3. Esoterie in praktijk
De grondslagen van de esoterie
Datum:
03-08-1956
Soort:
lezing
Reeks:
3. Stem van Gene Zijde > Stem van Gene Zijde III > Stem van Gene Zijde 1955-1956
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
DE GRONDSLAGEN VAN DE ESOTERIE
3 augustus 1956 Goedenavond vrienden, Aan het begin van deze bijeenkomst moet ik voor u het aloude verhaal afsteken, dat wij nu al zes jaar hier in Nederland een paar keer in de week herhalen. Wij doen dit, niet omdat wij dit zo plezierig vinden, maar omdat het nog steeds noodzakelijk blijkt. Op deze avonden behandelen wij uw onderwerpen en behandelen wij uw vragen. Dit geschiedt in onderlinge samenwerking. Maar daar geen van ons al zó ver gevorderd is, dat hij het totaal van alle waarheid kan overzien en wij ook nog niet zo ver zijn gekomen, dat het voor ons onmogelijk is geworden dat wij fouten maken, wordt u ernstig verzocht, goed na te denken, zelf na te denken. Het is voor ons van minder belang, hoe u over ons denkt. Wel is het voor ons belangrijk, dat u zult erkennen, dat al wat wij naar voren brengen, gefundeerd is op waarheid, die in uw eigen wereld bestaat en ook in de onze kenbaar is. Vandaar dit voorwoord: u moet zelf nadenken. Zelf denken, opdat u - als spiritist, of ongelovige, als katholiek, of protestant - juist door het overdenken van wat wij gezegd hebben, ergens een korreltje waarheid zult vinden, dat u wilt meenemen en behouden. Want dit laatste is het doel van deze bijeenkomst. Zo, nu kan ik dan over het onderwerp van deze avond gaan spreken. Ik wil dan met u gaan spreken over: De grondslagen van de esoterie. Dit is natuurlijk een onderwerp, waarover zeer veel te zeggen zou zijn, maar ook in weinig woorden kan iets gezegd worden. Het onderwerp werd door ons al meerdere malen behandeld. Toch wil ik hiervoor nu weer uw aandacht vragen, daar de esoterie juist in de komende tijden zo belangrijk is. Trouwens, ook nu is zij voor menige mens al van groot belang, want, wanneer wij zo eens rond ons kijken, dan blijkt aan alle kanten, dat de mens zoekt naar nieuwe wegen, nieuwe oplossingen voor zijn problemen. Hij doet dit soms zelfs onbewust. Maar te allen tijde zien wij hem streven naar een grotere eenheid, een groter onderling begrip, inniger samenwerking en meer zekerheid. Een treffend voorbeeld daarvan zien wij in de verschillende kerken, die thans binnen de oecomenische gemeenschap samenwerken. Voorbeelden daarvan zien wij ook in de samenwerking tussen Boeddhisten en Islamieten, die in steeds grotere mate plaats vindt. Wij zullen overal voorbeelden hiervan kunnen vinden, waar de mens zoekt naar een stoffelijk, of geestelijk houvast. Nu kunnen al deze organisaties en gemeenschappen de mens een uiterlijke sterkte geven, maar het is toch uiteindelijk de innerlijke mens, die onafhankelijk van anderen de weg moet vinden tot een leven en een levenshouding, die voeren tot een doel, dat werkelijk het nastreven waard is. Het is de mens zelf, die geleid door wat er in hem leeft - niet door wat er buiten hem gedaan, of gezegd wordt – die moet komen tot realisatie van de Grote Waarheid, die het werkelijke houvast is. De grondslagen van de esoterie zijn met een paar woorden op te sommen. Niet de uitwerking hiervan. U alles uiteen te zetten, wat de esoterie de mens brengt, zou vele uren kosten. Dat zou teveel gevergd zijn voor een avond als deze. Maar de eenvoudige grondslagen zijn toch ook zeer belangrijk. En die kunnen wij dan gezamenlijk wel even overwegen. In de eerste plaats: "Het is het zelf denken en het zelf doen, die de mens eerst waarlijk tot mens maken". Dit zult u wel allen met mij eens zijn. Een mens die wordt voortgedreven, die zich laat leiden door bepaalde vormen van bestuur, door dwang van kerkelijke richtingen, enz., zonder eigen beleven en innerlijke overtuiging is geen mens meer in de ware zin van het woord. Als nu allen nog schapen waren, dan zouden wij in deze beeldspraak als eigenschap de onschuld aan kunnen nemen. Maar in de meeste gevallen zijn juist dergelijke mensen de ware nihilisten van deze tijd en gaan zij met hun uiterlijk geloof zó dom en dwaas te werk, dat zij niet alleen hun eigen leven, maar daarnaast ook de eigenlijke waarden van hun kerk, of organisatie, vernietigen. Om echter ook innerlijk werkelijk te leven zijn twee dingen noodzakelijk: het denken en de daad. Meen niet, dat je het wel alleen met woorden af kunt. Dat gaat niet. Denk ook niet, dat de daad alleen voldoende is. Eerst wanneer de daad geboren wordt uit de overlegde gedachte en niet uit 1
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
het instinctieve denken, krijgt zij werkelijke waarde voor ons wezen. Eerst wanneer iedere daad opnieuw een bevestiging is van wat wij in ons gevoelen als een noodzaak, verkrijgt de daad ook een innerlijke waarde, die vastgelegd, zowel in het menselijk deel van het bewustzijn, als in het geestelijke vermogen, ons verder zal brengen tot nieuw en dieper geestelijk beleven. U ziet het, deze dingen zijn eenvoudig. U had het zelf ook wel zo kunnen zeggen, maar het wordt maar al te vaak vergeten. Esoterie is dan ook niet ingewikkeld. Men meent vaak, dat de esoterische beschouwingen gebaseerd moeten zijn op een duistere mystiek, op sombere overpeinzingen en lange, vervelende filosofieën. Niets is echter minder waar. De tweede grondregel, die ik naar voren wil brengen, zegt: "Esoterie is het innerlijk beleven van de waarden, die in de kosmos rond ons bestaan". Heel kort gezegd zo. Met één enkel zinnetje. Maar het is moeilijk dit te volbrengen. Om werkelijk te komen tot een beleven van de kosmos, van de werkelijkheid, die er kosmisch bestaat, moet men a.h.w. buiten zichzelf kunnen treden. Men mag niet meer zo alleen maar aan zichzelf en de eigen ideeën vasthouden. Men moet niet meer alleen alle overpeinzingen over mogelijkheden beperken tot een vaststellen, wat u zou doen, of wat er zou gebeuren, wanneer u nu eens een keertje de baas zou zijn. U moet mee kunnen leven met andere mensen en andere dingen. Je moet niet alleen maar medelijden hebben met een andere mens, maar je moet het lijden van een ander ook zo, zoals het die ander treft, kunnen begrijpen. Men zal dan misschien minder medelijden hebben, of tonen. Ongetwijfeld zal men veel dieper door weten te dringen tot de kern van het leven van die mens. Juist hierdoor zult u ontdekken, hoe ook in die andere mens de grote wetten leven, die in uw eigen bestaan weer voortdurend op de voorgrond komen. U kunt zeggen: "Maar rond mij is er toch zoveel, dat mij als mens werd gegeven. Ik, mens, vorst van de aarde, ik regeer. Die vlinder is schadelijk. Dood haar. Die hond bevalt mij niet. Laat hem afmaken! Die kat maakt mijn tuintje vuil. Voer haar maar gebakken spons!" U denkt nu misschien, dat deze dingen zelden voorkomen. Maar een dergelijke houding tegenover de schepping hebben meer mensen dan u beseft. Zelfs veel zogenaamde dierenvrienden. Zij beschouwen het dier als iets, dat je een beetje kunt bemoederen, maar dat in ruil daarvoor dan ook verplichtingen tegenover de mens heeft. Ook dit is niet waar. Men moet begrijpen, dat het leven van de dieren, ja, van de dode materie rond u, een complex geheel is, waarin verschillende krachten en waarden werkzaam zijn. U moet leren begrijpen, hoe deze dingen u en uw wereld ervaren. Dan kom je dichter bij een begrip van de kosmische waarden. Niets voor niets wordt dan ook van de ware esotericus gezegd: "Ofschoon hij een door hem verkoren weg zal gaan, zal hij toch nimmer eenzijdig zijn." Ook dit is begrijpelijk. Wij kunnen tesamen komen en zeggen: "Ach, wij hier bij de Orde weten het zo goed, die anderen zijn, nu ja, een mindere kwaliteit". Ik wil natuurlijk niet zeggen, dat dit voor kan komen in een Orde der Verdraagzamen, maar het is ongetwijfeld toch een houding, die wij op veel gebieden op de aarde steeds weer ontmoeten, maar wìj kunnen dit eenvoudig niet zeggen. Al kiezen wij nu toevallig deze weg, misschien voor de gehele bewustwording, of een deel daarvan, dan wil dit nog niet zeggen, dat een ander diezelfde bewustwording niet op een andere weg zal vinden. Het is niet wat er gezegd wordt, het is het ritueel niet, of de sfeer, die de bewustwording bevordert, maar het is de innerlijke toestand, die steeds weer bepalend is. U wekt deze gesteldheid in u door een bepaalde weg te kiezen, u versterkt uw eigen wezen door a.h.w. in gewoontevorming verder te gaan, zodat voor de geestelijke processen steeds meer kracht vrij komt. Door het vormen van de gewoonte zal het stoffelijke en verstandelijke deel van het leven steeds minder energie van u eisen. Om u hiervan een voorbeeld te geven: u gaat altijd naar de kerk. Nu biedt die kerk u wel veel, u voelt zich er dan ook wel thuis, maar u wilt toch wel een een keertje horen, wat men bv. hier zegt. U komt dus hier. U kijkt naar de omgeving. U bestudeert het fenomeen. U luistert naar de manier van voordracht, u hebt uw oordeel te vormen over bestuursleden, medium, aanwezigen, de zaal enz. Maar bent u dan eigenlijk niet een beetje verstrooid? Zelfs indien u ingespannen luistert, zult u toch te veel tegelijk moeten verwerken. Wanneer dominee of pastoor voor u met de omgeving en handelingen een normaal gekend verschijnsel is, dan zult u, zoekende naar waarheid in zijn woorden, door kunnen dringen tot de kern daarvan, tot de eigenlijke bedoeling. De wijze van betogen is u bekend. U kent het publiek en de omgeving. U kunt dus met heel uw wezen in die woorden opgaan. Wanneer u de eerste avond hier komt, gaat dat nog niet. Vaak gaat het ook nog niet op de tweede en de derde avond. U meent misschien van wel. Maar u kunt nog niet doordringen tot de werkelijke kern van wat er gezegd wordt. Het blijft voor u nog te veel aan de oppervlakte. 2
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Maar wat hebben wij juist voor een esoterische bewustwording nodig? Verdieping. Een verdieping in jezelf. Doordringen tot in de kern van je eigen wezen. Uzelf innerlijk kunnen confronteren met woorden en vragen, die niet alleen maar worden uitgesproken, maar in u worden gewekt. Het zal dus begrijpelijk zijn, dat een ieder, die streeft op deze wijze, op de duur zich een weg kiest. Mogelijkerwijze zal hij die weg op een bepaald ogenblik voor een andere weg verlaten. Dat zal niemand van de bewusten hem euvel duiden. Maar men gaat slechts één weg tegelijk. Een proberen om meerdere wegen gelijktijdig te volgen, betekent teveel verwarring, teveel in het "Ik" naar voren komende strijdvragen. Dan maak je het jezelf te lastig en komt dus ook niet verder. Heb je je een weg gekozen, dan ga je die weg verder tot er een ogenblik komt, dat je zegt: "Hier vind ik niets nieuws meer. Dit is voor mij nu dood". Zodra dit gebeurt, is het tijd, dat je verder gaat. Men kan dus ook niet eenzijdig zijn. Vandaag behoort u tot de O.D.V., maar morgen misschien weer tot een andere groep. Nu bent u misschien katholiek, maar morgen vangt de theosofie uw belangstelling geheel. Overmorgen bestudeert u misschien het oud-Boeddhisme. U kunt dus niet goed zeggen, dat dit of dat, beter is. U kunt alleen maar zeggen: "Deze weg kies ik mij". Heb je je weg eenmaal gekozen, dan dien je die verder te gaan, tot je bewust, wetende waarom, die weg geheel bewust weer verlaat. Eigenlijk zijn dus de achtergronden van de esoterie niet zo bijzonder groot en blijven de grondslagen heel eenvoudig. Als je het goed beziet, dan weet je al die dingen eigenlijk wel. Maar je past ze niet toe. Je houdt je er niet mee bezig. Juist daarin schuilt het grote gevaar. Wat leert ons Appolonius - een van de grote leraren - op dit gebied? "Slechts de mens, die niet spreekt zonder te denken, die niet handelt zonder te denken en die nimmer denkt zonder te bidden, is in staat door te dringen tot de grootste geheimen". Dit is een waarheid, vrienden, die zó alomvattend is, dat zij ons een volledig beeld geeft, zowel van de beginselen als van de achtergrond van de esoterie. Denken kun je natuurlijk te allen tijde. Je denkt aan zo vele dingen. Denken zonder bidden wil echter zeggen: denken vanuit menselijk standpunt. Je alleen maar op het "Ik" baseren. Daarom zal juist de bewuste mens niet denken zonder te bidden. Nu zegt u misschien: "Wat is dan dit bidden?" Bidden is heel eenvoudig: één zijn met God. Hoe je dat doet, maakt weinig uit. Of je het nu doet met woorden, met eentonige herhaalde gebedsformules, of je het krampachtig zoekt in opgevoerde concentratie, of het tracht te beleven in de bezonkenheid van de comtemplatie, bidden is en blijft: één zijn met God. Innerlijk één zijn. Maar wanneer je je steeds realiseert, dat er een Scheppende Kracht achter je staat, dat de Scheppende Kracht naast je staat en in je wezen zelf ook woont, dan wordt al je denken mede bepaald door deze God, door de onvoorstelbare Kracht, Die ergens leeft, Die je niet kent en waarvan je toch aanvoelt, dat Zij heel je leven is. Dan kun je daardoor alleen al niet meer eenzijdig, of egoïstisch gaan denken. Dan wordt, of je het nu weet of niet, zelfs de meest triviale gedachte onttrokken aan de verstikkende sfeer van het "Ik"-denken. Dan wordt je gewekt tot een groter bewustzijn. Een bewustzijn, dat misschien wel niet de kosmos omvat, maar dat de kernwaarden van de kosmos erkent in alle wereld, in alle omgeving. Wanneer je God ziet in elke medemens, indien God voor je leeft in de bomen, de planten en in de dieren, wanneer God spreekt in de regen en in het stralende zonlicht, hoe kun je dan nog ontevreden zijn? Hoe kun je dan nog onoverlegd handelen? Hoe kun je dan nog anderen schaden, of onrecht aandoen? Het is de eenheid van de mens met het Al die de grondslag is van het esoterische denken, van het esoterisch zijn. Het is vaak gemakkelijker je te verschansen achter wat grote woorden. Je komt er al snel toe om te zeggen: "Voor mij met mijn geestelijke ontwikkeling, met mijn hoog geestelijk denken, is deze taak te gering." Het is makkelijker om te zeggen: "Ik heb mijn tijd nu nodig voor comtemplatie, die mens wacht wel." Maar goed is het niet. Het is niet goed, omdat je dan God niet ziet in de dingen rond je. Wat helpt het je te trachten door te dringen tot het diepst van het Al om God daar te zoeken, wanneer God naast je leeft in de mensheid en je loopt Hem daar voorbij? Wanneer God Zijn grootheid en schoonheid aan je openbaart in de planten en je ziet het niet, wanneer elk dier in zijn gratie de uitdrukking is van een eigenschap van het Alscheppend Vermogen en je meent de dieren alleen te moeten zien als een soort gespuis, waar je als mens over heerst? Laten wij eerlijk zijn. Wat kun je anders zeggen dan dat zonder God niets gaat? Leven en bewustwording zonder God is niet mogelijk. Toch was Appolonius aan wie ik deze uitspraak ontleende, niet zo zonder meer een vrome man. Hij was niet alleen een leraar of een magiër, maar ook een mens. Een mens met alle fouten en gebreken van de mens, maar ook met alle goede kanten van het mens-zijn in zich. Omdat hij de eenvoud vond met de kosmos en bij 3
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
elke daad het Goddelijke principe kon zien in alle dingen rond hem, kon hij de leraar blijven. Zelfs wanneer hij ten nadele van anderen handelen moest, - dat is n.l. meerdere malen gebeurd erkende hij altijd weer het Goddelijke principe in de schepping rond hem, zelfs in zijn tegenstanders. Daardoor kende hij geen haat en kon hij de grote ingewijde zijn en blijven. Ik kan natuurlijk terug grijpen op gedachten van heel andere mensen. Maar of ik nu grijp naar de gedachten van Rama-Krishna, of naar de denkbeelden van Krishnamurti, naar het verleden of de moderne tijd, de kern blijft in alle gevallen gelijk: u leeft. Niemand anders kan voor u uw leven leiden. Toch leeft u niet als gescheiden eenheid temidden van een vijandige wereld, - ook al lijkt dat soms wel zo - maar u bent te allen tijde deel van de grote eenheid. Een onverbrekelijke band bindt u aan al het zijnde. De aarde, die u draagt, is aan u verwant en de mens, die u als uw vijand acht, of die u minacht, is met u verwant. Geen gedachte in het Al, geen geest in een sfeer, die niet tevens een deel is van uw wezen. Het principe van de eenheid is de kern van de esoterie. Zeker, u moet leven, want u bent het bewustzijn. Wanneer u zich als Kaïn de vraag laat stellen; "Waar is uw broeder? Wat hebt u met uw broeder gedaan?" Dan kunt ook u niet antwoorden met: "Ben ik mijns broeders hoeder?" of met een: "Wat gaat het mij aan?" Uw bewustzijn stelde u in deze wereld, met deze mensheid. Indien u een deel van de schepping die u kent, verloochent, of een mens verloochent, dan verloochent u ook een deel van uzelf. Dan verloochent u de eenheid, waaruit alles is opgebouwd. De eenheid, die voor u tot een brandpunt komt in uw eigen wezen en die, of u het wilt of niet, in geheel uw wezen, in uw handelen en streven tot uiting komt. Dat is het enige, waar het om kan gaan. Nu heeft men natuurlijk op vele wijzen getracht deze gedachte verder uit te werken. Men heeft gezegd: men moet het bezit van allen gelijk maken, men moet een ieder het zelfde loon geven. Wij moeten zorgen, dat niemand gebrek heeft en dat niemand rijk is. Men heeft gezegd, je moet communist zijn, of socialist. Men heeft ook gezegd op grond van deze zelfde gedachte: ieder voor zich en God voor ons allen. Maar bij al deze gevallen heeft men één ding vergeten: Een uiterlijke wereld kun je misschien dwingen, maar nooit de innerlijke wereld. Het bewust verantwoording dragen voor je medemensen, voor de maatschappij, kan niet voortkomen uit uiterlijke dwang. Geloof mij, het kan in een maatschappij wel eens goed zijn, dat er een geleide economie komt, een politieke eenheid misschien zelfs. Maar deze dingen betekenen niets, wanneer de mensen deze niet innerlijk beleven. De esoterie geeft aan, waar het in feite om gaat, vrienden. Datgene, waar alle andere stellingen omheen dwalen. De kern: u bent - zelfs zoals u hier zit mede verantwoordelijk voor alles in de wereld, wat ook in uw leven komt. Alles waarmee u persoonlijk in aanraking komt, alles wat u dient, of door u gediend wordt, is mede uw eigen verantwoordelijkheid. Uw daden moeten de weerspiegelingen zijn van de wereld, waarin u leeft, maar een spiegeling ook volgens het bewustzijn, dat in u gegroeid is en in u zich steeds verder en zuiverder openbaart. Wanneer ik dit zo zeg, denkt u misschien: wat heeft nu bv. politiek met esoterie te maken? Wanneer ik u over andere mogelijkheden op aarde, zoals maatschappelijke vormen, zou gaan spreken, zou ongeveer dezelfde vraag in u opkomen. Het antwoord is dit: Alles wat de mens doet, wat de mens beleeft, wat de mens nastreeft, heeft met de esoterie te maken, omdat de esoterie een weg van de innerlijke beschouwing en de zelfbewuste uiting is. Niet slechts van het "Ik" zelf, maar van het bewustzijn over alle wereld. Dit maakt het mogelijk, dat alle idealen, die de mens heeft opgebouwd, ook op sociaal en politiek gebied, een werkelijkheid worden. Want het is de innerlijke mens, die de wereld uiteindelijk bepaalt. Verbaast het u, dat deze grondbeginselen zeggen: Eeuwig is de mens. De eeuwigheid in de mens moet gerealiseerd worden, opdat de mens eeuwig zou zijn in zijn bewustzijn en zijn handelingen. Klinkt het raadselachtig? Het is toch eigenlijk zo duidelijk. Wij zijn eeuwig. D.w.z., zolang als onze wereld bestaat, bestaan wij. Misschien zal die wereld eens uitblussen en verdwijnen. Wij menen van niet, maar wij kunnen het niet zeker zeggen. Hoe het ook zij, het is zeker niet: "Wanneer ik sterf, o wereld, sterft gij met mij", maar: "Wereld, zolang gij leeft, zal ook ik leven". Eeuwig is de mens. "Mens-zijn" wil zeggen een functionerend deel zijn van het grote geheel van de Schepping. Maar eerst, wanneer de mens zich daarvan bewust wordt, eerst wanneer hij dit element van tijdloosheid in eigen gedachten en gedragingen weet in te vlechten, vindt hij de mogelijkheid om waarlijk de Goddelijke Waarden in zich te realiseren. Wanneer je haast hebt, loop je zelfs jezelf voorbij. Wanneer je haast hebt, beschouw en beleef je de dingen niet werkelijk. Dan is het alles te vluchtig. Wie een eeuwigheid voor zich heeft, kan het 4
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
zich permitteren, om geestelijk of stoffelijk, steen na steen te vormen en in te voegen in de muur van bewustzijn, de muur, die zijn wereldbeeld en uiting is en hem nog vaak afsluit van de werkelijkheid. De mens is een architekt. Hij draagt een bewustzijn in zich omtrent wat de wereld zou moeten zijn. Menige mens is een slechte architekt, maar dat hindert niet. Naarmate je bouwt, zul je wel moeten merken, dat veel van je bouwsels foutief zijn. Maar goed of slecht, je moet bouwen. Niet alleen voor jezelf. Zonder haast. Niet zoals sommige mensen doen, die een carrière hebben. Naar zo iemand staat een ieder te kijken als een rijzende ster aan de financiële hemel, als het komend licht van de wetenschap, of van de filosofie. Het zijn ééndagsmensen. Meestal één-dagsmensen. Want wat blijft er van hen over? Denk eens aan het financiële rijk van Ivan Kreüger. Hij was de grote magnaat. De man met belangen in veel fabrieken, met invloed op elke markt, Een man, op wiens woord elke bank onbeperkte bedragen af zou geven. Hij zag zijn rijk ineenstorten en beëindigde zijn leven op de meest jammerlijke wijze. Die man had haast. Hij nam risico's, die hij eigenlijk niet nemen kon en werd tot oplichter, omdat hij zich de tijd niet wilde gunnen een gemaakte fout te herstellen. Hij werd het middelpunt van een monsterachtige financiële samenzwering. Omdat hij geen tijd nam om terug te schouwen en zich te zeggen: "Goed, dan begin ik opnieuw, want ik heb toch nog tijd om mij zelf een goed leven te bouwen". Hij wilde machtig zijn en rijk. Hij had geen tijd om te wachten op een zaak, of op een genot, dat hij begeerde. Hij had altijd haast. Natuurlijk zal niet iedereen op dergelijke ongelukkige wijze aan zijn einde komen, ook al heeft hij steeds haast. Maar wel kunnen wij zeggen dat de meeste levensbouwsels, die zo tot stand komen, al heel gauw en vaak al bij de minste beroering, tot instorting komen. Wat heb je eigenlijk aan een dergelijk wereldbeeld, aan zo'n leven, aan zo'n carrière? Is het niet beter om grein na grein, weten, kennis en bewustzijn bijeen te garen? Om de wereld misschien langzaam, maar dan ook onophoudelijk te helpen verbeteren en vormen? Beter, dan voor kleine dingen grote revoluties te verwekken, beter dan grote dingen voor de duur van enkele dagen te bereiken, waarom je medemensen je dan benijden en bewonderen? Iemand heeft eens gezegd; het was ook een esotericus: "Wanneer men mij benijdt, om wat ik in de stof bezit, gevoel ik mij ongelukkig. Want dan weet ik, dat ik gefaald heb. Doch indien men mij zou benijden om de rust in mijn wezen, dan zou ik mijzelf gelukkig prijzen en liefdevol de hand uitstrekken om deze rust ook aan mijn benijders mede te delen". Hij begreep de grondslag: je hebt alle tijd. Maar wil je werkelijk wat bereiken, bouw dan eerst die innerlijke vrede op. Heb je die gevonden, dan duurt zij eeuwig, of zolang als je zelf bestaat. Dat gaat niet meer te gronde. Wat je verwerft aan geestelijk besef en bewustzijn, verwaait niet. Dat is een koninkrijk, dat je gesticht hebt, een kapitaal, dat je bijeen gaart voor alle tijden. Dat blijft. Wie langzaam en onophoudelijk verder gaat, wetende, dat iedereen, ook al gaat het nog zo langzaam en duurt het misschien langer dan het doven en weer opflitsen van de sterren, de tijd zal vinden voor een volledige bewustwording, hij heeft geen haast. Wanneer wij maar niet het werk, dat wij eens goed gedaan hebben, later weer afbreken. Daar komt het op aan. Esoterie wil ook zeggen: Geduld hebben. Kunnen wachten. Esoterie wil niet alleen zeggen, de sleutels verkrijgen, die voor jou de geheimen van de kosmos openbaren, of aan de voeten van de meester zitten en je vol drinken van zijn wijsheid zonder er zelf iets aan te doen. Esoterie wil niet zeggen, een plotseling gebeuren. Het is geen wondermiddel, waardoor je nu opeens hoog geestelijk bewust, of helderziende kunt worden, waardoor je zonder meer de innerlijke vrede kunt verwerven. Esoterie is de lijst van materialen, die je krijgt in je leven. Het is de kern van alle gedachten. Wanneer je uit die kern voor jezelf de brokstukken weet te vinden, die bij je wezen passen, waarin je op kunt gaan, of waarmee je kunt leven, dan kun je daarmee voor jezelf langzaam misschien, maar zonder ophouden, bouwen aan een wereld, die groter, beter, edeler en reëler zal zijn, dan wat je nu kent. Een wereld niet alleen voor jezelf, maar voor allen, die deel uitmaken van je wereld. Dat is de kunst en de kern van het esoterische streven, vrienden. Nu zouden wij nog iets over de achtergrond ook moeten praten. Maar wat kan ik daarover anders zeggen dan: op de achtergrond van alle esoterie schuilt God en het beeld dat Hij wekt in de mens. Er zijn veel beelden voor God en Almacht. Beelden, die in de geheimen van de natuur beschreven zijn. Geheimzinnigheden. Maar op de achtergrond steeds weer hetzelfde: het grootse raadsel van het begin. De eerste oorzaak. De eerste Kracht, die het leven baarde. Daar begint het mee. Wanneer wij alle achtergronden zouden hebben geschilderd, alle leringen en leraren zouden 5
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
hebben beschouwd op hun waarde, indien wij zouden doordringen tot de kern, dan vinden wij bij alles steeds weer hetzelfde: God, God en nog eens God. Al noem je het ook met duizend ver schillende namen, duizend keren anders. Dan vinden wij daar eenheid, al meenden wij eerst nog zo grote verscheidenheid te beleven en te zien. Dan vinden wij een waarheid, die groter is dan al wat wij, verwaten, als waarheid durven beschouwen, terwijl het in werkelijkheid een leugen van gedachten, een leugen der zinnen is. De achtergrond is eenvoudig, de grondslagen zijn eenvoudig. De kern van al deze dingen ligt in ons. Maar dit bewust te beleven is niet eenvoudig. Wij zijn allen bereid van buiten af elke hulp te aanvaarden. Wij willen gaarne gesteund worden en geleid. Wij willen opgenomen worden en als kinderen omhoog worden gedragen, tot wij uiteindelijk in de schoot van het Goddelijk Gebeuren gedeponeerd worden, herboren en één met het Al. Maar zoeken en werken in onszelf, dat is zo moeilijk. Per slot van rekening ben je toch maar een simpel mens, of een eenvoudige geest Waar dan te zoeken? In het voorgaande zit wel een waarheid. Er leeft wel een kern in. Maar als je dit alles wilt aanvaarden, dan moet je dat geliefde beeld van jezelf in je verbrijzelen. Dan moet je je beeld van de wereld veranderen. Dan moet je anders denken en anders ervaren. Dan mag je jezelf niet meer bedriegen. Dat is lastig, erg lastig. Toch komt er een ogenblik in elk mensenleven, in elk geestelijk bestaan, dat deze weg de enige blijft, die nog gaanbaar is. Er komt een ogenblik, dat geen genadeleer, geen geheim, geen Yoga-school en geen magische scholing u nog verder kan brengen. Het punt, waar je vastloopt, omdat de wereld buiten je nu zoveel tegen je gezegd heeft, als je binnen jezelf kunt verwerken. Dan moet je wel eerst in jezelf verder gaan en daar een nieuwe weg vinden. Eerst daarna kun je weer verder groeien. Je wordt je weer meer bewust en begrijp je meer de achtergronden van de dingen. Langs deze weg dring je door tot in het wezen van de dingen en kun je uiteindelijk zeggen: "ja, nu ken ik de beginselen van de esoterie, nu begrijp ik de kern en de achtergronden ervan. Nu heb ik een weg gevonden, die ik desnoods alleen kan gaan, omdat ik in mij een eeuwige kracht heb gevonden, die meer is dan alle wereld en alle bestaan, die meer is dan alle vreugde en alle smart." Dit zijn een paar punten, vrienden, die ik u gaarne ter overweging wil aanbevelen. Ik moest kort en schetsmatig zijn. Maar toch, welke leer u ook bent toegedaan, of u Christen bent, of iets anders, welke meester u ook volgt en eert, denk erover na. U zult uw eigen leer hierin gespiegeld vinden. U vindt hierin ook uw eigen streven en leven. Voor de mens, die verder gaat dan het dier, is uiteindelijk de esoterie de enig mogelijke weg. Onverschillig waar men van uitgaat, in welke vorm men haar belijdt. Verder hoop ik, dat, wanneer u de juistheid van mijn woorden erkent, u niet zult zeggen: "dat hebben zij daar gezegd, dus daar ga ik naar toe" maar dat u zult zeggen: "waarnaar hunkert mijn hart? welke leiding zoek ik? welke bewustwording zoek ik?" Wanneer u deze vragen hebt beantwoord, hoop ik, dat u zult zeggen: "zie, deze weg ga ik, tot ik niet meer verder kan". Dan hebt u voor uzelf, maar ook voor ons en heel de wereld iets gedaan, dat zeer belangrijk is. Dan hebt u het Geestelijk Licht binnen het Al, binnen het geschapene vergroot, zodat Gods Licht meer kenbaar wordt voor hen, die leven binnen de schepping. Ik dank u voor uw aandacht. Goedenavond.
INNERLIJKE EN UITERLIJKE GODSDIENSTBELEVING, MYSTIEK
Goedenavond, vrienden, Wat zal vandaag het tweede onderwerp zijn? Vraag: Zou u een verhandeling willen geven over de uiterlijke en innerlijke godsdienst. Daarbij ook behandelende de mystiek en de waarde der symboliek i.v.m. beide, Henri? Spreker: Mag ik voor het begin een kleine opmerking maken? Wie ik ben doet op het ogenblik minder ter zake. Ik vind het erg leuk, dat u mij allen bij naam verwelkomt. Maar als u meent, dat ik op dit welkom meteen zal beginnen idioot te doen, hebt u het toch mis vandaag. De uiterlijke godsdienst dient eigenlijk de uitdrukking te zijn, die men geeft aan zijn innerlijk ervaren en zijn geloof aan God. Een uiterlijke godsdienst belijd je dus dan, wanneer je overtuigd 6
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
bent, dat je op deze stoffelijke en uiterlijke manier God het beste bewijzen kunt, dat je je één met Hem voelt, ofwel dat je hem onderdanig bent. Want dat verschilt nog wel eens. Innerlijke godsdienst is weer heel iets anders. Godsdienst betekent God dienen. Om God te dienen moet je in de eerste plaats aan een God geloven. Elke godsdienst wordt dus geboren uit een innerlijk geloof. Wanneer wij die twee vergelijkend naast elkaar zetten, dan kun je ze zo omschrijven: innerlijke geloof is dat deel van mijn leven, dat ik niet als bestaand bewijzen kan, maar wat mij om te leven een noodzaak is. Terwijl uiterlijk geloof de vorm is, die door de meesten in mijn omgeving wordt aanvaard en daarom - of ook wel om andere redenen - door mij dienstig wordt geacht als tongbelijdenis, als uiterlijk vertoon van dienst en aanvaarding. Wat ik in mij geloof, is een deel van mijn wezen. Dat kan ik niet verloochenen. Als ik dus geloof in een God die te vriend gehouden moet worden, dan zal ik logischerwijze in het leven buiten mij naar een methode zoeken om die God te benaderen. Wij vinden dan ook in de erediensten over het algemeen het offer. De aard van het offer kan verschillen. Een oud gebruik bij de Germanen bv., was om bij het overschrijden van een vloed een muntstukje in het water te gooien. Bij het drinken van een glas mede (honingdrank; Red.), of bier, gooide men de eerste scheut op de aarde. Dit waren offers aan de Goden, die men hiermee op deze wijze trachtte te apaiseren (tevreden te stellen: Red.). Men wilde immers met die Goden gaarne in vrede leven en dacht zich die Goden als een soort mensen. De bovennatuurlijke kracht was een noodzaak voor de mens. Hij kon niet geloven aan iets zonder bovennatuurlijke waarden. Maar hij kon zich toch ook weer niets meer voorstellen dan een menselijke God. Een menselijke God zal natuurlijk hetzelfde vertonen, wat ook de doorsnee mens heeft. De doorsnee mens is hebzuchtig en van een dergelijk soort goden moeten dus de meeste ook hebzuchtig zijn. Voldoe dus aan deze hebzucht en je kunt hun gerust een gunst vragen. Teminste, zo geloofde men. Deze offers waren in de eerste plaats uiterlijk. Zij waren slechts zelden oprecht gemeend. Het offer was soms een gewoontegebaar, soms een bijgeloof, soms een ceremonieel, terwille van de omgeving, of eigen angst, aanvaard en als verplichting opgenomen. Denk maar aan de Grieken. Er waren Grieken genoeg, die zeiden: "Ach, Goden bestaan er niet. De Olympus is alleen maar een berg. Zeus is alleen maar een aardige figuur…, om de zeegod niet te vergeten! Toch gingen zij naar de tempels en brachten offers. De Romeinen deden het nog erger. Die maakten er vaak een publieke vermakelijkheid van en gingen offerdiensten organiseren, zoals u naar de bioscoop gaat. Alleen kwam dat toen wel een beetje duurder. Dat was alles maar uiterlijk. Maar als het nu van binnen uit komt, wanneer je het gevoel krijgt dat je iets offeren moet, dan is je eigen leven, is je eigen innerlijke gesteldheid daar onmiddellijk deel van. U hebt het misschien zelf wel eens meegemaakt, dat u van binnen zo gelukkig was, dat toen u een bedelaar zag zitten - een echte, of een onechte, want daar heb je ook namaak onder - en naar een gulden greep. U had wel niet veel, maar u moest een ander ook iets geven. Kijk, dat is nu een werkelijk offer. Een uiting van uw innerlijke gesteldheid, van uw innig beleefde vreugde. Dan komen wij tot de ware offerdienst. Op die manier krijgt ook een ritueel zin. Als je zoiets terloops doet, dan bevredigt het je niet altijd, dan betekent het niets. Maar wanneer je van binnen zo echt gelukkig, of ongelukkig, bent, dan wil je daaraan uitdrukking geven op een manier, die gedistilleerd (de essentie omvat; Red.) is, die alles omvat. Een manier, die het mogelijk maakt aan het innerlijk beleven uiting te geven zonder de noodzaak te scheppen allereerst te moeten zoeken naar een juiste uiting. Bv. een katholieke begrafenisplechtigheid. Denk eens aan de gezangen. Het "Dies Irae", een ''Miserere". Wat ligt daar niet een totale weergave van de menselijke wanhoop, maar ook van het roepen tot God in u. U kunt dan zeggen dat wij een ritueel krijgen, waarbij elk woord, elke daad, heel de handeling, wordt gedragen door het innerlijke bewuste zijn. Dus een weerspiegeling is van de toestanden, die in de mens bestaan. Sterker nog, die soms ook uitdrukking is van zijn innerlijk geloof. Wanneer je aan een graf staat en er wordt gesproken: "Stof zijt gij en tot stof zult gij vergaan", dan is dit de uitdrukking van iets, wat je innerlijk weet. Wanneer daar dan achter wordt gevoegd, dat de genade Gods tot de hemelen je verheft, dan ligt hierin iets van je eigen goedwillendheid tegenover de dode. Deze woorden en dit gebaar zijn dan ook geen vaststelling, maar een smeken aan God om eenheid. Wanneer je je daarvoor iets getroost, onverschillig wanneer, tijd, moeite, of geld bv., dan kun je zeggen: "Hier heb ik nu een innerlijk beleefd offer, een innerlijk beleefd ceremonieel ook." Een ceremonieel is eigenlijk onnodig. Maar zelfs wij, die toch, naar ik meen, heus niet zo pompeus, zo plechtstatig zijn, komen vaak tot een ceremonieel. Denk maar na. U houdt allemaal uw mond. Er wordt een kleine inleiding met vaste inhoud gehouden. Daarna gaan wij op een bepaalde wijze te werk met wat wij u willen zeggen. Dat is eigenlijk ook een soort ceremonieel. 7
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Waarom? Omdat wij trachten een bepaalde sfeer te wekken, ons wezen te projecteren in de mensen op een wijze, die eenheid schept. Wij zouden het op een andere manier ook wel kunnen, zelfs wel hier in deze zaal. Maar men moet zich aanpassen aan de omgeving, aan de mensen. Men moet één zijn met hen. Door die eenheid vind je dan een mogelijkheid tot een hoger bewustzijn, een beter doordringen in het Goddelijke, een beter wekken van de krachten die je begeert, wat dan zonder dat (niet) mogelijk zou zijn. Zo komt het dan, dat veel godsdienstige belevenissen op de duur in een ceremonieel werden vastgelegd. Denk niet, dat de ceremoniën zinledig zijn. Of het nu de manier is, waarop een dominee een zegen uitspreekt, of een zegebede richt tot God, dan wel de manier, waarop een pastoor naar het altaar loopt, of de manier waarop een boeddhistische monnik in Tibet een gebedswiel zit te draaien en een Muzelman de kralen van zijn gebedssnoer telt, het is eigenlijk in wezen allemaal hetzelfde. Het is een ritueel, maar het wordt gebruikt voor het wekken en aantonen van een innerlijke gesteldheid. De veelheid van gebeden, die met het gebedswiel rondwentelen geven de illusie van een voortdurend contact met God, met het Grote, met het Scheppende Vermogen en daarop verheft zich het innerlijke wezen van de gelovige, of priester, die het gebedswiel draait. Het geloof, dat Jezus neerdaalt op het altaar, de eerbiedige nadering van het Grote Offer, mede beleefd door de begrijpenden onder de gelovigen. Het betekent niet, dat Jezus zo maar op dat altaar neerdaalt zonder meer. Het betekent, dat al die mensen zich geheel concentreren op Jezus en door Jezus op Zijn Vader. Zo trachten zij zich tot God te verheffen. Elke handeling van het ceremonieel bouwt mede deze spanning op, geeft een nieuwe impuls, waardoor het beleven mits je begrijpt en meeleeft - en ook het begrijpen een hoogte bereikt, die ver boven de eigen oorpsronkelijke vermogens uitgaat. Maar als je een ceremonieel niet begrijpt, wordt het belachelijk. Als je binnen komt in een synagoge en je hoort een joodse voorzanger zijn vreemd oosterse loopjes en uithalen zingen, dan doet dat een beetje komisch aan. Wanneer je die mannen ziet staan met hun gebedskleed, de rollen aangegord, dan, ... als je niet begrijpt, wat het alles betekent, krijgt het een belachelijk aanzien. Als je een dominee hoort galmen zonder te begrijpen wat de achtergrond kan zijn, dan is die meneer, die staat te donderen en te roepen over dood, verdoemenis, hel en genezing, ook maar een vreemde, belachelijke figuur. Om nu nog maar niet te spreken over de druk heen en weer dribbelende priester, die op het altaar schijnbaar niets beters te doen heeft dan van rechts naar links en van links naar rechts te gaan. Dan krijgt het alles iets ridicuuls. Iets, waar je over zou kunnen spotten. Maar de mens, die verder doordringt dan de oppervlakte, begrijpt, dat al deze dingen zin hebben. Wanneer je dan in een van die kerken komt, of het nu een synagoge komt, of een katholieke kerk is, of het een vrijzinnige, of een zeer orthodoxe gemeente is, of je een dienst meemaakt in een boeddhistische tempel, of een godenverering meemaakt bij de Hindoes, dan kun je door de gedachtensfeer te aanvaarden, al heel veel meemaken van wat er leeft aan krachten, aan werkelijkheden achter al deze dingen. De mystiek gaat verder. De mystiek, die in elk geloof verborgen zit, toont ons de innerlijke beweegredenen tot al deze uiterlijke handelingen en daden. Zij toont ons het vreemde, niet altijd te begrijpen beeld van het Goddelijke, dat in onszelf woont en associeert dit met verschillende gedachten, woorden, daden, belevingen, enz. Is het een wonder, dat een waar mystikus in de eerste plaats ook een waar gelovige moet zijn? Niet in de kerkelijke zin misschien, maar dan toch in de zin, dat hij een innig en werkelijk beleefd geloof in zich draagt. Anders heeft de mystiek geen zin meer. Er bestaan mystici…. , als je die meemaakt lijkt het wel, of zij er een soort geestelijk puzzlehoekje op na houden. Zij draaien het ene raadsel na het andere, zij praten over grote geheimen en het blijft alles hol, leeg, dor, droog. Dan komt er een mens die ook mysticus is en met een paar eenvoudige woorden roert hij je. Je weet eigenlijk niet eens heel goed wat hij zeggen wil misschien. Maar je beleeft het. De mystiek gaat van het innerlijke uit en vindt haar uiting juist door de projectie van innerlijke waarden op uiterlijke waarden en omstandigheden. Wordt de beleving geformaliseerd, dan komen wij weer tot het ceremoniële. Maar betekenis heeft dit alleen, zoals gezegd, wanneer er een innerlijk en werkelijk geloof achter staat. De grote fout, die de meeste mensen maken is deze: zij denken, dat je door je bezig te houden met de mystiek, of dit nu oosterse, of westerse is, je je zonder meer kunt verheffen, dat je daardoor iets krijgen kunt, zonder veel moeite krijgen kunt. Zij menen, dat een half onsje aandacht aan de mystiek gewijd, beloond zal worden met een pond bewustzijn, als interest. Ho maar! Zo gaat dat niet. Mystiek moet je doorleven en doorvoelen. Je moet je baseren op je innerlijk geloof. Je mag het zelfs niet formaliseren in een 8
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
dwingende vorm. Elk innerlijke beleving vraagt een uiting. Daarvoor leeft u op aarde, of in een lagere sfeer ook. Je moet uitdrukking geven aan wat je bent. Dus ook aan wat je gelooft. Maar het geuite geloof is jouw uitdrukking. Wanneer je met verschillende gelijkdenkenden dat geloof formaliseert, dan is dat goed, zolang je het eigen beleven daarin nog geheel kunt vinden. Maar anders heeft het geen waarde. Het innerlijk geloof moet dus te allen tijde de dragende kracht zijn voor alle uiterlijkheid, ook voor het uiterlijke geloof. Het uiterlijke geloof is gebaseerd op de mystiek, die het innerlijk beleven weerspiegelt en neerlegt in het ceremonieel, de gebruiken, de offergang en offerdiensten, waardoor dan dus het innerlijk beleefde als een vaste waarde buiten het "Ik" kan worden gesteld. Heb je het zo ver gebracht, dan ben je net ver genoeg. Je kunt mysticus zijn zonder een geloof te hebben, dat ook anderen aanvaarden. Maar niet zonder geloof. Je kunt een oprecht innerlijk geloof hebben, ook al heeft verder niemand in de wereld, of in het Al daar deel aan. Maar tot een uiterlijk geloof kun je alleen maar komen, wanneer je met vele anderen tesamen gebonden bent in éénzelfde geloven en éénzelfde beleven daarvan. Een ceremonieel, dat je alleen zelf volbrengt, zal meestal niet erg plechtstatig, of groots zijn. Het blijft, zoals de gewoonte, die de Germanen hadden met dat muntje, of dat stukje spijs. Zoiets in het water te gooien vóór je een rivier oversteekt, is uiteindelijk ook een ceremonie. Maar zij is persoonlijk. Op het ogenblik, dat wij te maken krijgen met een werkelijk uitgebreid ceremonieel, weten wij, dat dit alleen maar kan, doordat het gezamelijke beleven van een groot aantal mensen er achter staat. Overigens schuilt daar nog een groot gevaar. Een ceremonieel, dat niet oprecht beleefd wordt door het grootste aantal der aanwezigen, vermindert de waarde, die het heeft, ook voor de werkelijk gelovigen, die aanwezig zijn. Zoals de mystiek in het holle en lege gepraat van sommigen, die niet de innerlijke waarde daartoe bezitten, kan worden tot een hinderpaal i.p.v. een middel tot bewustwording voor degenen, die werkelijk geloven en werkelijk naar waarheid zoeken.
SYMBOLEN EN HUN UITDRUKKINGSWAARDE
Vraag: En de uitdrukkingswaarde van symbolen? Spreker: Dat had ik er eigenlijk ook maar meteen bij moeten zeggen. U hebt gelijk. Het symbool krijgt pas enige waarde, wanneer achter een bepaald beeld, teken, enz. voor mij een reeks van begrippen schuilt, die voor mij hierdoor geheel worden uitgedrukt. Het symbool is dus een soort van stenografie. Het toont mij, wat ik in mijn wezen draag en herinnert mij aan veel meer, dan ik op het ogenblik meteen zou kunnen zeggen. Voorbeeld: Het kruis als symbool van het christendom. Het kruis symboliseert heel het scheppingsverhaal. Heel het leven van Jezus op aarde. Diens kruisdood, Zijn gedachtengangen, de reactie van het christelijk beleven op de maatschappij. Dit alles is dus vastgelegd in een teken. Het is het symbool, niet alleen maar van Jezus, maar van veel meer. Het is het teken voor alles wat christendom heet en door het christendom wordt beleefd. Neem een ander voorbeeld, laten wij bv. de passer nemen. Die staat wel degelijk als werktuig ook voor een fase van geestelijke ontwikkeling, van innerlijke bewustwording. Zij is het werktuig dat je in handen krijgt, wanneer je een zekere weg hebt afgelegd en dus al op een bepaalde trap van bewustzijn staat. Zij maakt het je mogelijk de cirkels te tekenen. Dus de belangengebieden van mens en geest te bepalen en zo weer het Goddelijke te vinden. M.a.w., de passer is het symbool van een handwerk, een levensbeschouwing. Maar ook van een eigen beleven, van een geloof aan de mogelijkheid tot bereiking en beeld van bepaalde factoren binnen het Goddelijke, die je in deze fasen van zoeken meent te kunnen vinden. Het symbool heeft dus als uitdrukkingswaarde de betekenis, die de mens erin legt. Nogal simpel. Wat meer is: het symbool zelf wordt voor ons tot een verkort schrift, waardoor wij zonder bewust alles te overdenken, alleen al door het beschouwen daarvan ons kunnen realiseren: dit is er in mijn geestelijk beleven als waarde, dat is er in mijn bestaan, dat zijn de waarden, waar ik naar streef. Er bestaan ook symbolen, die alleen, of hoofdzakelijk, betrekking hebben op het stoffelijke bestaan. Die hebben ook voor de mens eenzelfde betekenis. Alleen staan zij dan voor een reeks van handelingen, die niet zo snel te realiseren, of te volvoeren zijn, maar toch in het ene teken worden uitgedrukt. Neem nu eens als een bekend symbool, een door allen gekende uitdrukkings9
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
waarde, het magische zinnetje: "De Nederlandse Bank betaalt aan toonder". Het symbool van een maatschappij die uiteindelijk moet berusten op een onderling vertrouwen en onderlinge samenwerking, wil men binnen die maatschappij kunnen komen tot een verwerving, of een bereiking. Dat zou u zo niet zeggen. Maar ook dit zijn symbolen. Degene, die een muntbiljet beschouwt en zich realiseert: "Hier heb ik een gewoon stukje papier, dat voor een deel misschien met de waarde van goud wordt gedekt, maar zeker niet helemaal en toch kan ik daarvoor kopen, toch zal een ieder dit ruilmiddel van mij aanvaarden", die zal zich veel dingen gaan afvragen. Hij zal zeggen: "Vertrouw ik de mensen niet te ver, wanneer ik dit geld voor mijn prestaties aanneem? Vertrouwen de mensen ook mij niet, wanneer ik dat geld geef, of krediet krijg". Want ook daar kennen wij een symbool in het dagelijkse leven: het doodgewone kruideniersboekje. Het feit, dat men u iets wil leveren, ook zonder dat u daarvoor onmiddellijk een tegenprestatie levert. Een symbool van het fatsoen van de mensen, waarin de doorsnee mens nu eenmaal gelooft. Vraag: Wilde u zeggen dat er maar weinig symbolen zijn met een vergaande uitdrukkingswaarde? Antwoord: Het wemelt ervan. De meesten kijken alleen maar naar de grote en gewichtige symbolen, zoals het kruis met de rozen, of naar het gewone kruis, lettercombinaties, naar samengestelde beelden als passer en hoek (winkelhaak; Red.). Wij kijken naar de cirkel van de eeuwigheid, of naar de 8 van de oneindigheid. Maar er zijn veel en veel meer symbolen. In heel het leven blijkt, dat, wanneer aan een bepaalde voorstelling of uitdrukking een reeks van realisaties kunnen worden verbonden en deze binnen het "Ik" bestaan, waardoor het symbool aanvaard wordt, dan heeft het symbool zijn uitdrukkingswaarde bewezen, het heeft bewezen, dat het in ons leeft. Zo wordt het dan de uitdrukking in kortschrift van ons eigen beleven en de waarden, die leven binnen ons, in de stof of in de geest Vraag: Hebt u wel eens gehoord van symbolen, die het mannelijke en vrouwelijke boven elkaar weergeven? Wat bepalen die? Antwoord: Ik heb er wel eens van gehoord, maar het zijn geen symbolen, die ik bij voorkeur in het openbaar bespreek. Er zijn altijd wel weer mensen, die er iets anders achter zoeken, dan er achter steekt. Het symbool van het mannelijke, waaronder het vrouwelijke, is het teken van de materie die eerst tot ontwikkeling kan komen, als het bewustzijn zich daarin openbaart. Daar laat ik het lekker bij. Ik geloof, dat wij er nu onder de hand wel zijn. Ik ben natuurlijk mijn bewonderaars en bewonderaarsters erg dankbaar voor de welwillende geluiden, waarmede zij mijn komen en waarschijnlijk ook mijn gaan begeleiden. Ik voel mij altijd erg gevleid door zoiets. Maar dat gemompel is eigenlijk ook een symbool, weet u dat? Een symbool van het feit, dat de dwaasheid op deze wereld vaak meer gëeerd wordt dan het verstand. Ik hoop echter, dat u mijn dwaasheid ook een beetje symbolisch wilt bezien, zodat ik er achter mag voegen, dat ik dan de schijnbare dwaasheid vertegenwoordig, die op wijsheid is gebaseerd. Dat is nu eens geen opschepperij, want ik hoop werkelijk, dat ik het al zover gebracht heb. Goedenavond.
VRAGENRUBRIEK
Goedenavond vrienden, Persoonlijke vragen mogen in deze rubriek niet worden gesteld. Worden zij toch gesteld, dan worden zij door ons alleen beantwoord in zoverre dit voor het algemeen belangrijk kan worden geacht. Vraag: Wat is de symbolische betekenis van wat wij in Genesis 15 lezen: "Op Abrahams vraag aan de Heer, hoe hij zou weten, dat hij Kanaan erfelijk zou bezitten, kreeg hij opdracht te nemen een 3 jarige vaars, een 3 jarige geit, een dito ram, een tortelduif en een jonge duif en deze tegenover elkaar te leggen. Dit deed Abraham en hij deelde ze middendoor, maar het gevogelte deelde hij niet. In zijn daarop volgende droom zag Abraham, dat de zon onderging en het duister was en ziet, daar was een rokende oven en een vurige fakkel, die tussen die stukken doorging." 10
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Antwoord: Wanneer hier een offer wordt gebracht, dan valt ons allereerst op, dat hier sprake is van 3 jarige dieren. Drie is een getal, dat - zoals u weet - de drie-eenheid weergeeft, ofwel het getal van het Goddelijke in verbinding met de Schepping en de mens. Wanneer hij de zoogdieren deelt, dan is dit, omdat zij in hun uiterlijk twee maal het getal 2 dragen. Het getal 4, het getal van het dier, is echter als symbool niet aanvaardbaar. Vandaar dit delen. Het gevogelte deelt hij niet. Het is geheel in overeenstemming met de al bestaande offergebruiken. De droom, die volgt, geeft de toekomstige ontwikkeling aan. Weliswaar zal hij het land erfelijk bezitten, doch voor het zover is, zal er nog veel strijd zijn. De zon zal ondergaan en zijn geslacht zal worden weggevoerd. Ook zijn zonen zullen naar Egypte worden gevoerd. De huidige toestand zal dus niet blijven bestaan. Vandaar, het symbool van de dag die verdwijnt. Een vurige fakkel: het volk, door de fakkel, waaruit Jahweh spreekt, voorafgegaan, zal terugkeren en een licht zijn in het land boven het licht dat daar nog staat. De oven is in de eerste plaats als werktuig te zien. Conclusie: in de duisternis van het land zal, geleid door het licht, het zaad van Abraham eens de overwinning behalen en zo het land bezitten. Vraag: Enige weken geleden is gezegd, dat in het oude Egypte papieren met de leprabacil werden besmet. Mij werd verteld, dat deze bacil geen leven kan hebben buiten de wonden van de lepralijder. Kunt u op een voor de leek begrijpelijke wijze een verklaring geven? Antwoord: Voor de leek begrijpelijk? Dat zal op enige moeilijkheden stuiten. Ik zal echter trachten dit te doen. Lepra wordt veroorzaakt door een bacil, die weefselontbinding veroorzaakt, waardoor dus etteringen optreden en progressief weefselverval. Zij kan alleen bestaan, wanneer de bacil voortdurend door een levend organisme wordt gedragen. Zij moet dus een menselijke, of dierlijke gastgever hebben om actief in leven te blijven. Met veel andere bacillen heeft echter ook de verwekker van de lepra dit gemeen: wanneer zij in koude van bepaalde grootte, of in een grote droogte komt, terwijl later de maximum temperatuur een bepaalde graad niet overschrijdt, dan komt zij tot een inkapseling en staakt de levensfunctie, zonder de levensmogelijkheid te verliezen. Op een dergelijke wijze ingekapseld bewegen kleinste levende wezens zich wel, gedragen door lichtstraling en druk, door de ruimte en trotseren daarbij zowel grote veranderingen van temperatuur, als de sterke stralingen, die eigen zijn aan het karakter van de ruimte. Het is dus begrijpelijk, dat een dergelijke vorm, wanneer zij eenmaal is ontstaan, veel kan verdragen zonder te sterven. Indien men nu langs enigerlei weg, van leprabacillen in het menselijk lichaam - het proces is een betrekkelijk onsmakelijk iets - onmiddellijk nadat de mens gestorven is de levensomstandigheden zo kan veranderen, dat deze structuurverandering, althans aan de buitenzijde van het lichaam tot stand komt, kan van schraapsels van de wonden, worden aangenomen, dat die ook een aantal verkapselde bacillen zullen bevatten. Wanneer deze verkapselde bacillen echter weer in een voor hen levensmogelijkheden biedende omgeving komen, dan zullen zij langzaam ontwaken, zich weer delen en verder gaan met hun besmettende taak. Zoals u misschien weet, is voor een besmetting met leprabacillen geen groot aantal van deze bacillen nodig. Een zeer kleine kolonie is al voldoende. De incubatietijd wordt dan echter langer. In die dagen heeft men waarschijnlijk, daar men ziektestoffen in gekristalliseerde- of ingekapselde vormen al kende, getracht op deze wijze een leprabesmetting tot stand te brengen. Hoewel dit misschien voor de huidige wetenschap moeilijk aanvaardbaar, moeilijk aanneembaar lijkt, kan ik u toch al garanderen, dat op deze wijze besmetting met verschillende ziekten, waarvan bacillen niet, of practisch niet, buiten een organisme kunnen leven, mogelijk is. Hierbij zou ik op willen merken, dat, indien een geëigende draagstof hiervoor wordt gevonden, men ook heden ten dage in staat is leprabacillen in leven te houden buiten het menselijke lichaam. Het eerst is dit gebeurd - als ik mij niet vergis - in 1938. Proeven hiermee zijn gedurende de oorlog lange tijd voortgezet en - alweer, indien ik mij niet vergis - zijn de eerste officiële publicaties daarover in maart of april van 1951 of 1952 verschenen. Het eerst, naar ik meen, in een Engels vakblad, daarna ook in Amerikaanse en Franse medische tijdschriften. Of het in Nederland al gepubliceerd is, weet ik niet zeker. Ik vermoed echter van wel. Een leek, die hiervoor verdere interesse heeft en voldoende hiervan begrijpt, zou ik dan ook willen aanraden zich bij deskundigen omtrent de beschikbare literatuur te informeren. U zult dan vast kunnen stellen, dat al wat ik hier zeer kort en populair gezegd heb, volledig bekend en waar is. Vraag: Is er een aanwijsbare oorzaak te noemen voor de z.g. ziekte van Hodgkin en is er een therapie? 11
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Antwoord: De oorzaak is, naar ik meen, nog niet bekend, doch van virale geaardheid. Een therapie daarvoor kan ik hier in het kort dan ook niet aangeven. De enige werkende therapie, die mij bekend is, berust op het door geestelijke krachten sterk overladen van het zenuwstelsel. Hierdoor worden belemmeringen in het lichaam snel aangetast, terwijl eerst de zenuwcellen, daarna ook aderen en weefsels zichzelf gaan vernieuwen, zodat de ziekte verdwijnt. Vraag: Enige generaties terug bleken in een bepaalde familie allen dezelfde (naam) hebbende, vrouwen zwak- of krankzinnig te worden. Daarna werd besloten de betrokken voornamen niet meer te gebruiken en sindsdien kwam zwakzinnigheid niet meer voor. Is er enig verband mogelijk? Zo ja, welk? Antwoord: Het verband zouden wij kunnen baseren op zuiver stoffelijke mogelijkheden en erfelijke eigenschappen. Wanneer n.l. een geslacht erfelijk met bepaalde zwakke punten behept is, zodat zwakzinnigheid mogelijk is, dan kan de suggestieve invloed van het eerste geval in de familie wel zodanig obsederend en ook deprimerend werken, dat de volgende, die dezelfde naam hebben en misschien zelfs geneigd zijn zich met het eerste slachtoffer te vereenzelvigen, zichzelf dan zó sterk beïnvloeden, dat een herhaling van het treurige geval optreedt. Naarmate meer naamgenoten als slachtoffer vallen, wordt de suggestie sterker en dus het gevaar voor de betrokkenen ook groter. Geestelijk gezien zouden wij het ook nog kunnen verklaren door obsedering en bezetenheid, waarbij de eerste persoon van die naam tracht in het nageslacht obsederend invloed te verweven om zo zichzelf weer in de materie te kunnen uiten. Maar in een dergelijk geval gaat deze uitleg alleen dan op wanneer de slachtoffers na elkaar de waanzin krijgen en de waanzinsfasen van het één geheel zijn afgesloten, voor die van de volgende beginnen. Vraag: Er zijn kinderen, die taalblind zijn. Zij verwarren bv. de d en de b. Daarbij komt linkshandigheid dikwijls voor. Is dat iets in de hersenen? Antwoord: Dikwijls zijn die kinderen zeer intelligent op een ander gebied. Taalblindheid is een zeer eigenaardig verschijnsel en wordt soms zelfs tot woordblindheid. Hier treedt verwarring van woorden en dus niet alleen van bepaalde letters op. Het eigenaardige proces, dat zich hierbij afspeelt, wordt psychisch veroorzaakt en berust dus in het onderbewustzijn. Het kan gezegd worden te stammen uit een zeker minderwaardigheidscomplex. De gedachte different te zijn, kan dan bij linkshandigheid ook aanleiding zijn tot het optreden van psychische verschijnselen als stotteren, woord- en letterblindheid, e.d. Tussen twee haakjes, dit betekent dus, dat men er verstandig aan zal doen linkshandigen toch te leren ook rechtshandig te hanteren, zodat geen minderwaardigheidsgevoelens hieruit voortspruiten. Het genezen van een dergelijke blindheid is over het algemeen dan eerst mogelijk, wanneer het kind een bewustzijn van gelijk- of meerwaardigheid krijgt t.o.v. de omgeving. Bij een overwinnen van de kwaal zal echter blijken, dat de intelligentie op andere gebieden tijdelijk of voorgoed afneemt. Meestal echter niet permanent. De intelligentie op een ander gebied volgt dan vaak uit het bewustzijn van minderwaardigheid, dat het kind heeft. Het zoekt dan de gemakkelijkste weg om uit te blinken. Hierdoor ontwikkelt het over het algemeen een methode van redenering, waardoor een eenzijdige, maar verder toch verbluffende ontwikkeling op enig gebied plaats vindt. Wanneer een aanvaarding van het milieu als normaal kan worden gevonden, verdwijnt de taalblindheid, maar ook tevens de reden om te streven naar een "de beste zijn" op een ander gebied. Men zou kunnen zeggen, dat de intelligentie van het kind, de energie waardoor de ontwikkeling snel gaat, wordt overgebracht naar een ander terrein, waar zij tijdelijk harder nodig is. Vraag: De vorige keer werd ons uitgelegd, hoe men door bepaalde voeding, - waaronder ook rauw vlees - magnetische krachten kan verwerven. Maar een andere opvatting is, dat juist door geen vlees te eten, te vasten en rein te leven, bepaalde krachten tot ons komen. Of is hier verschil van krachten? Antwoord: Wanneer wij te maken hebben met rein leven, onthouding, e.d., dan zoeken wij contact met de wereld van de geest. Wij komen dan terecht bij een vorm van magnetisme, die door de spreker in kwestie, als ik mij niet vergis, werd aangeduid in een aanhangsel van zijn eerste betoog. Hij noemde hierbij de zuiver geestelijke krachten, die door het "Ik" vloeien. Hier zijn zuiver dierlijke en dus met de stof verwante kwaliteiten niet te begeren. Maar het betoog zelf ging over het dierlijk magnetisme. Dit is echter afhankelijk van de dierlijke krachten en energieën, die in het lichaam worden opgewekt. D.w.z., dat de stofgebonden eigenschappen en kwaliteiten van rauw vlees eten, hier van weinig of geen invloed zijn. Zij worden in het lichaam opgenomen en slechts gedeeltelijk verworven. Daarbij kunnen zij bepaalde stoffelijke eigen12
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
schappen en driften versterken. Er ontstaat een kleine verandering in het evenwicht van de interne secreties door sommige voedingsmiddelen. Maar zij zullen nooit kracht weg kunnen nemen, integendeel! Nu bevat het weefsel van een gezond gestorven dier over het algemeen een behoorlijke dosis resterende dierlijke vitaliteit, terwijl ook uit de bouwstoffen van het weefsel door het menselijke lichaam nog weer krachten kunnen worden genomen. Vandaar, dat het eigen vermogen van kracht van de mens-dierlijk magnetisch wordt versterkt en het inderdaad mogelijk is door deze voeding tot een sterker persoonlijk - dus dierlijk - magnetisme te komen. Men moet dus wel een scherp onderscheid maken tussen het doorgeven van geestelijke krachten en het opwekken van persoonlijke krachten. Vraag: Kunt u mij ook zeggen waarom het interieur bij de anthroposofen geheel in hoekige stijl is gebouwd? Antwoord: Ik zou het u niet met zekerheid kunnen zeggen. Ik vermoed echter, dat deze hoekige bouwstijl en het vermijden van geronde vlakken een uiting is van de gedachtengang van de anthroposofie, die de bekende vlakken tracht te zien en te overzien - dus begrenzing van de vlakken - om dan de inhoud van de verschillende vlakken zodanig met elkaar in overeenstemming te brengen, dat een totaalbeeld wordt geschapen. Ik meen dus, dat men vlakken zou gebruiken in de interieurs om zo deze eenheid weer te geven. Misschien zelfs tracht men zo weer te geven: het Kristal des Levens. Zoals u misschien weet, bestaat er een theorie, waarbij alle dingen in het Al in een bepaalde vorm t.o.v. elkaar vastliggen. Een erkennen van de onderlinge verhoudingen maakt een bewustwording mogelijk, die ver boven het gebruikelijke uit zou gaan. Indien ik hier een misslag maak en iemand is in staat mij hier te corrigeren, dan zou ik voor de correctie zeer dankbaar zijn. Vraag: Welke gevolgen zal de nationalisatie van het Suez-kanaal de wereld brengen? Antwoord: Veel gepraat, een stuwdam voor Egypte en uiteindelijk de val van Nasser. Vraag: Vindt de internationalisatie van dit kanaal dan doorgang? Antwoord: Egypte heeft geen reden om op het ogenblik een absolute beheersing van dit kanaal voor zich op te eisen, vooral ook daar uit een dergelijke houding zeer waarschijnlijk een militaire aktie van verschillende landen tegen Egypte hieruit zonder twijfel voort zou vloeien. Een internationalisatie zou dus voor Egypte zeer acceptabel zijn, mits dit land de uitvoerende macht wordt van het te scheppen internationale orgaan en de inkomsten geheel, of grotendeels, ten goede zullen komen aan Egypte. De vele politieke verwikkelingen, die hieruit ontstaan, zullen uiteindelijk leiden tot do ondergang van degenen, die het conflict veroorzaakt hebben. Ik geloof echter niet, dat men in staat zal zijn de oude toestand nog te herstellen.
VERVOLG BERICHTENDIENST
Indien er geen vragen meer zijn, vrienden, zou ik nog graag twee punten aangaande de politieke toestand van het ogenblik met u bespreken. Het stellen van de vorige vragen is mij een bewijs, dat u ingezien hebt, dat het kritieke punt, waarover wij al spraken als optredende in augustus, hier ook inderdaad gerealiseerd werd. Bovendien, ook inderdaad in het Nabije Oosten. Wat men zich over het algemeen niet realiseert is echter, dat dit slechts een verschijnsel is in een grote reeks van acties en reacties, die in deze zelfde tijd ook in andere landen zich toonden. Dezelfde cyclus kwam al tot uiting in de Nederlandse kabinetscrisis, de stakingen in Frankrijk, in de U.S.A., zowel als in Engeland dreigende, of al gerealiseerd. De kritieke toestand zal ook blijken in veranderingen op de wereldmarkt, die binnen korte tijd kenbaar zullen worden. Men dient zich te realiseren, dat dit jaar inderdaad een kritiek jaar is. Wanneer de mens op het ogenblik op zijn eigen rechten wil blijven staan en weigert zijn eigen belangen achter te stellen bij een gemeenschappelijk doel, zal hij in zijn ondernemingen tot falen gedoemd zijn. Dit geldt voor alle gebieden. Wij zullen dan ook kunnen vaststellen aan de hand hiervan, dat de toekomstige ontwikkelingen gedurende tenminste 2 à 3 maanden een schijnbare kalmering van het wereldbeeld geven, doch dat daarna de onrust hernieuwd opvlamt. Ik zou deze onrust niet willen zien als begin van een fatale ontwikkeling. Een tweede punt, dat waarschijnlijk binnenkort uw aandacht zal gaan trekken, is een reeks van aankondigingen over de vermindering van bewapening van staande troepen, ja, zelfs van de 13
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
vlootstrijdkrachten. Dit zal in verschillende landen geschieden en concrete voorstellen zijn dan ook in verschillende landen hierover reeds te verwachten binnen 5 à 6 maanden. Wij hopen, dat u hierover niet zo zonder meer zult jubelen. Het is slechts de bedoeling zonder veel hogere belasting van de staatskas meer gelden vrij te maken voor een vergrote en versnelde aanmaak van atoomwapens. Iets wat naar onze mening wel eens fataal zou kunnen zijn. Wanneer u deze geruchten en gedachtengangen hoort, zou ik u willen verzoeken u te herinneren, dat zolang er nog een werkelijk leger en een werkelijke vloot bestaan, men eerst deze in zal zetten en beproeven vóór men naar het uiterste wapen grijpt. Hoe meer men echter deze krachten vermindert, hoe meer men de mogelijkheid vergroot, dat één of ander onverwacht gebeuren de eerste werkelijk grote atoomexplosie op deze wereld temidden van bewoonde streken zou gaan veroorzaken. Is er nog iemand, die aan de hand van deze laatste punten nog iets wil vragen? Vraag: Mogen wij hieruit opmaken, dat u meent te kunnen constateren, dat een dergelijk gebruik van atoomwapens ook inderdaad plaats zal vinden? Antwoord: Ik meen te kunnen constateren, dat de invloed, die op het ogenblik aan het werk is gezet en waaraan ook wij qua actie in de laatste tijd van harte deelnemen, in staat zal blijken een dergelijk noodlottig gebeuren te verhinderen, ofschoon wel verwacht kan worden, dat vóór 1960 een atoomwapen als strijdmiddel zal zijn gebruikt. Ik geloof echter, dat het niet tot een absolute atoomoorlog zal komen. Het zal blijven bij betrekkelijk geringe verwoestingen, waaruit dan ook voor de wereld geen blijvende schade zal resulteren. Wij zien dit vooruit in die zin, dat wij, uitgaand van de beelden, die wij in ons zelf kunnen wekken over de toekomstige ontwikkelingen – en hoewel daarvoor meestal geen juist jaartal vast te stellen is - plus de feiten, die ons uit de huidige ontwikkelingen op de wereld bekend zijn, hieruit gezamenlijk menen deze conclusies te kunnen trekken. Een gebruik van atoombommen zou ons niet verwonderen, indien dit binnenkort zou geschieden in de buurt van China en Korea. Dit zou dan ook moeten gebeuren voor ten laatste 1962, waarschijnlijk echter al enige tijd vóór het jaar 1960. Ik hoop, dat ik zo duidelijk genoeg ben. Indien er geen vragen meer zijn, dan geef ik het woord over aan de laatste spreker van deze avond. Vrienden, ik hoop, dat ik uw vragen goed en naar genoegen heb beantwoord. Goedenavond.
HET SCHONE WOORD
Goedenavond vrienden, Wij gaan deze avond besluiten met "Het Schone Woord". Het is aan u om te bepalen, of hiervoor door u genoemde woorden dan wel een citaat zullen worden gebruikt. Reactie: vrede, energie, geluk, deemoed, liefde, vrees Spreker: Ik zou willen vaststellen, dat wij met diepe deemoed de Goddelijke Liefde moeten leren beseffen, die voor de wereld de vrede mogelijk naakt en de vrees zal verdrijven, zodat de mens met eigen energie in staat zal zijn zijn eigen geluk te verzekeren. Vrees; roffelende trommen, dreigende, stampende laarzen; vuren, die branden, fel in de nacht; wolken rood en verderfelijk geboren uit de krochten van de nacht. Mensen, die ontsteld gaan vluchten, niets bezittend, heel alleen. Een wereld heel en vol verzadigd met vrees, met vloeken en geween. Nacht met schimmen, duister dreigend, met grijpende klauwen zonder tal. Een vuur, dat laait langs heel den einder. 14
© Orde der Verdraagzamen Je wordt tot kern van heel het Al en je verteert en je verscheurt.
Stem van Gene Zijde (III)
Een droom is het nog, niet meer. Maar wordt het werkelijkheid? Ach, Heer, bespaar ons dit. In deemoed willen wij U naderen, vragend: "Geef vrede ons door Uwe Liefdekracht, opdat gebroken wordt de duis'tre ban van helse macht." Het leven is zo somber vaak, zo wreed en zonder zin, God, ik zie het leven gaan als een fel verlichte trein, die snelt langs eigen baan en spiegeld omlijst zie ik in de ruiten mijn eigen beeld. Ik weet niet, waar de weg mij voert, welk noodlot met mij speelt, maar het is klamme angst en diepe vrees, die mij het hart beroert. En toch? Gij spreekt? Uw Stem klinkt mij een klok, die luidt mij in het hart. Een klank in het hoofd, die heel het Al en heel de wereld tart. Hoe schoon, hoe vredig, vol geluk is plots mijn arm bestaan. Is dan de donkere, duistere reis alleen maar waan? Ik voel mij als in ochtendstond, wanneer de nevel waast en het vee, wat blauw en schimmig, loom in de weide graast. Uw stem is als een vogel, die in de ochtend slaat en met een felle jubeltoon de mensheid weten laat: "De zon is opgegaan" Heer, is mijn vrees dan ongerijmd, de duisternis slechts waan? De stralen van Uw Liefdekracht verdrijven het neveldak, en ik zie nu voor mij plots het hek door de mensheid opgericht van speren, somber, fel, mij bannend uit het vredig zijn, mij dringend naar een hel. Maar ik wil dit niet voor mijn bestaan. Ik zal door deze poort nu gaan, of breken haar met een gebaar: Ik haat niet meer! 15
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Maar zie, de speren vallen neer, de poorten gaan nu open en rond mij komt het stil geluk op zachte voeten aangeslopen. Een fluitspel en schalmeien, dat stil en verre klinkt. Een koor van kinderstemmen, dat zacht een jubelliedje zingt. Hoe vredig en gelukkig ben ik in U, mijn God. Gij hebt mijn vrees verdreven, Gij hebt mij ‘t somber lot genomen. De vrede, die thans rond mij is laat mij nog één vrees: Dat ik zou dromen. Maar voort klinkt het lied. Op het puin van lang verwoeste steden danst nu een nieuwe wereld rond. Een jonge wereld is herrezen uit de grond, en in de vroege ochtendstond van Uwe Liefdekracht, wordt de wereld mij herboren en zie ik in de volle pracht des levens uitgespreid. "Gij, rond mij, bleke schimmenschaar, hebt gij u aangereid? Verwerp de haat!" De poort valt neer. Wij kunnen binnen gaan in het rijk, dat God ons eenmaal gaf, het vredige bestaan, dat wordt geboren als de haat de mensheid zal ontvallen. Daarom, kniel toch deemoedig neer, gij, sombere schimmenschaar, allen, smeek om vrede aan Uw Heer, aan Hem, Die het leven geeft, en licht en zon. Hij, Die in mij woont, Hij, Die mij nieuwe wereld gaf en al mijn streven loont, terwijl het lot zijn draden weeft, het noodlot verder gaat. Geluk en vrede ken ik dan, die het duister rijk der haat ben ontvlucht. Terwijl ik de wereld achter ga en als een vogel scheer door blauwe lucht zie ik heel het Al gelegen in ene vogelvlucht, en weet: het is goed te leven, het is goed in U te zijn. Mijn God tot U te streven, te vinden dit geluk is waard mij alle pijn. Al breekt mijn wereld stuk 16
© Orde der Verdraagzamen en breekt mijn eigen wezen mede: ik ben nog blij te zijn. God, Gij zijt mij meer dan rede. Gij zijt mijn werkelijkheid. Daarom is het het Licht, dat zegenviert in alle wereldstrijd.
Stem van Gene Zijde (III)
Hiermee vrienden, hoop ik voor u de juiste woorden gevonden te hebben. Ik wens u een goede huisgang, maar meer nog een leven zonder haat en vol van vrede. Want, wie de vrede in zich heeft, kent het ware geluk. Goedenavond.
17
De kern van de esoterie
Datum:
18-03-1980
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Antwerpen > Antwerpen 1979-1980
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Brochure België
DE KERN VAN DE ESOTERIE.
Aan het begin van deze bijeenkomst zoals altijd moet ik u vertellen dat wij, spreken van deze groep niet alwetend of onfeilbaar zijn, m.a.w. we vinden het prettig wanneer u zelf nadenkt over alles wat wordt gezegd. U hoeft het er niet mee eens te zijn. We hopen wel dat u eventuele argumenten zoudt willen overwegen. Dan zou ik graag vandaag met u willen spreken over de kern van de esoterie, dat is dan weer eens wat anders. Esoterie is de kennis van het innerlijk zoeken, of beter misschien nog, de kern van het verborgen ego. Wanneer je met esoterie bezig bent dan weet je nooit waar je terecht komt. Natuurlijk, er zijn veel esoterische systemen en die hebben alles precies op een rijtje staan. Maar als je goed kijkt, dan klopt er geen één helemaal. Het blijkt namelijk dat de regels, die je in woorden op kunt stellen, niets te maken hebben met een innerlijke waarheid die je kunt beleven, al is het alleen maar omdat die waarheid een sterke emotionele belevenis is die een vertaling in woorden eenvoudig niet toelaat. Nu zijn er nogal wat esoterische groepen en systemen in deze tijd en het is misschien leuk om na te gaan hoe de esoterie eigenlijk begonnen is. In het fabelrijk Atlantis, dat overigens, althans ten dele, reëel heeft bestaan, had je de zogenaamde witte priesters, dat wit is er pas later bijgevoegd, maar dat waren een soort heremieten, mensen die zich terugtrokken in de eenzaamheid en die in een systeem van mediteren een innerlijke verlichting wisten te krijgen, waardoor ze de mensen konden helpen om juiste beslissingen te nemen. Hun partners later, hun tegenstanders ook, dat waren de zogenaamde stads- of tempelpriesters en die begaven zich in die tijd ook al meer in de politiek dan in de waarheid. Toen deze mensen dit systeem van meditatie, want dat was het in feite, hadden ontwikkeld, dan zijn ze dat natuurlijk gaan uitdragen en zoals u misschien ook weet zijn er vanuit Atlantis meerdere uittochten geweest, waarvan twee naar het westen en dat zijn de voornaamste geweest: ongeveer 40 000 jaar geleden en ongeveer 10 000 - 8 000 jaar geleden. In beide gevallen zijn er nogal wat van die witte priesters meegetrokken. Hun eigen mogelijkheden werden steeds sterker beperkt door priesters die zich met de macht vereenzelvigden en die met de vorsten meespeelden en zo zien we dan dat hun denkwijzen verbreid werden in de richting van o.a. Egypte. Griekenland en Cyprus worden ook aangedaan, maar daarnaast gaat een tocht verder die zich via Aziatisch Turkije beweegt in de richting van Irak, Indië en zelfs in de richting van Tibet. Dit laatste kan ik niet bevestigen, maar het is wel zeker dat er een nederzetting is geweest aan de voet van de Karakorums. A1 deze mensen probeerden nu hun medemensen, die dat wilden, te scholen. In het begin was dat gewoon een overdracht van kennis en daarnaast het leren van het systeem van meditatie, en eventueel contemplatie, van zeer specifieke vraagstukken en problemen. Dat is inderdaad zeer aardig gegaan, maar er ontstonden specialisaties en dan krijgen we magische scholen d.w.z. dat die esoterie wel een deel blijft van wat men een inwijdingsleer noemt, maar dat daarnaast allerhande vakgebieden worden onderwezen, zoals bvb. vormen van lezen en schrijven, vormen van kruidkunde, de behandeling van metalen, het werken met zeg maar chemicaliën: het eerste begin van de chemie, dat hoort er allemaal bij. Ook psychologie, psychiatrie, het gebruik van paranormale gaven, dat komt allemaal bij die scholen terecht. Want uit deze scholen ontwikkelen zich langzaam maar zeker denkers die nog wel degelijk de discipline van het in zich keren en vanuit het innerlijk beleven van die totaliteit hanteren, maar ze onderwerpen zich niet meer zo sterk aan een school. We krijgen dan de filosofen, zoals we die bv. in Alexandrië zien, waar nogal wat esoterische systemen zijn zoals we die ook later te zien krijgen in Griekenland en zelfs in Rome, ofschoon, wat Rome betreft, alleen rond de stad Rome.
A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
1
Orde der Verdraagzamen De leerstellingen die daar ontstaan vermengen zich natuurlijk. Om een voorbeeld te geven: de oorspronkelijke esoterie wordt vermengd met het Christendom. En dan blijkt aan de ene kant dat men zich dus camoufleert: alchemisten bvb. proberen hun eigen geheimen uit te drukken in zuiver christelijke termen, en anderzijds zien we dat bepaalde kloosterorden of groepen van anachoreten zich bereid verklaren om het systeem van het esoterische streven door te zetten. Het wondere is dat de esoterische mystiek zelfs nog bestaat in de orde van Ignatius van Loyola, de Societas Iesu. En zo wordt eigenlijk alles overgeleverd. Wat je in deze tijd vindt dat is een samenraapsel uit het verleden dat gebruikt wordt als verpakking voor een waarheid die de dag van vandaag ook nog geldt. Je kunt dat vinden in de maçonnieke riten, de maçonnieke loges. Hier wordt wel degelijk gebruik gemaakt van een juiste en hanteerbare mystieke benaderingsmethode en wanneer de eenling daar op de juiste wijze deel aan neemt en hij zit toevallig in een loge waar dat niet voor hem het enige is, dat hij de enige is, dan wordt dat weer bereikt. We zien dat bvb. in de theosofie meeklinken. In de theosofie wordt veel Oosterse wijsheid, met daarnaast ook veel van de esoterische bestreving geïnjecteerd. De antroposofen veranderen het een klein beetje door hun kennisbenadering, maar ze bereiken ook hetzelfde. En de Rozenkruisers, die overigens niet zo oud zijn als ze zelf wel beweren, althans in deze organisatievorm, hebben eveneens weer het mystieke systeem waarbij zij zich dan weer op bepaalde kabbalistische en magische geheimen baseren, maar waarbij het weer gaat om dezelfde kennis, de innerlijke beleving en het scheppen van een relatie met de kosmos. Dus, wanneer we nu spreken over esoterie, dan is dat niet alleen maar een modegril die toevallig de dag van vandaag alleen maar een beetje naar voren komt. We hebben wel degelijk te maken met iets dat in de mens al vele duizenden jaren, om niet te zeggen tienduizenden jaren, een rol heeft gespeeld. Wat is het wonderlijke van de esoterie? Het is eigenlijk de ontkenning van de absolute zelfstandigheid van de mens. Dat vergeet een mens ook wel eens. Ze denken: Ja, ik ben ik en als ik naar binnen kijk wordt ik meer ik. Maar diep in jezelf ben je verbonden met de totaliteit. Je kunt geen mens zijn zonder deel te zijn van de mensheid. Maar dat wil zeggen dat het behoren tot de mensheid bepalend is voor de wijze waarop jij mens kunt zijn. Het klinkt natuurlijk wel een beetje cryptisch, maar het is niet van mij, hoor, het is inderdaad van een deskundige op dit terrein. We komen dus terecht in een innerlijke wereld waarbij we dan uiteindelijk wat men noemt "het grote Licht" ontmoeten. Een vonk misschien, en wanneer je die hebt gezien, dan kun je je afvragen:"Wat doe je er mee?" Maar het blijkt dat dat niet alleen.maar een bron van licht is of een ogenblik van zelfvergetelheid, zoals de mystieker het meestal omschrijft. Het is gelijktijdig een bron van kracht. Wanneer je je volledig daarop in kunt stellen, dan kun je daar krachten aan ontlenen. alleen kun je die kracht niet redelijk omschrijven en je kunt ze maar ten dele redelijk dirigeren. Je kunt niet iemand genezen omdat je hem verstandelijk wilt genezen, wanneer er niet in je een emotie is waardoor je je gelijktijdig gedreven voelt tot het genezen, ook wanneer dit zelfs redelijk niet denkbaar, haalbaar of voor u nuttig zou zijn. Op alle andere wijzen van werken is hetzelfde van toepassing, het geldt allemaal een beetje gelijk. Het komen tot die kern betekent echter wel dat je door illusiewerelden heen moet breken en nu is het heel erg leuk om te zeggen:"Ja, wij leven in een wereld van waan en daarachter is alles perfect." Maar wat heb je daaraan? Ik bedoel: wanneer de waan als werkelijkheid wordt ervaren en iemand slaat je met een koevoet op het hoofd, dan kun je wel zeggen: "In de werkelijkheid is dit niet gebeurd." maar ondertussen heb je een buil en hoofdpijn, een hersenschudding. Ofschoon ik heb gehoord dat er mensen zijn die er nooit last van hebben, die hebben geen hersens meer. U niet hoor! U moet hersens hebben, anders was u niet hier naartoe gekomen, want wat wij doen is een oefening in denken eigenlijk op de eerste plaats. Realiseer u dus, waan is een mooie leuze, maar die waan dat is onze interpretatie van de werkelijkheid. Omdat de wijze waarop wij de feiten zien meebepalend is voor de manier waarop we onszelf kunnen zien, is het heel erg moeilijk om afstand te doen van onze illusies. Het is niet alleen de wereld die je waar gaat zien, nee, je gaat ook jezelve zien zoals je bent en dat is nu juist het pijnlijke punt, want u hebt gedacht dat u bepaalde rechten hebt en nu blijkt dat u ze niet hebt. U hebt gedacht dat u meer waart dan een ander en nu blijkt dat daaraan 2 A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen
Brochure België
nogal wat mankeert. U hebt gedacht dat u de enige waarheid had en nu blijkt het duidelijk dat u niet meer bent dan een splinter van de boom van de waarheid. Dat is allemaal pijnlijk. In de esoterie ontmoeten we dat natuurlijk, want als je naar het werkelijke ik en het innerlijke licht wilt dan moet je afstand doen van je illusies.0, niet dat je ze blijvend terzijde hoeft te stellen, dat is weer wat anders. Maar wanneer je naar binnen toe gaat dan moet je al die pretenties, al die interpretaties, die beoordelingen als het ware, naast je neerleggen. Dan pas kom je dichter in de buurt van de kern van je eigen wezen. En ik neem aan dat het juist dit punt is dat de esoterie zo verrekt moeilijk maakt. Het is natuurlijk leuk om te zeggen: "Ach, we kunnen dat uiterlijk voor een groot gedeelte tot stand brengen, we harmoniseren de levensstromingen, we brengen onszelf in het juiste magnetisch evenwicht en daarna gaan we dus als het ware uit onszelve en vanuit onszelve gaande beschouwen we onszelve in werkelijkheid." Het is heel mooi, maar het erge is: je komt er zo verrekt moeilijk toe. Juist daarom kun je zeggen: de esoterie is een beetje afstand doen van je illusies, zonder je eigen doel te verliezen. Je hebt altijd dingen waarvan je innerlijk weet dat het voor jou wensen waard of goed is. Je weet niet eens waarom. Die innerlijke waarheid die moet je dan maar volgen, dat is je doel. Zodra je zegt: "Ja, nu heb ik afstand gedaan van mijn eigen illusie dat ik meer ben dan een ander, dus heeft het nu geen zin meer mijn doel nog na te streven," dan maak je de grote fout dat je je werkelijke mogelijkheden en je werkelijke toestand eveneens terzijde gooit. Daar heb je natuurlijk niets aan. Je moet dus bij esoterie bereid zijn om de illusies en denkbeelden opzij te schuiven. Nou, daar is nogal wat over te doen geweest. Er is eens iemand geweest.die zeide: "We kunnen met de wetenschap alles benaderen." En degene die daar antwoord op gaf die zei: "Vergeet niet dat de wetenschap een klein eiland van kennis is te midden in een oceaan van onbenul." Hij zei: "Ja, de anderen." "Neen, ook u !" Dat is iets dat moeilijk valt als je zegt: "Bij jou zit er ook veel onbenul", maar dat is eigenlijk altijd waar. En als je dat niet toegeeft, dat je voor jezelf onvolledig bent, dat je kennis zeer betrekkelijk is, dat je innerlijke ervaringen zeer betrekkelijk zijn, dat zelfs het geloof dat je in jezelf hebt heel betrekkelijk is, dan pas kun je verder gaan. En daarom zegt men wel eens dat esoterie vergt dat je afstand doet van jezelf. Het is natuurlijk kolder. Kijk, als je jezelf weggeeft, wat blijft er dan over om nog te beleven? Er blijft niets. Dus je behoudt jezelf wel, maar je geeft als het ware je droombeeld van jezelf weg. Nu zijn er mensen die zeggen:"Ja, dat is allemaal mooi, erg duister altijd, heel erg mystiek, heel erg zwevend," en ze beschouwen de esoterie als het vliegend tapijt waarop onvermogenden toch proberen zich boven de massa te verheffen. Maar wanneer je de feiten gaat bekijken dan ziet het er toch een beetje anders uit. Want het is niet zo dat die esoterie alleen maar onpraktisch is, integendeel. De esoterie is juist door de innerlijke arbeid die je verricht, wel degelijk een aansporing tot een verandering van je eigen houding in je leven. Het is een aansporing tot zelfbeheersing, tot erkenning van de relativiteit van het, gebeuren buiten je en rondom je. En het is, geloof ik ook nog, de grote uitbreiding van je wereldbesef. Kijk, wanneer je in de esoterie innerlijk die eenheid krijgt, vindt je ook vrede. Vrede betekent de afwezigheid van de extreme stimuli als angsten en begeerten. Dit betekent een objectievere waarneming van je eigen wereld. Het betekent een overzicht over die wereld. Je betrokkenheid wordt niet meer door het gebeuren bepaald, maar door je eigen innerlijke erkenning. Je kunt dus veel doelbewuster en veel doelmatiger handelen. En dat is nog niet alles. Iemand heeft gezegd: "Een mens ziet allen wat hij wil zien. Wanneer hij iets ziet dat hij denkt dat niet kan bestaan dan wil hij het niet zien, omdat hij denkt wanneer hij zegt dat hij het gezien heeft, een ander zal zeggen dat hij denkt dat hij gek is." Een uitspraak die nog niet zo vreemd is, want wanneer iemand zegt: "Ik heb een vliegende schotel gezien,"dan heeft hij een verschijnsel waargenomen, dat is regel. Of ik dat nu een vliegende schotel noem, of een vlieger met een lantaarn, bij wijze van spreken, dat maakt toch geen verschil uit, nietwaar? Hij heeft een verschijnsel waargenomen.Dan beginnen de anderen al: "Ha! ha! ha! " of omgekeerd: "Heb je er een gezien? Hoe zag hij eruit? Zijn ze eruit gekomen? Waren het kleine groene mannetjes of grote gele kerels?" Nou ja, ik bedoel maar .... A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE 3
Orde der Verdraagzamen Nee, ik heb iets waargenomen. De betekenis daarvan ken ik niet. Dat heeft het in mij wakker geroepen. Maar wanneer het in mij een waarneming wordt en er zijn bepaalde signalen, telepathische signalen bijvoorbeeld, laten we dan even bij die vliegende schotel blijven, echt gezellig. Ik bedoel, vliegende schotels dat is op dit ogenblik in de mode, het vliegende servies komt dan wel over een paar jaar. Telepathie dat is iets waar de meeste mensen wel mede te maken hebben, maar te weinig van merken, al is het maar omdat ze voor zichzelf dat niet kunnen verwerken. Men schuift dergelijk zwakke signalen opzij als zijnde van geen enkele betekenis. Maar stel nu eens voor dat iemand in die schotel daar telepathisch naar de aarde uitzendt. Wanneer je objectief bent, dan registreer je dat, dan kan die andere je een boodschap geven of hij kan je alleen maar een voorstelling van zichzelve geven, of hij kan alleen. maar duidelijk maken dat hij een voertuig is, maar dat hindert dan niet, dan heb je een beeld. En dat is precies hetzelfde, ik zie dat zo vaak. Medici bijvoorbeeld, diagnostiek. Wanneer een medicus gevoelig is, dan ziet hij de symptomen, dat is , de redelijke beperking van de reeks mogelijke verklaringen. De verklaring die voor de symptomen wordt gegeven uit een hele reeks van mogelijkheden wordt intuïtief gekozen, niet op grond van redelijkheid, of zoals men dan vaak zegt: vakkennis, maar gewoon op grond van aanvoelen, omdat de medicus die gevoeligheid kan verwerken.Binnen zijn eigen beeld van eigen kennis doet hij het. Wanneer een mecanicien hetzelfde doet, dan deugt dat niet voorzijn baas, tenzij het weer te maken heeft met zeer specifieke problemen, bijvoorbeeld: bijzondere auto's, ontsteking naregelen en dat soort dingen, dan kan hij er wel gebruik van maken, maar hij kan er niet mee werken op. een ander terrein omdat de mensen hem dan zouden uitlachen, omdat hij dan terecht komt in een vacuüm, een soort luchtledig. Nu stel ik dit: De esoterie geeft ons niet alleen de afstand, maar maakt het ons ook mogelijk om meer van de signalen die ons bereiken, als regel te beschouwen. We kunnen onze waarnemingssfeer dus aanmerkelijk uitbreiden en dat betekent niet alleen grotere gevoeligheid, maar het betekent ook wel degelijk dat je waarschuwingen krijgt die een ander niet ontvangt omdat hij er niet naar luistert; dat je tips krijgt op elk terrein en dat je zelfs, aanvoelend hoe je moet werken, je eigen krachten doelmatiger gaat gebruiken. Had u gedacht dat dat allemaal in de esoterie zat? Esoterie is zoiets als de gevechtssporten in sommige gevallen. Een vakkennis, maar ook een vooruit aanzien van wat er kan gebeuren. Het is iets als schaken. Het is een complex probleem, een aantal ontwikkelingen verder zien dan anderen. En dat vloeit er allemaal uit voort. Het is niet alleen maar de dwaasheid. Och, het is allemaal heel mooi. Er zijn mensen die zeggen:"Ik ga mediteren".. Vergeet het. Mediteren, diep in jezelf schouwen, dat zijn gewoon zaken die je moet beleven. Maar het beleven op zichzelf, en dat is belangrijker, verandert je relatie met je wereld. Er komt meer werkelijkheid bij te pas. En nu gaan we over naar een ander hoofdstuk. Er is rondom u een wereld van geesten. Nu hoeft u dat niet te geloven, hoor, het is zo. U kunt nergens op uw eentje naartoe, niet eens naar de badkamer. Er is altijd wel iets van geestelijke aard in de buurt. Niet dat ze op u letten, daar is ook geen aanleiding toe, mijn wereld is een andere dan de uwe, maar ze zijn er. En dat zijn niet alleen de geesten van de overgegane, het zijn ook een hele reeks andere krachten, die bestaan op een andere manier als u. Als u het goed bekijkt eigenlijk,dan zit u als een boon tussen een zak met erwten. Er zijn ook mensen die het anders omschrijven. Ik heb eens iemand horen zeggen, ook van ons: "Wanneer u dat niet kunt begrijpen, dan zit u als een zak tussen bonen en erwten." Het is misschien geen algemeen gangbare uitdrukking, maar waar het mij om gaat is dit : U zit dus in een wereld waarin andere werelden vaak heel dicht bij u komen. Het zijn wat men noemt de astrale werelden, de spoken. Zo een vriend van mij zegt: "Een spook is een nozem uit de geest die een beetje rotzooi komt maken op aarde omdat hij toch lekker kan verdwijnen." Maar al die dingen zijn er, en al die dingen, voor zover ze invloed hebben op uw wereld en merkbaar zijn op uw wereld, geven signalen af. Ze geven straling af. U kunt ze ontvangen. U kunt daar iets van meemaken. U kunt als het ware, terwijl u op aarde leeft, in zekere mate deel worden van een aantal geestelijke werelden, niet helemaal hoor,dat komt pas later, als u uw jas afgelegd hebt. Maar 4 A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen
Brochure België
geestelijke werelden hebben niet alleen invloed op u, maar ze hebben ook een overzicht! Om u een klein voorbeeld te geven: de tijdsfrequentie van mijn wereld is een beetje anders dan die van u. Dat houdt in dat ik mijn tijd ten opzichte van de uwe kan vertragen of kan versnellen. Dat houdt in dat ik vooruit kan lopen op ontwikkelingen en mogelijkheden. Dat houdt in dat ik een grotere overwegingstijd kan gebruiken om toch volgens u seconden snel tot een beslissing te komen. Wanneer u gevoelig bent voor die werelden, dan krijgt u in meerdere of in mindere mate diezelfde mogelijkheden en in ieder geval krijgt u de resultaten daarvan te verwerken. Het is niet alleen maar een kwestie van : o, jongens, wat zijn we heilig. U weet wat een heilige is? Iemand wiens zonden na zijn dood zelfs nog niet bekend zijn geworden. Vandaar dat hij met kerkelijk imprimatur in de hemel zetelt, althans volgens de boeken. Wij zijn gewoon wezens die innerlijk verbonden zijn met al die werelden, ook de geestelijke werelden. Door nu naar binnen toe te gaan en daardoor afstand te nemen van onze illusiewereld worden wij meer bewust deel van die andere wereld. Wij worden gevoeliger voor de signalen van de geesten, van de astrale aanwezigheden, we worden gevoeliger voor emotionele en andere uitstralingen van medemensen. En, en dat is vaak heel erg belangrijk, we krijgen een beter begrip voor ons eigen evenwicht of onze eigen onevenwichtigheid. Dan zou ik willen zeggen: esoterie is niet alleen maar een methode om hogerop te komen. Trouwens, hoe hoger je komt hoe groter de kans dat je je nek breekt. Je valt onwillekeurig toch weer terug. Maar het is eigenlijk een methode om vollediger te leven. En wanneer je dat nu als basis neemt dan wordt het ineens begrijpelijk waarom men ook in de Oudheid zo enorm veel belang heeft gehecht juist aan die esoterische scholen. Waarom men altijd weer het zoeken naar een innerlijke kern heeft gezien als de basis, ook voor wetenschappelijke ontwikkeling. Dan wordt het je duidelijk waarom de alchemist niet alleen zijn materieel laboratorium heeft, maar ook zijn meditatiekamer, zijn geestelijk laboratorium. Menselijk leven en geestelijk leven moeten samensmelten. Pas wanneer beiden elkaar volledig aanvullen, kun je komen tot optimale prestaties, op welk gebied dan ook. En ik dacht dat ik dan wel wat stof ter overweging had neergelegd, wanneer u wilt reageren op dit ogenblik bent u welkom. Zijn er bepaalde gevaren in 't oog te houden, als men esoterie beoefent? Wanneer u esoterie beoefent op de juiste wijze is er maar één gevaar en dat is dat u een hartverlamming krijgt wanneer u voor het eerst de werkelijkheid omtrent uzelf beseft. Maar dan komt u aan onze kant en dan weet u het heel gauw. Neen, gevaren zijn er niet wanneer u met esoterie in deze zin begint. Wanneer u namelijk zoekt naar uw innerlijke werkelijkheid, dat betekent dat niet dat u uiterlijk hoeft te veranderen. Uw wereldbeeld verandert wel, maar uw gedrag in de wereld behoeft niet te veranderen. U gaat alleen de werkelijke betekenis ervan inzien daardoor ook uw eigen mogelijkheden. D.w.z. dat iemand die de esoterie beoefent niet onevenwichtig wordt, integendeel dat hij geestelijk evenwichtiger wordt, dat hij vaak psychisch en fysisch dan ook meer weerstandsvermogen heeft tegen verschijnselen dan de doorsneemens. Het is dus geen groot gevaar. U zult zeggen: "Ja, maar als we dan met die geesten in contact komen?" Wanneer u dat doet in een overgave aan die geesten is het gevaarlijk, want dan bezit u niet zelf het beslissingsrecht of de macht, u doet daar geheel of ten dele afstand van. De esotericus echter heeft die kontakten op basis van bewustheid, m.a.w. het is geen beheerst worden door een entiteit, of een entiteit die door u spreekt of inspireert, u hebt gewoon te maken met een gesprek tussen u en de geest en uitspraken op een stilzwijgende of telepathische basis waardoor uw beslissingen op aarde door de aard der zaak beïnvloed kunnen worden, maar alleen wanneer u dit wenst en zoverre u dit wenst. Dus ik zou zeggen: Nee, de esoterie als zodanig bergt geen gevaren, wel de excessieve beoefening van bepaalde disciplines, die kunnen gevaar bergen, maar dan kom je wel weer altijd op het terrein waarbij je de werkelijkheid probeert te vervangen door een andere werkelijkheid. Men noemt dat,wel eens: het scheppen van een alternatief wereldbeeld. Je schept dan een wereld waarin het leven anders in dan in die wereld waarin je weet te leven, handelt alsof je in die andere wereld zoudt bestaan en probeert daardoor een aanpassing te krijgen tussen de wereld die je als ideaal opbouwt en de wereld waarin je werkelijk leeft. Dit is wat bijna altijd mislukt omdat niemand in staat is zijn illusies aan een ander over te brengen. Kijk, als je een denkbeeld volledig, met alle intenties, alle emoties en achtergronden over kunt brengen op tienduizend mensen; dan is dat voor die tienduizend mensen ook een werkelijkheid A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE 5
Orde der Verdraagzamen geworden en dan kun je, vanuit die werkelijkheid, samen misschien iets doen. Maar die overdrachtmogelijkheid bestaat meestal niet. Dus, wat dat betreft, is het wel een kwestie van voorzichtig zijn. Ja, en wat zouden er verder voor gevaren in kunnen zweven? 0 ja, één ding wel en dat is dat u zich realiseert dat u meer krijgt dan u toekomt. Onthoud u dan maar één ding: dat zoveel mensen minder krijgen dan hen toekomt, dat u van het meerdere dat u hebt misschien diegenen die te weinig krijgen iets meer kunt geven en dan schept u vanzelf een kosmisch evenwicht. Vindt u magie een goede manier om esoterie te bedrijven? Neen, dat vind ik niet. Ik vind dat uit de esoterie een praxis voortkomt die de normale mens als magie omschrijft omdat het een wetenschap is die niet uitdrukbaar is met menselijk logische termen, dat wel. Maar wanneer u zegt: magie, mag ik u dan iets anders vragen? Het is misschien een heel gekke vraag:. "Kunt u een dier beter leren kennen door van het vlees ervan fricassee te maken?" Wanneer u magie gebruikt, dan gebruikt u zeer kleine elementen uit een zeer groot harmonisch geheel om daardoor effecten te veroorzaken met middelen die onlogisch schijnen. Wanneer u esotericus bent echter, dan kent u het totale beeld en.kunt u daaruit de invloeden zonder meer kiezen. U behoeft dus niet meer eerst de zaak ritueel te bekijken, ze fijn te hakken om dan de passende stukjes eruit te halen. U pakt eenvoudig uit de bestaande invloeden die invloeden die u nodig hebt en u voegt ze samen. Een toch wel ingewijde persoon op dit terrein heeft eens gezegd: "De ware magie is niet ritueel. Ze is de spontane uiting van het innerlijk besef, gericht door de wil. En rituele magie is niets anders dan het scheppen van een reeks zinloze gewoontepatronen om stemmingen en instellingen en geestelijke afstellingen op te wekken zonder dat men beseft wat men in wezen doet': En ik ben het voor een heel groot gedeelte met hem eens. En daarom zou ik zeggen: magie in de rituele zin lijkt me zeker niet de juiste benadering. Ik zou zeggen: Wanneer u met de Grand Albert bezig bent en u leest haar zo dat ze u zonder meer helder en begrijpelijk is, dan hebt u geen behoefte aan de hulpmiddelen die daarin worden aangeduid zonder dat ze voldoende worden omschreven om er zonder dat innerlijk begrip werkelijk iets mede te doen. Er zijn mensen die vitalisatietherapie toepassen, magnetiseren. Zou het wenselijk zijn dat ze zich tezelfdertijd zouden concentreren op of vragen om bijgestaan te worden door een andere entiteit? Ja, wanneer u dus niets beters hebt. Kijk, wanneer je maar alleen een beker water hebt en je weet niet waar de kraan zit, dan kun je allicht aan iemand anders vragen: "Gaat eens even naar de kraan en haal me een kan." Dat is wat er gebeurt wanneer u een geest vraagt om u te helpen. Die geest verschaft u hetzelfde dat in u bestaat. Maar wanneer u zelf weet waar de bron zit, en die zit diep in uzelf, dan hebt u de bijstand van de geest niet nodig, want dan tapt u direct uit de totaliteit van zeg maar de oerkracht, of de kosmische kracht en in dat geval zal uw werkmogelijkheid ook niet gelimiteerd zijn. U zult dus zeer veel kracht kunnen opbrengen voor zeer veel gevallen achtereen. Op het ogenblik dat u afhankelijk bent van entiteiten, bent u afhankelijk van hun vermogen om de voor u passende energiestroom naar u te geleiden zodat u die verder kunt geven. Maar aan de andere kant, wanneer u met dat beetje prestatie denkt, er zit niet genoeg in, dan is het allicht beter dat u zegt: ik loop eens naar de pompen haal nog een emmer en ik zou dus zeggen: Wanneer u denkt dat u tekort schiet, roept u een geest aan, als het even kan een geest die u een beetje kent of waarvan u weet dat die welwillend is. En indien u dat niet kunt, u hebt geen bewuste geest die u aan kunt roepen, nou, richt u zich dan maar op God. Kijk, als je de directeur vraagt, dan zal hij toch de loopjongen wel sturen, maar dan kun je er wel van uitgaan dat hij in dit bedrijf toch wel de goede stuurt. Op die manier kunt u zich dan verzekeren van meer energie en een snellere herstelmogelijkheid dan zonder dat het geval zou zijn.Maar het is dus niet het Ultima Thule, het is niet de uiteindelijke bereiking, het is alleen maar een hulpmiddel omdat je nog niet in staat bent uw werkelijke, innerlijke bron volledig te gebruiken. Is er een mogelijkheid dat men dat zelf kan ontdekken in zichzelf, zonder hulp van anderen? U kunt geen hulp krijgen daarbij, het is een reis in uzelf. 6 A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen Is het dan mogelijk dat .... (verdere vraag onverstaanbaar) ? Door alle eeuwen heen heeft men het ontdekt.
Brochure België
Door ervaring, of wat ? Het is een innerlijke ervaring, ja, en een esoterische school die heeft altijd omstandigheden geschapen waarin je ontdekking gemakkelijker werd, maar heeft nooit de ontdekking zelf als het ware met wegwijzers mogelijk gemaakt. Het is en het blijft een reis in jezelf en daarom kunt u rustig zeggen: Een mens die er innig en intens naar streeft om zijn innerlijke kracht te ontdekken, die zal te enigerlei tijd opeens zien dat zijn wereld wegvalt, verandert en dat hij die eerste glans diep in zichzelve ziet. En wanneer je dat eenmaal hebt, dan kun je altijd verder gaan totdat je de bron werkelijk bereikt hebt. Maar is het niet heel dikwijls mogelijk dat iemand bereid is om energie te richten door een medemens eventueel maar vertroebeld is en dat hij daardoor van zijn energie afgesneden wordt? Kun je een druppel water in een oceaan van het water afsnijden? Wanneer u zegt: u wordt ergens afgesneden van uw eigen energie, dan veronderstelt u dat uw eigen energie in haar basis en kernwaarde iets unieks is. Ze is dat niet. Wel het bewustzijn dat door de kernenergie in stand wordt gehouden. De energie als zodanig is overal om u heen. Ze bestaat in de materie, in de kleinste deel van de materie; ze bestaat tussen de sterren, ze bestaat in de sferen. Er is niets waarin deze energie niet aanwezig is. En u realiserend dat de kracht rondom u is, kunt u zelfs, wanneer u schijnbaar een deel van uw kracht verliest, deze kracht toch terugwinnen. Er is een uitzondering op dit punt: Wanneer u bezig bent in een magisch ritueel, dan schept u een tijdelijke, een vertekende werkelijkheid en u sluit uzelf daarin op om een machtsevenwicht tot stand te brengen dat niet op een natuurlijke wijze voorkomt. Daar komt het eigenlijk op neer? Dan zult u dit verlies van kracht lijden, eventueel met alle gevolgen daarvan tot het ogenblik dat u tot de normale krachtsverhoudingen kunt terugkeren, indien u daartoe althans nog in staat bent. U ziet het alweer, we beginnen aan de esoterie en we hebben een paar vragen waarbij we zeggen: Ja, met de esoterie kan ik het zelf doen. Dan is het antwoord: Ja, u kunt hulpmiddelen gebruiken, natuurlijk. Wanneer een acrobaat begint te oefenen dan doet hij dat in het begin met de "longe", dat is een riem met een touw, waardoor voorkomen wordt dat hij met een harde smak te pletter kan vallen. Een leersysteem is iets dergelijks, maar de bewegingen moet de acrobaat heus nog zelf beheersen. In feite doet hij het zelf. Alleen wordt voorkomen dat hij gemakkelijk verongelukt. Alle systemen waarover we het hebben gehad en nog vele andere kunt u als zo'n longe beschouwen. Ze zijn een soort garantie dat je niet door onbekwaamheid te gronde gaat, voordat je in staat bent naar het einddoel toe te gaan. Maar het einddoel ligt voor elke mens in zichzelve. God is de kracht die diep in u leeft, het is de naam die u geeft aan het onbegrepene, dat voor u alleen kan bestaan doordat het zetelt in uzelf. Daar zoekt u naar. Dat kunt u alleen zelf vinden en alleen op een voor u juiste wijze vanuit uw eigen persoonlijkheid. Wanneer we daarbij komen aan de magie dan is het allemaal de kunstjes die daarbij horen en er zijn er heel wat, dat weet ik wel, maar dan moet u ook wel een paar dingen onthouden, als u het niet erg vindt. Wanneer we werken met magie, wanneer we ongeschoold willen werken met geestelijke krachten, wanneer we nog niet tot innerlijke bereiking zijn gekomen en we willen toch kontakten maken met de geest en andere dingen, dan hebben we behoefte aan een enorme discipline. Zelfdiscipline in de eerste plaats, maar heel vaak daarnaast een uiterlijke discipline, uiterlijk gezag, waardoor we als.het ware gemakkelijker in het spoor blijven. Dat heeft niets te maken met bindende voorwaarden om het licht te vinden: dat betekent alleen dat wij door die discipline voor onszelve een betere mogelijkheid scheppen om dat licht te vinden en een juistere gelegenheid om reeds nu, ten dele onbewust, gebruik te maken van de krachten die uiteindelijk van het innerlijk licht voortkomen. En dan hoor je zo allemaal dingen: Is het niet gevaarlijk? Het meest gevaarlijke dat u kunt doen is leven op aarde, weet u dat wel? Bij ons is het veel minder gevaarlijk. Bij u gaat 100 % op de duur dood, wist u dat wel? Bij ons incarneert gewoonlijk niet meer dan 50 tot 55 %. Wij zijn veiliger dan u. M.a.w. gevaren, ach wat is gevaar? Een gevaar bestaat alleen maar
A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
7
Orde der Verdraagzamen wanneer u weigert de werkelijkheid te accepteren en op die werkelijkheid te reageren, dan komt u altijd in moeilijkheden. Dat is ook nog een mooie esoterische wet, die krijgt u gratis cadeau. En als strik op de verpakking, zou ik willen zeggen: Beste vrienden, u denkt misschien nu: och, is dit nu zo belangrijk? Dat ligt eraan wat u van uw leven wilt maken. Het gaat er niet om of u jong of oud bent. Het gaat er wel om of u tevreden kunt zijn met de wereld zoals die buiten u schijnt te zijn of dat u juist die vrede voortdurend pijnlijk mist. Wanneer dat laatste het geval is, dan moet u proberen door te dringen tot uzelf. In uzelf vindt u dan de kracht van evenwicht, de kracht van vrede. En aangezien heel veel mensen in deze wereld niet meer weten naar waar ze moeren draaien of keren, is het misschien geestelijk en materieel raadzaam om de mensen wat meer esoterie aan te bevelen, maar niet in de zin van holle frasen en lege woorden, maar van meditatieve en eventueel contemplatieve benadering van eigen innerlijk om door te dringen tot een werkelijkheid die niet voor een groot gedeelte uit illusie is opgebouwd. En daarmee, vrienden, dank ik u voor uw aandacht. IMPROVISATIE: Lente, begeerte, kaars. Als een kaars verteerd door de vlam, zo verteert mijn begeerte naar de lente. In mij is stil de kracht die spreekt van eeuwigheid en evenwichten, van de gelijkheid zonder eind. Waarin het zijn van alle wezens, tot een geheel is saamgetwijnd, één koord in 't weefsel van een Schepper, één werkelijkheid die niet vergaat. En toch weet ik, ik ben een vezel die schijnbaar nog alleen bestaat en die zichzelve zoekt te vinden en die uit alle gaan en zijn, probeert voor zich toch weer te putten, een nieuw begin, een lentepijn van botten en van knoppen breken, maar ook van nieuwe bloesempracht, zodat tot vrucht eens weer kan worden al wat de mens heeft voortgebracht, al wat de geest zich heeft geschapen aan denkbeeld, weten en aan kracht, opdat, in het vergaan van 't strijden, in het sterven van de macht, vergaan mag ook de zin en 't lijden komen mag die stille vreugd van al wat leeft een lenteleven, een bloei die wordt tot eeuwige jeugd. Dat is een liedje om te zingen, het is een droom die soms verwaait, maar 't is de werkelijkheid der dingen, die eenmaal, als de aard' niet meer draait om de zon, die eenmaal, als de sterren doven en slechts nog blijft een ik besef, een waarheid wordt. Vandaar dat ik, vanuit die droom, mijn stem vandaag tot u verhef en zeg: Durf van de lente dromen. De barheid, kilheid en de strijd, dat gaat voorbij. En snel zal komen een nieuwe , lichte, vrije tijd. Nu nog is 't worstelen met rede, met menselijkheid, met ook bezit. Maar nu gaat sterven alle strijden en in het sterven vind ik het: een licht dat blijft, een mens die toch blijft dromen, een mens die in zichzelve leeft. Een mens, die met het licht dat in hem is geboren, een kabel naar de hemel weeft. En al zeg ik het u met stamelende klanken, zeg het met woorden zonder zin, oewa hoka matsi matoeka haoewa dia tofika. De klank van woorden niet begrepen, spreekt toch een taal van werkelijkheid, want achter woorden ligt het denken, en denken is de eeuwigheid.
8
A800318 – DE KERN VAN DE ESOTERIE
Esoterie
Datum:
20-03-1984
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Antwerpen > Antwerpen 1983-1984
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
ESOTERIE
20 maart 1984 Aan het begin van elke bijeenkomst, dus ook van deze, moet ik u mededelen dat wij, sprekers voor deze groep, niet alwetend of onfeilbaar zijn. Het is belangrijk dat u zelf nadenkt. Vorm u zelf een oordeel. Vindt u dat we ongelijk hebben, leg het opzij. Vindt u dat we gelijk hebben, doe er wat mee. Wat betreft het onderwerp, u kunt er een stellen als u wilt of u kunt het aan mij overlaten, precies zoals u verkiest. Ik mag zelf kiezen. Dan ga ik u een vraag stellen: Bent u geïnteresseerd in esoterie? Ja? En met de vraag "wat is esoterie?", moeten we dan al beginnen. Esotherie is de weg naar binnen toe, zoals men zegt. In de mens zijn allerhande verborgen afdelingen, een deel daarvan is in de hersenen, een deel daarvan is ergens anders in een brein en een deel in iets wat wij geest noemen. Wanneer je probeert je eigen innerlijk te bereiken, dan kom je terecht in een hele reeks verschillende toestanden, en wanneer je eerlijk genoeg bent kun je daardoor jezelf beter leren kennen. Dring je nog verder door, dan kom je terecht in een onbekend gebied, datgene wat Jung "het onbekende temidden van de psyche" noemt, en dat gebied, dat is dan iets wat we "ontmoeting met God" noemen. Niet dat het reëel zo hoeft te zijn, maar we zitten dan bij een reeks ervaringen, die niet meer omschrijfbaar zijn, en waar je dus uiteindelijk maar weinig mee kunt doen. Nu zit er een moeilijkheid bij: Wanneer je alleen in je eigen innerlijk terecht komt dan wordt alles, wat je denkt, wat je ziet en wat je beleeft, bepaald door je eigen persoonsinhoud, je denken, je geheugenfactoren en al dat andere. Je komt dus in een totale onwerkelijkheid terecht en je hebt geen enkel controlemiddel. Ik kom daar zo dadelijk nog even op terug, maar om te beginnen zou ik al willen zeggen: Esoterie bestaat in feite in het erkennen van je innerlijke waarheid, en daarnaast in het praktisch - volgens die waarheid - in je wereld ervaring opdoen. Dan zijn er een groot aantal vraagstukken, waarmee we geconfronteerd worden, want in die innerlijke wereld zijn allerhande sferen. Ja, die hebben we voor de geest ook. Wat is een sfeer? Een sfeer is een wereldbeeld dat door meerderen tezamen gedeeld wordt. Het is dus geen concrete wereld, het is een wereldvoorstelling. En als je al die sferen doorlopen hebt, dan kom je terecht in iets, dat een beetje doet denken aan een sprookje van 1001 nacht. Je loopt in een donkere gang, misschien zie je in de verte sterren - dat komt nog al eens voor - en van alle kanten doemen er schimmen op. Dingen die je heel graag hebt zijn er ineens. Mensen die je gekend hebt roepen of je alsjeblieft eens even tijd hebt, enzovoort. Dit zijn allemaal herinneringsbeelden, natuurlijk, maar ze kunnen je afleiden, want je moet doorgaan totdat je uit het duister in het licht komt. In dat licht is geen redelijke ervaring mogelijk, maar wat er wel gebeurt, dat kun je misschien in lichamelijke termen beschrijven als een absolute ontspanning, gepaard gaande met een absoluut evenwichtig worden, gereguleerd worden van alle lichaamsfuncties. Je hervindt veerkracht, innerlijk ga je de dingen beter coördineren en je overziet beter, en op die manier word je er wel wijzer van. Niet dat je zegt, het werkt voor miin bankrekening, dat doet het meestal niet, maar je voelt je gelukkig en je kunt je wereld gemakkelijker aan. Nu ik dit alles gezegd heb moet ik u wijzen op de hinderpalen die op zo'n pad bestaan. Wanneer wij doordringen in onze eigen wereld, dan worden we ook geconfronteerd met de verborgen dingen in onze eigen persoonlijkheid. En het wonderlijke is dat we meestal een beeld hebben gemaakt
1
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
van onszelf dat niet klopt met de feiten. Er zijn een aantal belevingen, feiten, veronderstellingen, die we vrezen, we zijn er bang voor. Wij noemen het conglomeraat daarvan de wachter aan de poort, ofwel de angst. Wanneer we die angst onder ogen zien en verder gaan, gebeurt er niets. Het is dan een constatering in het voorbijgaan. Maar wanneer we nu met die angst bezig zijn en we keren terug, dan blijft die angst in onze herinnering hangen. Dan worden we met alle skeletten, die ergens in ons leven, of in een of andere kast zitten, voortdurend weer geconfronteerd en we kunnen ze niet voortdurend weer verwerken. Het tweede gevaar is de overwinning op, wat men noemt, de tweede angst. Wanneer je namelijk in het donker terecht komt, in die donkere tunnel en je kunt zelfs alle begeerten, alle relaties tijdelijk vergeten, dan blijft er nog een ding over: Je bent bang dat je jezelf verliest. De kern van deze esotherische ontwikkeling is in feite een verliezen van jezelf in iets, en dat iets kun je niet eens omschrijven. Ook die angst moet je overleven, dan kun je dat licht betreden, en je kunt terugkomen. Nu bestaan er een hele hoop systemen, er zijn een hele hoop leraren en goeroes en hoe ze zich verder kunnen noemen, die je komen vertellen hoe je dat het best kunt benaderen. Eén theorie zegt bijvoorbeeld: Tussen de gedachten is een korte pauze, het is geen continuïteit. In die pauze zijn we ons bewust van de totaliteit. Dat klinkt heel aardig, maar als je niet denkt kun je er wel deel van zijn, je kunt het wel beleven. Met andere woorden het kan waar zijn, maar het is betrekkelijk zinloos. Anderen zeggen: Je moet jezelf leeg maken, volledig tot rust brengen. Ze geven je daarvoor dan ook vaak nog sleutels, één of ander mantra, of een mandala om naar te kijken en noem maar op. Bij deze systemen nu word je eigenlijk onbewust gemaakt, je eigen bewustzijn komt tot rust maar je hebt geen mogelijkheid je beleving te registreren. Wat uiteindelijk gebeurt kan net zo goed een diepe ontspanning zijn als een geestelijk beleven. U zult het nooit zeker weten. Dan zijn er systemen die uitgaan van vaste volgorden, van vaste regelmaat eigenlijk, in het totaal van het kosmisch gebeuren. Ze hebben indelingen, ze hebben wetten. Er is deze wereld, er is die wereld, altijd langs dezelfde weg, en dan langs die weg. Ze benoemen zelfs nog alle grootheden die je onderweg ontmoet. Indelingen in die zin zijn zuiver menselijk. Met andere woorden, het systeem is geen waarheid, het systeem is een symbool. Werkt dat symbool voor jou, dan kun je inderdaad die innerlijke weg, waar ik het zo-even over had, afleggen. Werkt het niet voor jou, dan komt dat niet omdat je het systeem niet goed genoeg volgt of leert, dan komt dat doodgewoon omdat het niet past in jouw wezen, door jouw bewustzijn en misschien ook door jouw drijfveren. De situatie waarin een mens verkeert wordt, zegt men, voor een deel bepaald door karma. U weet het wel, de bekende kreet die de conducteurs in het verleden ook kenden, want die riepen naar de bestuurder als er vertrokken moest worden, karren maar! Kijk, karma, dat is ook zo'n moeilijke zaak, karma is in feite het opdoen van ervaring. De mens wordt door de ervaring die hij opdoet geconditioneerd, de geest net zo. Hij zal voor zijn volgende reacties dus mede bepaald worden door zijn vorige ervaring. Dat is dan gewoon een regel, die geldt ook in de psychologie, en die geldt zeker ook in de werelden van de geest. Dat karma, dat kan nooit gebruikt worden om te zeggen, we hebben een vastgelegde weg. En aan de andere kant zal bijna elke mens zich steeds weer een keer in een positie bevinden waarin hij zegt: Ja, ik zou anders willen, maar ik weet niet meer hoe ik het moet doen, ik kan eigenlijk niet anders. Ik zit in een trein, ik moet meerijden. Ik heb geen invloed op het traject dat wordt afgelegd op het ogenblik. Wanneer je dit nu wilt verklaren, dan kun je ook grijpen naar een theorie, die zich voor een deel ook met esoterie bezig houdt. Ze zegt namelijk dit: Alle mensen zijn deel van een totaliteit. Er is een eenheid die mensheid is en misschien nog veel meer. Een mens is daar een deeltje van, en kan binnen dat deel alleen volgens zijn taak en functie aanwezig zijn, bewust zijn en werken. Dan is er dus een zekere definitie. Wanneer je dat verder gaat uitwerken - ik zal het niet helemaal doen anders wordt het een beetje melig, een beetje vervelend - dan kom je ongeveer tot het volgende: Er is een ogenblik geweest dat je ontstond, en je hebt sinds die periode bepaalde ervaringen opgedaan. Deze ervaringen waren niet je eigen keuze, ze werden je als het ware opgelegd. Door die ervaringen wordt je verder reageren bepaald, je hebt een vast pad. Een mens is gebonden aan een weg, die niet door anderen bepaald wordt, maar door de structuur van zijn eigen wezen. Een theorie waar ik, eerlijk gezegd, erg veel voor voel. Die theorie zegt verder: Functioneren in het geheel betekent de invloed die
2
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
je hebt in het geheel. Deze invloed kun je niet wijzigen, wel de wijze waarop je datgene wat je bent en doet ervaart. Je vrijheid van leven, je vrijheid van willen bestaat eigenlijk hoofdzakelijk in de manier waarop je omgaat met de onvermijdelijke omstandigheden. Elke mens zal steeds weer keuzemomenten kennen, en in een keuzemoment kun je uitbreken, zo het heet. Dat wil zeggen, je kunt, zonder de ingeschapen functie terzijde te stellen of te verloochenen, verschillende richtingen inslaan. Op het ogenblik dat je keuze gemaakt is ben je weer gebonden aan de gemaakte keuze, tot er een volgend kruispunt komt. Dat is allemaal een beetje simplistisch, ik ben het met u eens, maar hoe simplistisch het ook is, de feiten wijzen er op dat heel veel mensen althans, zich steeds weer in een soortgelijke positie bevinden, en wanneer we bezig gaan over werkelijkheid, dat doet deze reeks stellingen ook, dan komen we zelfs op een gegeven ogenblik bij de vraag: Wat is de werkelijkheid? En het antwoord moet dan luiden: De werkelijkheid is iets wat we alleen kunnen zien door het te interpreteren, en gelijktijdig daardoor te vervalsen. Met andere woorden, we leven in een wereld die door onze waarneming bepaald wordt, maar onze waarneming wordt bepaald door de wijze waarop we de wereld benaderen. En dat maakt de zaak interessant, want als we op de zaak in gaan, dan worden we geconfronteerd met onze functie, zeg maar met de vastliggende regels. Wanneer we terechtkomen in het verblindende licht, zoals men het soms noemt, dan zijn we niet terechtgekomen in God zonder meer. Dan zijn we geconfronteerd met de totaliteit waartoe we behoren, en hebben gelijktijdig ons eigen denken, onze persoonlijkheid als een verschijnen van dat geheel, tijdelijk afgelegd. Daardoor functioneren we op dat ogenblik precies zoals we moeten. Maar als we nu weer terug gaan, dan zouden we deze erkenning van wat we moeten zijn niet eens mee kunnen nemen, want we moeten denken, we moeten interpreteren, we moeten vergelijken, anders is er geen kennen van de wereld voor ons mogelijk. Dit houdt in dat we bij elke terugkeer de betekenis vervalsen en wel volgens onze persoonlijkheidsinhouden, onze verwachtingen, onze idealen eventueel, of ons geloof. Laten we echter de werkelijkheid in ons bestaan, niet meer als iets wat omschreven moet worden maar, als iets wat aanvaard moet worden, dan zullen we elke keer terug kunnen keren tot dat kernpunt van ons bestaan, daarin evenwicht vinden, rust vinden, harmonie, of u hoe het noemen wilt, en daardoor zullen we in staat zijn bij onze interpretaties dichter bij de werkelijkheid te komen. Is het zo ver aanvaardbaar? Dank u. Hoe zou dan je nu dat menselijk leven kunnen omschrijven? In de eerste plaats, wat je in feite doet is onvermijdelijk. Dit houdt in dat er geen schuldvraag kan bestaan en geen verdienste binnen het kader van het geheel, dat is een vastgelegde functie. Wanneer schuld ontstaat, dan komt dat door een strijdigheid in onszelf. Wanneer we ons op verdienste beroepen, dan is dit eveneens een strijdigheid in onszelf, een oordeel over zaken die we niet eens begrijpen. Dan moeten we dus uitgaan van het standpunt, ik heb geen verdienste, ik heb geen schuld. Ik moet bestaan, maar mijn bestaan kan ik alleen voor mezelf bevredigend voeren, wanneer ik daarin een zeker contact met anderen heb. Ik denk dat de grootste straf voor een mens is: eenzaamheid, en dan bedoel ik niet alleen zijn, maar je absoluut geïsoleerd voelen. Dan kun je midden tussen de mensen staan en op een of andere manier begrijp je ze niet, je kunt er geen contact mee maken. Het is een kleurige golf, die aan je voorbij spoelt, en die je steeds weer radeloos achterlaat. Wanneer een mens daaraan ontkomen wil, zal hij eerst moeten beginnen met de wereld te accepteren zoals hij is, en zichzelf zoals hij is. Dan zeggen de mensen: Ja, maar ik moet toch, zeg maar, binnen de samenleving - vroeger was dat alleen in het groot, tegenwoordig komt dat ook in het klein voor, maar het is ook precies hetzelfde kunnen functioneren. En dan komen we aan een moeilijk punt, want wat is samenleving? De samenleving is een samenvoeging van conventies en pretenties, waardoor betekenissen worden verondersteld en opgelegd die in feite niet bestaan. Met ander woorden, de maatschappelijke samenhang is gebaseerd op illusies die de mensen koesteren, niet op de feiten, niet op de werkelijkheid die ze beleven. Dat houdt in dat je een stapje opzij moet doen.
3
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
In godsdienst, en ook in esotherie, klinkt heel vaak in verschillende woorden iets, wat in christelijke termen neerkomt op: Oordeel niet, opdat je niet geoordeeld worde. Nu is dat zinvol wanneer je begrijpt dat je, door een oordeel te vellen, nooit het andere kunt beoordelen. Je kunt alleen beoordelen wat je zelf bent, het is jouw reactie daarop. Het zijn jouw vrezen die in de beoordeling meespelen. Je oordeelt niet alleen op grond van de feiten. Je oordeelt meestal grotendeels op grond van sentimenten, het gevoel dat het zus of zo zou moeten zijn. Dan moeten we zeggen: In de maatschappij kan ik alleen functioneren als deel van de maatschappij, wanneer ik voor mezelf geen oordeel uitspreek, over mijzelf of die maatschappij, maar functioneer volgens datgene wat ik innerlijk meen te zijn. Aanvaardbaar? Dan hebben we daarmee de basis van esotherie aardig te pakken, dacht ik, op het ogenblik. In jezelf doordringen, allemaal mooi en goed, het kan heel erg nuttig, heel erg vruchtbaar zijn. Maar alleen wanneer je daardoor gelijktijdig je eigen relatie met de wereld leert herzien. Je kunt niet leven zonder wereld. Die wereld heeft allerhande opvattingen. Er zijn mensen die zeggen bijvoorbeeld: Werkloosheid is eigenlijk een schande. En anderen zeggen weer: Het is schande dat er werklozen zijn. Het ligt er maar aan van welke kant je het probleem benadert. Maar is een werkloze werkloos of is een werkloze in een situatie, waarbij hij zijn betekenis niet meer kan en behoeft te ontlenen aan verdiensten in stoffelijke middelen uitgedrukt. Het wil helemaal niet zeggen dat hij niets betekent, dat hij niets kan zijn, integendeel. Werkloosheid heeft niet alleen nadelen, ze kan voordelen hebben. 0 jee, nu schop ik misschien tegen zere schenen aan, maar we gaan proberen het duidelijk te maken. De mensen die bezig zijn in een zuiver materieel geheel, in een materialistische wereld, die in feite alleen maar bezig zijn met producenten en consumenten, die hebben maar weinig mogelijkheid om door te dringen tot hun eigen innerlijk, laat staan hun eigen waarden, hun eigen mogelijkheden te ontwikkelen. Het is natuurlijk heel erg leuk en heel erg wetenschappelijk, neem ik aan, om te zeggen, ja, een mens heeft zes zintuigen of vijf, het verschilt wel eens, maar is dat wel zo? Is onze waarneming zintuiglijk, dat wil zeggen gebonden aan kwaliteiten van de waarnemingsorganen? In negen van de tien gevallen blijkt dat er nog iets extra's bijkomt. Hoe we dat noemen? De ene noemt het paranormaal, de andere noemt het menselijk onredelijk en een derde zegt, het is instinctief. Maar in alle gevallen zeg je: In de waarneming zijn elementen aanwezig die niet redelijk verklaarbaar zijn, en die niet logisch voortkomen uit de mens, zijn kennis, zijn opvoeding en zijn mogelijkheden, tenminste niet zoals wij die mensen kennen. Nu stel ik, en dat is een stelling hoor - onthoud, een stelling is nooit een axioma, het is een werkhypothese: Daar in de mens niet alleen het lichaam bestaat, maar ook nog de geest en daarbinnen zelfs nog de ziel, mogen wij aannemen dat geest en ziel ook hun eigen kwaliteiten bezitten. Op het ogenblik dat wij sterk stoffelijk georiënteerd zijn, zullen die kwaliteiten zich heel waarschijnlijk niet, althans niet volledig, ontwikkelen. Ze blijven rudimentair aanwezig, kunnen onze waarneming van de wereld enigszins beïnvloeden misschien, en onze interpretatie ervan, maar verder gaat het niet. Als we nu tijd genoeg hebben, dan kunnen we eens proberen in dit innerlijk door te dringen, en daarbij misschien een zeker doel nemen want, neemt u me niet kwalijk - ik ben misschien nog niet zolang uit de mensheid weg dat het daaraan ligt - maar ik heb altijd het gevoel dat alles een zin moet hebben. Alleen maar naar binnen gaan om jezelf in het goddelijke te verheffen boven de mensheid, dat vind ik de grootste kolder die bestaat. Je moet toch weer naar beneden, waarom zou je superman spelen, of supervrouw natuurlijk. Neemt u me niet kwalijk dames, maar u behoort er ook bij. Dat is ook iets dat ze laattijdig ontdekt hebben, vrouwen zijn mensen, wist u dat? En wat dat betreft komen vrouwen tot de conclusie dat mannen niet altijd onmensen zijn. Wat dat betreft is er enige vooruitgang, enige bewustwording. Maar realiseer je nu eens dat in elke mens dus capaciteiten zijn voor aanvoelen, empathie zeggen ze soms, vormen van helderziendheid of helderhorendheid, dat in elke mens mogelijkheden bestaan waardoor hij eigenlijk kennis of weten schijnt af te tappen uit de omgeving. Het is wel geen telepathie,
4
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
maar het is een vreemde manier waardoor je alle gegevens coördineert, daar iets aan toevoegt en in de coördinatie gelijktijdig een overzichtsbeeld creëert, dat precies de kern van de zaak betreft. Wanneer je dat doet, dat kun je zelf wel nagaan denk ik, het zal u ook wel eens gebeurd zijn, dan heb je ineens een overprestatie, dat wil zeggen, je brengt meer tot stand, hetzij in werken of in denken, dan je normalerwijze zou kunnen doen. Je komt ver boven je normale normen uit. Nu, iemand die werkloos is die kan er aan gaan werken om bijvoorbeeld zijn eigen denkbeelden een beetje meer te coördineren, en tot een overproductie in denken in concept te komen. Een ander kan zich misschien eens toespitsen op het meer empathisch verwant zijn met anderen, op het aanvoelen van hetgeen er in anderen leeft, dus de achtergrond kennen van de uiting. Weer een ander misschien kan tot op zekere hoogte een telepathische gevoeligheid ontwikkelen. De een die leert genezen, de ander leert misschien alleen maar een ander helpen. Maar dat je op die manier zelf je eigen waarnemingsvermogen in de stof kunt uitbreiden - en ongeacht de verschillende discussies over de oorzaak en de redenen die wetenschappelijk bestaan - dat deze schijnbaar buitenzintuiglijke waarnemingen bestaan en dat ze vaak zinvolle resultaten hebben, dat is zo langzamerhand bewezen. Waarom zou u dan die kant niet eens uitgaan? Daarvoor zul je een beetje moeten doen aan meditatie, aan esoterie, aan pogingen om je eigen innerlijk te beleven. Niet te kennen hoor, als je jezelf wilt kennen, dan begin je onmiddellijk weer het tempeltje op te bouwen waar je eigen ideaalbeeld in moet staan. Maar gewoon jezelf te beleven zoals je van binnen bent. Op die manier zul je heel veel dingen wakker maken in je persoonlijkheid, die eigenlijk tot op dat ogenblik een beetje vermomd waren, die niet helemaal wakker waren. Je kunt dan van die werkloosheid in plaats van een vloek in zekere zin een zegen maken. Zeker, dat is geen stoffelijke verbetering, maar het is een verbetering van je vermogens en mogelijkheden en daar kun je toch ook wat mee doen. Esoterie is dus niet alleen maar een spelletje voor diegenen die diep in zichzelf aan de werkelijkheid willen ontvluchten. Het is een spelletje waardoor je de werkelijkheid, en dan heb ik het over een objectieve en niet alleen maar een subjectieve werkelijkheid, zoals die in ons toch aanwezig is en moet zijn, beter te leren benaderen. Het weten van objectieve waarden schept zekerheden, die niet aanwezig zijn zolang je alleen maar in een subjectieve werkelijkheid leeft. Je kunt dus ongetwijfeld veel beter leven en leren. Er zullen nu mensen zijn die zeggen: Hoe zit dat nu met die vaste lijn die men moet gaan? Je kunt niet ontkomen aan hetgeen je moet veroorzaken binnen het geheel, dat geloof ik inderdaad, maar je hebt een vrije wil. Je kunt dat doen door te begrijpen dat je dat moet zijn of je kunt het doen tegen wil en dank. Ga je tegen wil en dank dingen waarmaken, dan ontstaat er rondom jou en voor jou conflict. Het is maar heel zelden dat je begrijpt wat je doet, en heel vaak dat je meent dat er daardoor voor jou of voor anderen onrecht zal ontstaan, enzovoort. Wanneer je weet wat je doet, dus de objectieve waarde in je eigen functie gaat beseffen, dan kun je proberen om zoveel mogelijk bewust aan die functies te beantwoorden. Dan zal buiten je niet veel veranderen, maar innerlijk ben je veel sterker, je bent veel evenwichtiger. Daardoor ben je in de vervulling van je onvermijdelijke taak, als ik het zo mag noemen, gelijktijdig ook een beheerster mens. Je wordt meester van jezelf en bereikt daardoor een groter meesterschap over de wereld. Dan kunnen we nog een poging gaan wagen om de zaak anders te zeggen, want esotherie die zo nuchter wordt uitgelegd die zegt vaak zo weinig. En dan kunnen we dat doen als een soort verhaaltje, als een soort gedicht, half verhaal misschien. Op het ogenblik dat je de wereld vergeet waarin je bent, ben je zelf die wereld geworden. Al wat je ziet, al wat je beleeft is deel van jezelf. En zo word je geconfronteerd met iets wat je innerlijk bent. Besef je dit dan zul je steeds verder gaan, omdat de conflicten en aangename ogenblikken op zichzelf zelden voldoende zijn. Dan word je geconfronteerd met de werkelijkheid van al datgene wat je in je leven hebt onderdrukt. Een verschrikkelijke wachter staat aan de poort en voorbijgaan aan dat monster, er doorheen gaan vaak, vraagt moed. Maar als je moedig verder gaat dan liggen daarachter velden waarin lichtende engelen zweven, dan zijn er werelden vol van schoonheid en van vreugde, vormen eerst, daarna caleidoscopische mengelingen van licht, vreemde klanken van kosmische aard bijna, en uiteindelijk is het het verwazen van alles, totdat er weer een paar vormen tevoorschijn komen en die
5
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
vormen moet je dan zien voor wat ze zijn, de herinneringen die je teveel zouden bepalen wanneer je de waarheid wilt vinden, en je moet verder gaan. Dan denk je op een bepaald ogenblik, wat blijft mij over, ik ben helemaal alleen? Maar in die eenzaamheid verder gaan betekent ook weer je bewust worden van iets anders, op een vreemde manier een verbondenheid voelen die zich nergens meer manifesteert, op een wonderlijke wijze je eigen denken aangevuld zien, maar niet meer in staat zijn er als ik, als persoonlijkheid, mee te werken. Het is iets waar je in zwemt als een vis in het water. Je ademt en je ademt en elke hap doet gelijktijdig weer een deel verstromen, en uit die vreemde situatie kom je dan terug en dan komt er een ogenblik dat je jezelf hervindt. Maar dat betekent ook weer dat de herinneringen op komen duiken, misschien zijn ze nu wat minder kleurig, wat grijzer geworden, maar ze zijn er nog steeds. Daar liggen de schatten, de mogelijkheden, de rijkdommen. Daar zijn alle personen die je zolang gemist hebt. Door die reeks moet je weer verder gaan, en op een ogenblik kom je terecht in een wereld zo mooi dat je er eigenlijk zou willen vertoeven. Maar ook dit is je niet gegeven, je moet voorbij, weer langs die angstaanjagende wachter, dit conglomeraat van je eigen angsten en onvolkomenheden, en je moet verder door al die andere werelden tot je een ogenblik wakker schrikt, jezelf afvraagt was ik nu gek? Heb ik gedroomd? Ik weet het eigenlijk niet meer maar ik voel me wel lekker. Dit is gewoon een verslag van iets wat heel vaak gebeurt. Iedere mens zal het op zijn eigen wijze beleven. Iedere mens zal er op zijn eigen wijze in doorgaan. Maar wie kan zeggen wat de werkelijkheid is? Niemand die deze ervaringen heeft doorgemaakt durft nog te zeggen, dit is de werkelijkheid. De werkelijkheid is als de trilling van een gong, die door een onbekende hand in een onbekende ruimte ver weg wordt geslagen. Het is een trilling die je beroert en die voor een ogenblik schijnt je hele wereld te vervullen, en dan sterft ze langzaam uit en dan begint er weer wat anders, we noemen dat leven en dood. Dan is er een ogenblik van licht en duister, een spel van schaduwen en je denkt misschien, het is werkelijkheid, maar het is niets anders dan de projectie van een tak die het zonlicht warrelend met schaduwen vermengt, in een voortdurend wisselend en door de wind bepaald patroon, en werpt op een rotswand die je nog niet eens gezien hebt. En dan ga je je afvragen: Wat is de zin van het leven? Want alle esotherie komt bij die vraag terecht. En dan zeg je tot jezelf: De zin van mijn leven is dat ik besta. De zin van mijn leven is dat ik beleef. De zin van mijn leven is dat ik behoor bij iets wat ik niet ken, maar waardoor ik inhoud krijg. Ik weet niet wat het uiteindelijke doel van mijn bestaan is. Misschien zal ik het nooit weten. Maar één ding zal ik wel weten: Door te zijn wat ik voel te moeten zijn, door te leven met de waarheid die er in mijzelf bestaat, door steeds meer mijn eigen angsten te overwinnen en mijzelf meester te blijven, wordt mijn leven een rijkdom en alle feiten die op mij toestromen zullen langzaam maar zeker herleid worden tot een werkelijkheid. Misschien komt dan het ogenblik dat ik zal gaan naar de vertrekken waar de gong me heeft geroepen. Dan zal ik zien wat de gong is, datgene wat mij heeft doen ervaren, en dan zal ik pas weten waarom ik moest ervaren. De zin van mijn leven is bestaan. Het is niet het streven naar de dingen die buiten mij liggen. Het is het waarmaken van datgene wat in mij woont, en misschien dat dan uiteindelijk de conclusie komt: Ik wist het niet, maar van de vele handen die tezamen de gong beroerd hebben, en ze hebben doen trillen, waren de mijne er ook een paar. Ik heb zelf mee veroorzaakt datgene waardoor ik beheerst scheen te worden. Ik ben deel van de uiting, maar ik ben ook deel van de veroorzaker. Ik denk dat dat het antwoord is dat we uiteindelijk zullen vinden. Denk ik, ik weet het niet. Om zover te komen moet je loskomen van alle vormwerelden, van alle denkwerelden. Mijn aanwezigheid hier en de uiting die ik op dit ogenblik voorstel alleen al, maken duidelijk dat ik het zo ver nog niet gebracht heb. Maar ja, ik heb eens iemand horen zeggen: De mens kan tenminste nog denken, hij kan tenminste nog hopen. Dan zeg ik je: Je denken is het scherm dat je zet tussen jezelf en de werkelijkheid, maar je hoop is dat deel van de werkelijkheid dat zelfs in je denken voortdurend doorbreekt. U ziet, ik maak er misschien een verhaal van. Je kunt bepaalde dingen niet uitdrukken, je kunt alleen proberen ze als een soort gevoel zwaarder over te dragen, dat doe ik op dit ogenblik ook. Ik wil geen suggesties geven, moet u goed begrijpen. Ik wil u niet suggereren wat de waarheid is. Ik kan u alleen zeggen: Dit is een stuk van de waarheid die ik gevonden heb, en ik heb daar delen van teruggevonden in bepaalde stellingen, in bepaalde esotherische leringen. Maar als uw leven zinloos zou zijn, wat heeft het dan voor betekenis?
6
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
Indien mijn leven zinloos zou zijn, wat heeft het dan voor betekenis? Wanneer uw leven zou eindigen bij de dood, wat heeft het dan voor zin om braaf te leven? Maak er dan maar zoveel lol van als u hebben kunt. Waarom zou je dan proberen vooruit te komen in de maatschappij? Laat die maatschappij maar vooruitgaan, als jij maar eten kunt. We moeten reëel zijn. Er is een leven na de dood, en in dat leven na de dood zijn er allerhande belevingen mogelijk, maar eigenlijk zijn al de werelden die we betreden dingen die in onszelf wonen. Dingen die we zelf gemaakt hebben uit het onbekende. Dat is dan alvast een vaststaande zekerheid, een feit. Dan kan ik u alleen nog maar zeggen: Wanneer esotherie hoe dan ook een sleutel is waardoor je beter leert begrijpen waarom je bent wat je bent, waarom je je wereld ziet zoals je die ziet, dan kan ze je ook verder voeren, zodat je begrijpt wat de zin is, de betekenis van je leven, van je denken, van je ervaring. Zolang je daar niet toe komt zou je net zo goed een figuur kunnen zijn uit de droom van een ander, dadelijk uitgeblust wanneer de slaper ontwaakt. Maar wanneer je werkelijk een objectief bestaan begint te beleven, dan heb je je los gemaakt van alle onwerkelijkheden en dan ben je zelf iets, en niet alleen maar een droombeeld. In een wereld zoals de uwe, waarin zoveel dingen onzeker zijn vandaag: Wanneer begint de atoomoorlog? Het zal wel even duren hoor. Ze zijn er namelijk achter gekomen dat generaals en staatslieden ook kwetsbaar zijn. Wanneer komt de economische crisis tot een einde? Dat is ook heel eenvoudig: Op het ogenblik dat ze er niets meer aan verdienen. Neemt u me niet kwalijk, maar het is zo. De economische crisis ontstaat door een onevenwichtigheid tussen productie en consumptie welke veroorzaakt wordt door financieringspraktijken plus staatsingreep. Dat zijn de werkelijke oorzaken. Dus niet de economie en de handel zonder meer. Wanneer ik die dingen zeg moet je goed begrijpen, u zit er maar mee, voor u is het een schijnbaar objectieve waarheid, of ik nu zeg dat het een spelletje is, die economie, of niet. Of ik de banken de schuld geef of de multinationals of een ander, het helpt geen steek, u zit er mee, u leeft in een crisis. Maar op het ogenblik dat u innerlijk dichter bij de objectieve werkelijkheid komt, kunnen vele illusies die de crisis in feite in stand houden en creëren, niet meer bestaan. Zelfs zuiver materieel is het zinvol een beetje aan esoterie te doen. En wat meer is, het heeft verduiveld veel zin om jezelf eens een keer te zien zoals je bent, om jezelf te beleven, niet als een droombeeld van wat je zou moeten zijn, of wat de wereld je voor onrecht doet, maar als wat je zelf bent. Op dat ogenblik zul je beseffen waarom je kiest voor een bepaalde richting, zul je begrijpen waarom je handelt zoals je doet, zul je begrijpen dat je weldegelijk een vrije wil hebt, maar dat die vrije wil onmachtig wordt gemaakt door je onvermogen te begrijpen wat je in de wereld betekenen moet. En als je dat helemaal in de gaten hebt dan denk ik dat je ook gemakkelijker met de problemen van het leven overweg kunt. De ene zegt: Ja, maar ik heb mijn hele leven opgeofferd. Hebt u het wel opgeofferd? Kijk diep in uzelf. Misschien hebt u niet geofferd. Misschien hebt u uzelf waargemaakt en, misschien zonder het te weten of te willen, veranderingen veroorzaakt die noodzakelijk waren voor het geheel. Als de dingen zin hebben, dan zijn ze veel gemakkelijker te aanvaarden. Dan kun je er mee leven. Leren leven met al die problemen en moeilijkheden van uw tijd, dat is niet alleen maar een kwestie van anderen de schuld geven, of hogere eisen stellen. Het is een kwestie van leren wie en wat je bent. Maar ja, u hoort het geluid daarboven (een vliegtuig), enkelen vliegen, de anderen zien ze vliegen. En dat geldt voor maatschappelijke problematiek ook. Wannneer wij terugkomen tot de werkelijkheid, dan zul je merken dat wij kunnen vliegen zonder apparaat, dat wij kunnen waarnemen op afstand zonder televisie, dat wij in staat zijn te begrijpen zonder uitvoerige uitleg, dat wij essenties plukken uit de meest verwarde betogen. En dan ben je, geloof ik, pas werkelijk mens. Ik heb zo het gevoel dat een beetje esotherie gewoon noodzakelijk is om van een mensachtig wezen, met vaak zeer dierlijke boventonen, over de rest praten we dan niet eens, te worden tot een werkelijk mens, dat wil zeggen, een bewust denkend en voelend wezen dat in staat is zichzelf en die wereld juister te herkennen. En dat is de reden dat ik vandaag esotherie als uitgangspunt heb gekozen. Misschien zijn er aanwezigen die daarop willen reageren?
7
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
Vraag: U hebt nu gesproken over iets wat meerdere mensen aangaat, en ook van de richting van de mens uit naar de geestelijke wereld toe. Wat is er dan te zeggen van een geest die opgesloten zit in een gehandicapt lichaam? Antwoord: Die geest functioneert, zelfs in dat gehandicapte lichaam, volgens zijn ingelegde programma, zeg maar. Met andere woorden, het belangrijkste is niet wat je doet, het belangrijkste is dat je bent en veroorzaakt. Voor die geest kan dus dit leven, zeker wanneer hij in zichzelf bewust begint te worden, nuttiger zijn in een gehandicapt lichaam dan het ooit zou zijn wanneer hij kerngezond was, maar daardoor minder zou kunnen bijdragen aan de veranderingen in het geheel volgens die hem ingelegde normen, de in hem vastliggende weg van invloed. Je kunt het nooit met zekerheid zeggen. Nu ga ik je een paar dingen zeggen die ik zelf ervaren heb. Ik ben een tijdje in de afhalingsdienst geweest. U weet als u dood gaat hebt u de kans dat er even iemand meeloopt, totdat u weet waar u moet zijn, dat noemen we dan afhaaldienst. Ik noem het soms wel ophaaldienst ook, als je ziet wat je soms mee moet nemen, ik heb het niet over u hoor. U moet het gewoon zo zien: Wanneer je kinderen afhaalt, dat zijn dan zo van die mongoloïde kinderen, die heerlijke idiootjes met of een enorme ferociteit, of angst gedurende hun hele leven, of met een zo eenvoudige blijmoedigheid dat je er als normaal mens geen raad mee weet. En mijn vreemde conclusie is dat ongeveer vier van de vijf eigenlijk meteen wakker worden en geestelijk volledig actief zijn, dat ze kennelijk in dat leven rijkdom hebben opgedaan vanuit een geestelijk standpunt. En ik heb wel eens atleten afgehaald die er wel heel anders voor zaten. Ik heb er één gehad, nu was dat een rugbyspeler, een Amerikaan, die zag onmiddellijk een paar geesten staan en hij wou al tackelen, hij vloog er doorheen. U lacht erom? Maar als u later dood bent en u komt op de afhaaldienst dan zult u dat mee moeten maken, dan zult u begrijpen waarom ik ophaaldienst heb gezegd. Ik heb mensen meegemaakt die lichamelijk absoluut niet mee konden. Van die mensen waar eigenlijk de hersenen en het gevoelsleven normaal zijn en de rest niet schijnt te functioneren. Ze hebben vaak een bitter leven gehad, dat wel. Maar het wonderlijke is dat de bevrijding voor hen veel groter is en dat ze dan pas beseffen wat ze door al die ellende eigenlijk geleerd hebben, en dan zijn ze er soms nog heel dankbaar voor ook, dat ze dat toch hebben kunnen beleven. Wanneer u zo'n vraag stelt kan ik alleen maar antwoord geven aan de hand van de praktijk. De meesten, niet allen, worden er beter door, zijn er geestelijk gezien gelukkiger door, sterker door. Wat moet ik dan nog verder zeggen? Ik kan alleen maar zeggen, uw beoordeling gaat naar menselijke normen, die niets te maken hebben met geestelijke werkelijkheid en die maar heel weinig zelfs te maken hebben met de psychische werkelijkheid waarvan u allen deel uitmaakt. Ik hoop dat dat voldoende is. Vrienden, ik heb geprobeerd u iets voor te leggen om over na te denken. Vergeet niet, een deel van wat ik gezegd heb is stelling. Probeer eens of het werkt. Een groot deel van wat ik gezegd heb is ervaring en een klein gedeelte was eerder een poging om bepaalde gemoedstoestanden op te roepen, om u iets te laten begrijpen, dan om u iets mee te delen. Het is in deze tijd, laat mij het nog eens herhalen, belangrijk dat je gaat begrijpen dat de stoffelijke zaken vaak minder belangrijk zijn dan de geestelijke, en dat kun je meestal het beste bereiken door door te dringen in jezelf, jezelf te leren kennen en de gerichtheid die in je bestaat te leren beseffen, en van daaruit opnieuw, nu bewust, met die gerichtheid uw wereld te benaderen. Op die manier ontstaat een harmonie die je leven beheerst, en zijn de stoffelijke voordelen soms zeer beperkt dan heb je aan de andere kant toch de zekerheid, dat je gelukkiger leeft en geestelijk bewuster overgaat. En als ik daar een beetje toe heb kunnen bijdragen ben ik je dankbaar en als dat niet het geval is, ik heb mijn best gedaan, en dan hoop ik dat je toch nog dankbaar bent, ondanks alles. Het was mij een genoegen, hopelijk was het wederkerig.
8
© Orde der Verdraagzamen
Kring Antwerpen
GELOOF EN LIEFDE
Geloof wat je wilt, want niemand weet wat de bron is van het geloof. Zodra je maar vergeet, dat een geloof geen weten is, wordt het geloof in zich een last. Maar wie het geloof steeds weet te dragen als iets dat in zijn wezen past, wat inhoud geeft en sterkte en kracht, zal vinden, dat geloof een vorm is, die het licht heeft voortgebracht. En wie van liefde spreekt, hij kent daarvoor wel vele vormen en vindt waarschijnlijk ook deze macht in vele menselijke normen. Maar ware liefde was het eens die zei: Het is volbracht! De liefde is een taak, te zijn voor anderen, deel van anderen, tezamen zijn met al wat leeft. Dat is het wat het menszijn waarde geeft en mens de kracht geeft tot de hoogste kracht vanuit zijn wezen voort te reiken.
9
Esoterie: bewust worden in en door de wereld
Datum:
29-02-1984
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Amsterdam > Amsterdam 1983-1984
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
Esoterie: bewust worden in en door de wereld
Esoterie: Vrije wil - Boeddha - Inwijding
Datum:
23-04-1986
Soort:
lezing
Reeks:
1. Plaatselijke kringen > Kring Amsterdam > Amsterdam 1985-1986
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
- Esoterie: Vrije wil - Boeddha - Inwijding
- Vragengedeelte
Is esoterie egocentrisch?
Datum:
08-11-1974
Soort:
lezing
Reeks:
3. Stem van Gene Zijde > Stem van Gene Zijde III > Stem van Gene Zijde 1974-1975
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
- Is esoterie egocentrisch?
- Beantwoording vragen
Praktische wijsheden der esoterie
Datum:
05-01-1958
Soort:
lezing
Reeks:
2. Zondagmorgenkring > Zondaggroep I > Zondaggroep (I) 1957-1958
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen Groep I, 5 januari 1958 Goeden morgen, vrienden. Men heeft mij verzocht om op deze morgen voor U enige meer
Zondagochtendkring
PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
naar voren te brengen. Het kernpunt van ons aller leven is in feite onze mogelijkheid tot ervaren. Ervaring is bepalend voor al, wat wij doen. Ervaring brengt ons tot weten, brengt ons tot inzicht. Maar deze ervaringen kunnen niet altijd worden ingepast in de feitelijke levensomstandigheden, waarin wij ons bewegen. Er bestaat dus een voortdurend conflict tussen de mens met zijn ervaringsdrang en behoefte en de mens met zijn aanvaarding van ervaringsmogelijkheid. Er zijn daarover zeer veel stellingen verkondigd, o.a. in de hindoeïstische en Brahmaanse leer maar ook in het Christendom, het Boeddhisme, de Islam en wat dies meer zij. Ik geloof, dat in elke godsdienst zoals zij exoterisch tot uiting komt het grote bezwaar is; een normalisering van de belevingsaanvaarding. Het is niet doenlijk ons te onderwerpen aan een wetmatigheid, die onze eigen persoonlijkheid voor een zeer groot gedeelte dwingt terug te treden achter een uiterlijk, door anderen beheerst beeld. De praktijk van alle leven kan echter wel gevonden worden in de innerlijke, de esoterische leer, die in dezelfde godsdiensten verborgen ligt. Er is een begrip en een inzicht nodig omtrent de werkelijke waarde en de werkelijke inhoud van al deze leerstellingen. Deze eerste samenkomst in een nieuw jaar wilde ik graag gebruiken om U juist deze esoterische leer op meer praktische wij ze te belichten. De kern van het Christendom (esoterisch gezien) is niet in de eerste plaats zoals dit exoterisch wordt uitgedrukt een voortdurende wet van naastenliefde, een normalisering van de menselijke benadering tot God, maar een éénwording met kosmos en Al. Naastenliefde is een andere term voor eenwording, zich één gevoelen met, één zijn met. En van uit deze kern wordt ons duidelijk, dat de eigen persoonlijkheid volledig geuit kan worden in elke stoffelijke omgeving, mits deze persoonlijkheid zich daarbij harmonisch gedraagt t.o.v. de omgeving, van de omringende wereld. Het is dus niet zo belangrijk, dat wij onszelven een voortdurende beperking opleggen in de zin van "dit is Godes, wil." Maar wij moeten onszelf weten aan te passen aan de wereld, waarin wij bestaan. Voelt men dit aan als de kern van het Christendom, dan wordt ons ook duidelijk, waarom b.v. Jezus de uitspraak doet; "Vraag en U zal gegeven worden, klop en U zal worden opengedaan." Dan wordt ons plotseling duidelijk, waarom hij verschil maakt tussen naaste en niet naaste, ook wanneer hij leert, dat voor de Christen alle mensen naasten moeten zijn. Wij realiseren ons dan eerst, wat Jezus werkelijke leerstelling en bedoeling is geweest. En wat meer is; wij realiseren ons evenzeer de wijze, waarop wij die zelf practisch kunnen uitoefenen. Elke mens, die zijn medemens voelt als een volkomen persoonlijkheid, waarin zij zelve bestaat en voortleeft, is een mens, die te allen tijde zich volkomen zal uiten in de mensheid. Niet in één mens. Niet in een beperkte omgeving. Waar men ook is of dit is in de grote steden van Amerika, of dit is in de grote bedrijven ergens op de wereld, of misschien in de bekrompenheid van een kamp als Bergen Belsen altijd weer, wanneer de mens zich volledig weet in te stellen op zijn medemens, wordt hij gedragen door die mensheid. Er is niets voor hem onmogelijk, omdat zijn aanvaarding van eigen leven en bestaan, zijn zoeken om voor zich en anderen een gelijke conditie te scheppen, hem voortdurend de innerlijke kracht en bevrediging geeft, waaruit een werkelijk godservaren mogelijk is. De Christenen hebben in vele gevallen geprobeerd Jezus uitspraken terug te brengen tot iets van; spreek een schoon gebed uit en vraag wat je hebben wilt en God zal het je geven. Dit is de primitieve, de exoterische leerstelling, die nooit werkelijkheid worden kan. Wij kunnen niet de wereld voor ons precies aanpassen aan wat wij verlangen. Dat is onmogelijk. Wat wij wel ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE 1
Orde der Verdraagzamen kunnen doen is; zozeer in de wereld leven, dat al het voor ons verlangde in ons een zekere werkelijkheid gewint. En in deze zo gewonnen werkelijkheid komen wij tot een vrij beleven, waarbij geen verlangen meer blijft bestaan. Het klinkt U misschien een klein beetje komisch. Ik zal proberen om dit te illustreren met een ervaring, die ik in mijn laatste leven op aarde heb doorgemaakt. Wanneer men zich bevindt in een concentratiekamp, is het leven teruggebracht tot de barre nood van voortbestaan. Al het andere valt terug. Verliest men in deze toestand de menselijkheid, dan is het leven ondraaglijk. Blijft men echter als mens en deel der mensheid voor zichzelf ervaren, dan zal zelfs wanneer de lichamelijke toestanden en omstandigheden niet draaglijk zijn altijd, altijd weer in het wezen een licht blijven, een kracht, waar door men zich boven de omstandigheden verheft, zoals men dat noemt. De omstandigheden kunnen niet de kern van het zijn beroeren. En hierin ligt de waarheid, dat al wat men vraagt gegeven wordt. Want indien men zelve staat in de mensheid, in contact met groot scheppende Kracht, zoals zij geopenbaard is in het totaal der wereld, dan is elke mogelijkheid in het "ik" vervuld niet als een stoffelijke realiteit maar als een geestelijke werkelijkheid, waar door alle stof ondergeschikt wordt aan hetgeen men geestelijk kan ervaren en doormaken, Ditzelfde vinden wij in de esoterische leer van het Boeddhisme, Boeddha leert de grote weg van de onthechting en zegt tegen de mens; "Wanneer men zich niet bindt aan stoffelijke omstandigheden, zich niet laat beïnvloeden door genegenheden, door schuldgevoelens en wat dies meer zij, wanneer men voor zichzelf is zonder meer, rechtlijnig, dan is men vrij van de keten van het noodlot." Exoterische interpretatie; Wanneer U zich kunt losmaken van alle angsten, alle begeerten en alle genegenheden, dan staat U boven de wereld en U wordt a.h.w. meester over de wereld. Werkelijke interpretatie; Op het ogenblik dat de mens zichzelf leert vergeten, in zijn bestaan de verwerkelijking wordt van het leven, het levende en niet slechts blijft een persoonlijke extensie van het groot Levende, dan is hij één met de Alkracht. In deze eenheid met de Alkracht kan hij mens of geest blijven, kan hij gaan van hogere tot lagere sferen, en omgekeerd, maar hij zal altijd met deze Alkracht vereend zijn en daardoor staan buiten alle gebeuren, dat invloed op hem kan uitoefenen. Bevrijding van alles, wat het leven U brengt. Dus alweer hetzelfde wat Jezus zegt; "Vraag en U zal gegeven worden, klop en U zal worden opengedaan." Vergeet Uzelve en gij zijt één met de kosmos. In de eenheid met de kosmos kunt gij niet ondergaan, kunt gij niet meer veranderen, zijt gij bevestigd in het Ene, de Waarheid en zijt gij vervuld in Uw eigen wezen. Mohammed schreef o.a. in de Sura El Fatiha, dat het noodzakelijk is om - en hij gaat daarin van een mannelijk standpunt uit - te beheersen en toch de wil Gods te aanvaarden. In een van zijn commentaren heeft hij dit nader aangeduid, gestipuleerd; Hij heeft gezegd; Kijk, wanneer ik als mens meester ben over mijzelve en over mijn omgeving en toch de wil van Allah accepteer, dan wordt daardoor Allah’s kracht in mij geopenbaard en ben ik een uitverkorene. Dan kan ik alle hemelen betreden en zijn wonderen voor mij de normale uitingen van het bestaan. Niet omdat ik wonderdadig ben of machtig of groot, maar omdat de grote kracht van de Schepper zich in mij openbaart en buiten dit voor mij niets anders meer bestaat, waar ik een volledige aanvaarding van Zijn wil ken. In de praktijk kan dus allereerst worden gezegd, dat een levensaanvaarding zeer noodzakelijk is. Maar zij wordt pas tot realiteit, wanneer wij leren de goddelijke wil vóór alles te accepteren. Wanneer wij verder leren onszelven niet te zien als een verschil met de mensheid maar als een deel van de mensheid. Het geheel van ons bestaan moet het zijnde, zoals wij dat erkennen, samenvatten op een horizontaal vlak; en in dit horizontale vlak ligt het totaal van ervaren, dat ons anders zou kunnen beheersen. Maar waar wij ons verbinden met het Goddelijke, zijn wij één met alle dingen en ondanks alles toch ontheven van de persoonlijke beïnvloeding en verplichting, die anders voor ons in dit vlak gelegen zouden zijn, Om dit verder nog terug te brengen tot simpele woorden grijp ik terug naar het oude geloof van de Hindoe, van de Brahmaan. U weet misschien, dat zij hun drie goden altijd uitbeelden met vier gezichten. Er bestaat dus een beeld, dat de drie-eenheid weergeeft, maar het heeft vier aangezichten. Ze zeggen; Kijk, waar je ook staat, moet je altijd drie persoonlijkheden van
2
ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
het Goddelijke kunnen zien. Dus is het noodzakelijk van uit menselijk standpunt om een vierde gezicht in te snijden, want anders zie je ze niet altijd alledrie. Deze praktische beschouwing hebben zij ook op de menselijke leefwijze toegepast. En misschien is het zelfs daardoor, dat zij gekomen zijn tot een zeer uitvoerig kastensysteem. Zij stellen n.l. in hun leer - ik geef het maar eenvoudiger weer, anders wordt het zo ingewikkeld -; Alle zijn is één; maar alle zijn is ook gedeeld. In het gedeelde zijn is voor ons de bestaansmogelijkheid, maar in het ene zijn ligt voor ons de kracht, waaruit wij bestaan. Om te komen tot een volledige aanvaarding van deze kracht, moet de gedeeldheid van het bestaan voor ons gerealiseerd worden als een reeks van invloeden, die in onszelf elkander opheffen. Dus eigenlijk wil dit zeggen; Voor ons mag er geen licht en geen duister zijn. Dat zijn persoonlijkheden, goddelijke uitingen, goden. Wij hebben daarmee niets van doen. In ons komen zij samen in hun werking en zijn zij één. Dit ene is het Goddelijke, verder niets. Alle hemelen en alle werelden, zegt de Brahmaan, worden één voor de wijsheid, die schuilen kan in een enkele mens. Niet weten, maar wijsheid. Dat is begrijpelijk. Wanneer wij begrijpen wat rond ons is, aanvaarden en begrijpen, dan hebben wij daarmede alle krachten, die in onze eigen wereld tot uiting komen, tezamen gevoegd tot een grote eenheid. Deze grote eenheid kunnen wij gebruiken om daarin God te vinden. Gelijktijdig schakelt ze alle tegenstellingen uit, waarvoor wij anders soms bang zouden zijn, die ons begeren brengen, kortom, die ons doen leven in een onvolmaaktheid, in een exoterisch bestaan. Zij gaan nog verder. Zij zeggen n.l. dit; "Wie uit de begeerte geboren is en wederkeert, zal de begeerte overwinnen. Hij wordt dan geboren uit het weten. Wie uit het weten geboren wordt, zal de arbeid kennen. Wie nu de arbeid kent, zal de kracht ervaren en geboren worden door de kracht. Wie echter de kracht en de wijsheid heeft gevonden, wordt geboren tot de schoonheid. Hij is de viermaal wedergeboren en die in zich een goddelijk licht openbaart. (Die dus Boeddha wordt eigenlijk.) Dit Boeddha worden is een boeddhistische term. Maar een verheven worden tot de goden, een één worden met de grote goden weet ik niet beter uit te drukken. Ook niet in hindoeïstische termen. Wanneer wij ook deze praktijk een ogenblik bezien, blijkt ons dat de innerlijke leer, die de Hindoe ons geeft, eigen een samenvatting is van verschillende levens. Deze levens zijn niet noodzakelijk te projecteren op de aarde zelf. Zij kunnen zich overal afspelen. Er bestaat geen bepaalde definitie, ook niet in het Hindoe geloof, waardoor de wedergeboorte wordt gestipuleerd op aarde. Maar de geaardheid van de wedergeboorte, die wordt wel gestipuleerd, Niet in vorm ook deze kan zeer verschillend zij n maar in eigenschappen. Dit is gezien over een zeer grote cyclus van misschien miljoenen jaren en duizenden wedergeboorten. Desondanks kunnen wij dit terugbrengen tot één menselijk of één geestelijk bestaan. Want een voortdurende wisseling van worden speelt zich in ons af. En wanneer wij deze wisseling van worden terug brengen tot zijn grondoorzaken, zien wij het practisch verwerkelijkbare deel der esoterische beleving. De mens, die geboren wordt, dus bewustzijn verwerft, zal eerst zijn eigen wereld moeten afwerken, zal daarin één punt moeten bereiken, voordat hij verder kan gaan. De mens is niet eenzijdig aan het eind van zijn leven, maar de beleving op zichzelf is in het begin, bij de geboorte, een monopolium, een vast gestelde waarde, die andere uitsluit. Dat is logisch. Want wanneer de mens leeft en vele dingen gelijktijdig probeert te bereiken, kan hij geen van deze waarden innerlijk volledig beleven. Daarom komt de mens ertoe om eerst de wereld te begrijpen. Dus weten, wanneer hij het weten, de kennis, voor zich vergaart, dan zal hij de toepassing van dat weten, met uitschakeling van alle andere invloeden, die natuurlijk optreden, kunnen gebruiken en daaruit wijsheid te verwerven. Maar wijsheid betekent een kracht, waarmee men de wereld beheersen kan, voor zover zij het eigen "ik" betreft. Dus uit kennis komt zelfbeheersing voort. Deze zelfbeheersing maakt het mogelijk harmonie te scheppen in de wereld. Harmonisch worden brengt schoonheid. Eerst wanneer men ook dit bereikt heeft, zal uit deze harmonische persoonlijkheid met een innerlijk weten en een volkomen eigen beheersing het werkelijke wezen "mens" ontstaan, dat in zijn eigen wereld en toestand het hoog Goddelijke accepteert, één is met het zijnde en zo een ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE 3
Orde der Verdraagzamen volledige uiting is van elke kracht, die op aarde en in de sferen ooit kan bestaan als een directe verwerkelijking van een goddelijke Wil, als een directe vervulling van elk verlangen en elke wet. Nu hoop ik, dat ik dit alles niet te ingewikkeld heb gemaakt. Ik ben deze dagen gast van Uw Orde en het was mij een ware vreugde weer op aarde te mogen spreken en mijn eigen denken en geloof weer opnieuw weer te geven in termen, die de mensheid misschien ook begrijpen kan. Gelooft U mij, ik zou niet zo snel op deze aarde teruggekomen zijn en gesproken hebben, wanneer niet in mij een grote werkelijkheid leeft; dat boven alle haat de liefde staat, Niet omdat de haat kwaad is of omdat de liefde goed is, naar omdat haat isolering betekent en liefde wereld aanvaarding en vergroting van het "ik" en het bewustzijn. Uit dit aanvaarden van een nootlot, een lot dat bitterder is, dan U zich realiseren kúnt, zoals U hier tezamen zijt, is voor mij geboren geworden het vermogen om mij volkomen één te gevoelen met mijn sferen, in mijn sferen met velen samen te gaan en toch mijzelf te blijven met eigen geloof, eigen weten, in een eigen harmonie; waarin goddelijke waarden zich voor mij sterk openbaren. Ik hoop, dat mijn woorden van deze morgen iets hebben bijgedragen tot Uw eigen verdergaan op deze weg, Uw eigen komen tot deze bereiking. Ik wens U een aangename rustdag verder. o-o-o-o-o Goeden morgen, vrienden. We hebben dan vandaag een gast gehad, zoals U gemerkt hebt. En die gast was ook vrijdag al bij ons aanwezig. Wij zijn er erg blij mee. Hij is eigenlijk een zeer eigenaardige figuur, een eigenaardige persoonlijkheid. Hij wan n.l. zoiets als een godsdienstleraar tweede graad, woonde in Oost Duitsland, (dus het tegenwoordige Oost Duitsland) en behoorde ongelukkigerwijze tot dat ras, dat heel sterk vervolgd is en waarvan men er zoveel ter dood heeft gebracht. Dat op zichzelf is voor ons geen aanbeveling. Maar het aardige hiervan is en ook wel - het voor ons belangrijk - dat de mens in het helpen van zijn medemensen zijn eigen ellende vergeten kan, daardoor zich verheffen kan boven menselijke gevoelens en kan komen tot een bewustwording, die zo verbazingwekkend snel en volledig is, dat wij zeker - en nu spreek ik hier niet alleen voor mijzelf maar voor velen van de z.g. kleintjes in onze groep - met een ware eerbied eigenlijk zien, hoe ver je uit een zelfs benepen en bekrompen geloof kunt stijgen in een korte tijd, wanneer je zo - hoe moet ik dat zeggen - jezelf boven jezelf weet te verheffen. Het klinkt een beetje raar, maar het is toch wel de werkelijkheid. Er zijn voor ons allemaal altijd weer andere wegen. Waar wij ook gaan, ieder van ons vindt iets anders, iets nieuws, elk van ons heeft een eigen geloof, een eigen gedachte. Er is een volk geweest in het verleden, dat geloofde, dat de wereld, waarin men woont, een grot is. En ze zeiden; "Die zon verplaatst zich niet werkelijk. Het is alleen maar een lichtende vlek ergens boven in die grot; en daar buiten staat pas de werkelijke zon. De verplaatsing van de zon is de verplaatsing van de lichtbron boven, niet van een werkelijk licht, dat in onze wereld bestaat." Dit volk had een overlevering, waarin verteld werd, dat eens op een dag iemand een ladder zou vlechten zo hoog, dat hij door die opening de werkelijke wereld zou kunnen betreden. En dan zeiden ze erbij; "Hij zal blind zijn gedurende zeven maal zeven jaren. Hij zal zoeken gedurende zeven maal zeven maal zeven jaren. Maar wanneer die tijd is vervuld, zal hij zijn ladder naar de aarde steken en hij zal daar anderen brengen, die niet behoeven te lijden, wat hij geleden heeft. Want hij zal hen beschermen tegen het felle licht en hij zal hun de waarheid van die wereld tonen en dan pas zal ons volk vrij zijn." Het is maar een gewone volksoverlevering. Het is al tamelijk oud en o.a. de bron geweest van verschillende legenden van Indianen. Maar goed, in dit geloof zit eigenlijk wel wat. Wij kunnen niet zeggen; "Wij zullen even naar boven klimmen." Wij willen dat wel, maar kunnen het niet, we hebben de middelen niet. Maar nu is er een ander, die dat wel zal kunnen. En dan moeten wij het geduld hebben om te wachten, totdat hij terugkomt. Dat geduld betekent dus, dat wij moeten leren van anderen. En ook, dat wanneer deze anderen ons zullen brengen in die nieuwe wereld van wijsheid, zij niet in staat zijn ons 4 ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
onmiddellijk aan de realiteit, zoals ze bestaat, bloot te stellen. Dat zouden wij niet kunnen verdragen. Die anderen, die leiders zou je kunnen zeggen, hebben dus de taak je te behoeden voor de al te felle waarheid. Wanneer ik zo die legende bekijk, denk ik aan ons eigen werk en aan Uw bestaan. Ik weet, dat er op aarde mensen zijn, die zo graag hun eigen wijsheid, hun eigen waarheid aan een ander willen mededelen. Maar zij vergeten, dat er soms net zoveel verschil is tussen hun waarheid en de waarheid, die een ander nog meent te bezitten, als tussen dat heel felle zonlicht en een kaars, die ergens in het donker brandt. Nu kun je natuurlijk zeggen; "Ja, maar dan moet die ander ook maar in de zon kijken." Hij zou er blind van worden, ervan doodgaan misschien. Dat kun je niet doen. Je moet die ander wel meer licht geven, maar je moet hem gelijktijdig voor de waarheid beschermen. Een waarheid, die zo groot is, dat ze nog niet te verdragen is. Wanneer ik zo onze vriend hoor, dan moet ik daar onwillekeurig aan denken. Want er is misschien één op vele duizenden, die zo ver komt, dat hij zich boven zichzelf kan verheffen, die een weg vindt a.h.w. naar een nieuwe waarheid, een nieuwe wereld. De anderen zitten gevangen in hun eigen gedachten, haatgedachten, wraakgedachten, levensverwerping, angst, een vlucht voor het leven, enz. Die ene is degene, die hen ten slotte naar boven zal leiden. Die heeft eerst zijn tijd nodig. Eerst moet hij zelf leren zich in zijn nieuwe wereld te bewegen. Dan moet hij de kracht en het weten vinden, noodzakelijk om anderen tot zich op te heffen. Maar dat er één is, betekent, dat de rest van het volk laten we die uitdrukking maar gebruiken uit de overlevering te enigerlei tijd ook naar een bovenwereld zal komen. Tegenover een dergelijke overlevering staat een andere, die precies omgekeerd is. U hebt ongetwijfeld wel eens gehoord van het onderaardse rijk van de Heer der Wereld. In de praktijk zou je kunnen zeggen; veel van de grote eigenschappen, de grote kwaliteiten, die vroeger op aarde waren, warden door een ramp en een revolutie verdreven en hebben zich onder de aarde een woning gemaakt. En men gelooft zelfs, dat hier en daar vulkanische kloven toegang geven tot het onderaardse rijk en dat de Heer der Wereld zo machtig is, dat wanneer hij een besluit uitspreekt, de hele natuur zwijgt." Laten we dit nu eens even omwerken. Als wij nu eens i.p.v. grotten in de aarde zeggen; verborgen eigenschappen in de mens. Dan is er een tweeledigheid gekomen. De verhalen zijn niet elkaars tegendeel, maar elkaars aanvulling geworden. Het grote gemeenschapsbewustzijn, dat boven ons ligt, is in staat om ons a.h.w. tot zich op te heffen, naar gelijktijdig leven er in ons stoffelijk en geestelijk waarschijnlijk ook vele onontwikkelde kwaliteiten. Ze leven wel, zo bestaan volledig, ze zijn werkzaam, maar zo kunnen niet tot de oppervlakte van ons wezen doordringen. Dan denk ik onwillekeurig aan al hetgeen de wetenschap onderbewust zijn noemt, al hetgeen U eigenlijk zelf niet begrijpt van Uw eigen wezen. Daar, onder de oppervlakte, daar kookt en daar kolkt zoveel, waar je maar heel weinig vanaf weet. Er zijn krachten, die je soms in staat zullen stellen om alles te volbrengen, wat je nu wilt volbrengen maar meent nooit te kunnen bereiken. Daar zijn krachten, die voor U vele technische vindingen overbodig zouden maken, als telefoon en zo, die zelfs van mens tot mens, van gedachte tot gedachte zouden kunnen spreken. Daar liggen zo grote kwaliteiten en levende krachten uit de omgeving te vergaren, dat U verder niets neer nodig hebt, geen drank, geen voedsel, geen lucht, niets. Alleen die kracht is voldoende om het organisme als een afgesloten geheel in stand te houden. Die dingen bestaan wel, maar ze liggen verborgen. En er moet natuurlijk een tijd komen, dat ook dit naar buiten treedt. Dan denk ik hier weer aan die voorspelling; "Wanneer de wereld zich baadt in bloed, zal de Heer der Wereld zijn kluisters verbreken, de aarde doen openbarsten en met zijn volk zal hij bezit nemen van een nieuwe wereld." Dat is een profetie, waar men op het ogenblik o.a. in Tibet weer heel erg mee schermt. Laten we nu eerst kijken, wat dat voor ons kan betekenen. Een wereld, die in bloed baadt, een mens, die ondergaat in ellende, dat klinkt vreemd. Toch is het zo. Een mens, die werkelijk beproefd wordt boven zijn krachten, ontdekt nieuwe kwaliteiten en eigenschappen, waarvan hij vroeger nooit heeft geweten. Wanneer hij dan bovendien het inzicht en de leiding van bovenaf krijgt, waardoor hij ze kan gebruiken, dan zal hij niet alleen kunnen opklimmen tot een nieuwer en vrijer bestaan, een nieuwere en vrijere wereld, maar hij zal bovendien - en dit is zeer belangrijk - bevoertuigd zijn op een zodanige ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE 5
Orde der Verdraagzamen manier (dus een lichaam hebben of een voertuig in de een of andere sfeer) dat alle mogelijkheden van die wereld of sfeer onmiddellijk en geheel gerealiseerd zijn. Daarom vind ik die spreker van zo even eigenlijk zo’n mooie inleider van een nieuw jaar. Van een jaar, waarover U ongetwijfeld al het een en ander hebt gehoord. Een jaar, dat stoffelijk gezien er nogal wat pessimistisch uitziet. Dat pessimisme is natuurlijk gewettigd, wanneer wij afgaan op het zuiver stoffelijke. Maar wanneer wij het geheel zien als een ontwikkeling, dan wordt het anders. Per slot van rekening; het is niet prettig als het regent. Maar als de aardappels in de grond moeten groeien en het koren moet groeien en rijp worden, wanneer U vruchten aan de bomen wilt zien, als de bloemen moeten bloeien, dan moet er regen vallen. Daar kun je niet om heen. Ook wanneer die regen dan niet prettig is voor de ervaring van de bewuste mens. Want eerst daardoor kan die mens op aarde leven. Zo is het met al deze sombere dingen en sombere zorgen ook. Zij zijn er niet, omdat het nu zo leuk is of omdat sommigen er rijk door worden, ze zijn er alleen maar, omdat ze noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling van de mens. En in deze profetie staat immers, dat wanneer de wereld dus onder zware druk staat - ik vertaal het nu maar een beetje eenvoudiger - dat dan de Heer der Wereld wakker zal worden. Wanneer U als mens zwaar beproefd wordt, tot het uiterste, dan ontdekt U plotseling onvermoede krachten of U gaat te gronde. Een andere weg is er niet. Wie te gronde gaat, wordt hernieuwd geboren. Daar maken we ons niet druk over. Die komt wel weer terug. Maar wie die extra krachten vindt, is voor zichzelf veel rijker geworden dan tevoren. Die heeft uit de ellende, uit de verdrukking voor zichzelf iets edels, iets reins, iets rijks geput. Dan denk ik maar zo; Wanneer wij naar geestelijke waarheid zoeken, naar geestelijke kracht, ach, dan moeten wij eigenlijk heel veel sterkte hebben in onszelf om die weg maar steeds verder te gaan, om vol te houden. Om er ons niet met een Jantje van Leiden af te maken en halverwege de zaak neer te leggen. Dan hebben wij vermogens nodig, die boven het normale uit gaan, want wij moeten werken met krachten, waarover een normaal mens niet eens nadenkt. Of dat nu is een mens, die in gebed in verrukking komt al is hij nog zo primitief en in deze verrukking het Goddelijke ervaart, of dat het een bewuste is, die de weg van de inwijding gaat en in deze inwijding plotseling staat voor een totaal nieuw concept van werelden en bestaan, dat blijft gelijk. Er is wel iets, dat je vindt, maar je moet de kracht hebben om het te verdragen. Je moet de kracht hebben om het voor jezelf op te wekken, om er in door te gaan. Dan kan onze vriend die zo even sprak eigenlijk dankbaar zijn, dat hij de aarde heeft verlaten via een van de beroerdste uitingen van menselijke ongevoeligheid, n.l. een gaskamer. Want daarmede heeft hij juist die kracht moeten vinden, die hem nu verheven heeft boven heel veel anderen, die hem bevrijd heeft van zijn wereld en een heel nieuw concept heeft gegeven. En hij wil ons graag helpen, ons allemaal, geest en stof. Hij doet dat op zijn manier, misschien niet precies zoals U dat nu prettig en mooi en aangenaam vindt, maar hij doet het dan toch. Hij keert terug. En hij kan ons nog niet eens de volle waarheid zeggen van zijn beleven. Maar wanneer wij nu, wanneer het ons eens een beetje tegen de schreef gaat, wanneer het onplezierig wordt, ook weten door te zetten, ook trachten boven onszelf uit te stijgen, boven het stoffelijke, en a.h.w. in de wereld en in de mensen te leven, dan, mijne vrienden, dan zal hij en met hem velen, die een dergelijke sombere proef hebben moeten doorstaan en gewonnen hebben ons kunnen verheffen tot een geheel nieuw besef, een geheel nieuwe wereld. En ja, dan wordt voor ons waarschijnlijk. waar, wat ook al in de oudheid werd neergeschreven. Iemand die over de dood dacht schreef n.l.; "Ik zag zijn somber gelaat en ik beefde. Want hij nam de zon, de warmte, de lucht en het hele bestaan en ik meende te vallen tot in de diepe krochten van Hades. Ik meende vergetelheid te drinken uit de Lethe. Maar ziet, uit zijn duister werd licht. Ik zag voor mij een wereld zo gouden en zonnig, dat goden benijden wie daar nog schrijdt. Toen wist ik; ik ben gestorven. Hoog boven het azuur, hoog boven de Olympus, waar goden tronen, bestaat een wereld van goud gevlochten licht, waarin een waarheid spreekt met tonen, die woorden ver te boven gaan. Hier is het, dat het noodlot wordt gesponnen. Hier is het, dat het licht U wordt gewonnen, als eens Prometheus aan de wereld bracht. ‘t Is goed te sterven, want uit doodsnood en uit sombere nacht wordt ons de gouden dag geboren." Het beschrijft wel een klein beetje, hoe ik erover denk. Natuurlijk, er is altijd nood en ellende en ondergang en alles wat ermee samenhangt, vrienden. Er is onbeheerstheid, enfin, alles wat wij onaangenaam vinden, niet waar. Eenzaamheid, wat moet je nog meer noemen? Luiheid 6 ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
© Orde der Verdraagzamen
Zondagochtendkring
soms, lichamelijke kwalen, alles wat erbij komt. Maar als je nu tegen jezelf zegt; Kijk, wanneer ik dit moet overwinnen, wanneer dit een taak is, dan moet ik het zó doen, dat ik tegenover mijzelf verantwoord ben, natuurlijk. Maar wanneer ik dit overwin door het niet te zien als een lijden of als een duisternis, maar alleen als een trap of een brug naar licht, naar nieuw weten, nieuw bewustzijn, nieuwe kracht, dan geloof ik, dat je dan de werkelijkheid gewonnen hebt. En de werkelijkheid en dan ben ik maar een kleintje onder de sprekers hoor, maar dat durf ik wel te zeggen de werkelijkheid is een voortdurende bevrijding. Een bevrijding eerst van heel veel dingen, die je niet prettig vond in de wereld ten slotte ook een bevrijding van jezelf. De grootste last, die ge draagt, ben jezelf. Wanneer je die verloren hebt, dan zul je weten, dat je één bent met God, dat je het licht kent, dat je de eeuwigheid gevonden hebt. Nu wil ik niet verder blijven doorpraten, vrienden. Ik heb het mijne gezegd en U hebt stof genoeg om te overdenken op dit ogenblik. U moet me dus niet kwalijk nemen, dat ik het woord overgeef aan de laatste spreker, die voor U besluiten zal. Goeden morgen, allemaal. HET HOOGSTE GOED. Het hoogste goed, zei eens de mens, dat is te kunnen leven. Het hoogste goed sprak later de mens, is om te kunnen streven en te bereiken. Maar wie kent wel de werkelijkheid? Uiterlijk kan men wel prijken met bereiking zonder eind. Maar waar ligt het einddoel; het hoogste goed? Het hoogste goed is één te wezen met God. Het hoogste goed is te overwinnen stoffelijk en geestelijk lot en vrij te zijn in eeuwigheid, gebonden slechts door ene kracht, die in je leeft en is je wereld, die eens je ook heeft voortgebracht en die je ook doet voortbestaan. Het hoogste goed, dat is het breken van de waan, ‘t erkennen van de werkelijkheid. Liefde is het hoogste goed, wanneer je ‘t eigen "ik" niet" kent en één wordt met een vol bestaan, dat alle anderen omvaamt en in zich draagt de heilige naam, waarin de schepping is geschreven. Het hoogste goed, dat is de gave om te ontvangen en te geven gelijkertijd. Eén met al, met al vereend, erkennend in het eigen licht de vrije taak, die hoger staat dan door de mens erkende plicht. Het hoogste goed, dat is te leven in eenheid met al, die samen gaan om te overwinnen alle fouten van te klein, te beperkt bestaan. En zo te bereiken de wereld, die leeft, het licht van een God, die Zijn zegen U geeft. Te bereiken, bestaan, van alles bevrijd, waarin je tezamen de Kracht, Die je leidt, spreekt, heiligt de Kracht, Die het Al heeft geschapen, heiligt de Kracht, Die nu in mij leeft, zodat het "ik" zich wendt tot een wereld, ontslapen, en opnieuw haar leven geeft. Het hoogste goed is wel; te scheppen uit liefde voor de eeuwigheid, te zijn een kracht, die anderen verder tot ‘t allerhoogste doel geleidt. Ge zegt zo gemakkelijk, vrienden, het hoogste goed. leder voor zich omschrijft en beperkt het anders. Maar het hoogste goed is de eenheid met God. En die eenheid met God is een uiting van de volmaaktheid. Het is de liefde, zeker, maar meer dan dat. Want de liefde, die ons één maakt, is niet volmaakt zonder het begrip. Zo is ook wijsheid het hoogste goed, althans een deel ervan. Want wat is wijsheid zonder de liefde, zonder ook de daadkracht, waarmee uiting wordt gegeven aan hetgeen er in Uw wezen leeft? Het hoogste goed is in feite dat te zijn, wat volgens de Bijbel de mens was, toen hij door God werd geschapen; Gods evenbeeld en gelijkenis, om op te gaan tot Hem, met Hem te scheppen, te regeren de sterren, te zegenen een mensheid en in stand te houden de wereld van het allerkleinste. Dat is het hoogste goed. Wij kunnen dit verwerven door één te zijn met God, te verloochenen de beperking van ons eigen wezen, zodra wij erkennen dat hoger Kracht ons leidt. Men zou kunnen zeggen; Jezus, aan het kruis gestorven, gaf de wereld meer dan bloed. Hij gaf zichzelf met heel zijn wezen, verwierf daardoor het hoogste goed.
ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
7
Orde der Verdraagzamen Boeddha vond in meditatie ‘t licht van de Oneindigheid. Hij heeft door ‘t anderen te geven de mensheid tot het licht geleid. Want hij vergat zijn eigen streven, zijn eigen leven, eigen doel, Dat was het hoogste goed. Een leraar komt, hij geeft de wereld vreugde, een lach in duisternis, en zal met eigen wezen delgen een nu bestaand te groot gemis aan werkelijkheid. Wanneer hij ons door eigen offer tot ‘t allerhoogst begrip geleidt, ons delen doet in ‘s Heren kracht, dan is de taak door hem volbracht, het hoogste goed. Wanneer wij leven en ons leven betekent ook voor anderen veel, wij kunnen ze helpen om verder te streven, te geven uit liefde, geven zoveel, dat we soms onszelf vergeten maar herdenken steeds de Eeuwigheid, dan is ook dit het hoogste goed. Het hoogste goed is al, wat mens en geest tot God geleidt. Wij wensen U allen een recht aangename zondag. HET GODDELIJKE. Logos, onbekende Kracht, mij gevend het bestaan, wat is Uw naam, Uw werkelijkheid? Wat is in ‘t leven waar en wat is waan? Gij zijt het bestaan, Gij zijt de kracht, het Leven en het Wezen. Maar ‘k ken U niet en ik omschrijf U niet. Ik weet slechts; Al wat ‘k ben en doe wordt mij door U gegeven. DE GLADDE MUUR. Er is een tuin, zo wonderschoon, dat ik steeds daarvan dromen moet, Ik weet; wie vindt daar ‘s levens woon, voor die zijn alle dingen goed en vol van kracht. Maar rond die tuin daar staat een muur, zo koud, zo stil, zo glad. Hij weigert mij te gaan naar wens, hij breekt mij af het pad, dat ik zou willen gaan en zegt; "Je "bent slechts geest, slechts mens. Wat wens je wel in Edens tuin? Keer terug." Maar in mij groeit de toorn. Ik dreig; "O,muur, je wordt tot puin, wanneer mijn woede zich ontlaadt." De muur zegt niets, is stil en glad, maar blijft daar staan nog op mijn pad. Dan zeg ik; “Verander heel het zijn, ik breek de wereld af." ‘k Vernietig al, ik lijd veel pijn, maar blijft mij slechts een straf; want de muur is daar en bepaalt mijn zijn. Dan zoek ik naar een andere weg. ‘k Verander nu mijzelve door in de kracht, die in mij schuilt en in het weten ook te delven. Ik neem het groot besluit, ‘k verander heel mijn zijn. Daar ben ik, haast met een stille lach van ‘s levens kracht als wijn, die mij de vreugde geeft. En ziet, wijl al intens mij leeft, ga ik in vreugdig juichen heen en vraag mij af; "Waar is die muur, die kille, koude steen?" De muur is verdwenen, bestaat niet meer, de tuin ligt voor mij open. Dit had ik in het streven niet verwacht en in ‘t willen niet durven hopen. Maar toen ik veranderde mijzelf, toen werd die muur geslecht. De muur bestond slechts in mijzelf. Toen in mijzelve ik vond het recht van zijn en leven, deed ik in mijzelf de muur, die mij van ‘t leven sluit, ter aarde sneven. En zo ga ik in werkelijkheid van geestelijk leven uit.
8
ZI 580105 – PRAKTISCHE WIJSHEDEN DER ESOTERIE
Sociale achtergronden als bronnen van esoterie
Datum:
03-02-1961
Soort:
lezing
Reeks:
3. Stem van Gene Zijde > Stem van Gene Zijde III > Stem van Gene Zijde 1960-1961
Inhoud:
Klik voor inhoudsopgave
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
SOCIALE ACHTERGRONDEN ALS BRONNEN VAN ESOTERIE
3 februari 1961 Goedenavond, vrienden. Aan het begin van deze avond wijs ik u erop, dat wij niet alwetend of onfeilbaar zijn. Verder is het tweede deel van de volgen de week vrijdag, bestemd voor het beantwoorden van vragen. Mijn onderwerp is: SOCIALE ACHTERGRONDEN ALS BRONNEN VAN ESOTERIE Wanneer wij over esoterie spreken, menen de meeste mensen wel dat dit woord de innerlijke weg aanduidt, doch slechts weinige beseffen, dat deze esoterie niet altijd heeft bestaan. De esoterie vindt haar ontstaan en vorm in directe samenhang met de meer stoffelijke verhoudingen en de sociale systemen van de mens. Dit is aan te tonen. Bij het geven van voorbeelden zal ik de geschiedenis van Atlantis buiten beschouwing laten en bij Babylon beginnen. In Babylon - tijdens de eerste periode van de staat - vinden wij veel landbouw. De stad is klein. Er is enige handel. Later wordt de welvaart groter en breidt de stad zich uit. Uit de eenvoudige godendiensten ontstaan systemen van Goden. Onder invloed van het sterrenbeeld de Stier treedt ook hier de vruchtbaarheidscultus steeds sterker op de voorgrond. In de eerstgenoemde periode spreekt men in de godsdienst alleen over de verhouding tussen hemel en aarde. De mens zelf heeft met dit alles betrekkelijk weinig te maken. Een geloof aan voortbestaan is er niet of nauwelijks. Naarmate de welvaart groter wordt, groeit het priesterdom, maar ook de waardering voor de mens zelf in de schepping. Wij horen voor het eerst over mogelijkheden van voortbestaan na de dood. Ook wanneer men niet aan iedereen en aan elke stand zonder meer de mogelijkheid toekent van een bewustwording en een perfect leven na de dood, zo neemt men deze dingen toch aan voor alle priesters, vorsten en hogergeplaatsten. In deze tijd spreken de priesters als volgt: "Zeven zijn de Goden. Zeven zijn de gewijden. Wie gewijd is, zal niet sterven, maar gaat in tot de God. Wie in God gaat, kent zichzelf in de God en is.... (oneindig?)". De oplossing van deze raadselspreuk is wel eenvoudig. In dit rijk sprak men over zeven Goden, die tezamen het heelal vormen. Men kende verder de hemelse raad, die door deze Goden samen gevormd wordt. Daarachter gaat volgens de geheime leer nog een grote en onbekende Godheid schuil. Het gegeven beeld, waarbij een mens kan behoren tot een van de Goden of geestelijke meesters, is niet zo dwaas. Ook de gedachte aan een vereenzelviging met de God of meester herinnert aan de overleveringen omtrent het pad der inwijding en alles, wat daartoe behoort. Zelferkenning in de God wordt, zij het niet voor allen, reeds dan het doel van het leven genoemd. De werkelijke nadruk op het kennen van het Ik zal eerst volgen, wanneer de mens zichzelf moet kennen om zich sociaal en economisch te kunnen handhaven in een Rijk, dat zijn hoogtepunt reeds heeft overschreden. In Perzië vinden wij de leer van Zoroaster. Hierin kennen wij soortgelijke elementen. De vereenzelviging van het Ik met de God van Licht, om zo aan het einde der dagen tot de overwinnende partij te kunnen behoren. Tevens wordt gesteld, dat hij, die met het Licht één wil zijn, uit het Licht, doch door zichzelf, zijn wezen boven alle dingen zal moeten kennen. Een esoterisch concept dus. Een dergelijk beeld is eerst mogelijk, wanneer er bij de mens een groot zelfbewustzijn is ontstaan, zelfs indien dit slechts voor enkele klassen werkelijk bestaat. Het lijkt mij dan ook geen toeval, dat tussen de maatschappelijke verhoudingen, de economische ontwikkelingen van de wereld en de esoterische inzichten op de wereld bepaalde parallellen aan te tonen zijn.
1
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Vreemd doet het wel aan wanneer wij ontdekken, dat, wanneer de priesterperiode van een beschaving ten einde loopt en de welvaart haar hoogtepunt al heeft overschreden, van een duidelijk en voor allen bruikbaar esoterisch concept kan Worden gesproken. Zelfs de vaak geciteerde filosofen der oudheid kwamen niet op de voorgrond in perioden van stoffelijke ontwikkeling en groei, maar waren de boden van een tijd, waarin stoffelijk verval optrad. Het geconstateerde wordt nog duidelijker bevestigd door een beschouwen van de historie. Ondanks alle vervormingen van het verleden is daarin nog duidelijk af te lezen, dat voor alle volkeren kan worden gesproken van een afwisselend, hoofdzakelijk materieel en een hoofdzakelijk geestelijk leven. Wanneer men het materialisme ten top gaat voeren, iets, wat voort schijnt te komen uit een redelijke beschaving, maar vooral een van boven af geheel geregelde economie, begint reeds een nieuwe geestelijke ontwikkeling zich aan te kondigen. De esoterie is dan ook, zolang zij voor enkelen bestemd blijft, een kenteken van de komende tijden. Dat profetieën, bij het ontstaan van dergelijke abstracte denkwijzen, een rol spelen, is niet verwonderlijk. De inhoud ervan is vaak onrustbarend voor de mens, die zich vooral hecht aan uiterlijke waarden. Voorbeeld: in de Bijbel vinden wij verschillende aankondigingen van een ondergang van het volk, of de wereld. De God Israëls zal zijn volk verlaten, de wereld zal verduisterd zijn. De Joden zullen als slaven in den vreemde hun zonden bewenen. In Indië vinden wij een soortgelijke reeks voorspellingen, waarvan de somberste spreekt over de duisternis, die om de wereld zal trekken en alle mensen het werkelijke leven nemen. Het apocalyptisch karakter van dergelijke voorspellingen stamt dan ook niet uit Christelijke tijden, maar beheerst haast alle volkeren op zijn tijd. Verschillende groepen Grieken werden door een reeks van dergelijke voorspellingen er toe gebracht zich uit Griekenland terug te trekken en elders een kolonie te vormen. Wanneer in de nabloei van Griekenland, doch vóór de onderwerping aan Rome, vele kleine Griekse koloniën opeens buiten het rijk en bij voorkeur zelfs in Afrika worden gevestigd, zo is dit wel zeker een gevolg van dergelijke onheilsprofeten. In de publicaties wordt dit niet of slechts spottend vastgelegd. Over de werkelijke toestanden hoort u even weinig, als de toekomst zal weten over de angsten van deze tijd voor het dreigende atoomgevaar. De ondergangsgedachte kondigt eveneens een verandering in economische en politieke verhoudingen aan. In Europa kennen wij een dergelijke gedachtegang in Noord-Afrika, Italië en Frankrijk. Rond 1600 vreest men in bijna geheel Europa en grote delen van Azië eveneens een gehele wereldondergang. De onheilsprofeten herinneren ons aan mensen, die men ook in uw dagen kan vinden. Zij klimmen wel niet op de Mont Blanc, maar hun stem klinkt even onheilspellend; een wegvluchten naar geheime of heilige plaatsen om daar de ondergang van de wereld af te wachten, komt steeds weer voor. In 1870 trekken vanuit Finland rond 200 mensen met boten de Oostzee op, na al hun bezittingen te hebben weggegeven. Zij hopen zo te ontkomen aan een "gericht door vuur", dat op het land zou nederdalen. In 1503 zien wij een dergelijke ondergangsgedachte in de buurt van Lemberg: Polen. Degenen, die hier wegvluchten naar het zuiden, belanden uiteindelijk in de Turkse gebieden. Deze vluchten uit een vrees voor het laatste oordeel en trekken weg, ofschoon zij volgens hun eigen leer aan het oordeel niet kunnen ontkomen. In de tijd van de Katharen vinden wij een dergelijke vlucht, die enkelen van hen tot bij Nederland voert. In Egypte tracht een groep van gezeten burgers een tijdlang het zuiden van Afrika te bereiken - 1200 v. Chr. - om aan een uitdrogen van het Nijldal door de toorn der Goden te ontsnappen. Ook de eerste Christenen menen, dat de brand van Rome het begin is van het laatste oordeel. De kentekenen van de perioden, waarin dergelijke ondergangsgedachten optreden, zijn: Er is pas een nieuwe leer, of een vernieuwing van een oude leer geweest. Er zijn de eerste tekenen van een nieuwe esoterische leer. Binnen de periode is de top van beschaving en welvaart reeds bereikt. Er is sprake van een meer dan normale ordening in de wereld, die de vrijheid der mensen beperkt, terwijl de macht, die dit tot stand brengt, slechts in wankel evenwicht verkeert. Tijdens de ondergangswaan in Lemberg treden daar tevens verschillende joodse leraren op, die een nieuwe vorm van magie prediken. De magie wordt meestal verhuld achter de beelden der kabbala en verkeerdelijk aangezien voor kabbalistiek. Vele legenden uit deze periode bestaan nu nog, waarvan een van de bekendste wel is, het verhaal over de Rabbi van Wilna. Opvallend is daarbij een gedachtegang, die uiteindelijk alleen geestelijk betekenend is: de mens kan door het Goddelijke teken, in zich God ontmoetend, door de God de materie herscheppen en macht
2
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
verwerven. Van deze gedachtegang spreekt ook het bekende verhaal van de Golem. De interpretatie verschilt nog al eens. Dit, uit aarde gemaakte monster, dat leeft krachtens het teken van de Heilige Naam, dat een magiër en leraar op het voorhoofd heeft gegrift, wordt in enkele verhalen tot een losgebroken en bijna helse macht. In andere gevallen is het de verdediger van het getto van Warschau. De gedachte, dat de mens de dode materie kan bezielen, is overigens ook in vroegere perioden reeds aan te treffen. Pogingen om materie te bezielen vinden wij ook in de vroege alchemie. In de periode van 1200 - 1300 n. Chr. horen wij al van alchemistische recepten, waardoor het mogelijk zou zijn homunculi te scheppen. Dit zijn levende mannetjes, die uit chemische werkingen en binnen een retort zouden ontstaan. In Goethe's "Faust" vindt u dergelijk wezens omschreven en wel in het tweede deel, tijdens de tocht naar de Griekse heksensabbat. De gedachten op de achtergrond kunnen wij steeds betrekkelijk eenvoudig uitdrukken. Nu wil ik u eens een beeld geven, dat stelt: economische verhouding, de leerstellingen die in die periode ontstaan, en de inwijdingsleer, die daaruit ontstaat. Ik begin rond 6.000 v. Chr. Indië. In de vlakten: vorstenrijken, klein, maar rijk. Vrede door de vorstenbonden, die weliswaar elkaar bestrijden, maar voor grote delen van het land toch een langdurige vrede weten te waarborgen. De krijgsmankaste is rijk en machtig. De priesterkaste brengt - tezamen met de krijgslieden - een aantal denkers en filosofen voort. Kunst bereikt een hoogtepunt door vervaardiging van grote stenen beelden en het bouwen van tempels uit de rotsen. De leer rond het hoogtepunt van de cultuur in ons is het leven. Het leven wordt gekarnd als een zee. Door de goedheid der Goden ontwaakt in ons de wereld. Denk hierbij aan de latere beelden van het karnen der wereldzee en het wereldgif. Dit is reeds zuivere esoterie. Uit de woorden: "In ons ontwaakt de wereld" ontstaat een inwijdingsleer die lang voort blijft bestaan. In de termen van de Hindoeleer luidt deze als volgt: "Het lijden van de mens is als het karnen van de wereldzee. Door het lijden en de strijd wordt het wezen van de mens in beroering gebracht. Zo zuivert hij zichzelf en brengt uit zichzelf het Lichtende en waardevolle voort. In het Lichtende en waardevolle kan de mens zichzelf leren kennen. Deze kennis wordt een macht, waardoor hij zich verheft en wordt tot gelijke der Goden." Deze vertaling is bijna letterlijk. Deze gedachte ontstaat eerst, wanneer toenemende strijd de vorstenbonden uiteen doet vallen en de oorlog de vlakten teistert. De leer troost de mens en toont hem aan, dat ook dit alles een doel heeft: de mens te veredelen en tot hogere bestemmingen te brengen. De gedachte, dat beproevingen en loutering noodzakelijk zijn voor bewustwording zullen wij later nog vele malen ontmoeten. Wij zullen eens gaan zien naar het Chinese rijk rond 3.000 v. Chr. Het rijk zelf is nog betrekkelijk klein. Het kent al heersende standen als krijgers en ambtenaren. Er is sprake van een gezonde economische samenhang. Transporten van begeerde artikelen als aardewerk en primitief porselein vinden over geheel het land reeds plaats. Er is ook al sprake van in- en uitvoer van producten. Uitvoer: weefsels. Invoer: houtsoorten, vlees en huiden. In die dagen is er sprake van scherp gescheiden standen, waarin grote nadruk op onderscheid in rang wordt gelegd. Men is geheel georiënteerd op het centrale gezag, de vorst en het land, zoals men later alles onderdanig zal maken aan de Goddelijke keizer en het keizerrijk. De gebruiken uit die dagen blijven haast onveranderd bewaard, daar nieuwe heersers en veroveraars de instellingen, zonder belangrijke wijzigingen over plegen te nemen. Dit rijk, dat kleiner is dan het Cathay van de middeleeuwen, wordt aan alle zijden door barbaarse horden bedreigd. Vanuit het noorden invallen van Mongolen. Ook vanuit Tibet en het zuiden worden aanvallen op de rijkere gebieden met steeds groter ferociteit gedaan. Stelling in deze dagen: slechts wanneer een ieder zijn taak verricht binnen de gemeenschap, zal zijn leven doel hebben. Slechts door het erkennen van de band, die bestaat tussen elke mens en het rijk, kan de juiste weg gevonden worden voor de mens en het rijk, waartoe hij behoort. Dit is kennelijk een voorloper van de latere taoïstische gedachtegang. Overigens zal het rijk, na enkele perioden van grote verwarringen, zich weer stabiliseren.
3
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
Later horen wij, gebaseerd op het geciteerde, de volgende stellingen: "Er is een band, die reikt van begin tot einde. Wij, die leven, zijn niet meer dan een schakel in de keten van leven. Elke schakel dient zichzelf te kennen en zijn taak te beseffen. Indien één schakel faalt, heeft de keten geen zin. Slechts door onszelf te beproeven op kracht en wezen, onze taak te beseffen en de weg, die voor ons is uitgetekend, geheel te volgen, zullen wij verder kunnen komen. Daartoe dienen wij onze plichten te erkennen, zowel als de rechten van andere mensen en de heerser. In onszelf zullen wij zó de band met het eeuwige rijk verwerven en daar in welvaart leven." Overigens is opvallend, dat een groot deel van deze gedachtegangen buiten de klassieken snel teloor gaat, maar het: "in welvaart in een eeuwig rijk leven", bewaard blijft. Over het hiernamaals wordt overigens bij de grote leraren der Chinezen later niet meer of niet veel meer gesproken. De waarheid van deze regels is nog heden geldend. Indien wij onszelf beschouwen - als geslacht, zoals de Chinezen, of in een meer kosmische zin zijn wij inderdaad een schakel. De mens is deel van het héden. Het heden is altijd de schakel tussen verleden en toekomst. Het heden is deel van de Goddelijke Schepping, deel van de Volmaaktheid. Indien wij onszelf kennen en op onze krachten beproeven, zo sterken wij niet alleen onszelf, maar versterken wij tevens de band tussen verleden en toekomst. Wij maken dus vanuit ons standpunt de scheppingsdaad concreter en voeren haar tot een verdere voor allen kenbare verwerkelijking. Zuivere esoterie dus. In Egypte treffen wij - naast alle bekende magische leerstellingen - al vroeg ook esoterische gedachten aan. In de dagen, dat het Benedenrijk in verval is en strijd tussen de beide rijken dreigt, horen wij: "de Goden openbaren zich in symbolen". Waarschijnlijk is dit tevens de verklaring voor het aanvaarden van zovele dierengoden door de geestelijk rijperen in dit gebied. De stelling gaat verder: "Indien wij in onszelf de kracht vinden ons als een vogel boven het land te verheffen - hierbij is het mogelijk, dat men op bepaalde vormen van helderziendheid doelt zullen wij een eenheid van land en wezen in onszelf kennen. De Goden zullen hun maskers laten vallen en zo, ziende de waarheid, zullen wij achter de Rechters staan". Ik zal deze gedachte trachten te verklaren. In een tijd, dat er een zekere handelswelvaart bestaat, maar tevens macht en samenhang van het rijk bedreigd worden, terwijl de steden een last voor het land worden, denken de mensen over het leven na. Men zegt zichzelf nu: ik moet verder komen dan een zuiver stoffelijke macht. Met stoffelijke machten alleen kunnen wij het niet meer redden. Daarom moeten wij onze geest vrij maken en leren de dingen te overzien. Zodra ik alles overzie, zal ik de Goden zonder masker zien. De Goden zijn verpersoonlijkte Goddelijke wetten. Het Ik dient de kosmische waarheid te beseffen. Maar daardoor zal ik achter de Rechters staan. Deze rechters zijn de dodenrechters. Zij moeten het leven van de mens beoordelen. Degene, die achter de rechters staat, is machtiger dan de rechters, of tenminste hun gelijke. Hij heeft het recht tot ingrijpen. Er is hier sprake van een deelhebben aan een bepaalde scheppende en oordelende werking. Het is eveneens duidelijk, dat de mens slechts achter de rechter kan staan, wanneer hij zich geheel bewust is, dat hij tenminste de gelijke van de rechters is. Wij zouden in moderne taal kunnen zeggen: de mens, die in zich opgaat, komt tot een zelfopenbaring en is zo de gelijke van vele hogere geesten en machten. Het is duidelijk, dat de mens zichzelf moet leren kennen, daar hij zonder deze zelfkennis de moed niet zal hebben tot het uiterste van zijn mogelijkheden te gaan. Weer een aanduiding van de esoterische weg. De weg in het Ik. Wanneer later de twee rijken tot verval komen, is een dergelijke periode nogmaals te constateren. De piramiden zijn dan gebouwd, het rijk is bezaaid met grote tempels. Cultuur, beschaving, weelde en ambtenarij heersen alom. De maatschappij is een van de meest geregelde die ooit bestaan hebben. Haar vorm is een theocratie, waarin de priesters een belangrijke rol spelen, doch de vorst de verpersoonlijking van de Godheid zelf is. De macht van het rijk neemt echter af. Onder de Amonpriesters klinkt een stem, die uitroept:
4
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
"Weet, dat, wie de Goden slechts dient met woorden, ten onder zal gaan. Want het Licht der hemelen rijst niet als een valk - aanspeling op Horus - zonder zich bevrijd te hebben uit het duister. Zo bevrijdt men zichzelf." De bedoeling is hier, dat de mens zich zal bevrijden van bijkomstigheden als macht, pracht en praal. De oproep eindigt met de woorden: "wees innerlijk - of werkelijk - priester". Hieruit komt later een esoterische richting voort, die wij zullen terug vinden in Griekenland. Zij luidt: "niet uiterlijk" - bedoeld wordt: niet door onderricht - maar door het innerlijk aanvaarden, treedt men voor de Godheid. Wie voor de Godheid treedt, beschouwt zichzelf wel, opdat hij/zij niet onwaardig zij. Treden voor de God betekent: innerlijk waardig zijn, waardigheid kennen en neerknielen voor het niet-onthulde - zo u wilt - kunt u hier ook lezen: "het gesluierde". Hierbij treedt de opvatting naar voren, dat men wel voor de Godheid kan treden, maar dan toch eerst deze Godheid waardig zal moeten zijn. Wij moeten ons vormen, opdat wij eenmaal waardig zullen zijn de Godheid te ontmoeten. Een parallel met een vroegere Egyptische ontwikkeling, maar toch niet geheel zonder verschillen? Men stelt hier niet de leer, maar de gevoelsinhoud primair voor het bereiken. Dit wordt weerkaatst in Griekenland bij de Eleusische Mysteriën. De bijeenkomsten vinden in Eleusis plaats in zeer grote getale. Meerdere honderden mannen van allerlei rang en stand komen samen om het mysterie te beleven. Het is duidelijk, dat hier niet een zeer bijzondere kennis, maar ten hoogste een ritueel en de daaruit voortkomende gevoelseenheid een rol kunnen spelen. Naast de grote bijeenkomsten bestaat ook in Eleusis een groep van filosofen. Dezen zijn niet als "bijzondere ingewijden" aan anderen bekend. Onderling bewaren zij het geheim van de beste inwijding en kennen een bepaald geheim. Toch zijn er spreuken weer te geven, die zeker niet zonder zin zijn en een achtergrond van mensenkennis en kosmische begrip weergeven. "Door mijzelf te wijden aan het goede zal ik één zijn met het goede. Uit mijzelf vrij-zijn betekent ín mijzelf vrij-zijn. Slechts wie in zichzelf vrij is, vormt zichzelf tot volmaaktheid." Dit principe komt overigens ook in de Tocht naar Eleusis en het mysteriespel aldaar tot uiting. Gezien de inhoud van dit laatste ben ik geneigd aan de voorgaande spreuk een bepaling toe te voegen en te spreken van een volmaaktheid volgens geloof. Opvallend is het, dat er hier schijnbaar een vaste relatie tussen vrijheid en vorming gesteld wordt. De meer filosofische inwijding, die uit dit alles voortkomt, gaat deze gedachten verder omschrijven en stelt dat het Al is gebouwd, en sferen - sferen waarschijnlijk in de Aristoteliaanse zin gebruikt - en wijzelf even zo gebouwd dienen te zijn; om ons wezen op de juiste te bouwen, zullen wij het Al binnen onszelf moeten verwerkelijken. Om dit Al in onszelf te verwerkelijken is het noodzakelijk onszelf van het overbodige te ontdoen, het ware in onszelf te ontdekken en te versterken, doch slechts in harmonie met het gekende. De harmonie wordt hier gezocht met de sferen en elementen van het Al. Het belangrijkste van deze gedachtengang is wel het beeld, dat de mens zichzelf moet vormen. Ook wanneer binnen de Christelijke wereld beschaving en leven in gevaar komen, toont zich hetzelfde verschijnsel. Laat ons de eerste machtsperiode van het christendom eens bezien, aan het einde van Rome's macht. In deze tijd heerst in Rome en andere grote steden een haast alomvattende welvaart. In die steden worden net zoals nu flatwoningen gebouwd. Men kent kinderbijslag, ondersteuning van armen, ziekendiensten enz. De vorm is misschien wat anders dan u gewend bent, maar de essentie ervan is ongeveer gelijk. Voor het volk is ontspanning belangrijk, die gevonden wordt in de nu meer bloedeloze circussen, grote theaters, juist zoals in uw dagen. Maar het volk is ook onzeker, juist zoals u, want de barbaren zijn reeds enkele malen tot aan de Tiber doorgedrongen. De eerste stellingen, die zich hier ontwikkelen, kunnen wij beschouwen als een erfdeel van de eerste kerkvaders in Noord-Afrika.
5
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
"Wij mogen het kwade niet ontkennen of bestrijden, want ook het kwade komt uit God voort, evenals het goede. Slechts door het aanvaarden van goed en kwaad kunnen wij komen tot een juist leven en werken." Deze leerstelling wordt overigens al snel tot ketterij gemaakt, want ook in die dagen sprak men reeds veel en graag over de macht van satan, die bestreden moet worden. Uit deze stellingen komen later de met vuur en zwaard vervolgde ketterijen voort. Deze stellingen worden ook door een aantal wijzere mensen opgenomen. Zij zullen deze gedachten in zich verder gaan ontwikkelen. Hun stelling wordt dan als volgt: "Zoals er een hemel en aarde is - de voorstelling hiervan is een platte aarde, waarover de hemel staat als een soort bovennatuurlijke kaasstolp - bestaan in ons het goede en het kwade. Zoals hemel en aarde uit God voortkomen, zijn ook het goede en het kwade in ons door de Schepper voortgebracht. De aarde moet beantwoorden aan de hemelen en de hemelen moeten hun wil op aarde kenbaar maken. Zo moet het kwaad in ons beantwoorden aan het goede dat in ons leeft en het goede het kwade in ons vormen, tot het aan de wetten van de Schepper beantwoordt." Deze stelling ontwikkelt zich verder en neemt dan de volgende vorm aan: "Wanneer wij leven in deze wereld, is het voor ons belangrijk, dat in ons goed en kwaad gelijkelijk bestaan. Al hetgeen goed in ons is, zal het kwaad, dat wij in onszelf kennen, vormen en richten. Omgekeerd zal al hetgeen wij in onszelf als onjuist erkennen, slechts door een beroep op het goede, dat wij in onszelf erkennen, zijn werkelijke betekenis verwerven, want voor ons allen is bovenal een innerlijke eenheid noodzakelijk." Zo dit laatste al enige zelfkennis impliceert, wordt het begrip van zelfkennis zelf in deze stellingen veel minder naar voren gebracht dan in de voorgaande geciteerde leringen. Een tweede crisis meldt zich aan in de dagen van de Orsini's en Borgia's. In deze dagen is de welvaart groot. Venetië heerst tot in het verre oosten toe en de macht van de doges is bepalend voor veel van hetgeen rond de Middellandse Zee gebeurd. Er is ook een grote geestelijke nood, terwijl ook vele volkeren door armoede en onzekerheid worden gekweld. In deze dagen ontstaat de filosofische alchemie. Nu heeft de praktische alchemist met zijn geknoei en zijn vreemde proeven ongetwijfeld aan de wereld vele vruchten van zijn arbeid nagelaten. Vele stoffen en elementen worden door alchemisten het eerst ontdekt en gebruikt. Al snel ontstaat een richting, die stelt: "De Steen der Wijzen kan niet buiten de mens bestaan, want de Steen der Wijzen is de kracht van God. Daarom zal de Steen der Wijzen in de mens bestaan en alleen uit de mens zelf kunnen worden voortgebracht". Wanneer men zover komt, dat men de mens gaat beschouwen als het Goddelijk retort, ontwikkelt men ook deze reeks van gedachten verder: "Wanneer wij ons zelf leren kennen en in ons zelf de verschillende krachten van ons wezen bewust weten te gebruiken - daarbij speelt ook astrologie een bepaalde rol - zullen wij door het juist gebruiken der krachten ons eigen wezen leren kennen en in onszelf de Steen der Wijsheid ontdekken. Zo wij onszelf kennen en in onszelf de Steen der Wijzen dragen, zullen wij deze uit onszelf voort kunnen brengen en de invloed daarvan scheppend doen inwerken op al het zijnde. Wanneer het geestelijke goud eenmaal gemaakt is - dit is het Licht - zullen wij als gevolg zo nodig ook stoffelijk goud voort kunnen brengen." Rond 1800, wanneer grote revoluties overal zich aankondigen en het koninkrijk Frankrijk tot Republiek wordt, weerklinkt een nieuw geluid. De eerste stem is de door velen enigszins verachte Leer van de Rede. Denkers als Voltaire zijn de eerste vertolkers van de nieuwe boodschap. Zij stellen: wij moeten méér weten. Kennis is belangrijk. Niet het onbewezene, maar het bewijsbare behoort in de eerste plaats tot ons wezen en onze taak. Terwijl de Republiek overgaat in een Keizerrijk en de Encyclopedisten langzaamaan vergeten worden, werkt de leer voort en wordt nu als volgt uitgedrukt:
6
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
"Uit hetgeen wij weten, zowel als uit hetgeen wij geloven, vinden wij de ware gestalte van ons eigen wezen en door deze kennis kunnen wij ingaan tot de tempel." Zo u deze stelling misschien wat primitief aandoet, zult u toe moeten geven, dat zij niet alleen aardig is, maar ook kentekenend voor de gedachtegang van de hedendaagse esoterie. Ook hier zijn welvaart, een bepaalde en onaantastbare orde, plus hun ondergang, aansprakelijk voor het tot stand komen van een nieuwe leer, die alle fasen uit de oudheid zal kunnen omvatten, zonder een eigen karakter daarbij te verliezen. Ook uw eigen dagen brengen vele culten en leringen naar voren. De tijd rond de eerste wereldoorlog brengt de Graalcultus naar voren. Ook al is de betekenis van deze groepen niet zo groot, toch brengen zij de gedachte: dat wij het Heilige moeten zoeken en eerst, wanneer wij dit in ons gevonden hebben, zullen wij dit ook buiten ons kunnen aanschouwen. Toch zal deze gedachtegang zich niet geheel kunnen ontwikkelen, vóór een tweede wereldoorlog ingrijpt. Verder vinden wij in deze tijd een steeds verder gaande verbreiding van Theosofie, Rozenkruiserleer en andere inwijdingssystemen. Dezen nemen tussen beide grote oorlogen in belangrijkheid en omvang zeer sterk toe. De leringen op zich zijn nog niet volledig en blijven beperkt. Voorbeelden daarvan vinden wij bv. in de Sterkampen als in Ommen. Dezen waren interessant en leerrijk, maar er ontbrak nog iets. Tegen 1935 ontstaat er een ommekeer. Haast alle genoemde richtingen, plus vele niet genoemden, splitsen zich in dogmatische groepen en groepjes, die na gaan denken. Deze laatsten komen tot het inzicht: wij kunnen alleen vanuit onszelf en door onszelf iets tot stand brengen. Alle leer van karma, reïncarnatie, enz. is eigenlijk onbelangrijk. Belangrijk is alleen, dat wij iets tot stand brengen. Niet het Licht, dat wij eventueel eens zullen zijn, maar het Licht, dat wij nu reeds kunnen brengen, is het voornaamste. Al snel voegt men hieraan een verdere conclusie toe, die al tijdens de tweede wereldoorlog aan de westkust van Amerika grote openbaarheid verkrijgt. Wij moeten vóór alles het geheim van eigen wezen en Zijn ontdekken, maar eerst door Licht te brengen in de wereld buiten ons en een begrip voor de wereld buiten ons te verwerken, zullen wij onszelf in waarheid kunnen aanschouwen. Eerst de mens, die zichzelf aanschouwen kan - en dus weet, wie en wat hij is - zal werkelijk kunnen produceren. Deze zal dan eerst werkelijk aan zichzelf kunnen werken en ook geestelijk grote resultaten bereiken. In deze dagen is de stelling al weer iets uitgebreid: in de esoterie voert dit tot een soort leer van uitverkiezing. Maar vooral treft ons toch wel de gedachte: wij moeten juist aan deze welvaart een gevaarlijke welvaart - perken weten te stellen. Wij kunnen alleen werkelijk vrij zijn, wanneer wij onszelf geestelijk, zo wel als stoffelijk juist weten te richten. Door in onszelf na te gaan, wat voor ons belangrijk is en alle stoffelijke waarden daaraan ondergeschikt te maken, zullen wij op aarde de juiste weg kunnen gaan en in onszelf de juiste krachten kunnen ontvangen en daardoor ook de juiste openbaring van het eigen wezen kunnen vinden. Daarmee zijn wij dan werkelijk tot de huidige dag gevorderd, want dezelfde leer wordt nog steeds als kern door vele groepen en met vele onbelangrijke varianten op deze wereld uitgedragen. Wat zal uit deze ontwikkelingen verder voortkomen? De situatie is in deze dagen - zij het, dat hierbij meer mensen gelijktijdig betrokken zijn en meerdere standen dan tevoren er belang bij hebben - ongeveer gelijk aan de situatie, die wij ook in het verleden reeds beschreven. Economisch staat men er redelijk goed voor. Men wenst niet aan een mogelijke crisis of vermindering van welvaart te geloven. Men verzet zich zelfs tegen de mogelijkheid ervan en gaat uit van het denkbeeld, dat hetgeen men nu aan welvaart en materiële mogelijkheden bezit, oneindig voort zal duren. Dit was in alle genoemde perioden ongeveer gelijk. Wel beseft men op het ogenblik in feite, dat er een verandering noodzakelijk zal zijn, maar men kan zich niet voorstellen, hoe dit zal dienen te geschieden. De paniek, die in vroegere tijden door invallen van barbaren, opstanden e.d. tot stand werd gebracht, bestaat in deze dagen eerder als een steeds dreigende vrees voor een conflict tussen Oost en West. De vroegere angst voor plunderingen wordt vervangen door de angst voor de atoombom. Wat zal hieruit voortkomen? De stem, die wij in deze dagen horen, kan volgens alle gegevens uit het verleden in geen geval een voltooide leer vormen. Eerder zal alles wat op geestelijk gebied in deze dagen merkbaar wordt, een inleiding vormen tot een nieuwe leer en een nieuwe esoterische weg in de toekomst. Zo wij willen trachten de toekomst nader te bezien, zullen wij
7
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
daarbij een beroep kunnen doen op de leerstellingen, die de nieuwe wereldleraar reeds naar voren heeft gebracht en de wijzigingen, die de nieuwe tijd reeds op geestelijk niveau met zich bracht. Volgens mij zal er in de toekomst dan het volgende ongeveer plaats vinden: De mens zal beseffen, dat de innerlijke weg gaan betekent, dat de uiterlijke weg ten dele verzaakt moet worden. Innerlijk resultaat en uiterlijk resultaat kunnen, afgaande op de huidige waarderingen, immers nooit geheel parallel lopen. Stof en geest zijn natuurlijk niet geheel van elkaar te vervreemden. Maar de mens, die tot besef komt van innerlijke waarheid, juist leven en juiste levenstaak, de mens met de juiste geestelijke houding, kan hiermee alleen iets bereiken, wanneer hij alle stoffelijke mogelijkheden en resultaten geheel aan dit geestelijke werk ondergeschikt maakt. Verder zal de mens in de komende dagen vooral uit moeten gaan van het standpunt, dat de kosmische gedachte in eigen bewustwording geheel dient te worden uitgedrukt. De bedoeling zal in de komende dagen niet in de eerste plaats zijn alleen bewust te worden en alleen t.o. zijn God te kunnen staan, dan wel eigen betekenis in het Al en de samenhang tussen eigen bestaan en dat van anderen te leren kennen. Daarom meen ik, dat de esoterie van de komende tijd en de daaruit voortkomende inwijdingen sterker dan ooit tevoren uit zullen gaan van een proberen, de eenheid en de samenhang stoffelijk zowel als geestelijk, zowel in verband met incarnatie, karma, geestelijke en stoffelijke contacten juist tot uitdrukking te brengen. Eerst wanneer je weet, wat je plaats is in de Schepping, zo zal de nieuwe leer wel luiden, kun je ingaan tot het rijk van de geestelijke krachten, deel uitmaken van het Koninkrijk Gods. Alleen door de gemeenschap - niet alleen - is het mogelijk de openbaring van het Goddelijke geheel te ondergaan. Deze weg zal ongetwijfeld grotere geestelijke en materiele eisen stellen, dan de wegen van het verleden. Maar het is ook een weg, die, gezien de omstandigheden op aarde, voor zeer velen begaanbaar zal blijken. Mij dunkt, dat de sociaaleconomische spanningen - die immers altijd bij dergelijke ontwikkelingen mede een grote rol hebben gespeeld - in deze dagen, in zó grote mate aanwezig blijken, en zich nog zover zullen verscherpen, dat er een onvoorstelbaar grote sprong op het terrein der esoterie kan worden verwacht. Ik meen, dat deze esoterie in vele opzichten meer redelijk en verstandelijk zal blijken te zijn dan in het verleden, zodat zij zeker niet alleen, of in hoofdzaak van het geloof, zal uitgaan. Zij zal haar inwijding m.i. niet alleen meer zoeken in het doordringen tot de kosmische geheimen en het hanteren van magische machten. Eerder zal zij haar weg zoeken in eenvoudige hulpvaardigheid, een harmonisch leven, zodat er van een opleggen van een bepaalde richting door het gebruik van krachten enz. niet of bijna niet gesproken zal kunnen worden. De nieuwe wereldleraar leert hierover, dat alle krachten in zijn tijd krachten van reiniging en zuivering zullen zijn. Wie zich aan die krachten zal onderwerpen, blijft dan ook door het gebeuren in de wereld niet onberoerd of onbeproefd, maar herrijst gelouterd tot grotere kracht, in grotere eenheid en een meeromvattend harmonisch contact met de hoogste waarden. Dit zal verder gaan dan ooit tevoren in de bekende geschiedenis der mensen. De nieuwe wereldmeester voegt daar op zijn beurt aan toe: "Ik ben een stem, die spreekt van vele dingen, maar ik spreek u slechts van de dingen, die gij reeds kent, doch vergeten hebt, want uit het vele, dat gij in het leven vergeet, is de grote betekenis gelegen van God en het contact met God. Eenheid met het hoogste, contact met God is alleen mogelijk, wanneer wij geheel van onszelf bewust worden en volgens dit bewustzijn leven zonder delen van onszelf te onderdrukken, te verwerpen, of terzijde te stellen." In deze schets heb ik, zoals ik achteraf bemerk, de nadruk meer gelegd op de inwijdingen dan op de economie en de sociale verhoudingen. Ik wil niet eindigen, zonder u nog op enkele mogelijkheden op dit gebied, die m.i. deel uit zullen maken van de toekomst, te wijzen. Zoals u zelf hebt kunnen nagaan in deze lezing, is de huidige sociale structuur praktisch niet meer houdbaar. De gedachtengang, dat alle mensen geheel gelijk in wezen en rechten kunnen zijn, blijkt niet doorvoerbaar. Alles, wat zich hierop baseert, zal uiteindelijk een slag in de ruimte blijken te zijn, waardoor ten hoogste een ieder wordt geschaad. Elke gedachtengang, die uitgaat van een meerwaardigheid voor een minderheid op grond van erfelijkheid of bezit, blijkt eveneens niet meer te handhaven onder de huidige omstandigheden. Dit voert tot een revolutie, waarbij alleen eigen prestatie bepalend zal blijken voor inkomen, status enz. De economie is
8
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
gebaseerd op roofbouw. Zij produceert meer dan noodzakelijk is, werpt meer weg dan noodzakelijk, en presteert dus in feite veel meer dan voor een verzadigen van de werkelijke behoeften op deze wereld noodzakelijk zou zijn. Desondanks bestaat er in een groot deel van de wereld gebrek aan alle levensbehoeften. Een dergelijke toestand zal evenmin houdbaar blijken. Er zal een ogenblik komen, dat de consument zich niet meer tot aanschaffingen en vernieuwingen laat dwingen, terwijl men ook geen genoegen meer zal nemen met een product, dat er op vervaardigd is binnen een bepaalde tijd zijn bruikbaarheid te verliezen. Hoe lang nog zullen degenen, die gebrek lijden en volgens de huidige verhoudingen niet in staat zijn iets te verwerven, nog genoegen nemen met hun ontberingen? Economisch zal er een verandering moeten komen, waarbij alle productie en zelfs handel niet meer gebaseerd is op de nu algemeen als geldend aangenomen wet van vraag en aanbod, maar eerder de bepaling van productie enz. zich zal baseren op aanwezig productievermogen en aanwezige werkelijke behoefte. Een totale nieuwe balans van waarden. Dit brengt met zich, dat grote, machtige en waarschijnlijk gewelddadige omwentelingen op de wereld onvermijdelijk zijn. Een dergelijke strijd heeft altijd, ook in het verleden, rampen veroorzaakt. Wij worden, waar de mens gaat en strijd kent, geconfronteerd met natuurrampen, het ingrijpen van bovennatuurlijke krachten, het ontstaan van nieuwe ziektekiemen enz. Of dezen zich in de moderne tijd geheel onbeperkt zullen uiten, waag ik te betwijfelen. Onmogelijk is dit niet. Hiermede is dan elke conditie geschapen voor een praktisch geheel de wereld omvattende noodtoestand, waarin de mens zich gedwongen zal voelen een esoterisch pad te gaan en met alle andere samen te werken zonder daarbij eigen belangen te achten, dan wel terug te keren tot een volkomen egomaan denken en egoïstisch leven. Waar nu al een groter deel van de wereld ontwaakt en in staat is nieuwe geestelijke krachten en inhouden te aanvaarden, meen ik te mogen stellen, dat de nieuwe richting der esoterie snel kenbaar zal worden, terwijl de samenwerking der meer bewusten de ondergang van alle egomaan handelende en denkende mensen betekent. Verder mag op grond hiervan een sterke en misschien plotselinge toename van mensen onder het nieuwe esoterische systeem worden verwacht. Het aantal inwijdingen zal daarom in de komende tijden wel zeer sterk toenemen, waardoor de wereld de beschikking zal krijgen over een aantal, in de stof levende en bewuste geestelijke krachten, die de mensheid kunnen behouden. Vraag: Wat is het verschil tussen vraag en aanbod en capaciteitbehoefte? Antwoord: Vraag is gebaseerd op betaling. Behoefte bepaalt alleen de werkelijke noodzaak. Aanbod wordt niet bepaald door productiemogelijkheden, maar door hetgeen economisch winstgevend dus - het meest verantwoord wordt geacht. Het zal u misschien bekend zijn, dat vele producenten op het ogenblik hun productie afremmen om zo de prijswaarde van hun artikelen op de markt op hetzelfde peil te kunnen handhaven. Dit ondanks het feit, dat er wel degelijk een behoefte aan deze producten bestaat, maar alleen tegen een lagere en meer logische prijs. Voor die lagere prijs kan inderdaad geproduceerd worden. De tweede formule geeft aan een binding tussen de uitbreiding van het productievermogen en de behoeften van de mensheid, waar het doel van de productie niet meer zal zijn het maken van winsten, maar het voldoen aan de behoeften van de mensheid. Het element winst en daarmee het huidige begrip van rendabiliteit speelt in de nieuwe formule geen werkelijke rol meer. Voor verwerving van goederen zal van de consument een redelijk, maar niet meer een vaak onredelijk offer gevergd worden. Op het ogenblik worden van de consumenten door staat en industrie onredelijke offers gevraagd. Waar een tabaksmonopolie bestaat, zal de prijs van het product, plus de winst van de fabrikant en handel - ± 35% - verhoogd worden met 60 tot 80% staatslasten. Accijnzen op alcoholhoudende dranken bedragen - eveneens over prijs, plus begeerde winsten - 40 tot 70%. Een televisieapparaat, dat bij het aanhouden van een redelijke marge voor afschrijvingen e.d. kan worden aangeboden voor rond fl. 250, wordt meestal aangeboden voor fl.700 tot fl. 800. Een bepaald soort auto, waarvan de productieprijs, plus redelijke marge rond fl. 3.000 bedraagt, wordt op de markt gebracht voor fl. 5.000 tot fl. 6.000. In vele gevallen weigert men te produceren, wanneer een dergelijke winst niet kan worden behaald. Dit laatste, een eisen van in feite niet redelijke winsten en vergoedingen voor het hanteren van waren, zal het systeem van
9
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
vraag en aanbod onmogelijk maken. Het gaat niet om de consument en diens werkelijke behoeften, maar om de winstmarge. Hieruit volgt bij de arbeidende klassen, de agrariërs e.d. de eis van een redelijk inkomen, maar iedereen meent steeds weer, dat zijn inkomen redelijker zou zijn, wanneer het hoger was. Het is duidelijk, dat de huidige maatschappelijke verhoudingen juist aan deze mentaliteit ten onder zullen moeten gaan. Vandaar dat de door mij gegeven formule, redelijker is en meer in overeenstemming met de tendenzen van de komende tijd. De verandering van beginsel zal revolutionair werken, omdat grotere winsten bij de tussenhandel uitgesloten zullen worden. Velen, die nu goed verdienen, zullen naar andere en meer productieve arbeid moeten gaan omzien. Veel van het kantoorwerk, dat in deze dagen hiermee samenhangt, zal bij de regering en het bedrijf niet meer noodzakelijk blijken. Een deel van de vrijkomende arbeidskrachten zal kunnen worden ingeschakeld bij een vaststelling van de werkelijke wereldbehoefte en mogelijkheden van moment tot moment. Ook velen, die zich nu bezighouden met de verkoopbaarheid van een artikel, zullen zich genoopt zien: of wel zich op kwaliteitsverbeteringen te werpen, dan wel een ander beroep te kiezen. Een dergelijke omwenteling zal groot genoeg zijn om alle bestaande productiesystemen en daarop gebaseerde regeringssystemen - dictatoriaal zowel als democratisch - omver te werpen. Deze veranderingen zijn onontkoombaar, maar kunnen zich bij een redelijk inzicht van de leidende figuren op de wereld zodanig voltrekken, dat niet van grote noodtoestanden en gewelddadige omwentelingen sprake behoeft te zijn. Deze toelichting lijkt mij voldoende. Goedenavond.
ESOTERIE DE MOGELIJKHEDEN VAN EEN GEESTELIJKE BAND
Goedenavond, vrienden. Op deze avond zou ik een kort ogenblik met u willen spreken over de mogelijkheden van een geestelijke band. Praktisch elke mens en ook elke geest verlangt steeds weer een geestelijke band te vinden, een vast contact, dat over tijd en ruimte heen blijft bestaan. De grote moeilijkheid hierbij blijkt steeds weer het feit te zijn, dat de mens zich een geestelijke band niet weet te realiseren, zich hiervan beelden vormt, die niet juist en waar zijn. Ook de geest is in lagere sferen vaak geneigd hieraan waanideeën en verkeerde voorstellingen te verbinden. Een geestelijke band moet dan wel in de eerste plaats vanuit het Ik voortkomen; zoals in mijzelf het Licht gloort en mijn stralen uitgaan naar de wereld, zo weerkaatst de wereld mijn stralen en erken ik uit het Lichtende, dat ik ben, de wereld, die ik ontmoet. Altijd weer zelf en vanuit jezelf de kracht werpende, lichtgevende aan anderen, een doel zoekende en de inhoud van het leven benaderen, is noodzakelijk, wil er werkelijk sprake kunnen zijn van een tijdloze binding. De geest zal dit, vanuit haar wereld en bewustzijn, t.o.v. de stofwereld, eenvoudiger kunnen doen, dan een stofmens die streeft naar een band vanuit zich met een geestelijke sfeer. Het is over het algemeen voor de mens zelfs gevaarlijk een geestelijke band te zoeken met entiteiten, die hij niet geheel kent, of waarin hij geen volledig vertrouwen heeft. De inhoud van een geest kan nimmer bepaald worden aan de hand van een enkel ogenblik van harmonie. Niet het ogenblik van eenheid geeft de werkelijke binding, doch de eenheid, die uit de volledige doordringing van krachten en gelijkheid van streven gedurende langere tijd kan voortkomen. Daarom zou ik voor de mens die een mogelijkheid zoekt een band met de geest zelf te vinden, enkele raadgevingen hier neer willen leggen: Indien u, vanuit uzelf, werkelijk begeert door de geest geleid en gesteund te worden, zo bepaal allereerst, wat je feitelijk verlangt van de geest. Niet daadloos, maar alleen door werken en daad ontstaat de noodzakelijke kracht. Zo zult u uit uzelf nauwkeurig dienen te omschrijven, wat er zal moeten geschieden.
10
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
U zult uzelf duidelijk een beeld moeten vormen, van alles wat u wilt bereiken. Eerst wanneer dit beeld bestaat en u daaraan geheel uw wezen en denken wijdt, zult u dit alles inderdaad zó kunnen projecteren, dat gelijkgestemden in andere werelden daarop geheel kunnen antwoorden. Verwacht nimmer, dat de eerste reactie, die u vanuit de geest verkrijgt na het projecteren van een dergelijk denkbeeld, blijvend is. U zult vele malen contact met geesten hebben en vele malen die geest verlaten, vóór u datgene kunt vinden, wat blijvend één kan zijn met u. De band, die bestaat tussen wezen en wezen is steeds gevlochten uit Goddelijk Licht. Wanneer de eenheid door de band tot stand komt, is er geen scheiding mogelijk, waar alle tijden en alle werelden en alle mogelijkheden door de band van Goddelijk Licht zelf worden omvat. Wezens, die op een dergelijke wijze een geestelijke binding hebben gevonden, zullen elkaar dan ook altijd kennen en aanvullen. Zij zullen elkaar ook steeds kunnen helpen. Doelbewust zijn is hierbij zeer belangrijk. Zo ik de magische pijl richt en afschiet, zal zij haar doel moeten bereiken, dan wel tot mijzelf terug keren. Indien ik in mijzelf een geestelijk doel nastreef, dat beperkt of egoïstisch is, zal de beperking, die ik daardoor aan de wereld of de sferen op zou willen leggen, tot mij terugkeren. Indien ik niet in staat ben een gelijk gestemde geest te bereiken en een geestelijke band tot stand te brengen, zo zal ik zelf het slachtoffer worden van de beperkingen, die mijn wensen aan anderen zouden hebben opgelegd. Eis nimmer, dat een geestelijke kracht of meester, waarmee u een geestelijke band kent, uw leven voor u zal leiden en richten in alle details. Er kan nimmer sprake zijn van een superioriteit, zelfs bij de hoogste geest t.o.v. de mens, zodra er een band bestaat. Er kan dan alleen nog sprake zijn van een samengaan, een elkander helpen en steunen. Zodra een algehele afhankelijkheid van een der beide partners zou ontstaan, is er groot gevaar, dat de band blijvend wordt gebroken. Er ontstaat dan een reeks oorzaken en gevolgen, die beide krachten verder uiteen voert. Wanneer u met deze regels rekenen wilt, zo zult u ontdekken, dat het vormen van een belangrijke geestelijke band een langere tijd vergt, dan menigeen aangenaam is. Daarnaast zult u ontdekken, dat een geestelijke band nooit de oplossing van uw problemen kan betekenen, maar wel een verrijking van uw wezen en mogelijkheden inhouden. Misschien is dat sommigen, vooral in bepaalde vormen van esoterie, deze leringen minder aanvaardbaar zullen vinden. Indien ik in mijzelf wil stijgen tot de allerhoogste zo zal ik zelfs daarbij gebonden zijn aan eigen mogelijkheden en voor het Ik toegankelijke sferen. Wie dwaalt in de Tuinen der Schepping en de paden gaat, die zijn voeten vinden, zal altijd een doel moeten kennen, anders verdoolt hij en komt om te midden van de Goddelijke volheid van Licht. Wanneer u werkelijk innerlijk streeft, is het niet voldoende, dat u met volle wil u op het innerlijke pad voortbeweegt. U zult tevens een richting moeten vinden, die in haar consequenties veelal verder gaat dan eigen overzicht en kennis toelaten, vast te stellen. De mens, die alleen de innerlijke paden volgt, bevindt zich vaak in een gevaarlijke doolhof. Zoals dit schoon beschreven staat: "In mij ligt een wildernis vol vers geurende dieren, hinderlagen en dreigende gevaren. Indien ik het pad door deze wildernis ken, zal ik de tempel der vrede bereiken. Doch zo ik het pad niet erken, dreigt weer het gevaar, dat ik in de wildernis van eigen wezen om zal komen." Het is juist de behoefte het innerlijke pad beter te erkennen, die een geestelijke band met hogere wezens of geesten begerenswaardig zal maken. Degene, die geleid wordt door het weten van een hogere geest en toch bereid is zelf de taak te volvoeren, zonder ook maar enige verplichting of verantwoordelijkheid aan de ander te delegeren, zal ontdekken, dat hij de verwarde paden in het Ik gemakkelijk ontwarren kan. Zoek niet te ver en zoek vooral ook niet te hoog. Indien een bedelaar ook al de vriend van de vorst wil zijn, zo liggen hun werelden te ver uiteen. De geschonken aalmoes kan nooit een blijvende band worden. U, die zoekt naar het contact met de Allerhoogste Geest dient dan ook wel te begrijpen, dat u, als mens, vandaar wel gaven kunt ontvangen, maar daar niet een band
11
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
en eenheid zult kunnen vormen, die meer blijvend is. Indien u wat lager grijpt, zoekende naar die geest en kracht, waar in u nog begrip voor bestaat, zo zult u daaraan een blijvende steun kunnen verkrijgen, evenals uzelf ook voor een dergelijke geest een blijvende waarde zult kunnen vormen. Gezamenlijk zult u uw pad gaan door de Schepping. Gezamenlijk zult u elkander steunende, hogere krachten voor en in uw wezen kunnen activeren, want weet wel, hij, die invloedrijke vrienden heeft, heeft vaak het oor der vorsten. Wanneer wij alleen staan en in deze eenzaamheid alleen smeken, zo kan ons wel een gave worden geschonken. Wanneer wij enige invloed hebben, een geestelijke band gevormd hebben met het boven ons staande, met geestelijke krachten, is er geen sprake meer van een aalmoes, waarbij wij moeten afwachten, wat de gave zal zijn, maar zullen wij de geaardheid van de gave zelf voor een groot deel mee kunnen bepalen. Daarmee, vrienden, wordt het bewuste leven eerst werkelijk geboren in ons. Wie spreekt over Licht, maar wie slechts de flits van de bliksem kent, zal na het gaan van het Licht in dieper duister leven dan daarvoor, omdat hij even het Licht heeft gezien. Maar wie een blijvend Licht, al is het een enkele lamp of kaars, verwerft, heeft een Licht, dat het hem mogelijk maakt het pad te zien, waarop zijn voeten zijn geplaatst. Dit alles brengt voor u de noodzaak met zich u vrienden te maken onder geest en mens, ongeacht hoe. Zelfs uw Jezus heeft geleerd dat de mens er goed aan doet zich vrienden te maken van de Mammon. Let wel: geen vriendschap met de Mammon, maar vriendschap dóór de Mammon. In vele gevallen zal blijken, dat de geest op aarde een zeer bepaalde taak wil volvoeren. Soms is dit een taak, die mediamiek uitgedrukt wordt. Soms is het een ervaring, of zelfs alleen het contact met een bepaalde geest, die in het bijzonder wordt gewenst. In andere gevallen zoekt de geest misschien naar een volledige uitdrukking voor eigen wezen op meer artistieke wijze. Hoe het ook zij, wanneer u de geest daarbij kunt helpen, uw eigen geest, zowel als geest, die nog in de sferen vertoeft, zo zal de geest het stoffelijke, of - in het tweede geval - uw gehele wezen helpen. Zo ontstaat er een band die het u mogelijk maakt binnen de tijd van één leven veel verder te gaan dan de geest, waarmee u gebonden zijt in eigen sferen. Dit betekent, dat op den duur de waarde van een geestelijke band altijd tweeledig is: wie zich bindt met een geest van duister, zal door deze band bv. grotere duisternis leren kennen dan de geest, waarmee hij zich verbonden heeft. Wie zich bindt met een geest van Licht daarentegen, vindt een sterker en hoger Licht, dan de geest kent, waarmee de band werd gesloten. Deze punten zijn ongetwijfeld uw aandacht waard. Wanneer u hier tezamen komt, is dit immers in een zoeken naar een band met het leven, een band met de geest, een bevrijding van twijfel, een vinden van innerlijke zekerheid, een honger naar geluk, dat u weet, niet in uzelf alleen te kunnen vervullen. Daar u hier komt om deze redenen, lijkt het mij logisch, dat ook u gaat zoeken naar hetgeen voor u het meest belangrijke is in de werelden van stof en geest: de geestelijk band, die superieur is aan alle stoffelijke bindingen, het contact van geest tot geest, dat eigen inhoud verruimt en vergroot. Denk niet, dat een dergelijke geestelijke band alleen tussen twee verschillende werelden of sferen kan bestaan: tussen meester en leerling dient altijd een verschil in bewustzijn te bestaan. Nu kan een geestelijke band alleen dáár worden gevormd, waar een voortdurend verschil van wezen en bewustzijn bestaat. Er is geen enkele definitie, die u zegt, dat een dergelijke band alleen in een bepaalde sfeer of een bepaalde wereld gevonden kan worden. Wanneer in uw eigen wereld iemand leeft van een groot bewustzijn en u kunt leren diens gedachten voor een ogenblik te delen, daaruit te putten, zo kunt u een geestelijke band vormen. Daardoor ontstaat tevens een zekere wederzijdse aansprakelijkheid, maar eveneens een aanvulling van wezen. Onverschillig op welke wijze de binding wordt gevormd, is zij toch - mits zij slechts gaat tot het diepste van eigen willen, beloven, gevoelsleven en wezen - van blijvende waarde en zal zij blijvend zijn, zodra blijkt, dat de uitwisseling van geestelijke krachten en gegevens niet beperkt wordt door verschil in streven. Er was een leerling, die overal rond ging om de waarheid te vinden. Deze vond vele meesters. Bij elk van hen vertoefde hij enige tijd. Uit elk van hen verwierf hij enig Licht en enige wijsheid. Maar eerst toen hij boven Mara, de Bittere, stelde, verwierf hij het werkelijke inzicht en een band met de kosmos. Laat ons dit niet vergeten. Ook u zult in uw leven vaak contact hebben met de geest of personen in de stof, die op geestelijk niveau staan en zelfs daarin voor u een
12
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
bijzondere uitdrukking vinden, zonder dat het contact, daarom blijvend is. Uiteindelijk blijkt er toch nog een verschil van mening, doel, of streven te bestaan. Dan verlaat u elkaar en gaat verder. Meen dan niet, dat u daarmee een werkelijke band verbroken hebt. Want van een werkelijke band is dan op geestelijk gebied nooit sprake geweest. Indien u blijkt, dat u met mens of geest een ogenblik van rapport beleeft en dit rapport gedurende jaren - ongeacht het geheel bewust, of misschien niet bewust beleven daarvan - blijft voortbestaan, kunt gij stellen: hier is sprake van een geestelijke binding. Deze band is onverbrekelijk en eeuwig. Toen de Schepper de Schepping had gemaakt, was hij vol van vreugde. Hij nam een snoer van gouden Lichten en wierp dit uit. Dit snoer liep door alle werelden en bond zo allen vast tezamen. Waar de Schepper nog steeds Zijn levende kracht langs deze gouden band uitademt, is het de adem Gods zelf, die alle werelden en sferen verbindt. Elke wereld heeft zijn Goden, elke sfeer heeft zijn meesters. Maar de grote, bindende kracht is het gouden lint. De grootste bindende kracht, die tussen mens en mens, of mens en geest bestaan kan, is altijd weer een deel van deze band van gouden Licht. Deze band impliceert ook iets anders. Om tot de Schepper te komen, volgt men het gouden koord, dat hij heeft uitgeworpen in het begin der tijden. Dit gouden snoer noemt men ook wel het Pad der Bewustwording. Nu beroert dit snoer alle sferen en werelden, zonder één uitzondering. Wie het pad volgt, zal dus altijd van sfeer tot sfeer en van wereld tot wereld kunnen gaan, zonder dit pad te verliezen. Wanneer onder mensen een steil pad op een berg moet worden beklommen, zo zien wij, dat de Sherpa's zich door koorden plegen te verbinden. Zij doen dit vooral, wanneer een van hen de zwakkere is. Daardoor zal de zwakkere het gevaar voor de hoogst staande, degene, die voor gaat dus, verminderen. Omgekeerd zal hij, die het hoogste staat, in staat blijken degene, die het zwakste is, te helpen om verder te komen. De mogelijkheid blijft, ook wanneer het pad zeer moeilijk is. Indien hij die voor gaat, uitgeput raakt en zo de zwakste wordt, kan degene, die eerst de zwakkere was, zijn taak overnemen. Zó komt men snel verder. De band, die bestaat tussen geest en mens, of in een der andere door mij genoemde vormen, is te vergelijken met een dergelijke band. Want wij gaan allen hetzelfde pad. Wij allen gaan van wereld tot wereld en van sfeer tot sfeer. Degene, die het hoogste staat, wordt zekerder op zijn weg door de steun, die hij verkrijgt, de zekering van een zich lager bevindend wezen. Degene, die lager staat, zal mede dank zij het werken van de hoger staande - gemakkelijker en sneller het levenspad af kunnen leggen. Op deze wijze is de geestelijke binding begrijpelijk en nuttig. Men heeft eens gezegd: "Alle Lichten in de hemelen zijn werelden, waar op alle werelden Goden heersen. Alle Goden scheppen wezens zoals mensen en dieren. In allen is de wereldziel en de Al-ziel." Ik zou willen zeggen: in al uw gedachten, al uw dromen en ervaringen zijn werelden geboren. Werelden, die waar zijn, werelden, die kracht zijn. Werelden met eigen wetten, eigen Goden en een eigen band met de Schepper. Hoe vreemd zij u ook mogen lijken, al deze werelden zijn ware werelden. Staat er niet geschreven, dat elke wereld slechts een trede is op de Trap der Eeuwigheid? Zo is elke wereld van droom en beleven, waan en werkelijkheid voor de mensenziel een verder schrijden op het pad. Ook dit zult u moeten beseffen. Het is veelal niet voldoende te blijven staan bij één enkele soort van leven of taak. Maar, alles in uw leven, droom, slaap, het uitgaan van de geest naar de sferen en zelfs dagdromen, dat rond u een gebeuren weeft, heeft zin en moeten gezamenlijk gericht zijn op éénzelfde doel. Dit is noodzakelijk, opdat elk van deze voor u werkelijke werelden u een schrede verder helpen op uw levensweg. De vraag, of de trap, waarop wij staan, voor ons ook de juiste is, kan altijd bevestigend worden beantwoord. Indien er een God is en deze heeft gezegd: "Ik zend u van Mij, opdat gij Mij kennende, tot Mij zult komen", zo is er geen enkele uitzondering. Elk gebeuren, élk beleven, Licht en duister, voeren ons uiteindelijk verder tot de Schepper. Ook dit dient u goed te beseffen, opdat u niet meent, dat het u ook maar één enkel ogenblik mogelijk is u van uw Schepper af te wenden. U kunt aan alle krachten in het Al ontkomen, buiten aan deze ene: de kracht, die u heeft voortgebracht. Hier, vrienden, volgt de grote band, de regel, die altijd, zolang wij leven, voor ons zal gelden. Er is ons een grens gesteld. Noem deze grens "God", zo u wilt "de natuur". Geef daaraan elke naam die het u belieft te gebruiken, maar besef wel: de bron van ons bestaan en het einddoel van ons wezen zijn voor ons niet bereikbaar in de werkelijke zin van het woord, zijn ook niet
13
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
beheersbaar. Indien wij aan deze kracht dienstbaar zijn, zo geldt ook: indien u waarlijk en oprecht u gebonden hebt aan de Schepper, waarin u leeft, zo zult u vrij zijn in alle dingen: zo zult u vrij zijn in alle dingen, zo u deze vrijheid voor uzelf opeist. Deze vrijheid wil zeggen: vrij zijn van begeren, vrij zijn van angsten, vrij van doelloosheid en verveling. Indien u werkelijk de Schepper u als het ene doel stelt, is alles in u en in uw leven vanzelfsprekend en zonder verdere moeiten aan die Schepper dienstig. U kunt uzelf verloochenen, maar nimmer de Bron, die u heeft voortgebracht. U kunt trachten eigen ideeën, begrip van goed en kwaad, besef van eigen wezen zelfs, terzijde te stellen en het kan u altijd gelukken. Maar u kunt nooit de kracht, die u heeft voortgebracht, terzijde stellen. Waar deze kracht u in waarheid heeft geschapen, zo zult gij in waarheid tot uzelf terugkeren, voor gij tot deze kracht in kunt gaan. Indien u dit zou vergeten, zou uw leven zeer moeilijk zijn. Staat er niet geschreven: de verlichte werd geboren uit Maya. En toch is Maya ons geen waarheid? Tijdens ons leven geldt voor ons hetzelfde: wij zijn geboren uit waan. Het verleden is een hersenschim, een flits van gedachten. Dit is ons begin: het verleden, waaruit wij menen voort te komen, is altijd een leugen. Wij kunnen dit nooit in waarheid zien. De toekomst, waarheen wij gaan, is - mits wij eerlijk en oprecht ons daarin een doel kiezen - voor ons altijd een waarheid. Wanneer u de paden betreedt, de trap der Eeuwige Bewustwording beklimt, dient u ook te beseffen: wie terug ziet, ziet onwaarheid. Wie vooruit schouwt, ziet waarheid. Wie zich in het verleden begraaft om het heden te vergeten of te verklaren, schept waan. Wie slechts de toekomst zoekt en slechts daarnaar schouwt, zelfs indien het feiten betreft uit het verleden, vindt waarheid. Deze waarheid reikt verder dan de bekende feiten. Dit is begrijpelijk: Toen God de mens schiep, de eerste mens, lang vóór de wereld er was en tot deze mens zeide: "Wandel in mijn tuin van sterren". Hij gaf hem slechts één bevel: "Ga altijd voort, sluimer niet en zie niet om". En zie, de eerste mens ging uit. Na enige tijd zag hij om en hij werd door vermoeidheid bevangen, toen hij de eindeloze weg van Lichten zag, die reeds achter hem lag. Hij legde zich neer om te rusten en verloor zo voor een kort ogenblik eigen wezen en bewustzijn. Op dat ogenblik kwam het duister aangeslopen vanuit de sterren als een verscheurend dier. Dit duister nam nu het wezen van de eerste mens, verscheurde het en hij Wierp het uit in de ruimte: één deel naar deze ster, één deel naar gene ster. Toen werden de wachtende werelden bewoond. Het is echter de eerste mens, de gehele eerste mens, die tot zich moet terugkeren en herrijzen, niet slechts een deel van dit wezen, ook al noemt men dit "mensheid". Het is de waarheid uit alle sterren, die zich samen moet voegen en niet de menselijke geesten van slechts één wereld. Dit beseffende zult u een samenwerking moeten zoeken met alle leven in het Al. Met alle geest ook en alle sferen. In het zoeken naar een band zult u niet mogen aarzelen en nimmer mogen stellen: "Zie, dit behoort niet tot mijn wereld". Maar altijd moet de band er een zijn, die berust op een voorwaarts gaan en niet slechts uit herinneringen of verleden bestaat. U mag in de stof rusten, zoveel u wilt. Maar zodra u uw geest in de dromen van het verleden terugzendt zonder doel in de toekomst, zo trachtende misschien iets te hervinden, dat verging met de tijd, zult u moe worden van het leven. U zult dan rusten en als eens de eerste mens in de sterrenlegende, uw eigen wezen verliezen. Zo u werkzaam blijft en steeds voortgaat op uw pad, zo zult u eens ontdekken, dat elke ster, die uw weg heeft getekend en blijvend deel van uw wezen is, dat de Schepping zelf, die u kent, in het eigen wezen werd geabsorbeerd. De legende van de eerste mens zegt nog meer: Toen deze was uitgegaan, Wendde de Schepper Zich tot Zijn hofhouding en sprak: "Zie, Ik heb de mens uitgezonden in het Al. Zo hij zijn weg gaat, volgens Mijn bevel, zal al hetgeen hij met zijn schreden beroert, in hem leven, tot hij in zich draagt, alles wat leeft in Mij en Ik in hem Mijzelf zal erkennen". Dan zal hij aan het einde van zijn weg, voor Mij treden en zeggen: "Uw sterren zijn gedoofd, Schepper". Ik zal hem antwoorden: "Welkom, broeder, bij uw thuiskomst". Deze oude legende is - volgens mijn beste weten - een waarheid. Ons zoeken naar bindingen met de geest en de stof, ons zoeken naar zekerheid, die het ons mogelijk zal maken verder voort te schrijden op de weg der bewustwording, is de behoefte om volledig te zijn. Wij mogen niet terug blikken, maar dienen te streven naar de toekomst, opdat alles, wat in het leven ons
14
© Orde der Verdraagzamen
Stem van Gene Zijde (III)
deel wordt, in ons opgenomen zal worden. Eens komt er een dag, dat de eerste mens zichzelf geheel hervonden heeft. Dan zal hij opstaan uit zijn sluimering, ontwaken uit zijn verdeeldheid. Snel zal hij schrijden tot de laatste, Lichtende sterren en zijn erfdeel aanvaarden. De eerste mens kan pas ontwaken, wanneer wij deze mens hervonden hebben. Dit beeld van leven en mensheid moet hervonden worden, dit wezen, dat niet aan de menselijke vorm, maar aan het bewustzijn gebonden is. Om dit te bereiken, werken geesten van vele werelden samen, vooral op hoger niveau. Om dit te kunnen bereiken, worden soms de grenzen tussen de sterren overschreden. Om dit te kunnen bereiken spreekt de geest tot de stof en streeft de mens uit zich tot de hoogste kracht in de geest. Wij allen weten: zonder dit kunnen wij niet verder gaan. Al, wat u zijt en al, wat u beleeft, maar bovenal, al, wat u nastreeft en zult kunnen zijn, vervult het grootse doel: de eenheid met wat wij noemen: de eerste mens, met wat wij noemen: de kosmos, om zo als broeder in te gaan tot de Scheppende Geest. Wie weet, wat er gebeurt, wanneer het portaal van de nacht voorgoed wordt gesloten en de Schepping is uitgedoofd? Wat gebeurt er, wanneer Schepper en Schepping elkaar erkennen in zichzelf? De legende zegt: dan is de dagtaak volbracht. Dan sluimert Hij, die Licht, dan sluimert hij, die duister was. En in de droom worden zij één. Deze eenheid is hun rust en vreugde. Zij duurt tot de nieuwe dag. Dan delen zij zich. Niet als eens, maar opnieuw gemengd en toch in tegendelen gescheiden. Dan zal de poort van de nacht open worden gezet en een nieuw wezen zal uitgaan op zijn tocht door de sterren. Wederom zal de vraag zijn: zal de nieuwe mens omzien, vermoeid geraken en rusten? Of komt er eens een tijd, dat ook na deze nacht er zoveel bewustzijn is in mens en geest, in alle kracht, dat, wat wordt uitgezonden, bewustzijn, weggaat door de sterren, eeuwig en onveranderlijk, de kosmos in zich opnemende? Dan zal na korte tijd de Schepping ten einde zijn, wanneer de Schepper in de Schepping Zichzelf ontmoet. Dan zal de gouden vrede besloten zijn in de schaduwen van het Niet-Geopenbaarde. Vergeef mij een taal en een legende, die misschien voor u te bloemrijk is. Maar zo u mij vergeeft, zoek de betekenis van deze woorden, want zij zijn voor mij de enige verklaring van uw en mijn leven, van het doel, dat wij allen hebben. Ook geeft dit verhaal mij de enige rechtmatige verklaring van de band tussen geest en stof, de enige verklaring voor het Licht, dat in ons door kan dringen om ons, ons boven onszelf verheffende, te maken tot uitvoerders van de eenheid in het Al, tijdelijk of blijvend. Hiermede, vrienden groet ik u en wens u een verdere zegenrijke avond toe.
15