeggen - daadwerkelijke haat was vergiftigd, geen werk kon worden gedaan, het was voor henzelf zeer schadelijk en het nut wat het afwierp was zeer gering. Men heeft zich toen dan ook teruggetrokken en slechts enkelingen - ik meen dat het ging over één of twee personen - zijn toen jaarlijks de wereld rondgereisd, waarbij dan bepaalde werelddelen eens per twee jaar inderdaad ook werden bezocht. Maar dat was meer een in stand houden van verbindingen. Nu echter in de laatste tijd zien wij, dat vanuit verschillende centra gelijktijdig een aantal mensen wordt gezonden en dat op verschillende plaatsen van de wereld zelfs, leven en werkzaam is onder het mom van alledaagse mensen, zij doen hun werk zo goed als ze dat kunnen en zij zijn dan eigenlijk degenen die voor u dan dat Tibet vertegenwoordigen. Het Tibet zelf is al - en dat al sedert enkele honderden jaren - als een normaal rijk te beschouwen, een soort theocratie, waarbij de godsdienstige en wereldlijke macht door twee Hogepriesters wordt gedeeld. 7
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Het doet een beetje denken aan de structuur van de oude Joodse staat van de tijden dat men bezet was door de Romeinen en ook in de tijden van Babylon. Wij zien verder dat deze elkaar over het algemeen omwille van de macht sterk bestrijden, want men spreekt dan wel van de Dalai Lama, maar deze is toch heus niet degene die nu de allergrootste invloed heeft, dat zijn anderen, dat zijn monniken die in verschillende kloosters leven zogenaamde reïncarnaties vaak, kortom zij zijn de eigenlijke machthebbers en hun macht gaat vaak meer de kant van het wereldlijke uit dan die van het geestelijke. Zo zijn er bepaalde kloosters die zich er een lange tijd op toe hebben gelegd om van hun priesters krijgslieden te maken, ze behoefden niet veel te weten - een paar formules moesten ze op kunnen dreunen - maar ze moesten toch goed een vechtstok kunnen hanteren en eventueel een mes. Ze moesten in staat zijn langere tijd te rijden of wel te voet te trekken en ze werden en masse verhuurd wanneer een karavaan soldaten nodig had om deze karavaan tegen de gebruikelijke rovers te beveiligen. U ziet dus het eigenlijke Tibet heeft een iets andere geschiedenis die vol is van eigenaardige bigotterie Schijnheiligheid: Red.) en een zeer zakelijk en nuchter verstand. Tibet is echter een hele lange tijd een soort van achterwatertje geweest - een soort van doodlopende arm - van het leven van de mensheid op de wereld, daardoor was het er rustig en in die rust hebben zich vele edele dingen en veel slechte dingen ontwikkeld. En zo zou ik dan willen zeggen is de echte staat Tibet lang niet meer van zo'n sterke geestelijke importantie als zij vroeger was, maar wat u verstaat onder Tibet, dan denkt u vooral aan de meesters die er leefden (meesters vind ik een ongelukkige titel overigens, maar ja, het is nu eenmaal aangenomen) dat zijn helemaal geen meesters, ze zijn geen regeerders, ze zijn niet degenen die u nu eens even de punt op de neus zetten en zeggen: zo is het en niet anders, maar ze zijn degenen die u trachten te leiden in een bepaalde richting. Maar deze meesters dan, bevinden zich op het ogenblik dus over de wereld verspreid en bevinden zich in de meest verschillende gebieden, ze hebben echter overal kleine nederzettingen, soms gecamoufleerd als nederzettingen van mensen, soms in een zo afgelegen gebied dat alleen de inboorlingen er iets vanaf weten en dat de enkeling die er komt zich niet bewust is van het eigenaardige van de plaats – het dorpje - waar hij dan een ogenblik is geweest. Ik hoop dat ik hiermee dan voldoende heb verteld daarover. Als u er meer over wilt weten, kunt u dat natuurlijk vragen. Reactie: Nee, Ik dank u wel. Antwoord: Nu vrienden als geen mens meer wat te vragen heeft daarover…… Vraag: Is dat inderdaad ook waar dat wanneer er een Lama of een... ja hoe ik hem precies noemen moet weet ik niet ... maar wanneer die overleden is of overgegaan is, dat ze dan op zoek gaan naar een nieuwe Lama? Antwoord: Nou, dat gaat er alleen over als het inderdaad - het is dan ook een Lama, ja - maar als het gaat over een abt van een klooster over het algemeen. Het is n.l. zo: men gelooft in Tibet dat een aantal personen reïncarnaties zijn van zeer oude leraren, die regelmatig terugkeren en soms hele domeinen onder hun beheer hebben. Wanneer zo'n lichaam dus sterft is - volgens het Tibetaanse volksgeloof - de persoon zelf niet weg, hij blijft volledig gerechtigd om zijn plaats in te nemen, alleen hij is in de gestalte van een kind hier of daar en dus wordt astrologisch vastgesteld welk kind geboren kan zijn - of beter gezegd welke bevruchting plaats kan hebben gehad - op het ogenblik van het overlijden en waar dit ongeveer gebeurd kan zijn. Het gaat door middel van astrologie en bepaalde orakels. En dan gaat men op zoek en dan blijkt al heel gauw dat na een jaar of vier, vijf, een groot aantal ouders die er allemaal erg veel belang bij hebben natuurlijk, dat hun kind zo'n machtige abt wordt van een of ander groot klooster, die gaan dan zeggen: ja maar, wij hebben hier nu de werkelijke incarnatie. En dan gaat men dan proeven nemen en dan blijkt inderdaad dat sommige van die kinderen in staat zijn, dingen die ze niet konden weten of de ouders weten, aan te duiden als hun persoonlijke eigendommen. Dat zij dus inderdaad het bewustzijn in zich dragen van zo'n overleden abt. Het is zelfs zo sterk geweest dat één keer een bepaalde abt gevonden werd in een incarnatie 14 jaar later. En in die tussentijd had men, om zekere redenen de kamers en de vertrekken die boven waren gelegen - je moest dus met een trapje naar boven, daar had je de eigenlijke vertrekken dan van die Lama, van die abt - die had men iets veranderd, men had een andere trap gebouwd en men had zelfs enkele van de meubels vervangen. 8
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
En toen deze nieuwe abt - een jongeling van 15 á 16 jaar - op het ogenblik dat hij daar binnenkwam dit ontdekte, begon hij onmiddellijk de verantwoordelijke personen uit te schelden, want het was zijn kamer geweest en ze hadden hem eerst wel eens moeten vragen voordat ze dat veranderden. Daar heeft u dus een eigenaardige anekdote op dit gebied, die bewijst dat het inderdaad bestaat, maar we willen er meteen bij zeggen: we moeten niet geloven dat deze incarnaties, deze herhaalde incarnaties dus, om een bepaalde plaats te bekleden, te allen tijde echt zijn. Heel vaak gebeurt het ook dat om bepaalde politieke reden een persoon naar voren wordt geschoven en ook dan - daar kunt u van overtuigd zijn - zijn de wonderverhalen precies gelijk. We zouden zelfs zover kunnen gaan dat we zeggen dat van de oorspronkelijk ongeveer 200 voortdurende incarnaties die leefden in Tibet, op het ogenblik misschien nog drie á vier zijn die echt beschouwd kunnen worden, terwijl de anderen al gedurende honderden jaren toch eigenlijk niets anders zijn dan bedrogfiguren die om bepaalde redenen naar voren worden geschoven en waarschijnlijk wel voornamelijk om de invloed van bepaalde groepen te handhaven. Voldoende voor u? Reactie: Ja, dank u zeer. Antwoord: Nog iets meer vrienden over dit onderwerp? Vraag: Woont er nu op dit moment ook nog zo'n meester hier in Nederland? Antwoord: Laat ik erg voorzichtig zijn en zeggen dat het niet onmogelijk is dat er zo'n meester in Nederland woont, maar dat het wel waar is in ieder geval dat hier èn in Nederland èn in het Westen van Duitsland op het ogenblik een drietal gezondenen rondgaan die niet zijn, wat we zouden kunnen noemen meesters, maar die toch in ieder geval adepten zijn die een zekere inwijding ontvangen hebben. Nou vrienden, is daar het onderwerp mee uitgeput? Ja! Dan ga ik afscheid van u nemen en dan kunt u na de pauze met andere vragen op de proppen komen die ik dan - en ik hoop dan dat u mij het niet kwalijk neemt dat ik het zo zeg - gelukkig niet behoef te beantwoorden. (Gelach). Goedenavond.
VRAGENRUBRIEK
Goedenavond vrienden. Vragenrubriek d.w.z. we zullen alle vragen die u stelt zo goed mogelijk trachten te beantwoorden en voor de rest: persoonlijke vragen die komen natuurlijk niet in aanmerking, dat weet u allemaal. Gaat uw gang! Reactie van de leiding: Ik heb hier een hele collectie schriftelijke vragen en het zou werkelijk een wonder zijn als onze vriend die allemaal af kan werken. Vraag: In de Zohar staat geschreven: Aangezien de vorm van de mens alles in de hemel en op de aarde bevat, heeft God hem gekozen als Zijn eigen vorm. Niets kon bestaan vóór de formatie van de menselijke vorm, die alle dingen omvat, en alles bestaat bij de gratie van het bestaan van de vorm van de mens. Hoe moeten wij dit begrijpen? Antwoord: Nu, dan moet u teruggrijpen naar een heel oudere geschiedenis eigenlijk, naar een heel oude mythologie zelfs en filosofie ook, waarbij sprake is van de absolute mens. De absolute mens dat is een figuur waarin de totaliteit van al het goede zijnde, dus van al het zijnde aanwezig is en waarin bovendien wordt geschapen de mogelijkheid tot waarneming en tot reflex. Eerst wanneer deze mens er is, kan door deze mens God komen tot de schepping en dit is dus inderdaad Zijn eerste Schepping, God schept de mens en later in het Paradijsverhaal bv. zien we deze mens als engel. Wanneer deze mens eenmaal in de schepping staat echter, dan verloochent hij zichzelf - of beter gezegd zijn meester - verdeelt daardoor zichzelf tegen zichzelf en komt daardoor tot zijn onvolmaakte vorm waarin u op het ogenblik de mens nog kent. In deze onvolmaakte vorm wordt echter stoffelijk de opbouw gehandhaafd van de oorspronkelijke mens, waardoor het organisch geheel met zijn totaliteit van samenwerking alles in zich draagt wat noodzakelijk is om de gehele schepping te omschrijven. 9
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Om het anders te zeggen: in u zijn aanwezig alle eigenschappen voor het grootste dier, alle eigenschappen voor de vissen, in u zijn ook echter aanwezig micro-organismen zoals schimmels, zoals bacteriën van verschillende soorten en dergelijke, die in uw lichaam alle tot één samenwerken en daardoor tot een betrekkelijk volmaakt geheel zijn gemaakt. Indien u zichzelf dus zou kunnen verheffen tot het peil waarop deze oorspronkelijke mens stond, dan zou u zijn de volmaaktheid en als zodanig de drager van God, want God is volmaaktheid, ofwel het beeld van God, als u het zo wilt zeggen. Ik geloof dat deze uitlegging voldoende is. Ik moet natuurlijk kort blijven, er zou nog heel wat meer over te zeggen zijn. Vraag: Welke betekenis heeft de lering van J. Krishnamurti voor onze tijd? Antwoord: Voor deze tijd heeft die lering heel weinig te zeggen om de doodeenvoudige reden dat deze tijd niet rijp was om ze te aanvaarden en deze tijd meer zoekt naar een persoonlijke God - of beter gezegd naar een persoonsverering - dan wel naar een absoluut filosofisch begrip. Diegenen echter die zich de moeite willen geven om de verschillende dingen die hij geschreven en gezegd heeft, na te gaan - beter gezegd de redevoeringen van hem die in druk en schrifturen zijn verschenen - die kunnen zich vooral het beste wijden aan de - misschien voor de Westerling wat dichterlijke beschrijving van "De Stille Vijver". Wanneer hij daarin komt dan geeft hij inderdaad een levensbeschouwing ten beste die voor elke Westerling bruikbaar zou zijn, als hij afstand zou willen doen van het verpersoonlijkt aanschouwen van een God of een zending Gods en daardoor zichzelf maken tot centrum van de Goddelijke krachten, zover als hij daartoe in staat is. Vraag: Leiding: Ik heb hier drie vragen. Het lijkt mij wel dat ik ze alle drie ineens kan stellen. Graag een beschrijving van de gewaarwordingen welke door een scheidende ziel worden ondergaan bij de stoffelijke dood en het verdere geestelijke leven in het hiernamaals tot de reïncarnatie. Verdere detailvragen die op bovenstaande vraag direct betrekking hebben: 1. Bestaat er een "eeuwige verdoemenis" volgens de orthodoxe kerkleren, of is dit een verdraaiing van de waarheid, in het leven geroepen door een op macht beluste clericus? 2. Welke is dan de "zonde tegen de Heilige Geest", ook wel genoemd de "zonde die niet vergeven kan worden". Leidt die tot "de eeuwige verdoemenis."? In de Bijbel worden ongetwijfeld toespelingen gedaan op de hel en wel door Christus zelf, bv. "daar zal wening zijn en knersing der tanden" en in de vloekrede tegen de Farizeeërs "hoe zult gij de helse verdoemenis ontvlieden" e.a. 3. Hoe moet een "overgegane" zich in het hiernamaals instellen opdat zo snel mogelijk tot het licht gekomen kan worden. Welke geesteshouding in het hiernamaals werkt belemmerend op het bereiken van het "Licht"? Antwoord: Deze vragen zijn allemaal samenhangend en ik zal trachten zo kort en zo krachtig mogelijk ze te beantwoorden. Allereerst het scheiden van de ziel van het lichaam, wordt over het algemeen ervaren als een betrekkelijk onprettig iets, het lijkt over het algemeen op een soort duizeling die sterk toeneemt, terwijl de ledematen koeler worden, dan krijgt u het idee dat u in zichzelf begint te wervelen, u krijgt over het algemeen de illusie dat u een vlam bent, het is net of dat er een vuur in u brandt dat zeer steil wentelend omhoog snelt en zich buiten uw eigen persoonlijkheid verplaatst, daar komt u tot de realisatie dat u bent. U staat daar als een persoon veel groter in uw gedachten dan de anderen, u kijkt terug op dat lichaam en u denkt dat u dat lichaam nog bent. Vanaf dat ogenblik moet allereerst gerealiseerd worden: ik ben niet dat wat er ligt, maar ik ben wat hier denkt, van daaruit kan komen de herkenning van verschillende gestalten en personen, van daaruit kan men komen tot een groter of minder groter bewustwording van het gebied waarin men leeft, men kan uit de ontmoetingen met anderen bepaalde lering trekken, men komt tot reconstructie van het eigen leven en hernieuwde waardering van alle daden en gedachten daarin en van daaruit komt men tot een tijdelijke rustperiode, die tijdelijke rustperiode houdt op zodra men onbevredigd is met een bestaan dat geen aanvulling van de eigen persoonlijkheid meer biedt. Vanaf dat ogenblik zal men gaan zoeken, zal men werkzaamheden op zich nemen die over het algemeen, ofwel uiteindelijk ressorteren in het naar een hogere sfeer overgaan ofwel in het hernieuwd incarneren op aarde. Een eeuwige verdoemenis kan er natuurlijk niet bestaan, een eeuwige verdoemenis is alleen mogelijk door de mens zelf. God kan niets eeuwig verdoemen want daardoor zou Hij eeuwig zichzelf verdelen, God verdoemt dus niet eeuwig, en als zodanig bestaat er géén eeuwige verdoemenis. 10
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Echter de mens in zichzelf met zijn schuldbesef, wendt zich af van God. Het licht Gods dat wij aanschouwen is voor ons een grote vreugde, maar voor iemand die zijn eigen hatelijkheid daardoor ziet onthuld - en dan kan ik meteen daar de Farizeeën even bij aanstippen, niet waar, die aangehaald werden - die ziet zichzelf als zo iets groots en zo iets moois en nu komt dat licht daar en dat zou hem willen verstoren als een monsterlijk iets, dat kan hij niet accepteren en daardoor vlucht hij voor het licht, dit licht wordt dan een voortdurende kwelling. Eerst bij aanvaarding van het licht komt men dus aan deze verdoemenis, aan de duisternis. Men moet eerst leren in te gaan tot het licht voordat men aan een helse verdoemenis kan ontkomen. Ik geloof dat daarmee eigenlijk alle vragen al beantwoord zijn, maar als u het er niet mee eens bent dan zegt u het maar. Vraag: Ja, mag ik nog wat zeggen? In de Bijbel staat ook dat, als Christus terugkomt om te oordelen de levenden en de doden, dat hij toch tot de schapen gezegd heeft: aan mijn rechter hand en tot de bokken: ga in het helse vuur. Hoe moet ik dat dan verstaan? Antwoord: Nu, u moet dat zo verstaan dat dit helse vuur niet juist is vertaald. Gaat in, in de duisternis m.a.w. incarneer opnieuw en begin opnieuw een wordingsgang totdat u bewust geworden zult zijn. Vraag: Kan dat ook nog als er eenmaal een nieuwe hemel en aarde zal zijn waar Christus ook is? Antwoord: Inderdaad. Kijkt u eens. U moet dat even zo bekijken; dat is historisch. Elke keer zien we weer dat bepaalde historische gebeurtenissen de aarde geheel ontbloten of praktisch geheel ontbloten van het menselijk zijn; wat er overblijft begint dan een nieuw leven. Alle zielen die niet bereid waren om tot God in te gaan, dus die niet de bewustwording reeds hadden ondergaan die het mogelijk maakten hen te verplaatsen in de sferen en daardoor anders gewaardeerd leven - een ander ervaringsleven te doen leiden dat over het algemeen veel vrediger en gelukkiger is - zullen dus hernieuwd moeten incarneren, maar dan in een wereld die ontbloot is van alles en zo kunnen we dus zeggen dat ze eerst weer de tijden van de duisternis moeten doorleven voordat ze hernieuwd tot bewustwording kunnen komen. Dat is hier op deze wereld al een paar keer gebeurd, maar bovendien is het wel gebeurd dat van andere planeten incarnaties naar een nieuwe planeet, of zelfs naar een nieuwe ster zijn gegaan, dus naar de omgeving van een nieuwe ster in een nieuw zonnestelsel. Je moet niet denken dat de Christusgedachte zoals die wordt uitgedragen, inderdaad het gehele Al omvat; het omvat specifiek deze aarde en zijn betrekkingen en al datgene wat op deze aarde leeft. Voor al die andere dingen is door God ook wel degelijk een wet geschapen, die wet die zichzelf daar ook vervult, zodat we ook daar de verlossingsgedachte kennen, ofschoon vaak op een geheel verschillende wijze van de hier heersende opvattingen, maar het is dan mogelijk natuurlijk, dat als men niet rijp is, dat men teruggaat naar een bepaalde ster en als zodanig zou ik u erop attent willen maken dat terugkeer naar de aarde door ons over het algemeen wordt gewaardeerd als een terugkeer in de duisternis. Vraag: In een gesprek met antroposofen kwam de vraag naar voren of het wel de bedoeling van God is dat een mens in trance gaat, dus zelf uitgeschakeld wordt en geen verantwoording draagt voor eigen daden en gezegden. Antwoord: M.i. is het volledig in overeenstemming met de wil Gods, want hij leert ook dat men zich aan God en Gods leiding moet overgeven. Wanneer dit in trance gaan dus geschiedt op de wijze omschreven, zich overgeven aan God, eventueel zelfs met een specifiek zich instellen op God en Gods wil, dan geloof ik niet dat er iets op tegen is. Het is alleen het vrijwillig zich onderwerpen dus aan God en Gods raadsbesluiten en indien dit gebeurt, dan zal God zeker wel de maatregelen treffen dat hier iets goeds gebeurt en niets slechts. Het feit alleen al dat trancetoestand mogelijk is bewijst m.i. reeds dat het in de bedoeling Gods heeft gelegen dat dit gebruikt werd, anders dan zou men ook geen waarde kunnen toekennen aan bv. de profeten, waar van verschillenden wordt opgemerkt in de Bijbel - als u het door wilt lezen, niet waar, o.a. Ezechiël – dat deze op een gegeven ogenblik als het ware door de geest genomen werden. O ja, en nu nog iets - dat schiet mij even te binnen, dat heb ik daarnet even verzuimd om aan te stippen - de zonde tegen de Heilige Geest. Weet u wat de zonde tegen de Heilige Geest is? 11
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Ontkenning Gods; ontkenning Gods maakt alleen mogelijk de eeuwige dood en degene die dit handhaaft die kan dus niet vergeven worden, want hij maakt het zich onmogelijk zich tot God te wenden en keert als zodanig terug tot de chaos. Dus dat even erbij nog, het was mij ontschoten! neemt u mij niet kwalijk hoor. Vraag: Is een grote muzikale figuur bv. Wagner, die behalve musicus ook dichter en filosoof was, in uw wereld nog te beleven en in welk opzicht dan ook? Antwoord: Elke dichter, elke musicus, elke kunstenaar, zal - indien zijn kunst werkelijk een zielsbehoefte van hem was - in onze sferen doorgaan. Wanneer hij doorgaat met werken, dan werkt hij op een andere manier maar op een veel volmaakter manier ook en hij kan dus een veel volmaaktere schepping tot stand brengen. Die zal niet in overeenstemming zijn met werk dat men op aarde van hem kent, maar zal over het algemeen - juist door zijn volledig uitleven van de gedachte en niet met de beperking van middelen zoals de aarde die kent - een vaak wonderlijke grootsheid en schoonheid naar voren brengen en deze wordt dan door ons wanneer wij tenminste ons daarop af kunnen stellen - ook beleefd en is voor ons als zodanig een zeer grote gave. Ja, ik hoef het hoop ik niet elke keer te herhalen, als ik iets onvolledig zeg, of als ik iets verkeerd zeg volgens uw inzichten, vertelt u het mij dan even, dan kunnen we daar even verder over doorgaan. Vraag: Is er in uw wereld nog onderscheid tussen man en vrouw? Spreken vrouwen net zoveel middels een medium als mannen? Antwoord: Over het algemeen is het verschil tussen de vorm man en vrouw alleen nog een uitdrukkingsvorm die gebruikt wordt als we op aarde komen en zelfs hier kunnen we van afstappen, want al zou u het waarschijnlijk niet geloven, maar ik ben werkelijk een vrouw geweest vroeger. Onderscheid bestaat dus verder niet, onderscheid tussen sekse wordt opgeheven, een geest is een geest gelijk, alleen de eigenschappen van de vrouwelijke geest kunnen verschillen van die van de mannelijke geest, kunnen verschillen dus doordat de vrouwen op een andere wijze leven, meer intuïtief over het algemeen, terwijl mannen over het algemeen meer beredeneerd leven. Maar dat is ook niet altijd waar, want er zijn veel vrouwen die beter de zaak beredeneren dan sommige mannen. (Gelach). Vraag: Wanneer u straks dit medium verlaten hebt, kunt u dan ons nog waarnemen en kunt u bv. ook de schilderijen zien die hier aan de muur hangen? Hoe kan iemand, die pas over is aan uitstralingen de persoon kennen? Antwoord: Nu dat is heel eenvoudig uiteindelijk. U bent gewend om de uitstraling altijd met de persoon te verbinden, dus de waarneming van de uitstraling zal de illusie van die persoon bij u opwekken, u heeft dit soms al wanneer u personen zeer goed kent - dus u geestelijk daarmee verbonden voelt hier op aarde - dan voelt u wie er binnen komt en wanneer u aan dit voelen een visuele uitdrukking, uitbeelding, verbindt, dan krijgt u vanzelf dus de indruk dat een bepaald iemand bij u is en zo kunt u heel veel waarnemen en dat is iets wat - vooral wanneer de geest vrij is - zeer snel komt, dus ook vlak na de overgang. Wat het waarnemen van de mensen hier betreft, dat is iets moeilijker. Wij kunnen ze natuurlijk waarnemen, maar we nemen ze waar als geheel en als zodanig zijn we dan ook vaak met een zeer grote groep aanwezig en beschouwen dit als een soort leerzame theatervoorstelling, we zitten hier dus allemaal te kijken als een soort - laten we zeggen - verpleegsters die een cursus volgen in het ziekenhuis, die allemaal zitten te kijken wat de chirurg daar beneden in het theater uitspookt. Wat die schilderijen betreft, we kunnen ze wat vorm betreft niet zien en toch zijn deze schilderijen die hier hangen, voor een gedeelte althans voor ons bijzonder uitdrukkingsrijk, omdat ze nog een bijzondere uitstraling bezitten die voor ons wel zichtbaar is en daardoor voor ons een bewijs zijn dat ze ook inderdaad met onze wereld in verband staan. Is dat voldoende voor u? Reactie: Ja, dank u wel. Vraag: Als man en vrouw meer dan eenmaal getrouwd geweest zijn, hoe staan ze dan tegenover elkaar als ze zijn overgegaan? Antwoord: Nu ik geloof dat dit eigenlijk een beetje een lastige kwestie zou worden als daar de aardse vrouwen nog zouden voortbestaan, maar zoals u weet - of zoals ik u net verteld heb het sekseverschil dat blijft alleen nog als uitdrukkingsvorm bestaan en het seksuele drijven en begeren is althans bij degenen die de wereld van het licht kunnen aanvaarden en willen 12
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
aanvaarden, niet meer aanwezig en daardoor valt dus ook elke reden tot haat, nijd of iets dergelijks weg en zal men dan over het algemeen best kunnen begrijpen dat zoiets gebeurde en als resultaat zal men dan heel gemoedelijk gezamenlijk verder gaan. En wanneer die band met die vrouw sterk genoeg is geweest met die éne man, dan is door de geestelijke band ook de andere daarmee verbonden en krijgen we dus een drietal personen die zeer op elkaar zijn ingesteld en die elkaar soms nog een heel eind kunnen helpen. Vraag: Er bestaan in de wereld velerlei vormen van huwelijken bv. monogamie, bigamie, polygamie en zelfs polyandrie, verder het z.g. vrije huwelijk en het buitenechtelijk geslachtsverkeer. Hoe oordeelt men in uw sferen hierover? Dank u. Antwoord: Nu, ik dank voor de buitengewoon interessante vraag, dus dan is de beleefdheid terug. Dan zou ik eventjes dit willen zeggen: onverschillig welke vorm van huwelijk of huwelijksverhouding wordt aangegaan, geldt voor ons over het algemeen deze stelregel. Dat de innige verbintenis van twee mensen op geestelijke en stoffelijke basis, geestelijk in de allereerste plaats, stoffelijk aanvullend als - hoe moet ik het zeggen - een aardse bevestiging van het contact dat bestaat, dit is voor ons te allen tijde geldig, onverschillig in welke vorm het huwelijk wordt gesloten en in welke verbinding het wordt gedaan. Wanneer in bepaalde behoeften dus veelwijverij, of in andere omstandigheden, veelmannerij tot stand komt, dan kan dit goed zijn, indien inderdaad een geestelijke band bestaat, waar dit uit zuiver utiliteitsredenen gebeurt bv.: ja, ik ben nu toch met de oudste broer getrouwd, laat ik nu maar met de jongste trouwen ook - wat in sommige streken voorkomt - dan achten wij dit niet goed, omgekeerd natuurlijk ook. Wanneer men alleen voor zijn eigen zinnestreling, zonder enige verdere reden, er een aantal vrouwen op na zou houden als dieren, dan geloof ik dat ik mij - niet alleen als vrouw, maar ook als mens - daar zeer sterk tegen zou verzetten en dat ik het als geest in ieder geval afkeur, daar het een aankweken is van de slechte eigenschappen in de mens. Ik hoop dat dit voldoende is. Reactie: Dank u. Vraag: Ontmoet men ook personen uit vorige eeuwen? Hoe verstaan we elkaar en hoe zien we elkaar? Antwoord: Nu verstaan is doodeenvoudig. Ik denk en u denkt, we hebben een aantal denkbeelden gemeen, onze woorden daarvoor zouden misschien heel verschillend zijn geweest, maar we erkennen allebei hetzelfde voorbeeld, als ik denk een boom dan ziet een ander ook een boom en als ik die boom nu denk als lindeboom en hij heeft iets dergelijks gekend, dan zal hij dus ook een lindeboom zien, anders dan ziet hij datgene wat in zijn opvatting het meest aan het ontworpen beeld benadert. Daardoor zij we niet volkomen gelijk in onze uitdrukking maar kunnen we toch elkaar praktisch - zonder enige taalbelemmering erkennen en begrijpen. Het zien is uiteindelijk precies hetzelfde, het is dus het opvangen van een gedachtenindruk die tot een beeldvorming leidt. En wat dat betreft kan ik er ook nog bij verzekeren dat u bij ons mensen uit vorige eeuwen treft, hoor. Er zijn erbij die zijn werkelijk heel oud, maar van onze kant blijven ze gelukkig elegant, dus je kunt drie duizend jaar oud zijn en toch nog knap. (Gelach). Maar dat bestaat dus inderdaad. Vraag: Een manifestatie in een drukke straat in de avond, mee gesproken en verdween als het ware in de grond na 10 minuten. Dit overkwam een jong meisje die van deze dingen niets wist. Hoe kan dit? Van nabij bekend. Antwoord: Nu, ik geloof dat dit geval ook weer heel eenvoudig is, niet waar? Stel u voor dat u bijzonder sterk bent afgesteld op een bepaalde gedachte, dat deze gedachte wordt opgevangen door iemand uit de geest, die kan deze gedachte aanvullen en u krijgt een totale ontmoeting. Daarvoor hoeft dus nog niet eens een absolute verpersoonlijking te gebeuren, dat kan alleen als er gedachtenimpressies zijn - laten we zeggen - een schijnervaring wordt ondergaan, waarin de uitdrukking en de uitwisseling van gedachten echt is, de rest voor anderen over het algemeen niet waarneembaar, dus alleen bestaande voor u. Zou men tot verstoffelijkte dingen willen overgaan, dan geloof ik niet dat dit in een straat zo makkelijk kan gebeuren, ofschoon dit mogelijk is inderdaad, wanneer de lichtsterkte betrekkelijk klein is en het zonlicht weg is, terwijl er geen sterke wind staat en de vochtigheid niet al te groot is. Dat zijn de voorwaarden die eraan verbonden zijn, dan kunnen sommigen zich inderdaad manifesteren, maar algemeen zichtbaar gebeurt dat niet. 13
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Ik geloof dat het verder heel eenvoudig is, die persoon heeft om de een of andere reden iets mee te delen gehad of heeft een mededeling willen hebben, heeft dus een contact willen hebben en hij heeft dat geprobeerd en hij heeft dat inderdaad tot stand gebracht. Reactie: Dank u wel. Vraag: Is het waar, wat ik hoorde vertellen, dat de meteoorregen in Siberië is neergekomen boven de industrieplaatsen? Antwoord: Niet helemaal juist, ofschoon er wel verschillende meteoren de laatste tijd weer in het noordelijke gebied van, nee, het oosten van Rusland, van Wit-Rusland dus en in het westelijk gedeelte van Siberië zijn neergekomen, sommigen zelfs op het Oeralgebied. Daar zijn geen grote industriesteden zwaar door beschadigd. Reactie: Dank u wel. Vraag: Wat is het grote geheim van genezende kracht? Hoe staat u tegenover zelf genezing? In een Soefi-geschrift komt o.a. voor: "Er is niemand in de wereld zonder geloof, het is echter voor onszelf verborgen". Waardoor? Over deze uiterst belangrijke vraag, mysterie, zouden wij graag meer willen weten. Zou u ons kunnen inwijden? Antwoord: Nu, Inwijden is voor mij een beetje teveel gevraagd, vooral om het korte ogenblik dat mij ter beschikking staat, maar dan zou ik dit willen zeggen: iedereen heeft een geloof, maar over het algemeen willen de mensen hun werkelijke geloof niet erkennen, dan vinden ze zichzelf te kinderlijk en ze bouwen zich dan een schijnfaçade op, die ze tegen de buitenwereld zolang vertonen totdat ze zelf geloven dat ze het zelf zijn. Op het ogenblik dat u tot bewustzijn komt dat datgene dat u tegenover de buitenwereld is, niet uw werkelijke persoonlijkheid is en uw eigen persoonlijkheid gaat zoeken, zult u ook uw eigen geloof vinden. En dan is het inderdaad waar dat geen enkel mens zonder geloof is. Wat zelfgenezing betreft indien uw geloof sterk genoeg is kunt u uzelf genezen, of beter gezegd dan bent u nooit ziek. Maar wanneer u dus geloofsgenezing moet ondergaan dan is dat over het algemeen dat uw eigen geloof niet sterk genoeg is en u dus van anderen deze kracht wilt hebben. Dan moet u een ander hebben die zoveel mogelijk zelfverloochening heeft en daarbij dan natuurlijk vol zelfopoffering u de kracht die hij kan ontvangen, doorgeeft. En dan kunt u - krachtens het geloof van een ander - genezen worden en dan behoeft u daar slechts in zeer ver verband mee in relatie te staan. Vraag: Waarom zijn de meeste mensen zo bang voor de dood? Antwoord: Waarom zijn zo veel mensen conservatief en houden ze niet van verandering? Dat is precies hetzelfde. Ik weet wel wat ik heb, maar ik weet niet wat ik krijg. En ik kan mij voorstellen dat het voor veel mensen inderdaad wel een grote kwestie is, want als men terug gaat kijken op hun leven dan zegt men: nu, we hebben uiteindelijk toch maar heel veel kwaad gedaan. En dat is nu weer een natuurlijk pessimisme van de mens, omdat, het meest goede dat men doet, dat onthoudt men niet, omdat men het zelf te onbelangrijk acht. Het is juist de dienst aan de medemens bewezen, die waarde heeft en niet volgens uw oordeel maar volgens het oordeel van de kosmos, dus volgens de kosmische wetten. En daarom weet u ook over het algemeen slechts zelden hoeveel goed u werkelijk heeft gedaan, terwijl datgene wat u aan kwaad heeft gedaan, daar krijgt u altijd uw trekken van thuis en dat kunt u zo op uw vingers narekenen, vandaar een zekere angst. Maar over het algemeen geloof ik dat de mens die werkelijk in God gelooft en in God vertrouwt, toch voor de dood niet zo bang hoeft te zijn en dat het dan meer een usance wordt en dat men zegt: nu ja, ik weet nu eenmaal, ik zit hier en ik heb nog zoveel dit en ik heb nog zoveel dat, ik zou dat eerst wel eens af willen maken. En dan is het gekke, het is net een kous die nooit af komt. Er is altijd wel wat te doen. Vraag: Kunnen wij de inhoud van het boek van Spalding "De Meesters van het verre Oosten" als absolute waarheid aanvaarden? Antwoord: Laten we zeggen: neemt u het als een groot aantal werkelijke waarheden met een symbolisch gewaad omhuld en versterkt met enkele sensationele mededelingen, die niet geheel juist waren, maar die zeer zeker de lezenswaardigheid van het betrokken boek ten goede komen. Vraag: Leiding. Dan heb ik hier de laatste vraag, nu daar kon onze vriend wel de hele avond over spreken. Kunt u ons iets vertellen over de vierde dimensie? 14
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
Antwoord: De vierde dimensie is gelijk aan de tijdlijn van uw dimensionale wereld. U kent een driedimensionale wereld die wordt begrensd door de tijd, elke verandering valt dus in tijdsverband, daardoor wordt deze verandering als naast elkaar liggende. Wanneer deze in de vierde dimensie worden gezien, dan vormen ze één geheel, zodat de gehele wording als het ware samen ligt in de totaliteit, daardoor krijgt men een uitklappen van vlakken dat mogelijk wordt en kan men zeggen dat de werkelijk getoonde vorm niet de vorm is in de vierdimensionale wereld maar daarentegen als het ware uitgebracht - ja het is erg moeilijk om u dat voor te stellen - maar zo bv. dat een 16-vlak uit een enkel vlak wordt gemaakt, wordt uitgeklapt dus in een bepaalde vorm en krijgt men daardoor de reële vorm waarin alle vormen zitten. Denkt u zich bv. eens een bol in, u heeft gewoon een bol, u gaat hem vierdimensionaal zien, dan krijgt u te zien een ovaal waarin een bolvormige opening en een bolvormig gevuld iets d.w.z. de totale samenhang van yin en yang eigenlijk, dus van de twee tegengestelde begrippen als één intergepoleerd door een nieuwe waarde die niet is tijd maar die is wording, die is kracht. En nu heb ik heel veel verteld en nu heeft u er heel weinig van begrepen waarschijnlijk. (Hilariteit). Maar ik zal proberen het heel duidelijk te maken. Stelt u zich voor, u heeft een zaadje in uw hand, dan heeft dat zaadje in uw wereld de mogelijkheid om uit te groeien tot een bloem of tot een boom. Wanneer u het echter heeft, dan heeft u een totaal geslacht van bloemen in uw handen n.l. de totaliteit van de gehele wording van deze bloemenreeks en u ziet ze als zodanig, u ziet al deze waarden gelijktijdig daarin uitgedrukt en u kunt als het ware met streepjes op het stammetje of op het vormpje aan gaan geven: kijk, dit was zo en dat was zo en dat was zo, dit was 3000 voor Christus, dat is 5000 na Christus, is het totaal; tijd uitgeschakeld. Dat is het vierde-dimensionale. Nou vrienden, is er nog verder iets te vragen in de gauwigheid? Vraag: Hoe denkt u over de stigmata? Antwoord: Zijn over het algemeen teken van een sterk beleven van het lijden van Christus, ze kunnen echter ook door andere hysterische reden worden opgewekt want zij zijn een impressie, gemaakt door de gedachte en het beleven van de gedachte - dus de geest - op het lichaam, aldus een verwerkelijking van een geestelijk beleven. Geen klanten meer vrienden? Vraag: Ik wilde graag vragen, met betrekking tot de wereld zelf, ik bedoel de aardbevingen. De aardkorst die is in beweging. Is het mogelijk dat Europa nog geteisterd wordt? Antwoord: U vraagt een voorspelling van mij, die mag ik eigenlijk niet geven, maar zou u het erg onwaarschijnlijk vinden als het gebeurde? Laten we maar zeggen dat er op het ogenblik zoveel vulkanische verschijnselen zijn en aan zoveel verschillende kanten, dat men rekenen kan dat ook Europa er wel degelijk iets van te beleven krijgt. En als u dat verder wilt weten, dan kunt u zich de moeite geven om eventjes te kijken hoeveel tektonische bevingen de laatste tijd geregistreerd zijn en dan zult u vinden dat er o.a. al een vier- of vijftal lichtere bevingen zijn geconstateerd in het noorden van Duitsland, een drietal zwaardere in het zuiden van Duitsland, verschillende in Oostenrijk en verschillende die liggen achter het z.g. IJzeren Gordijn, waardoor o.a. een kleine plaats in de buurt van Praag reeds getroffen werd, terwijl ook in Hongarije enkele bevingen zijn waargenomen. Er zijn dus inderdaad bevingen in werking in de aardkorst en dat zal ook nog wel voortduren, maar de sterkste bevingen zullen toch niet vallen in het Noorden van Europa. Reactie: Ik dank u. Antwoord: Tot uw dienst. Nu vrienden, dan kan ik de zaak gaan sluiten voor vanavond geloof ik en dan ga ik het woord overgeven aan de laatste spreker van de avond. Ik hoop dat ik u tot genoegen heb kunnen beantwoorden. Als er ergens iets is geweest waarin ik niet duidelijk ben geweest, het is uw eigen schuld vrienden, ik heb het u gezegd, dat kunt u navragen. Nu gaat het niet meer dus, goedenavond.
15
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II)
HET SCHONE WOORD
Goedenavond vrienden. Ik mag voor u brengen tot besluit van deze bijeenkomst de rubriek die 'Het Schone Woord' wordt genoemd. Nu wil ik nog eenmaal de nadruk er op leggen wat wij beogen met deze rubriek. Het is niet onze bedoeling u in een verbluffend tempo een sneldicht voor te goochelen, of u een ogenblik te verdoven met wat schoonklinkende woorden, het is zelfs niet onze bedoeling om een bepaalde stelling of these op deze wijze uit te werken op een volledig redelijke en logische manier. Onze bedoeling is de magische werking van het woord die naar voren kan worden gebracht - door intonatie en wijze van plaatsing, door de ritmiek van lettergrepen en woorden - iets meer tot gelding te brengen en u daarmee uit het geheel een kleine gave mee te geven die u misschien een ogenblikje wat mee doet nemen, dat u wat vreugdiger kan stemmen, iets waar u aan terug kunt denken. Ik hoop dat u dit dus wilt begrijpen. Dan zullen wij ons baseren vanavond weer op een 6-tal, 7-tal, 5-tal - dat moet u zelf maar uitmaken - onderwerpen en de wijze van behandeling behoud ik mij voor deze avond, ook weer voor. Reactie: Herrijzenis - Geloof - Vertrouwen - Proza - Vergevingsgezindheid - Bescherming - Een vaste wil - Godbewust, Antwoord: Een zeer mooi iets. Wij kunnen dus zeggen: als men met een vaste wil, een groot geloof en een groot vertrouwen, ernaar streeft om Godbewust te worden, een herrijzenis zeer zeker zal zijn en zeer zeker ook bescherming zal hebben van alle krachten die op God gericht zijn. Is dat voldoende? Reactie: Vergevingsgezindheid. Antwoord: Ja, inderdaad, vergevingsgezindheid heb ik niet in de these genoemd. Er was een duisternis in ’t Al. En sidderend wacht de aarde nu al Eeuwenlang op dat wat komen zal Zij baarde uit haar schoot veel leven, Veel pracht, herrijzenis en dood; Zij heeft volbracht haar taak en is gegaan Haar baan, en wacht nu op het ogenblik Dat zij mag stille staan. De aarde die kan stille staan Een ogenblik, dan snelt zij voort, Maar 't is een nieuwe toon, een nieuwe noot In 't hemels schoon akkoord Dat door de sferen klinkt. Er zingt een nieuw vertrouwen; Er zingt een nieuw geloof De wereld kan weer bouwen, Want met een vast geloof En met een Godsvertrouwen Zijn er mensen gegaan door het leven. En werden zij ook door 't leven beroofd, Ze hebben vertrouwd op hun God; Ze hebben hun God steeds geloofd En hebben met vasten wil Zich vastberaden voortgevochten Naar God, naar het Godbewustzijn, Dat zij allen zochten. En ziet, de wereld was een poel 16
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II) Vol van ongerechtigheid, Maar God, God kennende de mens En ziende alle strijd die werd gevoerd, Was vergevingsgezind. Door hun liefde geroerd Heeft Hij de mensen, Als waren ze kind slechts van Hem, Naar een einde gevoerd. En de aarde stond stil En zij beefde en vocht, Omdat een ogenblik 't kwaad haar verzocht Ze wilde een ogenblik toch nog leven Als vroeger, en heel haar streven Richten op materie, Alleen maar op de stoffelijke mens En verwaarlozende de grens Van de eeuwigheid. Maar het is voorbij; Die tijd gaat 'dra voorbij En zo vol Godsvertrouwen Strevend naar het bewustzijn van God Gaat de mensheid verder Zichzelve te bouwen; Vervult zij, steeds verder, haar lot. En wanneer dan de aarde een ogenblik beeft Wanneer een vreemde ster daar zweeft Wanneer een ogenblik de paniek en angst Zijn losgebroken, Zoals in het verleden En de mensheid gewroken Denkt alle zonden, Luister dan in vast geloof Naar de stem die in u spreekt Van liefde, van vergevingsgezindheid Van wassing der zonde. Want gij, gij die vertrouwt in God, Gij kunt uw wegen gaan. En wat het lot ook brengt Aan vreugde of verschrikking op uw baan, Gij vindt het zalig eind; Gij kunt deez' sfeer verlaten En rijzen in het licht En hoeft niet meer uzelf te haten; Gij zijt op God gericht. En ziet, in u ontplooit zich Schoner steeds Zijn beeld, Een weelde vol van kracht Een pracht die nooit verveelt. Zo wordt dan uit de nacht Waardoor de aarde zweeft, Geschapen God'lijk licht Dat ook in mensen leeft. Gij zult uw wegen gaan En zult uw banen kiezen; Gij zult gewinnen soms, Maar veeleer nog verliezen Dat wat u dierbaar is. Gij zult aan God steeds moeten geven; Gij zult steeds afstand moeten doen, 17
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (II) Dat is het stof'lijk leven En vaak ook leven na den dood, Het leven van den geest. Indien gij slechts in God vertrouwt En geeft Hem onbevreesd Wat 't lot u afvraagt, Dan is Hij degeen die u beschermt Die u bescherming geeft. Dan stelt Hij u de kracht ter zij Die uwe lasten draagt. Zo gaan wij mensheid, zij aan zij, Stof en geest door duist're macht Gedreven vaak, en zonder kracht Door 't leven en vrezen De wraak van onszelf. Maar indien wij vertrouwen op God; Indien wij Zijn liefde beseffen, Dan kunnen wij uit die duisternis Ons vreugdig, ja verheerlijkt verheffen, En vol van nieuw en wonderlijk licht Als bij herrijzenis Stijgen tot God, Waar geen gemis meer mogelijk is en zeggen; Ziet het is volbracht Mijn Vader! 't Leven heb ik U gewijd; Ik leefde door Uw kracht, Door Uw bescherming voort. Ik dank U Vader voor die kracht; Ik dank dat Gij verhoord hebt het gebed Dat ik U heb gericht. Ach Vader, hoe vredig is 't met U te zijn En hoe schoon is Uw aangezicht.
Ik dank u voor uw aandacht. Goeden avond.
18
Zelfbeheersing en Krachten in de nieuwe tijd
Datum:
21-07-1964
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Antwerpen > Antwerpen 1963-1964
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
ZELFBEHEERSING
21 juni 1964 Goedenavond vrienden. Zelfbeheersing is het vermogen, naar ik meen, om je eigen reacties zo zeer te vertragen, dat ze jezelf niet meer verrassen. De mens meent dat zelfbeheersing betekent: Je houden aan regels, aan wetten, een bepaalde houding aannemen. Ik geloof niet dat dat waar is. Zelfbeheersing betekent, volgens mij, in de eerste plaats wel dat je dus niets doet zonder ervan bewust te zijn. Beheersing ligt in het weten, in het bewustzijn, niet in het feit dat je het niet of wel doet. En dan speelt daarbij een tweede factor een rol, nl. de bekende factor begeerte. Wanneer je bepaalde geestelijke stellingen na wil streven ten koste van alles, dan zul je daaruit de kracht putten om de juiste weg in te slaan. Om al hetgeen wat niet noodzakelijk is terzijde te laten liggen. Maar, met dit alles heb je nog niet de zelfbeheersing. Want je laat je een ogenblik overrompelen door emoties, door iets anders, en je hebt het ideaal verloochend. Dan schijnt men wel eens te denken dat zelfbeheersing iets is, nou ja, bovenmenselijk, of onmenselijk. Ook dat is niet waar. Het feit alleen dat buiten het verkeer bij hopen voorbij raast zonder dat er voortdurend ongelukken gebeuren, zonder dat mensen opzettelijk met auto's op elkander botsen, dat is toch ook wel te wijten aan een zekere zelfbeheersing, waarbij men elkaar dan misschien innerlijk uitmaakt voor sloeber, maar voor de rest dan toch verder gaat naar zijn doel. De gehele maatschappij is gebouwd op een zekere mate van zelfbeheersing, alleen, de mensen weten het niet. Zij menen dat zij zich zo gedragen omdat het zo goed is, maar zij hebben van jongsafaan geleerd dat bepaalde dingen goed zijn en bepaalde dingen kwaad. Men heeft hen ertoe gebracht zich "het kwade" te realiseren. Dat "kwade", dat is natuurlijk vaak krankzinnig. Als je in Rusland komt dan leren ze je bijvoorbeeld dat het kwaad is om naar de Kerk te gaan, dat is dan dwaas, waanzinnig, associaal, en er zijn misschien andere streken waar men je leert dat het dwaas, gevaarlijk is van niet naar de Kerk te gaan. Dat hangt wel erg van de mode af. Doordat men echter voortdurend zich bezighoudt met dit ene idee, en dat in wezen de kern is waarop die maatschappij is gebaseerd, komt men tot een gedragspatroon, een wijze van zich gedragen waarin men dus althans in de belangrijkste dingen zichzelf blijft. Nu wil ik u een paar rethorische vragen stellen. Wanneer u gewoon bezig bent in uw leven, laat u uzelf dan soms gaan? Reageert u alleen maar volgens uw ogenblikkelijke ingeving, of remt u uzelf voortdurend af? Wanneer u even eerlijk bent zult u toegeven dat u het laatste doet. U remt uzelf voortdurend af, soms zo sterk dat u dus naar de wereld een heel andere mens schijnt dan u in wezen bent. En wanneer we dan vinden dat diezelfde mens in een omgeving is waarin deze beheersing niet noodzakelijk blijkt dan laat hij zich wel gaan, en dan doet hij wel allerhand dingen die hij naar buiten toe nooit zou willen toegeven. Waarom? Omdat het element begeerte ontbreekt. Iemand die zich buiten kan beheersen kan het thuis ook. Maar buitenshuis is hier een reden voor, binnenshuis niet. Kijk dit is aan een kant voor het thuis zijn misschien een compliment. Je zegt, ik durf hier volledig mezelf uit te leven, mezelf te zijn. Aan de andere kant is het geen compliment voor de mens. Want daaruit blijkt dat zijn begeerte in de meeste gevallen gebaseerd is op de erkenning door de maatschappij. De angst en de begeerte die een rol spelen bij deze zelfbeheersing zijn doodgewoon, aanvaarding, niet aanvaard worden, aanzien, geen aanzien, en wat daar verder bijhoort. Punt 2. Waarvoor is zelfbeheersing eigenlijk nuttig? Ik geloof dat u allemaal zult zeggen, het is vaak nuttig voor kleine en onbelangrijke dingen; bv. voor de omgang met je medemensen. Maar wanneer je jezelf beheersen kunt d.w.z. je eigen reakties zodanig overzien en tot de juiste proporties terug kan brengen, dat je in die wereld acceptabel blijft, dan voorkom je ook eigenlijk dat je met jezelf in strijd bent. De meeste mensen denken dat zelfbeheersing een doel is op zichzelf. En dat kan het nooit zijn. Want daarvoor is zelfbeheersing te weinig, het is maar één enkel aspekt van het leven, niet het geheel. Wanneer ik nu in mijzelf een geloof heb aan bepaalde dingen, en een bepaalde visie, en deze staat in mijzelf vast, dan kan het toch gebeuren dat ik 1
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
daar bijvoorbeeld lichamelijk tegen in ga. Dan heb ik dus niet voldoende zelfbeheersing. Kijk hier gaat nu iets meespreken wat wel belangrijk is. Ik kom met mijzelf in strijd. Die strijd die kan zo hevig zijn dat iemand daar neurotisch van wordt, dat deze een soort zenuwlijder wordt. Het kan zo ver gaan dat iemand eenvoudig vergeet dat hij iets geweest is of iets gedaan heeft en het zich ook nooit kan herinneren, omdat hij zo bang is van wat hij was of deed, dat hij daardoor eigenlijk een onvolledig mens wordt. In deze gevallen is die zelfbeheersing van het hoogste belang, omdat de mens daardoor kan voorkomen dat hij zichzelf verraadt en verloochent. Ik mag hier misschien aan toevoegen dat heel veel mensen dit bewust of onbewust doen. Zij proberen de dingen voor zichzelf goed te praten. Bijvoorbeeld, er is iemand die vroom is, hij zit elke morgen bij de mis enz., maar diezelfde mens is wreed voor zijn medemensen, hij perst ze uit, en wat zegt deze mens nu: "Ja maar, je moet uiteindelijk zaken en godsdienst van elkaar gescheiden houden". En hoe vaak denken de mensen zo, al zeggen ze het niet hardop. Wat gebeurt er namelijk, deze mens gelooft niet in zijn eigen godsdienst. Het feit dat hij zo buitengewoon vroom is, is niet te verklaren uit een aanvaarden van zijn godsdienst, maar uit angst voor datgene wat hij doet, wanneer hij zich niet met die godsdienst bezig houdt. Die mens die wankelt heen en weer tussen twee illusies en bereikt ook niets. Stel daar tegenover een mens die een heel eenvoudig geloof heeft, bv. alleen een van de wetten "gij zult niet doden", zijn hele zelfbeheersing is alleen daarop gericht, dan zal deze mens misschien grote offers brengen, maar hij zal altijd tevreden zijn met zichzelf. En daar bedoel ik niet mee de zelftevredenheid die sommigen bezitten, die zeggen: "Ach ik ben toch uiteindelijk een chique mens, ik ben toch wel een fijne vent." Dat is zelfvoldaanheid op de verkeerde manier. Maar gewoon tevreden met jezelf, tevreden omdat je weet dat je jezelf trouw blijft. En dan volgt mijn laatste vraag: Hebt u wel ooit eens bemerkt dat je de dingen die je het minst zou willen doen, het snelst doet? Misschien hebt u het een enkele keer toch wel eens gezien, in uw eigen leven. Er is bij zelfbeheersing een besef nodig. Ik moet niet alleen mezelf beheersen maar ik moet ook begrijpen waarom. Wanneer ik dit begrip niet bezit, dan bestaat mijn zelfbeheersing niet. Wanneer ik mij helemaal concentreer op een probleem of op een twist, en die zelfbeheersing raakt dus op de achtergrond, dan wordt ik zoals dat heet meegesleept. De ideeën stapelen zich op, de driftbui ontlaadt zich steeds verder en je bent geen redelijk wezen meer. Kijk, dat zijn natuurlijk dingen die erg tragisch kunnen aflopen. Je kunt er je leven mee vergooien, je kunt er anderen mee ongelukkig maken. Je kunt zelfs je geestelijk heil, je geestelijk bewustzijn daardoor ernstig schaden. Hiermee heb ik de hoofdzaken genoemd. Nu is de vraag, hoe kom ik tot zelfbeheersing? Er zijn betrekkelijk eenvoudige regels voor, maar men ziet ze vaak over het hoofd. 1. Ik moet een reden hebben om mijzelf te beheersen. Is er geen reden voor, dan bestaat deze in wezen niet, dan blijft alleen de gewoonte eventueel over. 2. Ik moet in staat zijn mijn eigen reacties te begrijpen, ik moet dus iets van mijzelf weten, ik moet weten wanneer ik woedend wordt, weten wanneer ik onredelijk ben. Ik moet weten wanneer ik verkeerd reageer. Wanneer ik die dingen namelijk weet dan voel ik ze aankomen. En kan ik van tevoren als het ware zeggen: maar hier ga ik niet mee door. 3. Je hebt training nodig. Er zijn dingen die doodgemakkelijk lijken, bv. niet roken. Maar vraag er een verstokte roker maar eens naar. Met deze drie puntjes hebben we weer iets bewezen naar ik meen. We hebben namelijk bewezen dat in de eerste plaats zelfbeheersing zonder meer een leeg begrip is. Pas wanneer zelfbeheersing omschreven wordt, wanneer ik weet op welk terrein ik mij wil gaan beheersen, heeft het zin mij daarmee bezig te houden. Dan zal ik er een gewoonte van moeten maken mij op dit terrein voortdurend te beheersen en geen enkel ogenblik te laten gaan. Dit vergt dus een consequent doorvoeren van uw voornemen. Wanneer je tegen die zelfbeheersing zondigt, er dan niet over heen lopen, het niet opzij zetten, (maar) het openlijk toegeven, ik heb gefaald. Niet alleen tegenover jezelf maar ook tegenover anderen die er eventueel bij betrokken zijn. En voor jezelf ook zeggen, ik stel er iets tegenover. Bijvoorbeeld, ik heb mij niet in het roken beheerst, dan zal ik vanavond geen pint drinken. Of ik heb nu die bonbons niet laten staan, dan zal ik me vanavond tevreden stellen met een appel inplaats van het gewone avondmaal. Het klinkt dwaas en de voorbeelden zijn misschien heel erg aards en gewoon, maar voor de hoogste geestelijke dingen, zoals voor de kleinste stoffelijke, 2
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
gelden deze zelfde regels. Houd je er consequent aan. Alleen door consequent een beheersing door te voeren zonder enige uitzondering wordt zij op den duur zodanig deel van je eigen gedragspatroon dat die beheersing ook feitelijk overal en te allen tijde deel uitmaakt van je bestaan, van je reacties op de wereld. Nog een andere vraag die ook alweer gaat rijzen. Waarom zou ik mijzelf beheersen? Wanneer we nu die wereld even terzijde laten en die sociale verhoudingen en al wat erbij hoort, dan blijkt dat we in veel gevallen onszelf alleen maar beheersen omdat we van anderen beheerstheid wensen. Dan is er een wisselwerking, dan zal mijn gedrag voor mij gespiegeld worden in de wereld. En elke keer wanneer ik mijn eigen beheersing breek dan ontstaat daarop een antwoord, een antwoord dat voor mij een verdere bedreiging van mijn beheersing zal vormen. Die reden van beheersing moet al een heel goed zijn. Je moet werkelijk weten waar je naartoe wilt, wat je gaat doen. En dan kom je vanzelf op een gegeven ogenblik aan de geestelijke kant van de zaak terecht. Wanneer ik mijzelf lichamelijk weet te beheersen dan kan ik mijzelf ook bewust lichamelijk a.h.w. inzetten voor gebruiken, voor de doeleinden die ik innerlijk als juist zie. Het is eigenlijk dwaas dat een mens die aan sport doet daarvoor veel offers brengt, voortdurend traint, en dat een mens die geestelijke wijsheid opdoet, die geestelijk hoog wil stijgen, zich die training eigenlijk niet eens getroost. En wanneer hij het doet, dan is het meestal met het opnemen van de wijsheden van anderen. Wanneer die beheersing die ik nodig heb er een is van geestelijk inzicht, geestelijke erkenning, dan moet ik leven met die intuïtie, die moet ik trainen. Ik moet mijn aanvoelen van de wereld voortdurend toetsen, totdat ik zover ben dat ik zeg, nu wil ik zo gevoelig zijn tegenover de wereld, ik wil deze aflezen en ik lees deze af en dat is mogelijk. U zult nu begrijpen, waarom ik zei, dat wil ik eigenlijk wel behandelen. Beheersing betekent niet het je houden aan regels of wetten. Beheersing betekent bewust handelen, bewust leven, het wil zeggen voor elke daad die je stelt, ja voor elk gewoontegebaar uiteindelijk, verantwoordelijk zijn omdat je het zelf hebt geschapen en het niet door een ander is gemaakt. Er zijn mensen die geloven. Er zijn mensen die gaan hun hele leven ter kerke, maar ze hebben nooit in hun leven werkelijk geloofd. Al datgene wat ze hebben gedaan, is waardeloos, een beetje luiheid, het is alleen maar uiterlijkheid geweest of gewoonte. Nu komt er een mens die zijn leven lang misschien als een varken door het leven heeft gedoold, en die vindt ineens geloof en wanneer hij ter kerke gaat, wanneer hij dit doet, dan is dit met zijn hele wezen, het is als het ware het doel van zijn bestaan geworden. Deze mens vindt in die kerk de kracht die hij zoekt. Denk nu niet dat je hier of ergens anders die kracht kunt vinden. Die kun je overal vinden. In de kerk en buiten de kerken; alleen bij parlementen gaat het minder goed, omdat daar de slaapverwekkende invloeden vaak groot zijn. Maar je kunt overal die kracht vinden. In mijn voorbeeld blijkt dus dat het de gesteldheid en de beheersing is die een rol speelt, niets anders. Voorbeelden vinden we weer in het evangelie, waar de goede moordenaar, let wel, goede moordenaar, de belofte krijgt: "Nog heden zal je met Mij zijn in het paradijs". Wat is hier het geval? Deze goede moordenaar erkent ineens iets in die Jezus dat voor hem belangrijker is dan zijn eigen pijn, dan de verwachting, de behoefte misschien om nog eventjes al stervende zijn haat uit te brullen tegen die wereld. En die paar woorden die hij zegt dat zijn niet een paar woorden, dat is een heel leven. Die mens beheerst zich op dat ogenblik, hij gooit alles, pijn, haat, ellende, angst voor de dood, weg en hij komt met die ene vraag: "Heer, spreek U voor mij tot Uw Vader?" Met die ene vraag heeft hij dus de zelfbeheersing gedemonstreerd op zijn best. Misschien denkt u er anders over? Misschien denkt u, dat is het wonder Gods en zijn genade, maar er was heel wat voor nodig om het te doen. We kunnen die voorbeelden te over vinden, Jezus' eigen gedrag aan het kruis ook. Bewijs van een fantastische zelfbeheersing. Er is een doel, er is een taak en die gaat boven alles. Zo is er in ons een Kracht, er is in ons een Licht, er is in ons een Leven. Wij voelen zelf altijd ook wanneer we in de materie zijn dat het niet deugt, dat er iets beters moet zijn en we weten het niet waar te maken omdat we steeds onszelf verloochenen. Als we onszelf beheersen, wanneer we datgene wat we goed achten op de proef stellen steeds weer, wanneer we onszelf beheersen zover, dat wij al het andere terzijde kunnen stellen, dat we alle zorg, alle leed, alle ellende kunnen vergeten, wanneer dat ene op de voorgrond komt, dan bereiken we wat. Bewustwording is zeker ook een gevolg van het vermogen om een ogenblik in eenzijdigheid het belangrijke van het leven te kunnen kennen en aanvaarden en al het andere opzij te gooien. 3
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
Ik wil hier iets aan toevoegen van deze tljd. De zelfbeheersing van de mensen neemt op het ogenblik voortdurend af, niet toe. In de plaats van een persoonlijk en bewust reageren hebben ze de gewoonte gesteld, de maatschappij, de algemeen geldende regels. Jan staakt en dan moet Piet ook staken, hij weet niet eens waarom, maar ja het is gezellig, we gaan eens een dag vissen, enz. Op die manier leef je niet werkelijk. De meeste mensen tegenwoordig vragen zich helemaal niet meer af: Wat wil ik? Wat is er en wat kan ik er van krijgen? Zij hebben begeerten genoeg maar ze willen die begeerte niet verwezenlijken door een eigen concentratie op het doel. Ze trachten deze te verwezenlijken door de wereld te dwingen het hen cadeau te geven. Het is een generalisatie. Er zijn natuurlijk ook andere en betere mensen dan degenen die ik omschrijf, maar dat is een mentaliteit die steeds sterker naar voor komt. In de laatste maanden zal het u misschien ook opgevallen zijn dat veel mensen zo onbeheerst kregelig zijn. Dat ze schijnbaar zonder enige reden voor een kleinigheid opvliegen, dat ze mistroostig zijn en dat ze zich niets van de wereld meer aan willen trekken, en al die dingen meer. Die ideëen, dat het nou ja wel helemaal verkeerd is en dat het niet meer gaat. Dat is ook een gebrek aan zelfbeheersing. Nu geef ik toe, de tendensen van deze tijd maken het moeilijk. We hebben uiteindelijk te maken met een wereld die bestaat en een totaal nieuwe invloed die daarin werkt, waar je zo gauw geen raad mee weet. Maar wanneer je nu jezelf beheersen kunt dan kan je teminste zien wat dat nieuwe is, dan kan je daar wat mee doen, dan kan je er iets mee bereiken. De mensen doen het niet, ze sukkelen verder op hun eigen manier. En houdt u mij ten goede, er zijn zelfs mensen voor wie het naar hier komen, hier of elders, waar ze lering kunnen krijgen, een gewoonte is. Zij zeggen, wij zullen alles doen meester, wij zullen volgen, gaat u voor. Zeg ons wat we moeten doen en we zullen het doen. Dan willen ze daar wat wijzer uit worden, willen ze daar bewuster van worden. Kunnen ze daarmee iets bereiken? Als u doet wat ik zeg, en er komt morgen een ander en die is nog veel hoger, dan doet u wat die zegt. En uiteindelijk zit u alleen maar met de ellende. Want u weet niet eens precies wat u gedaan hebt en waarom. Maar wanneer je voldoende zelfbeheersing hebt om te zeggen: "Ha, hier komt iemand en die zegt bv. ik ben een meester, of er komt iemand en die zegt, ik heb de oplossing van een sociaal probleem, of ik heb de ware godsdienst, je zegt, neen ik laat me niet overweldigen, ik laat me niet overdonderen, ik wil die sfeer opnemen, ik wil die stellingen aanvaarden, maar eerst wil ik weten hoe ben ik daar tegenover en dan pas zal ik een antwoord geven". Als je zover komt dat je dat kunt doen, dan selekteer je uit het totale leven al datgene wat met jezelf harmonisch is. Er zijn in deze tijd weinig harmonische mensen. Waarom? Omdat ze zich de moeite niet getroosten uit het leven te selekteren wat bij hen past. En dat is de reden dat het op het ogenblik voor een hele hoop mensen een zodanig rare, zo'n roezemoezige, zo'n vreemde tijd is. Dit is de reden dat ze dus eigenlijk niet meer weten wat ze moeten doen. Wanneer ik nog verder moet gaan hierop, dan zou ik willen zeggen, juist in een tijd als deze moet je leren bewust en overlegd te handelen. Wanneer je een besluit hebt genomen laat je er door drijven. Maar weet eerst dat je het besluit genomen hebt, weet waarom, weet wat het voor je betekent. Alleen op die manier kun je in deze tijd iets bereiken. Deze tijd vraagt niet zoals sommigen denken, onmetelijk grote offers. Ze vraagt eenvoudig een verandering van instelling. Ze vraagt dat je het leven, je eigen leven, dat van de wereld reëeler gaat zien, meer zoals het werkelijk is, niet van ik tegen allen en allen tegen mij, maar ikzelf als een bewuste aktie, als een bewust leven waarbij ik het onbelangrijke opzij gooi, dat interesseert me niet, dat komt er misschien in het leven bij, maar wat geeft het eigenlijk. Dat ene, dat belangrijke, dat streef ik na en alles wat met mij harmonisch is dat versterkt mij hierin. Ik selecteer uit het leven niet alleen maar het ideaal, het beeld dat ik na wil streven, in gedrag dat ik voor mijzelf aanvaardbaar acht, neen ik selekteer ook bewust de banden met de wereld. Ik zoek niet een vriend die me nou toevallig aardig aanstaat, ik probeer ook te begrijpen, wat bindt mij met deze mensen en de belangrijkheid van die band voor mij zal de vriendschap bepalen. Zal de verdere verhouding als het ware vastleggen. Als de mensen in deze tijd dat konden doen vrienden, dan zouden ze veel meer zelfbeheersing nodig hebben dan ze meestal tonen. Maar ze zouden ook, en ik geloof dat dit voor hen veel belangrijker is, gelukkiger, bewuster en zelfs welvarender zijn. Want veel van die welvaart van heden is schijn, omdat een voortdurende begeerte u ver opjaagt boven de middelen waarover u beschikt. Tevreden zijn met wat je hebt, weten wat je nodig hebt, dat is de kunst, en die bezit de 4
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
mens van heden niet. En daarom geloof ik dat zelfs materiële welvaart ook uit die beheersing voort zou komen. Vraag: Hoe kunnen we boven onszelf uitstijgen? Antwoord: Hoe wilt u boven uzelf uitstijgen wanneer het bewustzijn gebonden is aan de voorstellingen van uzelf die u nu kent. Hoe wilt u in uzelf of via uzelf een hogere wereld of sfeer bereiken, terwijl u niet in staat bent om uw eigen wezen te zien zoals het waarlijk is, want die mogelijkheid hebt u niet. U zou daarvoor een zodanig hoog bewustzijn moeten bereiken dat men terug kan keren tot bv. de oertypen. Dat men terug zou kunnen keren tot de kern van het eigen ik, maar dan zijn we ook teruggekeerd tot de Goddelijke Werkelijkheid, dan hebben we onze pelgrimstocht volbracht. Het is natuurlijk leuk om als je op een vlot midden in de Oceaan zou zitten, te zeggen: "Wanneer ik nu in dit restaurant zou zijn, dan zou ik dit bestellen en dan zou ik verzadigd zijn." Dat is een droom en dit zoeken om afstand te nemen van jezelf is een illusie omdat je zelf de waarnemer blijft. Hoeveel afstand je ook probeert te nemen, en d.w.z. dat die interpretatie nog steeds de jouwe is, dat je niet de feiten ziet, dat je ziet vanuit jouw bewustzijn, jouw gerichtheid en daarbij alles weergeeft voor jezelf, en ideeën die voortkomen uit jouw opvoeding, jouw achtergronden, jouw religie. Wil je dan afstand nemen. Neen, ik geloof daarom dat dit een theoretisch mooi, maar praktisch niet te verwerkelijken iets is. Ik geloof wel degelijk in een hogere bewustwording, maar ik geloof dat de mens niet moet proberen los te staan van zichzelf en zichzelf te zien. Maar dat hij wel kan proberen om met zichzelf in vrede te zijn, in harmonie. Dat lijkt me heel erg belangrijk. Een mens die harmonisch is geeft aan alle krachten van geest en stof binnen hem gelijke waarden, gelijke kracht, en dan kan iets van het geestelijk weten, het kennen dat in je leeft langzaam gestalte krijgen in meer materiële beelden. Ik geloof dat je eerst moet streven naar die eenvoudige materiële beheersing. Naar dit eenvoudig menselijk zijn, en dat je dan desnoods mag zeggen, er is een noodlot (in de zin van levenslot; Red.) rond mij. Iets wat ik niet kan overzien en wat mij dwingt om bepaalde wegen te gaan. Maar ik zal steeds die wegen gaan zonder mijzelf te verloochenen. Zonder iets te doen waarvan ik niet weet waarom, zonder iets te doen wat ik eigenlijk niet wil. Kan je zover komen met jezelf zonder iets te doen wat je eigenlijk niet wilt, kan je zover komen met je zelfbeheersing, dan geloof ik dat je eigenlijk de top bereikt hebt, de menselijke top, want dan heb je voor het eerst de beheerslng van de materie zover doorgevoerd dat de geest vrijelijk kan gaan spreken, en dat in de hersenen een hele hoop capaciteiten openbloelen die voor anderen niet bestaan. Dus zijn in veel gevallen mensen met hoge theorieën mensen die in feite weinig bereiken. Niet omdat die theorieën verkeerd zijn misschien, maar om de doodgewone reden omdat ze niet in staat zijn deze in te voegen als een funktioneel deel van hun eigen wezen, hun persoonlijkheid, hun bestaan, en daarmee het tegendeel (zijn) van hun werkelijke bewustwording.
KRACHTEN IN DE NIEUWE TIJD
Vrienden, De krachten die het Al beheersen weerspiegelen zich voortdurend in de Twaalf Poorten van het Rijk der Werkelijkheid. Wanneer men uit het gebied van de ene Hemelkracht overgaat tot een heerschappij van een andere Hemelkracht, zo is het noodzakelijk dat de mens zelf zijn weg zoekt en zijn aanpassing. Zijn geestelijke weg wordt niet onderbroken, zijn innerlijke bewustwording wordt niet geremd, maar hij zal moeten begrijpen hoe de Krachten zijn die hem benaderen. Slechts wie weet hoe de kracht hem omringt, wat de invloed is waaruit zijn leven en Zijn wordt geboren, zal in staat zijn ook op de juiste wijze bewust te handelen. Op deze avond hoop ik, binnen de beperkte middelen mij ter beschikking gesteld, een inzicht te geven in deze oude en nieuwe sfeer en Krachten. De tijd die achter ons ligt was er een waarin de binding met de materie steeds sterker moest worden. De geest moest zich ontplooien in steeds grotere vrijheid, het weten moest groeien en sterker zijn, en gelijktijdig moest de materie vast gevormd worden in de handen van de mens die zich zo een waarlijke heerser over zijn wereld moest tonen. Maar ziet, de materie was zo sterk vertegenwoordigd, dat zij een sfeer van gejaagdheid ging 5
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
veroorzaken, sneller en sneller werd het tempo van leven, sneller en sneller werd de poging tot denken en handelen en langzamer en langzamer werd de innerlijke verwezenlijking van de krachten en geheimen die eens in een vroegere periode de grote waarheid waren. Een zinloze gebondenheid aan milieu, een nadruk op al die dingen die uiterlijk zijn heeft daarom de eindperiode ingeluid. Alle dingen zijn tot uiterlijkheid geworden, geloofsvormen zijn zelfs geworden tot een uiterlijk schouwspel, tot een woordenvloed en zee, en niet meer tot een gevoel. De oude leringen van het occultisme moesten worden afgebroken, de wegen tot inwijding moesten worden afgesloten en verplaatst. Ook op de wereld zelf geschiedde er veel. De oude bron van Thibet, waar eens in de kloosters de grote wijzen leefden, werden ontruimd. Verlaten en leeg begon de wereld te liggen in de afwachting van een nieuwe heerser, in afwachting van een nieuwe openbaring. De gedachte dat het stoffelijk feit het geestelljk feit overheerste werd de afsluiting van een periode die in haar begin zo buitengewoon veel en goeds beloofde. Nu treedt een nieuwe tijd naar voren. Een tijd waarin de materie terug moet treden. Waarin stoffelijke welvaart onbelangrijk wordt, waarin alleen de innerlijke waarde en beleving van het leven zin heeft. Waarin de rust gevonden wordt door de communicatie met het Al, door het wegnemen van de te sterk persoonlijke bindingen van het verleden en het daarvoor in de plaats stellen van de volle, de eerlijke aanvaarding van het leven als geheel. De mens, in groepen naar zijn recht strevend de laatste tijd, zal moeten leren als mens alleen voor de mensheid te streven. De groepen die eens in stoffelijke organisatie hun macht moesten zoeken zullen ontdekken dat zij alleen in mentaliteit, in innerlijke zin nog werkelijke betekenis kunnen vinden, en zij zullen hun stoffelijke organisaties laten verbrokkelen, en daarvoor in de plaats opnieuw een innerlijk gevoel van lichtende kracht doen groeien. Er is meer. In het begin van deze tijd, toen de vorige Heerser regeerde, was de magie nog sterk. Niet de magie van het duister alleen, maar van de stemmen van Goden, ook van engelen, spraken door de verschillende profeten van die tijd. In de tempels geschiedden de wonderen. Wonderdoeners trokken door het land, genezend, lerarend en sprekend. Uit die tijd werd (ontstond;Red.) de verstoffelijkte wereld. De profeet van eens is geworden tot de holle theoreticus van deze dagen. De wonderwerker van toen is nu aan een bepaald onderzoek gebonden, chemist, de man van het laboratorium, de ingenieur. Ook dit moet veranderen. De nieuwe tijd vraagt wederom de nadruk op de innerlijke mens maar ook op zijn innerlijke bekwaamheden. Dit tijdperk kan trots zijn dat het grote krachten heeft getemd, tot de kracht van het atoom toe. Dat drievierde van de wereld elektriciteit kent. Het is een grote bereiking, maar de Heerser die komt eist iets anders. Hij eist dat de levende Kracht in de mens deze veel onnodige energiebronnen gaat vervangen, want de mens die (deze) waarlijk in zich gaat dragen, hoeft geen lamp of licht te maken, hij is zelf licht, zijn gebaar alleen schept het lichte rondom hem. Zo wordt de sfeer van de nieuwe tijd er een van een wijsheid en ruimte die haast ondenkbaar zijn in deze periode. Nu reizen de mensen lichamelijk, dan zullen de mensen reizen in de geest. Nu zijn de mensen gebonden aan voertuigen, dan zijn zij zelf het voertuig, door hun wil. Nu aanbidden zij anderen, zij die voor hen het offer brachten. Dan zullen zij hun voorgangers waardig zijn door zelf te offeren. En uit deze grootheid van een nieuwe tijd wordt dan de volgende fase van menselijk zijn geboren. De nieuwe vorm van mens. De nieuwe vorm van geestelijke erkenning. Hoe is dan de Kracht die ons allen regeert. Altijd weer is er in de mens het geheim geweest van het besloten Woord, de geheime Godsnaam, het machtswoord dat werelden blust en sterren doet ontsteken. Dit machtswoord moet opnieuw groeien. De weg daartoe wordt bepaald door de harmonieën van deze tijd. De harmonieën, vallend onder de Heerschappij der Tronen, zullen in deze tijd trachten om de mens te beroeren. In hem het Woord opnieuw te wekken. Het Woord dat is een gevoelswaarde. Een innerlijke erkenning en niet een uiterlijke klank. Zij zal trachten de mens opnieuw te leren hoe te zegenen. Desnoods te vervloeken. Krachten van een oude tijd die voor u tot legende werden, zijn de krachten die de ware toegang vormen tot te minste vijf Poorten van het Hemelrijk. En een van die Poorten is het eindpunt van de weg in de komende periode. U, zoals u hier bent, zult besluiten moeten nemen. U zult beslissingen moeten nemen omtrent uw eigen leven en werken. U zult uzelf moeten oriënteren, volgens de waarden die voor u gelden. Daarom is de eerste Kracht die regeert in deze tijd, de vrijheid van het Licht, de lichtende Adonai 6
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
(Die) zich openbaart, de ster van de oneindigheid geborgen in het centrum van de pulserende schepping, zich openbarend in de vele weerkaatsingen, die worden de wereld van het kenbare. Licht is de Kracht, lichtend is de Werkelijkheid, en uit deze Werkelijkheid alleen zult u beleven. De namen van het verleden sterven. Maar wanneer u de naam van het verleden spreekt en u kent het nieuwe, dan wordt zij u tot een Lichtende Kracht. Meen niet dat het dwaas is om te bidden, dat het dwaas is misschien om u te richten tot een Scheppende Kracht of u mediterend in uzelf te keren. Want dit zijn de dingen die nodig zijn in deze dagen. De Broederschap waartoe ik behoor, heeft voor zich een regel en wet gesteld die in de komende tijd aan de mensheid wordt waar gemaakt. Zij is deze: Hij die zichzelf niet vertrouwt, zal geen vertrouwen vinden bij de Krachten die hem leiding kunnen geven. Wie niet zijn weg wil gaan uit eigen erkennen en uit eigen wil, hij zal niet gedreven worden tot het doel dat hij begeert. Maar gelukkig degenen die in zich de Krachten van de nieuwe tijd voelen, en deze tot uiting brengen volgens hun eigen aard en wezen. Want alle Kracht die de broederschap bezit en alle Kracht van Licht en van de nieuwe Heerser zullen geopenbaard worden in de mens die in vol vertrouwen en uit eigen beweging zijn weg gaat. De Broederschap heeft meer besloten: Zij heeft besloten in de strijd van tegenstellingen in deze dagen in te grijpen. Niet door ze weg te vagen, niet door de mens een voortgaan zonder struikelen mogelijk te maken, wetend dat hij dan toch ten gronde zou gaan. Zij heeft besloten om die mens juist in een heftiger konflikt, in een zwaardere beproeving, in een diepere wanhoop zelfs, te dompelen opdat hij het innerlijk Licht, de juiste weg en waarheid in en vanuit zich zal kunnen ontdekken. Licht en Kracht zijn waarden die in deze dagen alleen gegeven kunnen worden aan hen die niet slechts waardig zijn door het weten en willen maar die waardig zijn door hun streven en aanvaarden. De vuurproef zal moeten worden doorstaan door velen die menen dat dit reeds overbodig werd. Zij zullen opnieuw moeten nadenken over het al of niet aanvaardbaar zijn van datgene wat in hun leven nu een rol speelt. Zij zullen zich moeten bezinnen op nieuwe waarden, nieuwe wegen. Zij zullen zich moeten bezinnen op nieuwe mogelijkheden en Krachten, en de geest die nu vanuit zichzelf een weg kiest in overeenstemming met het Licht zal door de Broederschap zo sterk worden gemaakt, dat hij zijn doel bereikt tegen alle wereld in, indien het noodzakelijk is. Beloften wier waarheid gij zelve zult moeten beproeven. Want de Kracht van de tijd van het heden is rond u. En wat dit zij voor u (wat dit betekent voor u is), dat de golvende onzekerheid, de toenemende opeenstapeling van last en onbegrip en problemen, die voor u het voortdurend zoeken is naar een uitweg die niet te vinden moet zijn. Het is de aantasting van uw omgeving en uw milieu waarin anderen vreemde of dwaze dingen doen, u verwerpen of u ontvluchten, waarin door u niet beheersbare faktoren een rol spelen. En nu dit zo is, is daar de Kracht van Waarheid. De Kracht van deze tijd. Zij is het Levende Licht dat uit de nieuwe Heerser uitgaat over u. Waar u Hem dit Licht beantwoordt maakt het u sterk, en u zult overwinnen. Niet volgens uw beeld, maar volgens de werkelijke feiten. Niet volgens uw illusie, maar in een harde en onveranderlijke werkelijkheid. Deze Kracht wordt u gegeven, en ik kan ze u niet beter omschrijven dan de wijze waarop ze zich aan ons openbaarde en zich binnen korte tijd nogmaals aan ons zal tonen. Als een parel uit vele kleuren schemerend licht. Als een woord dat niet gesproken de stilte luider maakt, (dan) alle rumoer . Een trilling die uw wezen beroert, zonder zichtbare bron. Het besef dat een band wordt opgebouwd als eens de brug waarover naar men zegde, aan het eind der hazen(Germaans vruchtbaaheidssymbool ; Red.) de Walkuren reden, een regenboog van lichte kleuren, zeven in getal, zeven Lichtende Heersers, zeven Krachten. En dan de vijf Dienaren, de vijf tussenkleuren die het geheel tesamen brengen. Dit is het beeld van de Kracht die ons bereikt. 7
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
Een beeld waarin vrede, vreugde en zekerheid (is). Een beeld dat niet rekening houdt met de feiten die u nu meent te kennen, en met de ontwikkelingen die voor u verborgen zijn. Een Licht dat door u vrij te maken, u doet dansen van vreugde. Een Licht dat is een zegening, een sterking, voor eenieder die het aanvaardt en een verblindende flits van licht, en een gesel van Eeuwige Kracht voor hem die het ontwijken wil of verwerpt. Dit is de Kracht van deze tijd. Toch is de boodschap die wij u brengen kunnen een vreugdige. Want ziet, wat vals is zal vallen, maar wat waar is zal sterk zijn en bloeien. Dat wat geslapen heeft zal ontwaken, en de demonie die dreigde te heersen zal inslapen en gebonden zijn. En daarom geef ik u, mijn vrienden, zoals de velen die ik tracht te bereiken, namens de Broederschap op deze wereld, mijn boodschap. Weest getrouw aan uzelf. Niet aan wat u uiterlijk zijt of bezit maar aan wat u innerlijk erkent als Waarheid. Opdat de Kracht die ook de Broederschap voert uw wegen mogen doortrekken en doordesemen, en u sterkend zal mogen maken tot de bron van nieuw bewustzijn, nieuwe kracht en ontwikkeling op deze wereld. Uit de naam van het Genootschap, uit de naam van de Kracht die de Broederschap regeert, uit de naam van de God die ons geschapen heeft beteken ik allen die ze aanvaarden willen deze Macht, deze werking, deze zekerheid, opdat zij die waarlijk aanvaarden gesterkt zullen zijn in de nieuwe tijd en de vernieuwing, volbrengen zullen de werkelijkheid, en in de werkelijkheid zullen vinden de bevrijding van de geest, de bewustwording van de nieuwe tijd, de vrije paden van de innerlijke bewustwording. Goedenavond.
8